Peugeot RCZ 2014 Handleiding (in Dutch)
Page 51 of 344
1/
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Raadpleeg de rubriek "Toegang tot het wegklapbare display" voor
meer informatie over het openen, sluiten en afstellen van het
wegklapbare display.
Druk op de toets "SETUP" om naar het menu "SETUP" te gaan.
Dit menu biedt toegang tot de volgende functies:
- "Taal en spraakfuncties",
- "Datum en tijd",
- "Weergave",
- "Eenheden",
- "Systeemparameters".
MENU "SETUP"
Talen en spraakfuncties
Via dit menu kunt u:
- de taal van het display instellen (Deutsch, English, Español, Français, Italiano, Nederlands, Polski, Portugues, Portugues-Brasil, \
Türkçe * ),
- de parameters van de spraakherkenning selecteren (inschakelen/ uitschakelen, adviezen voor het gebruik, herkennen van de eigen
stem, ...),
- het volume van de gesproken commando's instellen.
Datum en tijd
Via dit menu kunt u de datum en tijd, het formaat van de datum en het
formaat van de tijd instellen.
Principe van de synchronisatie met het GPS (GMT):
1. Bevestig de optie "Synchr. met GPS": de tijd wordt automatisch afgestemd op de GMT-wereldtijd, ook de datum wordt bijgewerkt.
2. Verplaats de cursor naar het veld van de uren met behulp van de navigatietoets met 4 richtingen en druk op OK .
3. U kunt vervolgens met de draaiknop het uur instellen op de door u gewenste tijdzone.
Let op: bij de overgang naar de winter- of zomertijd moet de tijdzone opnieuw handmatig worden ingesteld.
Eenheden
Via dit menu kunt u de eenheden voor de temperatuur (°C of °F) en\
de
afstand (km of mijl) kiezen.
Parameters systeem
Via dit menu kunt u de fabrieksinstellingen herstellen, de versie van de \
software weergeven en doorlopende tekst activeren.
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder het multifunctionele
display uitsluitend bedienen als de auto stilstaat.
Weergave
Via dit menu kunt u de helderheid van het display, de kleuren van het
display en de kleur van de kaart instellen (dag/nacht of automatisch).\
* Volgens land van bestemming.
Page 52 of 344
50
Het display kan in vier standen worden versteld door op de voor- of
achterzijde van de knop B te drukken. Als het display wordt ingeklapt,
wordt de laatst geselecteerde stand opgeslagen.
Afstellen van de hoek van het display
Het display wordt automatisch uitgeklapt bij het aanzetten van
het contact. Drie seconden nadat het contact is afgezet wordt het
automatisch weer ingeklapt indien het audio- en telematicasysteem is
uitgeschakeld.
TOEGANG TOT HET WEGKLAPBARE DISPLAY
Als het contact is aangezet, kunt u het display op elk moment in- of
uitklappen met de knop A .
- Druk op de knop A : het display wordt ingeklapt.
- Druk nogmaals op de knop A om het display weer uit te klappen.
Als u het display hebt ingeklapt, wordt het automatisch weer
uitgeklapt:
- bij het inschakelen van het audio- en navigatiesysteem (behalve als u het display zelf hebt ingeklapt terwijl het systeem was
ingeschakeld),
- bij een uitgaand telefoongesprek,
- bij het geven van een gesproken commando,
- bij het ontvangen van een waarschuwingsmelding die gekoppeld is aan het pictogram STOP (Peugeot Connect Nav+).
Page 53 of 344
2/
TOEGANG TOT DE AUTO
SLEUTEL MET AFSTANDSBEDIENING
U kunt om de auto te ontgrendelen of vergrendelen de centrale vergrendel\
ing
bedienen met de sleutel in het portierslot of met de afstandsbediening. \
De
sleutel met afstandsbediening dient tevens voor de lokalisatie en het st\
arten
van de auto en maakt deel uit van de diefstalbeveiliging.
OPENEN VAN DE AUTO
Uitklappen van de sleutel
Druk op deze knop om de sleutel uit te klappen.
Ontgrendelen met de afstandsbediening
Druk op het geopende hangslot om de auto te ontgrendelen.
