PEUGEOT EXPERT 2022 Instructieboekje (in Dutch)

Page 291 of 324

289
3D Connect-navigatie
12Druk op Radio Media om het beginscherm weer te geven.
Selecteer "BRONNEN".
Selecteer Video om de video te starten.
Druk om de USB-geheugenstick te
verwijderen op de pauzetoets om de video te
stoppen en verwijder de geheugenstick.
Het systeem kan videobestanden met de indelingen
MPEG-4 Part 2, MPEG-2, MPEG-1, H.264, H.263,
VP8, WMV en RealVideo afspelen.
Streaming via Bluetooth®
Met streaming kunt u via uw smartphone naar audio
luisteren.
Het profiel Bluetooth moet hiervoor worden
geactiveerd.
Stel eerst het volume van het draagbare apparaat af
(op een hoog geluidsniveau).
Stel dan het geluidsvolume van het audiosysteem in.
Als het afspelen niet automatisch begint, kan het zijn
dat u het afspelen van de audio moet starten via de
smartphone.
Bediening verloopt via het externe apparaat of via de
aanraaktoetsen van het systeem.
Als streaming eenmaal is gestart, wordt uw smartphone als een geluidsbron
beschouwd.
Apple®-speler aansluiten
Sluit een Apple®-speler met behulp van een
geschikte kabel (niet meegeleverd) aan op de
USB-aansluiting.
Het afspelen begint automatisch.
De bediening gebeurt via de audio-installatie in de
auto.
De beschikbare indeling is die van het aangesloten apparaat (artiesten / albums /
genres / playlists / audioboeken / podcasts).
De standaardindeling is de indeling per artiest.
Om dit te veranderen moet u terug naar het
eerste niveau in de structuur en kiest u een
andere indeling (bijvoorbeeld afspeellijsten).
Bevestig uw keuze voordat u in de structuur weer
afzakt naar het gewenste nummer.
De softwareversie van het audiosysteem kan
incompatibel zijn met de softwareversie van de
Apple
®-speler.
Informatie en tips
Het systeem ondersteunt USB-apparaten voor
massaopslag, BlackBerry®-apparaten en Apple®-
spelers via de USB-poorten. De adapterkabel wordt
niet meegeleverd.
U beheert de apparaten met de bedieningstoetsen
van het audiosysteem.
Andere apparaten, die bij het aansluiten niet door
het systeem worden herkend, moeten met een
kabel (niet meegeleverd) op de jack-plug worden
aangesloten of via Bluetooth-streaming worden
gekoppeld (indien compatibel).
Het audiosysteem speelt alleen audiobestanden
af met de bestandsextensie ".wma", ".aac", ".flac",
".ogg" en ".mp3" met een bitrate tussen 32 Kbps en
320 Kbps.
Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate)
kunnen worden afgespeeld.
Andere typen audiobestanden (".mp4", enz.) kunnen
niet worden afgespeeld.
Alle ".wma"-bestanden moeten standaard WMA
9-bestanden zijn.
De ondersteunde bemonsteringsfrequenties
(sampling rates) zijn 32, 44 en 48 KHz.
Om problemen met lezen en weergeven te
voorkomen, raden wij aan om bestandsnamen te
kiezen van maximaal 20 tekens die geen speciale
tekens bevatten (zoals, " ? .
; ù).
Gebruik uitsluitend USB-geheugensticks met de
bestandsindeling FAT32 (File Allocation Table).
Wij raden aan om de originele USB-kabel voor het draagbare apparaat te gebruiken.
Telefoon
Een Bluetooth®-telefoon
koppelen
De beschikbaarheid van de diensten is
afhankelijk van het netwerk, de simkaart en
de compatibiliteit van de gebruikte

