Peugeot Expert VU 2016 Handleiding (in Dutch)

Page 281 of 520

279
Expert_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Eigenschappen van de olie
Controleer voordat u olie bijvult of ververst of
de motorolie die u wilt gebruiken overeenkomt
met de door de fabrikant aanbevolen motorolie
voor uw auto en motoruitvoering.
Motorolie bijvullen
De plaats van de vulopening voor de motorolie
is aangegeven op de desbetreffende
afbeelding van de motorruimte.
F
D
raai de dop van de vulopening.
F
g
i
et de olie voorzichtig in de opening om
morsen op motoronderdelen te voorkomen
(dit kan brand veroorzaken).
F

W
acht enkele minuten en controleer
vervolgens nogmaals het oliepeil met de
peilstok.
F

V
ul indien nodig nog olie bij.
F

D
raai nadat u het oliepeil nogmaals hebt
gecontroleerd de dop zorgvuldig op de
vulopening en steek de peilstok weer in de
schacht.
Na het bijvullen zal de olieniveaumeter
op het dashboard bij het aanzetten van
het contact na 30 minuten de juiste
waarde aangeven.
Olie ver versen
Raadpleeg het onderhoudsschema van de
fabrikant voor het verversingsinterval voor uw auto.
Maak om een verminderde betrouwbaarheid
van de motor en de emissieregeling te
voorkomen nooit gebruik van additieven in de
motorolie.
Het remvloeistofniveau dient zich zo dicht
mogelijk bij het merkteken "MA XI" te bevinden.
Controleer indien dit niet het geval is of de
remblokken van uw auto zijn versleten.
Remvloeistofniveau
Remvloeistof ver versen
Raadpleeg het onderhoudsschema van
de fabrikant voor het voorgeschreven
verversingsinterval.
Type remvloeistof
gebruik de door de fabrikant voorgeschreven
remvloeistof.
Koelvloeistofniveau
Het koelvloeistofniveau dient zich zo dicht
mogelijk bij het merkteken "MA XI" te
bevinden, maar mag beslist niet hoger zijn.
Wacht bovendien alvorens werkzaamheden
aan het koelsysteem uit te voeren ten minste
1 uur nadat de motor gedraaid heeft, omdat het
koelsysteem onder druk staat.
Draai om brandwonden te voorkomen de dop
eerst 2 omwentelingen los om de druk te laten
dalen. Ver wijder, als de druk eenmaal gedaald
is, de dop en vul koelvloeistof bij. De koelventilator kan ook nog gaan draaien
nadat de motor is afgezet: houd daarom
voor werpen en kleding uit de buur t van de
ventilator. Als de motor warm is, wordt de temperatuur
van de koelvloeistof geregeld door de
koelventilator.
Controleer het koelvloeistofniveau
van uw auto regelmatig, afhankelijk
van de gebruiksomstandigheden (elke
5000
km/3 maanden); vul indien nodig bij
met de door de fabrikant voorgeschreven
koelvloeistof.
Het is normaal om tussen twee
onderhoudsbeurten koelvloeistof te moeten
bijvullen.
Stuurbekrachtigingsvloeistofniveau
Het stuurbekrachtigingsvloeistofniveau
dient zich zo dicht mogelijk bij het
merkteken "MA XI" te bevinden. Draai
bij koude motor de dop open om het
niveau te controleren.
7
Praktische informatie

Page 282 of 520

280
Expert_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Aftappen van het systeem
Deze koelvloeistof hoeft niet ververst te
worden.
Type koelvloeistof
gebruik de door de fabrikant voorgeschreven
koelvloeistof.Het controleren en bijvullen moet altijd
worden uitgevoerd bij koude motor.
Een te laag koelvloeistofniveau kan
leiden tot ernstige motorschade.
Als de buitentemperatuur hoog is, is
het raadzaam de motor, als de auto
stilstaat, 1 tot 2 minuten stationair
te laten draaien om de koeling te
vergemakkelijken.
Vermijd langdurig huidcontact met
afgewerkte olie en andere vloeistoffen.
De meeste van deze vloeistoffen zijn
bijtend en schadelijk voor de gezondheid.
gooi afgewerkte olie en andere
vloeistoffen niet in het riool, in het water of
op de grond.
Deponeer afgewerkte olie in de daarvoor
bestemde containers bij het PE
u
g
Eo
t
-
n

etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Afgewerkte producten
Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk uitvoeren
door het PEu gEo t- netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Niveau brandstofadditief
(diesel met roetfilter)
Een te laag additiefniveau
wordt aangegeven door dit
verklikkerlampje in combinatie
met een geluidssignaal en een
melding op het display van het
instrumentenpaneel.
Type ruiten- en koplampsproeiervloeistof
Voor een optimale reiniging en om het bevriezen
van de sproeiers te voorkomen is het (bij)vullen
van het reservoir met water niet toegestaan.
Niveau ruiten- en
koplampsproeiervloeistof
Wanneer uw auto is voorzien van
koplampsproeiers, wordt een te laag
vloeistofniveau van de ruiten- en
koplampsproeiers aangegeven door
een geluidssignaal en een melding op
het display van het instrumentenpaneel.
Vul bij de eerstvolgende gelegenheid
het reservoir bij.
onder winterse omstandigheden is het
raadzaam ruitensproeiervloeistof op basis van
ethanol of methanol te gebruiken.
Praktische informatie

Page 283 of 520

281
Expert_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Controles
12V-accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om regelmatig
te controleren of de accupoolklemmen
goed vastzitten (bij uitvoeringen zonder
snelsluiting voor de accupoolklemmen)
en of de aansluitingen schoon zijn.Laat de filters periodiek vervangen
volgens de in het onderhoudsschema
van de fabrikant aangegeven
intervallen.
Luchtfilter en interieurfilter
Laat bij het olie verversen tevens het
oliefilter vervangen.
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor het
vervangingsinterval van dit
onderdeel.
OliefilterRoetfilter (diesel)
Als het roetfilter vervuild is, wordt
u hierop geattendeerd door het
tijdelijk branden van dit lampje in
combinatie met een melding op het
multifunctionele display.
ga om het roetfilter te regenereren, zodra
de omstandigheden het toelaten, met een
snelheid van minimaal 60 km/h rijden tot
het lampje dooft.
Als het lampje blijft branden, is het
minimum brandstofadditiefniveau bereikt.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
controleren van niveaus
.
Bij een nieuwe auto kunt u de
eerste paar keer dat het roetfilter
geregenereerd wordt een brandlucht
ruiken; dit is volkomen normaal.
Als langdurig met zeer lage snelheid
wordt gereden of de motor langdurig
stationair draait, kan bij gasgeven
soms rook uit de uitlaat waargenomen
worden. Dit heeft geen invloed op de
prestaties en heeft geen gevolgen voor
het milieu.
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, het onderhoudsschema van de fabrikant dat betrekking heeft op
de motoruitvoering van uw auto voor het controleren van bepaalde onderdelen.
Laat de controles eventueel uitvoeren door het PE
u

g
Eo
t
-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg voordat u werkzaamheden
uitvoert aan de 12V-accu de desbetreffende
rubriek voor meer informatie en de te nemen
voorzorgsmaatregelen. Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik
(veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding
geven, moeten de filters twee keer zo vaak
worden vervangen
.
Een verstopt interieur filter kan de prestaties
van de airconditioning verstoren en
onaangename geuren veroorzaken.
ui

tvoeringen met het Stop & Start-
systeem zijn voorzien van een speciale
12V- loodac c u.
Deze accu mag uitsluitend worden
vervangen door het PE
u

g
Eo
t
-
netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats.
7
Praktische informatie