Selectieve ontgrendeling met de afstandsbediening
Druk één keer op het geopende hangslot om alleen het bestuurdersportier en de brandstofvulklep te
ontgrendelen.
Druk nogmaals op het geopende hangslot om het passagiersportier en het kofferdeksel te ontgrendelen.
Selectieve ontgrendeling met de sleutel
Draai de sleutel één keer naar voren in het slot van het bestuurdersportier om alleen het bestuurdersportier en de
brandstofvulklep te ontgrendelen.
Draai de sleutel nogmaals naar voren om het passagiersportier en het kofferdeksel te ontgrendelen.
Het volledig of selectief ontgrendelen kan worden ingesteld
met behulp van het confi guratiemenu van de auto.
Standaard is de volledige ontgrendeling geactiveerd.
Ontgrendelen met de sleutel
Draai de sleutel naar voren in het slot van het bestuurdersportier om de auto te ontgrendelen.
Ontgrendelen en het op een kier zetten van het kofferdeksel
Houd deze knop langer dan twee seconden ingedrukt om het kofferdeksel te ontgrendelen. Deze wordt op een
kleine kier gezet.
Bij deze handeling worden ook de portieren en de
brandstofvulklep ontgrendeld.
De richtingaanwijzers knipperen enkele seconden.
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto worden de buitenspiegels
uitgeklapt en wordt het alarm uitgeschakeld.
Page 54 of 344
52
Als één van de portieren of het kofferdeksel geopend is, werkt
de centrale vergrendeling niet. In dat geval wordt de auto direct
na het vergrendelen weer ontgrendeld, wat u kunt horen aan het
geluid van de centrale vergrendeling. Het alarm (indien aanwezig)
wordt echter na ongeveer 45 seconden volledig ingeschakeld.
Als de auto is vergrendeld en per ongeluk wordt ontgrendeld
zonder dat binnen 30 seconden een van de portieren wordt
geopend, wordt de auto automatisch weer vergrendeld.
Als het alarm in eerste instantie werd ingeschakeld, wordt dit niet
automatisch opnieuw ingeschakeld.
Het in- en uitklappen van de buitenspiegels met de
afstandsbediening kan worden uitgeschakeld door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalifi ceerde werkplaats.
SLUITEN VAN DE AUTO
Normale vergrendeling met de afstandsbediening
Druk op het gesloten hangslot om de auto te vergrendelen.
Normale vergrendeling met de sleutel
Draai de sleutel naar achteren in het slot van het bestuurdersportier om de auto te vergrendelen.
Supervergrendeling met de afstandsbediening
Druk op het gesloten hangslot om de auto volledig te vergrendelen.
Druk binnen 5 seconden nogmaals op het gesloten hangslot om de supervergrendeling van de auto in te
schakelen.
Supervergrendeling met de sleutel
De richtingaanwijzers gaan enkele seconden branden.
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto worden de
buitenspiegels ingeklapt en wordt het alarm ingeschakeld.
De supervergrendeling blokkeert het van buitenaf en van
binnenuit openen van de portieren.
Als de supervergrendeling is ingeschakeld, is ook de
vergrendelingsschakelaar in het interieur buiten werking.
Laat daarom niemand in de auto achter als de supervergrendeling
is ingeschakeld.
De richtingaanwijzers gaan enkele seconden branden.
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto worden de buitenspiegels
ingeklapt en wordt het alarm ingeschakeld.
Draai de sleutel naar achteren in het slot van het bestuurdersportier
om de auto volledig te vergrendelen.
Draai binnen 5 seconden de sleutel nogmaals naar achteren om de supervergrendeling van de auto in te schakelen.
Page 55 of 344
2/
TOEGANG TOT DE AUTO
Inklappen van de sleutel
Druk op deze knop om de sleutel in te klappen.
LOKALISEREN VAN DE AUTO
STORING AFSTANDSBEDIENING
Na het losnemen en weer aansluiten van de accukabels, het
vervangen van de batterij van de afstandsbediening of een storing in
de afstandsbediening kan de auto niet meer met de afstandsbediening
ontgrendeld, vergrendeld en gelokaliseerd worden.