Page 292 of 324

290
3D Connect-navigatie
Bluetooth-apparaten. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de telefoon om te
kijken welke diensten beschikbaar zijn.
De functie Bluetooth moet zijn ingeschakeld en de telefoon moet zijn ingesteld op
"zichtbaar voor alle apparaten" (in de
telefooninstellingen).
Voltooien van het koppelen, ongeacht of dit vanaf de
telefoon of het systeem wordt gedaan: controleer of
de door de telefoon en het systeem weergegeven
code identiek zijn.
Wanneer het koppelen niet lukt, raden wij u aan om op de telefoon de functie Bluetooth
uit te schakelen en weer in te schakelen.
Procedure via de telefoon
Selecteer de naam van het systeem in de lijst met gedetecteerde apparaten.
Accepteer, in het systeem, het verzoek om
verbinding met de telefoon te maken.
Procedure via het systeem
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te geven.
Druk op "Bluetooth zoeken".
Of
Selecteer "Zoeken". Er wordt een lijst met de gedetecteerde
telefoons weergegeven.
Selecteer de naam van de telefoon in de lijst.
Verbinding delen
Het systeem stelt 3 verbindingsprofielen voor de
telefoon voor:

"Telefoon" (handsfree-set, uitsluitend telefoon),

"Streaming" (streaming: draadloos
audiobestanden via de telefoon afspelen),

"Gegevens mobiel internet".
Het profiel "Gegevens mobiel internet" moet worden geactiveerd voor online
navigatie nadat eerst verbinding delen via de
smartphone is geactiveerd.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Afhankelijk van het type telefoon, wordt u gevraagd
om de overdracht van uw contacten en berichten
goed te keuren.
De mogelijkheid van het systeem om maar één profiel te koppelen hangt af van de
telefoon.
Als dit niet mogelijk is, worden standaard alle drie
de verbindingsprofielen geselecteerd.
Profielen die compatibel zijn met het systeem: HFP, OPP, PBAP, A2DP, AVRCP,
MAP en PAN. Ga naar de website van het merk voor meer
informatie (compatibiliteit, aanvullende instructies,
enz.).
Automatisch opnieuw verbinding maken
Wanneer u met de telefoon waarmee het laatst
verbinding is gemaakt, terugkomt in uw auto wordt
deze automatisch herkend en wordt er binnen
ongeveer 30 seconden na het inschakelen van het
contact automatisch verbinding gemaakt met de
telefoon (indien Bluetooth is ingeschakeld).
Het verbindingsprofiel wijzigen:
Druk op Telefoon om het beginscherm weer
te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Bluetooth-verbinding" om een lijst met gekoppelde apparatuur weer te
geven.
Druk op de toets "Details".
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Telefoonverbindingen beheren
Met deze functie kunt u een apparaat aansluiten of
ontkoppelen, of een koppeling verwijderen.
Druk op Telefoon om het beginscherm weer
te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.

Page 293 of 324

291
3D Connect-navigatie
12Selecteer "Bluetooth-verbinding" om een lijst met gekoppelde apparatuur weer te
geven.
Druk op de naam van de telefoon die in de lijst is geselecteerd om de koppeling
ongedaan te maken.
Druk er nogmaals op om de telefoon weer te
koppelen.
Verwijderen van een telefoon
Selecteer de prullenbak rechts boven op het scherm om een prullenbak naast de
geselecteerde telefoon weer te geven.
Druk op de prullenbak naast de geselecteerde telefoon om deze telefoon te
verwijderen.
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en verschijnt
een pop-upvenster op het scherm.
Druk kort op de toets telefoon op het stuur om het gesprek aan te nemen.
En
houd de toets
telefoon op het stuurwiel langer ingedrukt om
het gesprek te weigeren.
Of
Selecteer “Gesprek beëindigen" op het touchscreen.
Bellen
Het gebruik van de telefoon tijdens het rijden wordt ten zeerste afgeraden.
Parkeer de auto.
Gebruik de schakelaars op of rondom het
stuurwiel om te bellen.
Een nieuw nummer bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te geven.
Voer het nummer in via het digitale toetsenbord.
Druk op "Bellen" om het nummer te bellen.
Een contact bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm weer
te geven.
Of, houd
de telefoontoets op het stuurwiel ingedrukt.
Selecteer "Contact".
Selecteer het gewenste contact in de getoonde lijst.
Selecteer "Bellen".
Een recent gebruikt nummer
bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm weer
te geven.
OfHoud
de telefoontoets op het stuurwiel ingedrukt.
Selecteer "Oproepen".
Selecteer het gewenste contact in de getoonde lijst.
U kunt altijd rechtstreeks met uw telefoon bellen. Zet in dat geval de auto uit
veiligheidsoverwegingen stil.
Contacten/items beheren
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te geven.
Selecteer "Contact".
Selecteer "Aanmaken"om een nieuw contact toe te voegen.
Druk op het tabblad "Telefoon" om het telefoonnummer (de telefoonnummers) van
het contact in te voeren.
Druk op het tabblad "Adres" om het adres (de adressen) van het contact in te voeren.
Druk op het tabblad "Email" om het e-mailadres (de e-mailadressen) van het
contact in te voeren.
Druk op "OK" om op te slaan.
Druk op deze toets om contacten op
achternaam + voornaam, of voornaam +
achternaam te sorteren.