Page 284 of 520

282
Expert_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Handgeschakelde versnellingsbak
De versnellingsbak is onderhoudsvrij
(olie verversen niet noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor de periodieke
onderhoudscontrole.De slijtage van de remblokken
is sterk afhankelijk van de rijstijl,
vooral bij stadsverkeer en veel korte
ritten. Hierdoor kan het noodzakelijk
Remblokken
Raadpleeg het PEugEo t- netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats voor
informatie over het controleren van
de slijtage van de remschijven.
Staat van remschijven
gebruik uitsluitend door PEu gEo t
a anbevolen producten of gelijkwaardige
kwaliteitsproducten.
om d

e werking van belangrijke organen
als het remsysteem te optimaliseren,
selecteert en biedt PE
u

g
Eo
t
specifieke producten aan.
Na het wassen kan er zich een
laagje vocht of onder winterse
omstandigheden ijs vormen op de
remschijven en remblokken: de
remwerking kan daardoor afnemen.
Rem een paar keer lichtjes om de
remmen vocht- en ijsvrij te maken.
Handrem
Als de handrem een te grote slag
heeft of als het systeem minder goed
werkt, moet de handrem, zelfs tussen
twee onderhoudsbeurten door,
worden afgesteld.
Laat het systeem controleren door het
PE
ugEo

t
-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
blijken om de remblokken vaker, tussen twee
onderhoudscontroles door, te laten controleren.
Als het remsysteem vrij is van lekkages, duidt
een te laag remvloeistofniveau erop dat de
remblokken versleten zijn.
Automatische transmissie
De automatische transmissie is
onderhoudsvrij (olie verversen niet
noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor het interval van
de niveaucontrole.
Elektronisch gestuurde versnellingsbak
De versnellingsbak is onderhoudsvrij
(olie verversen niet noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor het interval van
de niveaucontrole.
Praktische informatie

Page 285 of 520

283
Expert_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
AdBlue® en SCR-systeem
voor BlueHDi-dieselmotoren
om het milieu zo min mogelijk te belasten en
om aan de nieuwe Euro 6 -norm te voldoen,
heeft PE
u

g
Eo
t ervoor gekozen zijn auto's
met dieselmotor te voorzien van een systeem
waarbij het roetfilter (FAP) wordt gecombineerd
met een SCR-systeem (Selective Catalytic
Reduction) voor de behandeling van de
uitlaatgassen zonder dat de prestaties
veranderen of het brandstofverbruik toeneemt.
SCR-systeem
Met behulp van de vloeistof AdBlue®, die
ureum bevat, zet een katalysator tot 85%
van de stikstofoxides (N
ox

) om in stikstof en
water, stoffen die onschadelijk zijn voor de
gezondheid en het milieu. De AdBlue
® bevindt zich in een specifiek
reservoir. Het reservoir heeft een inhoud
van 22 liter, goed voor een actieradius
van ongeveer 20.000 km voordat een
waarschuwingssysteem u meldt dat u met de
resterende hoeveelheid vloeistof nog maximaal
2400 km kunt rijden.
om e

rvoor te zorgen dat het SCR-systeem
goed blijft werken, wordt bij elke periodieke
onderhoudscontrole aan uw auto in het
PE
u

g
Eo

t
-

netwerk of bij een gekwalificeerde
werkplaats het AdBlue
®-reservoir bijgevuld. Als het AdBlue
®-reservoir leeg is, zorgt
een wettelijk verplicht systeem ervoor
dat de motor niet opnieuw kan worden
gestart.
Als het SCR-systeem niet goed werkt,
stoot uw auto te veel schadelijke stoffen
uit, waardoor hij niet meer aan de
Euro


6-emissienorm voldoet.
Neem bij een storing in het SCR-
systeem zo snel mogelijk contact op
met het PE
u

g
Eo
t
-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats: na 1100
km
wordt een systeem geactiveerd dat
het opnieuw starten van de motor
blokkeert.
ti

jdens het vullen mag de opbrengst
niet groter zijn dan 40 liter per minuut.
Als u ver wacht tussen twee periodieke
onderhoudscontroles meer dan 20.000 km te
rijden, raden wij u aan het reservoir tussentijds
te laten bijvullen door het PE
u

g
Eo

t
-

netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
7
Praktische informatie

Page 286 of 520

284
Expert_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Bijvullen van AdBlue®
Het AdBlue®-reservoir moet bij elke periodieke
onderhoudscontrole worden gevuld door het
PE
ugEo

t
-

netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Vanwege de inhoud van het reservoir kan
het echter noodzakelijk zijn om het reservoir
tussentijds bij te vullen, zeker als u hier door
een waarschuwing (verklikkerlampjes en
melding) op wordt geattendeerd.
Dit kunt u laten uitvoeren door het PE
u

