Peugeot Partner 2019 Handleiding (in Dutch)

Page 31 of 312

29
Display instrumentenpaneel
Gebruik, als de auto stilstaat, de linker
rolknop op het stuur wiel of de toets " SET" op
het instrumentenpaneel om door de menu's te
navigeren voor het configureren van bepaalde
voertuiginstellingen.
Werking van de rolknop:
-

I
ndrukken: toegang tot het hoofdmenu ,
bevestigen van uw keuze.
-

D
raaien (buiten menu om): scrollen door de
lijst van beschikbare actieve functies.
-

D
raaien (in het menu): omhoog of omlaag
gaan in het menu.
Kilometerteller en dagteller
De kilometerteller en dagteller worden
gedurende 30 seconden weergegeven bij het
afzetten van het contact, bij het openen van het
bestuurdersportier en bij het vergrendelen en
ontgrendelen van de auto.
Kilometerteller
Deze teller geeft de totale kilometerstand van
de auto aan.
Dagteller
Deze teller geeft het aantal gereden kilometers
weer sinds de bestuurder de teller op 0 heeft
gezet.
Koelvloeistoftemperatuur
Als bij draaiende motor de wijzer of het staafdiagram
(afhankelijk van de uitvoering) zich bevindt:
- in zone A , is de koelvloeistoftemperatuur in
orde,
-

i
n zone B , is de koelvloeistoftemperatuur te
hoog. Het lampje koelvloeistoftemperatuur
en het lampje STOP gaan branden, in
combinatie met een geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding.
Dagteller op nul zetten
F

D
ruk bij aangezet contact op de toets tot de
dagteller op 0 staat.
1
Instrumentenpaneel

Page 32 of 312

30
STOP zo snel mogelijk op een veilige
plaats.
Wacht enkele minuten voordat u de motor
afzet.
Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Controle
De temperatuur en de druk in het koelcircuit
beginnen na enkele minuten rijden te stijgen.
Om koelvloeistof bij te vullen:
F
l
aat de motor ten minste één uur afkoelen,
F

d
raai de dop twee omwentelingen los om de
druk te laten dalen,
F

v
erwijder vervolgens de dop,
F

v
ul bij tot aan het merkteken "MA X".
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van de
niveaus .
Wees voorzichtig bij het bijvullen van de
koelvloeistof: kans op brandwonden. Vul
niet bij tot boven het maximumniveau
(aangegeven op het reservoir).
Motorolieniveaumeter
Bij uitvoeringen met een motorolieniveaumeter
worden bij het aanzetten van het contact zowel
het motorolieniveau als de onderhoudsindicator
enkele seconden weergegeven.
Een controle van het olieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en de motor
minstens 30
minuten niet heeft gedraaid.
Olieniveau correct
Te laag olieniveau Storing in motorolieniveaumeter
OliepeilstokRaadpleeg de desbetreffende rubriek voor
de plaats van de peilstok en het bijvullen
van motorolie bij een dieselmotor
.
A = maximum; het
olieniveau mag nooit
boven dit niveau
uitkomen,
B = minimum; als het
olieniveau niet boven
niveau B uitkomt,
moet het voor de
motor van uw auto
voorgeschreven type
motorolie worden
bijgevuld via de vuldop.
Dit wordt aangegeven met een melding op het
instrumentenpaneel.
Dit wordt aangegeven met een melding op het
instrumentenpaneel.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie Dit wordt aangegeven met een melding op het
instrumentenpaneel. Neem contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.
Instrumentenpaneel