Page 294 of 324

292
3D Connect-navigatie
Met de functie "Email" kunt u e-mailadressen van uw contacten invoeren,
maar u kunt met het systeem geen
e-mailberichten versturen.
Berichten beheren
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Berichten" om de berichtenlijst weer te geven.
Selecteer het tabblad "Alle", "Ontvangen", of "Verzonden".
Selecteer de details van het bericht dat u in een van deze lijsten hebt geselecteerd.
Druk op "Beantwoorden" om een in het systeem opgeslagen snelbericht te
versturen.
Druk op "Bellen" om het nummer te bellen.
Druk op "Beluisteren" om het bericht te
beluisteren.
De toegang tot "Berichten" is afhankelijk van de compatibiliteit van de smartphone
met het systeem in de auto.
Sommige smartphones halen berichten of
e-mailberichten langzamer op dan andere.
Snelberichten beheren
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "SMS-berichten" om de berichtenlijst weer te geven.
Selecteer het tabblad "Te laat", " Aangekomen", "Niet beschikbaar", of
" Overig"om nieuwe berichten aan te maken.
Druk op "Aanmaken" om een nieuw bericht
te schrijven.
Selecteer het bericht dat u in een van deze lijsten hebt geselecteerd.
Druk op "Overbrengen" om een of meerdere ontvangers te selecteren.
Druk op "Beluisteren" om het bericht af te spelen.
E-mailberichten beheren
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Email" om de berichtenlijst weer te geven.
Selecteer het tabblad "Ontvangen", " Verzonden", of "Ongelezen".
Selecteer het bericht dat u in een van deze lijsten
hebt geselecteerd.
Druk op "Beluisteren" om het bericht af te spelen.
De toegang tot e-mailberichten is afhankelijk van de compatibiliteit van de smartphone
met het systeem in de auto.
Configuratie
Audio-instellingen
Druk op Instellingen om het beginscherm weer te geven.
Selecteer "Audio-instellingen".
Selecteer vervolgens "Equalizer", "Verdeling",
" Geluid", "Spraak" of "Beltonen".
Druk op "OK" om de instellingen op te slaan.
De balans / verdeling (of spatialisatie met
het Arkamys©-systeem) verwerkt audio
zodanig dat de geluidskwaliteit wordt afgestemd
op het aantal personen in de auto.
Uitsluitend beschikbaar in de configuratie met
luidsprekers voor en achter.
De instelling voor Equalizer (keus uit 6 sferen) en ook voor Bass, Medium en
Treble zijn verschillend en apart in te stellen voor
elke geluidsbron.
Schakel "Loudness" in of uit.
De instellingen "Verdeling" (Alle passagiers,
Bestuurder en Alleen vóór) zijn gelijk voor alle
bronnen.