Ontgrendel of vergrendel de auto eerst met de sleutel in het slot.
Synchroniseer vervolgens de afstandsbediening.
Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk als de storing niet
is verholpen.
Synchroniseren
Zet het contact af.
Zet de sleutel in de stand 2 (Contact) .
Druk zo snel mogelijk gedurende enkele seconden op de vergrendelknop (gesloten hangslot) van de afstandsbediening.
Zet het contact af en verwijder de sleutel uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer.
Batterij vervangen
Batterij ref.: CR1620 / 3 V.
Als de batterij van de afstandsbediening leeg is, wordt u
gewaarschuwd door dit verklikkerlampje in combinatie met een
geluidssignaal en een waarschuwingsmelding op het display.
Wip het huis met een muntstuk bij het oog los.
Verwijder de lege batterij.
Schuif de nieuwe batterij in de juiste richting op zijn plaats.
Klik het huis vast.
Synchroniseer de afstandsbediening.
Met deze functie kunt u uw auto op afstand lokaliseren, wat
vooral praktisch is bij weinig licht. De auto dient hiervoor wel
vergrendeld te zijn.
Druk op het gesloten hangslot op de afstandsbediening.
Hierna zullen gedurende ongeveer tien seconden de plafonniers gaan
branden en de richtingaanwijzers gaan knipperen.
Page 56 of 344
54
SLEUTELS VERLOREN
Ga met het kentekenbewijs van de auto, uw legitimatiebewijs en indien mo\
gelijk de sticker met de sleutelcode naar het PEUGEOT-netwerk.
Het PEUGEOT-netwerk kan de speciale code van de sleutel en de transponder opzoeken \
en voor nieuwe sleutels zorgen.
VERGRENDELEN VAN DE AUTO
Het rijden met vergrendelde portieren kan in geval van nood de toegang t\
ot het interieur belemmeren.
Laat uit veiligheidsoverwegingen geen kinderen alleen achter in de auto.\
Neem in alle gevallen de sleutel mee als u de auto verlaat.
AFSTANDSBEDIENING
De radiografi sche afstandsbediening is een systeem met een groot bereik. Het is raadzaam om niet met de knop van de afstandsbediening te
spelen, om te voorkomen dat de portieren per ongeluk ontgrendeld worden.\
Druk nooit op de knoppen van uw afstandsbediening buiten het bereik en h\
et zicht van uw auto. De afstandsbediening kan dan onbruikbaar
worden en moet in dat geval opnieuw worden gesynchroniseerd.
Geen enkele afstandsbediening kan functioneren als de sleutel in het con\
tactslot zit, zelfs als het contact uitstaat, behalve voor het
synchroniseren.
DIEFSTALBEVEILIGING
Breng geen wijzigingen aan in de elektronische startblokkering; dit kan \
tot storingen leiden.
Gooi de lege batterijen van de afstandsbediening niet weg: ze bevatten m\
etalen die schadelijk zijn voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal verzamelpunt.
BIJ HET AANSCHAFFEN VAN EEN GEBRUIKTE AUTO
Laat door het PEUGEOT-netwerk controleren of alle in uw bezit zijnde sleutels met uw auto zij\
n gelinkt, zodat u er zeker van kunt zijn dat deze
sleutels de enige zijn waarmee uw auto ontgrendeld en gestart kan worden\
.
Page 57 of 344
2/
TOEGANG TOT DE AUTO
ALARM *
Dit systeem beveiligt uw auto tegen inbraak en diefstal. Het systeem
bestaat uit de volgende typen beveiliging:
- uitwendige beveiliging
Dit systeem houdt de te openen carrosseriedelen van de auto in de gaten.\
Het alarm gaat af als iemand een portier, de achterklep of de motorkap
probeert te openen.
- interieurbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er bewegingen in het interieur worden \
waargenomen.
Het alarm gaat af als er een ruit wordt ingeslagen, als iets of iemand d\
e
auto binnendringt of als iets of iemand in de auto beweegt.
- wegsleepbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er veranderingen in de wagenhoogte
worden waargenomen.
Het alarm gaat af als de auto wordt opgetild, verplaatst of aangestoten.\
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde
werkplaats alvorens u wijzigingen aan het alarmsysteem
aanbrengt.