Page 33 of 312

31
Deze actieradiusindicatoren zijn uitsluitend
aanwezig bij auto's met een BlueHDi-
dieselmotor.
Zodra de reser vevoorraad van het AdBlue
®-
reser voir is aangesproken of een storing in het
SCR-systeem is gedetecteerd, verschijnt bij
het aanzetten van het contact een indicator die
aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer
kunt rijden voordat het opnieuw starten van de
motor automatisch wordt geblokkeerd.
Niet starten van de motor bij een te
laag AdBlue®-niveau
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue
®-reservoir leeg is.
AdBlue®-actieradiusindicatoren
Actieradius groter dan 2400 km
A ls het contact wordt aangezet, wordt er geen
informatie over de actieradius weergegeven. Druk op deze toets om de actieradius tijdelijk
weer te geven.
Met 1.6 BlueHDi-motor (Euro 6.1)
Actieradius tussen 2400 en 600 km
A ctieradius kleiner dan 600 km Star ten geblokkeerd vanwege te weinig AdBlue®
Het AdBlue®-reser voir is leeg: het starten van
de motor wordt geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem.
Om de motor weer te kunnen starten moet
het reser voir met minimaal 5
liter AdBlue
®
worden gevuld.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
® (BlueHDi-
motoren) , in het bijzonder met betrekking
tot het bijvullen.
Zodra het contact wordt aangezet, gaat
het lampje branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding (bijvoorbeeld
" Vul AdBlue bij: starten onmogelijk over x km")
die aangeeft hoeveel kilometer of mijl u nog
kunt rijden met de resterende hoeveelheid
vloeistof.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
300

km weergegeven zolang er geen vloeistof
is bijgevuld.
Het minimumniveau is bereikt; vul zo snel
mogelijk vloeistof bij.
Zodra het contact wordt aangezet, gaat
dit lampje branden in combinatie met
het permanent branden van het lampje
Ser vice, een geluidssignaal en een melding
(bijvoorbeeld " Vul AdBlue bij: starten
onmogelijk over x km") die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u nog kunt rijden met de
resterende hoeveelheid vloeistof.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30


seconden herhaald zolang er geen AdBlue
is bijgevuld. Vul zo snel mogelijk vloeistof bij om te
voorkomen dat het reservoir helemaal leeg
raakt en de motor niet meer gestart kan
worden.
Als het contact wordt aangezet, gaat dit lampje samen
met het lampje Ser vice knipperen in combinatie met
een geluidssignaal en de melding " Vul AdBlue bij:
starten onmogelijk".
1
Instrumentenpaneel

Page 34 of 312

32
Met 1.5 BlueHDi-motor (Euro 6.2)
Actieradius tussen 2400 en 800 km
Actieradius tussen 800 en 100

kmActieradius kleiner dan 100
km
Tijdens het rijden worden het geluidssignaal en
de melding elke 10 km weergegeven zolang er
geen AdBlue is bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk vloeistof bij om te
voorkomen dat het reservoir helemaal leeg
raakt en de motor niet meer gestart kan
worden.
Star ten geblokkeerd vanwege te weinig
AdBlue
®
Het AdBlue®-reser voir is leeg: het starten van
de motor wordt geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem. Om de motor weer te kunnen starten moet
het reser voir met minimaal 5
liter AdBlue
®
worden gevuld.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
® (BlueHDi-
motoren) , in het bijzonder met betrekking
tot het bijvullen.
Als een storing in het SCR-
emissieregelsysteem wordt
gedetecteerd
Er wordt automatisch een
startblokkeringssysteem geactiveerd als
meer dan 1100
km is gereden nadat de
storing in het SCR-emissieregelsysteem
is bevestigd. Laat het systeem controleren
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Als een storing wordt gedetecteerd
Zodra het contact wordt aangezet, gaat dit
lampje ongeveer dertig seconden branden in
combinatie met een melding (" Vul AdBlue bij:
starten onmogelijk over x km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid vloeistof.
Het minimumniveau is bereikt; vul zo snel
mogelijk vloeistof bij.
Deze meldingen worden vergezeld van het
advies om niet meer dan 10

liter AdBlue bij te
vullen.
Zodra het contact wordt aangezet, gaat
hdit lampje branden in combinatie met een
geluidssignaal (1 pieptoon) en een melding
(" Vul AdBlue bij: starten onmogelijk over x
km") die aangeeft hoeveel kilometer of mijl u
nog kunt rijden met de resterende hoeveelheid
vloeistof.
Tijdens het rijden worden het geluidssignaal en
de melding elke 100

km weergegeven zolang
er geen vloeistof is bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk vloeistof bij om te
voorkomen dat het reservoir helemaal leeg
raakt en de motor niet meer gestart kan
worden. Zodra het contact wordt aangezet, gaat dit
lampje knipperen in combinatie met een
geluidssignaal (1 pieptoon) en een melding
(bijvoorbeeld " Vul AdBlue bij: starten
onmogelijk over x km") die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u nog kunt rijden met de
resterende hoeveelheid vloeistof.
Als het contact wordt aangezet, gaat dit lampje
knipperen in combinatie met een geluidssignaal
en de melding " Vul AdBlue bij: starten
onmogelijk".
Deze lampjes gaan branden in combinatie met
een geluidssignaal en de melding "Storing
emissieregeling".
Instrumentenpaneel