Page 295 of 324

293
3D Connect-navigatie
12Schakel "Geluiden touchscreen",
"Snelheidsafhankelijke volumeregeling", en
" Extra ingang" in of uit.
Audio in de auto: Arkamys Sound Staging©
optimaliseert de verdeling van geluid in het
passagiersgedeelte.
Profielen configureren
Druk op Instellingen om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Configuratie van de profielen".
Selecteer "Profiel 1", "Profiel 2", "Profiel 3", of
" Gemeenschappelijk profiel".
Druk op deze toets om een profielnaam in te
voeren via het virtuele toetsenbord.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Druk op deze toets om een profielfoto toe te
voegen.
Steek een USB-geheugenstick met daarop de foto in de USB-poort.
Selecteer de foto.
Druk op "OK" om toestemming te geven voor de overdracht van de foto.
Druk nogmaals op "OK" om de instellingen op te slaan.
Het kader voor de foto heeft een vierkante vorm, het systeem past de oorspronkelijke
vorm van de foto aan dit vierkant aan.
Druk op deze toets om het geselecteerde profiel te resetten.
Wanneer het geselecteerde profiel wordt gereset, wordt standaard het Engels
geactiveerd.
Selecteer een "Profiel" (1, 2 of 3) om "Audio-
instellingen" hieraan te koppelen.
Selecteer "Audio-instellingen".
Selecteer vervolgens "Equalizer", "Verdeling";
" Geluid", "Spraak", of "Beltonen".
Druk op "OK" om de instellingen van het
geselecteerde profiel op te slaan.
Systeeminstellingen wijzigen
Druk op Instellingen om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Schermconfiguratie".
Selecteer "Animatie".
Schakel Automatische tekstweergave in of
uit.
Selecteer "Lichtsterkte".
Verplaats de schuifbalk om de helderheid van het scherm en/of het instrumentenpaneel
in te stellen.
Druk op Instellingen om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Systeemparameters".
Selecteer "Eenheden" om de eenheden voor
afstand, brandstofverbruik en temperatuur te
wijzigen.
Selecteer "Fabrieksparameters" om de
begininstellingen te herstellen.
Wanneer de "Fabrieksparameters" van het systeem worden hersteld, worden Engels en
graden Fahrenheit ingesteld en wordt zomertijd
uitgeschakeld.
Selecteer "Systeeminfo" om de versie van de in het
systeem geïnstalleerde modules te bekijken.
Taal selecteren
Druk op Instellingen om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Talen" om de taal te wijzigen.
De datum instellen
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.

Page 296 of 324

294
3D Connect-navigatie
Selecteer "Instellen tijd-datum".
Selecteer "Datum".
Druk op deze toets om de datum in te stellen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Selecteer hoe de datum wordt weergegeven.
U kunt alleen de tijd en de datum instellen
wanneer "GPS-synchronisatie" is
uitgeschakeld.
De tijd instellen
Druk op Instellingen om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Instellen tijd-datum".
Selecteer "Tijd".
Druk op deze toets om de tijd in te stellen via het virtuele toetsenbord.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Druk op deze toets om de tijdzone in te
stellen.
Selecteer hoe de tijd (12h / 24h) moet worden weergegeven.
Schakel de zomertijd in of uit (+1 uur).
Schakel GPS-synchronisatie (UTC) in of uit.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Het kan zijn dat het systeem niet
automatisch overschakelt naar zomertijd /
wintertijd (afhankelijk van het land van verkoop).
Thema's
Afhankelijk van de uitrusting / afhankelijk van de
uitvoering.
Om veiligheidsredenen kan de procedure voor het wijzigen van het grafische thema
uitsluitend worden uitgevoerd wanneer de auto
stilstaat.
Druk op Instellingen om het beginscherm weer te geven.
Selecteer "Thema's".
Selecteer het thema in de lijst en druk
vervolgens op "OK" om te bevestigen.
Bij elke wijziging van het thema wordt het systeem opnieuw opgestart waarbij het
scherm tijdelijk zwart wordt.
Veelgestelde vragen
Hieronder vindt u de antwoorden op de meest
gestelde vragen over het systeem.
Navigatie
Ik kan het bestemmingsadres niet opgeven.
Het adres wordt niet herkend.