g
Eo
t
-
n

etwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Als u zelf het reservoir wilt bijvullen, lees dan
eerst aandachtig de volgende waarschuwingen.
Gebruiksvoorschriften
Bewaar AdBlue® buiten het bereik van
kinderen, in de originele flacon.
Als het AdBlue
® niet in de originele
flacon wordt bewaard, verliest het zijn
zuiverheid.
ge
bruik uitsluitend AdBlue
® die aan de norm
ISo
22241 voldoet.
Verdun de AdBlue
® nooit met water.gi
et nooit AdBlue® in de brandstoftank.
De verpakking in flacons met een
antidruppelsysteem vergemakkelijkt het
bijvullen. De flacons met een inhoud van
1,89 liter (1/2 gallon) zijn verkrijgbaar bij het
PE
ugEo

t
-

netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Vul nooit AdBlue
® bij vanuit een
vulsysteem dat is bedoeld voor
vrachtwagens.
AdBlue
® is een oplossing op ureumbasis.
Deze vloeistof is onontvlambaar, kleurloos en
geurloos (indien koel bewaard).
Als het additief in contact komt met de huid,
moet u de huid wassen met kraanwater en met
zeep. Als additief in de ogen komt, spoel de
ogen dan onmiddellijk en grondig gedurende
ten minste 15 minuten met kraanwater of met
een oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij
een branderig gevoel of blijvende irritatie.
Als additief AdBlue
® wordt ingeslikt, spoel
de mond dan met schoon water en drink
vervolgens een ruime hoeveelheid water.
on

der bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld
bij een hoge omgevingstemperatuur) kan het
risico van het vrijkomen van ammoniakdampen
niet worden uitgesloten: adem deze niet in.
Deze ammoniakdampen werken irriterend op
de slijmvliezen (ogen, neus en keel).
Belangrijk
Als het AdBlue
®-reservoir van uw auto
helemaal leeg is (dit wordt aangegeven
door de waarschuwingsmeldingen en
u kunt in dat geval de motor niet meer
starten) moet u het reservoir vullen met
minimaal 3,8 liter additief (twee flacons
van 1,89 liter).
Praktische informatie

Page 287 of 520

285
Expert_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Voorschriften voor opslag
Bewaar de flacons AdBlue® niet in uw
auto.
AdBlue
® bevriest bij temperaturen lager dan
ongeveer -11°C en verliest zijn kwaliteit bij
temperaturen vanaf 25°C. Het is raadzaam
de flacons koel en buiten direct zonlicht te
bewaren.
ond

er deze omstandigheden is de vloeistof ten
minste één jaar houdbaar.
Als de vloeistof bevroren is geweest, kan
deze weer worden gebruikt nadat deze bij
kamertemperatuur volledig is ontdooid.
Procedure
Controleer voordat u gaat bijvullen of de auto
op een vlakke en horizontale ondergrond staat.
F

Z
et het contact af en ver wijder de sleutel of
druk, als uw auto daarmee is uitgerust, op
de S
tA

R
t/
S
t
o
P
-knop om de motor af te
zetten.
F
o
p
en voor toegang tot het AdBlue
®-
reservoir het linker voorportier.
F
t
r

ek van onderen aan de zwarte dop. F

D
raai de blauwe dop een zesde
omwenteling linksom.
F t
r
ek de knop omhoog om hem te
verwijderen.
Voer de lege AdBlue
®-flacons niet als
huisvuil af, maar deponeer ze in een
daartoe bestemde container of breng de
flacons naar uw verkooppunt.
Controleer 's winters of de
omgevingstemperatuur van de auto
hoger is dan -11°C. Als het kouder is,
bevriest het AdBlue
® waardoor u het
niet in het reservoir kunt gieten. Laat
uw auto enkele uren op een warmere
plaats staan en vul vervolgens het
reservoir bij.
7
Praktische informatie