Page 35 of 312

33
Dimmer dashboardverlichting
Hiermee kunt u de lichtsterkte van de
verlichting van het instrumentenpaneel en de
bedieningselementen handmatig aanpassen
aan de lichtsterkte van de omgeving.
Dimmer verlichting
touchscreen
De waarschuwing wordt tijdens het rijden
gegeven zodra de storing voor de eerste keer
wordt gedetecteerd en ver volgens steeds bij
het aanzetten van het contact zolang de storing
niet is verholpen.In het geval van een tijdelijke
storing verdwijnt de waarschuwing
tijdens de volgende rit na controle
van de zelfdiagnose van het SCR-
emissieregelsysteem.
Tijdens de toegestane rijfase (tussen 1100
en 0
km)
Tijdens het rijden wordt de melding elke 30 seconden
w eergegeven zolang de storing in het SCR-
emissieregelsysteem niet is verholpen.
De waarschuwing wordt opnieuw weergegeven zodra het
contact wordt aangezet.
Ga zo snel mogelijk naar een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
Als u dit niet doet, kan de motor niet meer worden gestart.
Starten geblokkeerd
U hebt de limiet van de toegestane
rijfase overschreden: het
startblokkerringssysteem voorkomt dat de
motor opnieuw wordt gestart.
Om de motor weer te kunnen starten, is het
noodzakelijk dat u contact opneemt met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Als een storing in het SCR-systeem is
bevestigd (na 50

km) en de storingsmelding
permanent wordt weergegeven, gaan deze
lampjes branden en gaat het lampje AdBlue
knipperen in combinatie met een geluidssignaal
en een melding (bijv.: "Storing emissieregeling:
Starten geblokkeerd over 300

km") die
aangeeft hoeveel kilometer of mijl u nog kunt
rijden met de resterende hoeveelheid additief. Elke keer dat het contact wordt aangezet, gaan
deze lampjes branden en knippert het lampje
AdBlue in combinatie met een geluidssignaal
en de melding "Storing emissieregeling:
Starten geblokkeerd".
sterker te laten branden of op toets B om de
verlichting te dimmen.
Laat de knop los zodra de gewenste lichtsterkte
is bereikt.
F

S
electeer in het menu Instellingen de optie
" Lichtsterkte ".
Of selecteer " OPTIES",
" Schermconfiguratie " en "Lichtsterkte ".
F

S
tel de lichtsterkte af door op de pijlen te
drukken of de cursor te verplaatsen.
De lichtsterkte kan verschillend worden
ingesteld voor de dag- en de nachtstand.
Boordcomputer
Geeft informatie over de actuele rit (actieradius,
brandstofverbruik, gemiddelde snelheid enz.).
Druk, ter wijl de verlichting brandt (niet in de
stand AUTO), op toets A om de verlichting
1
Instrumentenpaneel

Page 36 of 312

34
Weergave van informatie
Deze functies worden na elkaar weergegeven.
- Dagelijks aantal afgelegde kilometers
Dagteller.
-


Actieradius.
-
Ac

tueel brandstofverbruik.
-
G

emiddelde snelheid.
-

T
eller van het Stop & Start-systeem.
-

I
nformatie over de
snelheidslimietherkenning.
F

D
ruk op deze knop op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar .
F

O
f druk op de rolknop op het stuur wiel.
Traject resetten
De reset wordt uitgevoerd als het traject wordt
weergegeven. F