Gebruik de "intuïtieve methode" door op de

toets "Zoeken..." op de onderzijde van het scherm
"Navigatie" te drukken.
De route wordt niet berekend.
Het kan zijn dat de route-instellingen niet
overeenkomen met de huidige locatie (bijvoorbeeld,
wanneer geen rekening wordt gehouden met
tolwegen terwijl de auto op een tolweg rijdt).


Controleer de route-instellingen in het menu

"Navigatie".
Ik krijg geen waarschuwingen voor
"Gevarenzone".
U heeft geen abonnement op deze online dienst.


W
anneer u wel op deze dienst bent
geabonneerd:
- kan het zijn dat na het afsluiten van het
abonnement deze dienst pas een paar dagen later
wordt geactiveerd,
- kan het zijn dat de diensten niet in het
systeemmenu zijn geselecteerd,
- kan het zijn dat de online diensten niet actief
zijn ("TOMTOM TRAFFIC" wordt niet op de kaart
weergegeven).
De POI's worden niet aangegeven.
De POI's zijn niet geselecteerd.


Stel het zoomniveau in op 200 meter of selecteer

POI's in de lijst met POI's.
Het geluidssignaal "Gevarenzone" werkt niet.

Page 297 of 324

295
3D Connect-navigatie
12Het geluidssignaal is niet geactiveerd of het volume
is te laag.

Activeer het geluidssignaal in het menu

"Navigatie", en controleer het spraakvolume in de
audio-instellingen.
Het systeem stelt bij belemmeringen geen
alternatieve routes voor.
De route-instellingen houden geen rekening met de
actuele verkeersinformatie.


Configureer de functie "V
erkeersinformatie" in
de lijst met route-instellingen (geen, handmatig of
automatisch).
Ik word gewaarschuwd voor een "Gevarenzone"
die niet op mijn route ligt.
Het systeem biedt geleide navigatie, maar kondigt
ook alle "Gevarenzones" aan. Deze worden
met een driehoek vóór het pictogram van de
auto weergegeven. Het kan zijn dat het systeem
waarschuwt voor "Gevarenzones" op dichtstbijzijnde
of parallelwegen.


Zoom in op de kaart om de precies locatie van

de "Gevarenzone" te bekijken. U kunt "Op de route"
selecteren zodat u geen waarschuwingen meer
ontvangt. Ook kunt u de duur van de waarschuwing
beperken.
Sommige files op de route worden niet direct
gemeld.
Na het opstarten kan het een paar minuten duren
voordat het systeem verkeersinformatie ontvangt.


W
acht totdat de verkeersinformatie goed is
ontvangen (op de kaart worden pictogrammen met
verkeersinformatie weergegeven). In bepaalde landen is verkeersinformatie alleen voor
de hoofdwegen (autosnelwegen, enz.) beschikbaar.
Dit is volkomen normaal. Het systeem is afhankelijk
van de beschikbare verkeersinformatie.
De hoogteligging wordt niet weergegeven.
Na het opstarten kan de initialisatie van het GPS tot
3 minuten duren voordat er meer dan 4 satellieten
correct worden ontvangen.


W
acht tot het systeem volledig is opgestart
zodat het signaal van ten minste 4 satellieten wordt
ontvangen.
De kwaliteit van de GPS-ontvangst kan worden
beïnvloed door de omgeving (tunnel, enz.) en het
weer.
Dit is een normaal verschijnsel. De werking van het
systeem is afhankelijk van de ontvangst van het
GPS-signaal.
De verbinding van de online navigatie is
verbroken.
Tijdens het opstarten en in bepaalde gebieden kan
het zijn dat er geen verbinding beschikbaar is.


Controleer of de online diensten zijn geactiveerd

(instellingen, contract).
Radio
De ontvangstkwaliteit van de beluisterde
radiozender neemt geleidelijk af of de
voorkeuzezenders kunnen niet worden
ontvangen (bijvoorbeeld geen geluid of 87,5 Mhz
wordt weergegeven).
De auto is te ver verwijderd van het zendstation, of
er is geen zendstation aanwezig in het geografische
gebied. ►

Activeer de functie "RDS" via het snelmenu

om het systeem te laten zoeken naar een sterkere
zender in het geografisch gebied.
De antenne is niet aanwezig of is beschadigd
(bijvoorbeeld in een wasstraat of parkeergarage).