Page 288 of 520

286
Expert_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
F Veeg nadat u de flacon leeg hebt gegoten met behulp van een vochtige doek
eventuele vloeistofsporen van de rand van
de vulopening van het reservoir.
Spoel gemorst additief onmiddellijk weg
met koud water of veeg het weg met een
vochtige doek.
Als het additief is gekristalliseerd, verwijder
het dan met een spons en warm water.
F Breng de blauwe dop aan op de vulopening van het reservoir en draai de dop een
zesde omwenteling rechtsom tot hij stuit. Belangrijk: als u additief hebt
bijgevuld nadat het reser voir leeg
is geraakt
, aangegeven door de
melding " Vul brandstof- additief bij:
Starten geblokkeerd", dient u ongeveer
5 minuten te wachten voordat u het
contact weer aanzet, zonder het
bestuurderspor tier te openen, de
auto te ontgrendelen, de sleutel met
afstandsbediening in het contactslot
te steken of de elektronische sleutel
van het "Keyless entr y and star t"-
systeem in het interieur te leggen.
Zet vervolgens het contact aan en start
na 10 seconden wachten de motor.
F
P
ak een flacon AdBlue
®. Controleer de
houdbaarheidsdatum en lees vervolgens
aandachtig de gebruiksaanwijzing op het
etiket voordat u de inhoud van de flacon in
het AdBlue
®-reservoir van uw auto giet.
Bevriezing van AdBlue
®
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager
dan ongeveer -11°C.
Het SCR-systeem is voorzien van een
voorverwarmingssysteem voor het
AdBlue
®-reservoir waardoor u ook
in zeer koude omstandigheden kunt
blijven rijden. F
B reng de zwarte afdekplaat van bovenaf
aan.
F

S
luit het portier.
Praktische informatie

Page 289 of 520

287
Expert_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
gevarendriehoek (opbergen)
Voordat u uit de auto stapt om de
gevarendriehoek uit te vouwen en te plaatsen
moet u de alarmknipperlichten inschakelen en
uw reflecterende veiligheidsvest aantrekken.
Deze veiligheidsuitrusting vormt een aanvulling op de
alarmknipperlichten.
Elke auto moet zijn voorzien van een gevarendriehoek.
Op de weg plaatsen van de
gevarendriehoek
Raadpleeg voor het uit- en invouwen van de
gevarendriehoek de gebruiksaanwijzing van de
fabrikant. F

P
laats de gevarendriehoek achter de auto,
houd u daarbij aan de ter plaatse geldende
regels.
De gevarendriehoek is als accessoire
leverbaar. Neem hiervoor contact op
met het PE
u
g
Eo
t
-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
gereedschapskist
To e g a n g
De gereedschapskist bevindt zich onder de
linker voorstoel.
De stangen 1 en 2 zorgen ervoor
dat de gereedschapskist niet uit zijn
behuizing kan komen als hij niet goed is
vastgezet.
8
Storingen verhelpen

Page 290 of 520

288
Expert_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Opbergen
F Druk op de grendels A en schuif ze naar het midden om de gereedschapskist te
ontgrendelen.
F

B
eweeg de gereedschapskist om hem
langs de stang 1 te halen iets omhoog en
trek hem er vervolgens helemaal langs.
F

B
eweeg vervolgens de gereedschapskist
omhoog om hem langs de stang 2 te halen. F
Maak de haakjes B van het deksel los en open het
deksel om bij het gereedschap te kunnen komen.
OpenenVerwijderen
trek aan de gereedschapskist om te controleren
of hij goed in zijn behuizing is vastgezet.
F Houd de gereedschapskist met de voorzijde schuin omhoog
en breng hem aan.
F om de gereedschapskist langs de stang 2 te bewegen: duw de
gereedschapskist naar achteren en laat hem gelijktijdig zakken.
F om de gereedschapskist langs de stang 1 te
bewegen: beweeg de gereedschapskist iets omhoog
en duw hem vervolgens helemaal naar achteren.
F Breng het deksel weer aan op de
gereedschapskit en maak de haakjes B vast.
F Als de gereedschapskist helemaal in
zijn behuizing zit, duw hem dan tegen
de vloerbekleding en schuif vervolgens
de grendels A naar buiten om de
gereedschapskist vast te zetten.
Storingen verhelpen

Page:   < prev 1-10 ... 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 321-330 ... 520 next >