D
ruk langer dan twee seconden op
deze toets op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar .
F
D
ruk langer dan twee seconden op de
rolknop op het stuurwiel.
Enkele definities...
Actieradius
(km of mijl)
Aantal kilometers dat u nog met de
resterende hoeveelheid brandstof kunt
rijden (afhankelijk van het gemiddelde
verbruik over de laatste afgelegde
kilometers).
Deze waarde kan variëren door een
gewijzigde rijstijl of het rijden op
een helling, waardoor het actuele
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen. Na het tanken van minimaal 5
liter brandstof
wordt de actieradius opnieuw berekend en
weergegeven als deze meer dan 100 km
bedraagt.
Wanneer tijdens het rijden streepjes in plaats van waarden
worden weergegeven, dient u contact met het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats op te nemen.
Actueel brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
B erekend over de laatste seconden.
Deze functie wordt alleen weergegeven bij
snelheden vanaf 30
km/h.
Gemiddeld brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg)B erekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens .
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
F

D

ruk langer dan twee seconden op deze
toets.
Als de actieradius minder dan 30

km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display.
Instrumentenpaneel

Page 37 of 312

35
Afgelegde afstand
(km of mijl)Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Teller Stop & Start-systeem
(minuten/seconden of uren/minuten)
Als uw auto is uitgerust met Stop & Start,
registreert een teller hoelang de STOP-stand
tijdens een traject is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u het contact
aanzet weer op nul gezet.
Datum en tijd instellen
Zonder audiosysteem
U kunt de datum en tijd via het display van het
instrumentenpaneel instellen. F

H
oud deze toets ingedrukt.
F

D
ruk op een van deze toetsen
om de te wijzigen instelling te
selecteren.
F

D
ruk kort op deze toets om te
bevestigen.
F

D
ruk op een van deze toetsen
om de instelling te wijzigen en
bevestig nogmaals om de nieuwe
instelling op te slaan.
Met audiosysteem
F Druk op de toets MENU om het hoofdmenu
weer te geven.
F

D
ruk op de toets " 7" of " 8" om het menu
"Persoonlijke instelling – configuratie" weer
te geven en druk ver volgens op OK.
F

D
ruk op de toets " 5" of " 6" om het menu
"Configuratie display" weer te geven en
druk ver volgens op OK.
F

D
ruk op de toets " 5" of " 6" om de regel
"Datum en tijd instellen" te selecteren en
druk ver volgens op OK.
F

D
ruk op de toets " 7" of " 8" om de te
wijzigen instelling te selecteren. Bevestig
uw keuze door op de toets OK te drukken.F

P
as de instellingen één voor één aan en
bevestig met de toets OK.
F
D
ruk op de toets "
5" of " 6" en ver volgens
op de toets OK om het vakje OK te
selecteren en bevestig of druk op de toets
Te r u g om te annuleren.
Met PEUGEOT Connect
Radio
F Selecteer het menu Instellingen
in de bovenste menubalk van het
touchscreen.
F

Sel

ecteer " Systeemconfiguratie ".
F

Sel
ecteer " Datum en tijd ".
F

Sel

ecteer " Datum" of "Tijd".
F

S

electeer het formaat van de weergave.
F

W

ijzig de datum en/of de tijd met het
numerieke toetsenbord.
F

Be

vestig met " OK".
Met PEUGEOT Connect Nav
Het instellen van de datum en tijd is alleen
mogelijk als de GPS-synchronisatie is
uitgeschakeld.
F

S
electeer het menu Instellingen
in de bovenste balk of zijbalk van
het touchscreen.
1
Instrumentenpaneel

Page 38 of 312

36
F Druk op de toets "OPTIES" om naar de
secundaire pagina te gaan.
F

Sel
ecteer "Instellen tijd-
datum ".
F

S
electeer het tabblad " Datum" of "Tijd".
F

W
ijzig de datum en/of de tijd met het
numerieke toetsenbord.
F

Be
vestig met " OK".
Andere instellingen
U kunt:
-
D e tijdzone wijzigen.
-

H
et formaat van de weergave voor de
datum en tijd (12h/24h) instellen.
-

D
e regelfunctie voor de zomertijd activeren
of deactiveren (+ 1 uur).
-

D
e GPS-synchronisatie in- of uitschakelen.
Het systeem schakelt niet automatisch
over op zomertijd/wintertijd (afhankelijk
van het verkoopland).
Instrumentenpaneel