Laat de antenne controleren door een dealer
.
Het omliggende gebied (bijvoorbeeld heuvels,
tunnel of ondergrondse parkeergarage) blokkeert de
ontvangst, waaronder de RDS-volgmodus.
Dit fenomeen is heel normaal, en geeft geen defect
van het audiosysteem aan.
Ik kan sommige opgeslagen zenders uit de lijst
niet ontvangen.
De naam van de zender verandert.
De zender wordt niet meer ontvangen, of de naam
van de zender in de lijst is veranderd.
Sommige zenders sturen in plaats van een naam
andere informatie mee (bijv. titel van het afgespeelde
nummer).
Het systeem interpreteert deze informatie als de
naam van de zender.

Druk op "Lijst bijwerken" in het secundaire menu

"Zenderlijst".
Media
Het afspelen van de muziek op mijn USB-
geheugenstick begint pas na lang wachten
(ongeveer 2 tot 3 minuten).
Door bepaalde bestanden die standaard op een
USB-geheugenstick staan, kan het erg lang duren
tot de muziek op de USB-geheugenstick wordt
afgespeeld (tot 10 keer de fabrieksopgave).

Page 298 of 324

296
3D Connect-navigatie
► Wis de bestanden die standaard op de USB-
geheugenstick staan, en beperk het aantal
submappen in de mappenstructuur van de
USB-geheugenstick.
Na het insteken van een USB-geheugenstick kan
het even duren voordat deze wordt afgespeeld.
Het systeem leest verschillende data (map, titel,
artiest, enz.). Dit kan een paar seconden duren,
maar ook een paar minuten.
Dit is volkomen normaal.
Het kan zijn dat sommige informatietekens in
de huidige afspeelmedia niet correct worden
weergegeven.
Het audiosysteem kan bepaalde typen tekens niet
verwerken.


Gebruik standaard karakters voor de benaming

van nummers en mappen.
Het afspelen van streaming-bestanden start niet.
Het aangesloten apparaat start afspelen niet
automatisch.


Start het afspelen via het apparaat.
T

itels van nummers en afspeeltijden worden
niet op het scherm voor audiostreaming
weergegeven.
De Bluetooth-verbinding biedt deze mogelijkheid
niet.
Telefoon
Het lukt niet om mijn Bluetooth-telefoon te
koppelen.
Het is mogelijk dat de Bluetooth-functie van de
telefoon is uitgeschakeld of dat uw toestel niet
zichtbaar is voor het systeem. ►

Controleer of de Bluetooth-functie van de

telefoon is ingeschakeld.

Controleer bij de instellingen van uw telefoon of

deze op "zichtbaar voor alle apparaten" staat.

Schakel de Bluetooth-functie van de telefoon uit

en weer in.
De Bluetooth-telefoon is niet compatibel met het
systeem..

U kunt de compatibiliteit van uw telefoon

controleren op de website van het merk (services).
Android Auto en/of CarPlay werken niet.
Android Auto en CarPlay worden niet ingeschakeld
wanneer de USB-kabels van slechte kwaliteit zijn.

Gebruik originele USB-kabels om de

compatibiliteit te waarborgen.
Android Auto en/of CarPlay werken niet.
Android Auto en CarPlay zijn niet in alle landen
beschikbaar.

Controleer de lijst met ondersteunde landen via

deze websites: Google Android Auto of Apple.
Het volume van de via Bluetooth verbonden
telefoon is te laag.
Het volume is afhankelijk van het systeem en van
de telefoon.

V
erhoog het volume van het audiosysteem,
indien nodig, tot maximaal en verhoog het volume
van de telefoon indien nodig.
Omgevingsgeluid is van invloed op de kwaliteit van
een telefoongesprek.
► Beperk geluid uit de omgeving (sluit bijvoorbeeld
ramen, zet de ventilatie lager of ga langzamer
rijden). Sommige contacten komen in de lijst dubbel
voor.
U kunt contacten op de volgende manieren
synchroniseren: u kunt de contacten op de simkaart
synchroniseren, de contacten op de telefoon
synchroniseren, of beide. Wanneer u beide
synchronisaties selecteert, kan het zijn dat sommige
contacten dubbel voorkomen.


Selecteer "Contacten van simkaart weergeven"

of "Contacten van telefoon weergeven".
De contacten staan niet op alfabetische
volgorde.
Sommige telefoons hebben speciale weergave-
opties. Afhankelijk van de instellingen kunnen
contacten in een bepaalde volgorde worden
overgenomen.

V
erander de instellingen voor de weergave van
contacten in de telefoon.
Het systeem ontvangt geen sms-tekstberichten.
In de modus Bluetooth kunnen er geen sms-
tekstberichten naar het systeem worden gestuurd.
Instellingen
Wanneer ik de instellingen voor hoge en lage
tonen wijzig, wordt geluidssfeer uitgeschakeld.
Wanneer de geluidssfeer wordt gewijzigd,
worden de instellingen voor hoge en lage tonen
gereset.
De geluidssfeer is gekoppeld aan de hoge en lage
tonen.


Wijzig de instelling van de hoge en de lage

tonen of wijzig de geluidssfeer om de gewenste
geluidskwaliteit te verkrijgen.

Page 299 of 324

297
3D Connect-navigatie
12Wanneer ik de instellingen voor balans wijzig,
wordt de geluidsverdeling uitgeschakeld.
Wanneer u de instelling voor de geluidsverdeling
wijzigt, worden de instellingen voor de balans
gedeselecteerd.
De geluidsverdeling is gekoppeld aan de balans.

Stel de balans in of kies een geluidsverdeling

naar eigen wens.
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen
geluidsbronnen.
Voor een optimale geluidskwaliteit kunnen de
geluidsinstellingen worden aangepast aan
verschillende audiobronnen die hoorbare verschillen
kunnen genereren bij het veranderen van de bron.


Controleer of de geluidsinstellingen

overeenkomen met de bronnen waarnaar
wordt geluisterd. Het is raadzaam om de
geluidsinstellingen (Bass, Treble, Balans) in de
middelste stand te zetten, om de geluidssfeer op
"Geen" te zetten en om de correctie van het volume
in de USB-modus op "Actief" en in de Radiomodus
op "Niet actief" te zetten.


Pas, in alle gevallen, nadat u de

geluidsinstellingen heeft ingesteld, het
geluidsvolume op het draagbare apparaat eerst aan
(op hoog zetten). Stel dan het geluidsvolume van
het audiosysteem in.
Na het afzetten van de motor, wordt het systeem
na enkele minuten automatisch uitgeschakeld.
Als de motor is afgezet, blijft het audiosysteem nog
werken zolang de laadtoestand van de accu dat
toestaat. In de normale uitgeschakelde stand, gaat het
systeem na een bepaalde tijd automatisch over op
de eco-modus om de accu niet te ontladen.


Start de auto om de laadstroom van de accu te

verhogen.
Ik kan de datum en tijd niet instellen.
U kunt de tijd en de datum alleen instellen wanneer
satellietsynchronisatie is uitgeschakeld.


Menu Instellingen
/ Opties/ Datum en tijd
instellen. Selecteer het tabblad "Tijd" en schakel
"gps-synchronisatie" (UTC) uit.