Page 39 of 312

37
Sleutel
Conventionele sleutel
De sleutel kunt u gebruiken om de centrale
vergrendeling via het slot te bedienen om de
auto te ontgrendelen of vergrendelen.
Dezelfde sleutel dient ook voor het openen
en sluiten van de tankdop en het starten of
afzetten van de motor.
Sleutel met afstandsbediening
Met de sleutel met afstandsbediening kunt
de auto ontgrendelen of vergrendelen door
de centrale vergrendeling te bedienen via het
portierslot of met de afstandsbediening.
De sleutel met afstandsbediening dient tevens
voor de lokalisatie van de auto, het openen
en sluiten van de tankdop en het starten of
afzetten van de motor, en maakt deel uit van de
diefstalbeveiliging.De knoppen van de afstandsbediening
werken niet meer als het contact aan
staat.
Uitklappen/inklappen van de sleutel
Wanneer u deze knop niet indrukt, kan de
afstandsbediening beschadigd raken.
Keyless entry and start
F Druk op deze knop om de sleutel uit of in te klappen. te ontgrendelen of vergrendelen.
De afstandsbediening dient tevens voor de
lokalisatie en het starten van de auto en maakt
deel uit van de diefstalbeveiliging.
Met de "Keyless entry and start"-
afstandsbediening op zak
Met dit systeem kunt u de auto ontgrendelen en
vergrendelen en de motor starten ter wijl u de
afstandsbediening op zak houdt.
De handsfree-functies werken niet en de
portieren kunnen niet worden geopend als
het contact A AN (stand Accessoires) is
gezet met de knop "START/STOP".
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over het star ten
en afzetten van de motor, en in het
bijzonder de stand A AN van het contact.
Met de afstandsbediening kunt u de centrale
vergrendeling bedienen om de auto op afstand
2
Toegang tot de auto

Page 40 of 312

38
De centrale vergrendeling/ontgrendeling
en supervergrendeling werken niet:
-
a
ls het contact is aangezet,
-

a
ls een van de te openen
carrosseriedelen nog geopend is,
-

a
ls een sleutel van het Keyless entry
and start-systeem zich nog in de auto
bevindt.
Als de auto is vergrendeld en per
ongeluk wordt ontgrendeld (met de
afstandsbediening of via het Keyless
entry and start-systeem), wordt de auto
binnen 30


seconden automatisch weer
vergrendeld tenzij binnen deze tijd een
portier wordt geopend.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt
in dat geval weer ingeschakeld (inclusief
de interieurbeveiliging, zelfs als u deze
had uitgeschakeld).
Het in- en uitklappen van de
buitenspiegels kan worden uitgeschakeld
door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats. Verlaat om veiligheidsredenen (kinderen
in de auto) de auto nooit, zelfs niet voor
een korte tijd, zonder de Keyless entry
and start-afstandsbediening mee te
nemen.
Wees bedacht op diefstal als de Keyless
entry and start-afstandsbediening zich
binnen het detectiebereik bevindt terwijl
uw auto ontgrendeld is.
Om te voorkomen dat de batterij van de
elektronische sleutel ontladen raakt, gaan
de "Keyless entry"-functies over in de
waakfase als de auto langer dan 21 dagen
niet is gebruikt.
Om de functies weer te activeren,
dient u op een van de knoppen van de
afstandsbediening te drukken of de motor
te starten ter wijl u de afstandsbediening
tegen de noodlezer houdt.Volledige of selectieve
ontgrendeling
De selectieve ontgrendeling van
de cabine
of de laadruimte is een
veiligheidsmaatregel.
Dit systeem wordt gebruikt om de toegang
af te sluiten naar het deel van de auto
waar u niet aanwezig bent.
De volledige ontgrendeling ontgrendelt alle
te
openen carrosseriedelen van de auto (voor, zij,
achter).
De selectieve ontgrendeling ontgrendelt de
portieren van de cabine of de te openen
carrosseriedelen van de laadruimte (zij en
achter).
Toegang tot de auto

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 ... 320 next >