Page 300 of 324

298
Event Data Recorders (EDR)
Gebeurtenisgegevens
opslaan
In de auto zijn elektronische regeleenheden
geïnstalleerd. Deze regeleenheden verwerken
gegevens die bijvoorbeeld van de sensoren van
de auto worden ontvangen, of gegevens die door
de eenheden zelf worden gegenereerd of die ze
met elkaar uitwisselen. Sommige regeleenheden
zijn vereist voor de juiste werking van uw auto,
andere eenheden helpen u bij het rijden (rij- of
parkeerhulpsystemen) en nog weer andere
eenheden bieden comfort- of infotainment-functies.
Hieronder staat algemene informatie over hoe
gegevens in de auto worden verwerkt.
U vindt aanvullende informatie over de specifieke
gegevens die worden gedownload, opgeslagen
en verstuurd naar derden en waarvoor ze
in uw auto worden gebruikt. Dit staat onder
"Gegevensbescherming". Deze informatie is direct
gekoppeld aan de referenties voor de betreffende
functies in het bijbehorende instructieboekje voor de
auto of in de algemene verkoopvoorwaarden.
Deze informatie staat ook online.
Werkingsgegevens van de
auto
De regeleenheden verwerken gegevens die voor de
werking van de auto worden gebruikt.
Deze gegevens omvatten onder meer:

Informatie over de toestand van de auto

(zoals snelheid, reistijd, zijdelingse acceleratie, draaisnelheid van de wielen en vastgemaakte
veiligheidsgordels).


Omgevingsfactoren (zoals temperatuur
,
regensensor en afstandssensor).
Over het algemeen zijn deze gegevens tijdelijk,
worden ze niet langer dan één werkingscyclus
opgeslagen en worden ze alleen in de auto zelf
gebruikt. De regeleenheden slaan deze gegevens
vaak op (inclusief de sleutel van de auto). Met deze
functie kan informatie over de toestand van de auto,
de belasting van componenten, servicevereisten,
gebeurtenissen en technische storingen tijdelijk of
permanent worden opgeslagen.
Afhankelijk van het uitrustingsniveau van de auto
worden de gegevens als volgt opgeslagen:

De bedrijfsstatus van systeemcomponenten

(zoals het vulniveau, de bandenspanning en de
laadtoestand van de accu).

Fouten en storingen in belangrijkste

systeemcomponenten (zoals lampen en remmen).

Reacties van systemen in specifieke rijsituaties

(zoals activering van een airbag of activering van
stabiliteitsregel- en remsystemen).

Informatie over gebeurtenissen die schade aan de

auto hebben veroorzaakt.

Bij elektrische en plug-in hybride auto's de

laadtoestand van de tractiebatterij en de geschatte
actieradius.
Onder specifieke omstandigheden (bijvoorbeeld
als de auto een storing heeft gedetecteerd) kan het
nodig zijn om gegevens te registreren die anders
niet worden opgeslagen. Wanneer u servicewerkzaamheden aan uw auto
laat uitvoeren (zoals reparatie of onderhoud), dan
kunnen de opgeslagen bedrijfsgegevens worden
uitgelezen, samen met het VIN-nummer van de
auto, en kunnen ze waar nodig worden gebruikt.
Personeel dat voor het servicenetwerk werkt (zoals
garages en fabrikanten) of derden (bijvoorbeeld
pechhulpverleners) kunnen de gegevens van de
auto uitlezen. Dit geldt ook voor werkzaamheden die
onder garantie en vanwege kwaliteitsmaatregelen
worden uitgevoerd.
Deze gegevens worden meestal uitgelezen via
de OBD-aansluiting (On-Board Diagnostics) die
wettelijk verplicht in de auto is. De gegevens
worden gebruikt voor meldingen over de technische
toestand van de auto of componenten van de auto
en maakt de diagnose van storingen gemakkelijker,
in overeenstemming met verplichtingen onder
garantie en voor verbetering van de kwaliteit. Deze
gegevens, met name informatie over belasting
van componenten, technische gebeurtenissen,
bedieningsfouten en andere storingen, worden
waar nodig naar de fabrikant gestuurd, samen met
het VIN-nummer van de auto. Er kan ook sprake
zijn van aansprakelijkheid van de fabrikant. De
fabrikant kan de bedrijfsgegevens die uit de auto
worden gehaald ook gebruiken voor terugroepacties
voor producten. De gegevens kunnen ook worden
gebruikt om de garantie van de klant en eventuele
garantieclaims na te kijken.
Elke storing die in de auto is opgeslagen, kan
door een servicepunt tijdens onderhouds- of

Page:   < prev 1-10 ... 251-260 261-270 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 321-330 330 next >