VERGRENDELEN VAN DE AUTO MET
VOLLEDIG INGESCHAKELD ALARM
Inschakelen
Zet het contact af en verlaat de auto.
Druk op de vergrendelknop van de afstandsbediening.
Het alarmsysteem is geactiveerd: het verklikkerlampje van de knop zal
één keer per seconde knipperen.
De uitwendige beveiliging wordt 5 seconden nadat de vergrendelknop
van de afstandsbediening is ingedrukt, geactiveerd. De interieur- en
wegsleepbeveiliging worden 45 seconden nadat de vergrendelknop van
de afstandsbediening is ingedrukt, geactiveerd.
Uitschakelen
Druk op de ontgrendelknop van de afstandsbediening.
Het alarmsysteem wordt uitgeschakeld; het verklikkerlampje van de
knop gaat uit.
Automatische beveiligingsfunctie
Dit systeem treedt in werking als iemand probeert het alarm te
saboteren.
Het alarm gaat af als iemand probeert de accu, de
bedieningseenheid of de kabels van de sirene uit te schakelen of
te beschadigen.
* Volgens land van bestemming. Indien een portier of de achterklep niet goed is gesloten, wordt de
auto niet vergrendeld, maar worden de uitwendige beveiliging, de
interieurbeveiliging en de wegsleepbeveiliging na 45 seconden
wel ingeschakeld.
Page 58 of 344
56
VERGRENDELEN VAN DE AUTO MET ALLEEN
DE UITWENDIGE BEVEILIGING INGESCHAKELD Uitschakelen van de interieur- en wegsleepbeveiliging
Zet het contact af.
Druk binnen 10 seconden op de knop tot het verklikkerlampje blijft branden.
Verlaat de auto.
Druk onmiddellijk op de vergrendelknop van de afstandsbediening.
Alleen de uitwendige beveiliging wordt ingeschakeld; het
verklikkerlampje van de knop zal één keer per seconde knipperen.
Opnieuw inschakelen van de interieur- en wegsleepbeveiliging
Druk op de ontgrendelknop van de afstandsbediening om de uitwendige beveiliging uit te schakelen.
Druk op de vergrendelknop van de afstandsbediening om alle alarmsystemen in te schakelen.
Het verklikkerlampje van de knop zal opnieuw één keer per seconde \
knipperen.
Schakel de interieur- en wegsleepbeveiliging uit om te voorkomen dat
het alarm onnodig wordt ingeschakeld als bijvoorbeeld:
- een huisdier in de auto wordt achtergelaten,
- een ruit op een kier blijft staan,
- de auto wordt gewassen,
- een wiel wordt verwisseld,
- de auto wordt gesleept,
- de auto op een boot wordt vervoerd. De interieur- en wegsleepbeveiliging worden uitsluitend
uitgeschakeld als deze procedure elke keer na het afzetten van
het contact wordt uitgevoerd.
Page 59 of 344
2/
TOEGANG TOT DE AUTO
STORING VERGRENDELEN VAN DE AUTO ZONDER HET
ALARM IN TE SCHAKELEN
Vergrendel de auto of schakel de supervergrendeling in met de sleutel in het slot van het bestuurdersportier.
Als bij het aanzetten van het contact het verklikkerlampje van de knop
blijft branden, duidt dit op een storing in het systeem.
Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde
werkplaats.
STORING AFSTANDSBEDIENING
Om de alarmsystemen uit te schakelen:
ontgrendel de auto met de sleutel in het slot van het bestuurdersportier,
open het portier; het alarm gaat af,
zet het contact aan: het alarm stopt en het verklikkerlampje van de knop gaat uit.
AFGAAN VAN HET ALARM
Als het alarm voor de 11 e keer afgaat, worden de alarmsystemen
uitgeschakeld.
Als het verklikkerlampje van de knop snel knippert bij het
ontgrendelen van de auto met de afstandsbediening, is het alarm
tijdens uw afwezigheid afgegaan. Het lampje stopt met knipperen
als het contact wordt aangezet.
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in werking en knipperen de
richtingaanwijzers gedurende dertig seconden.
2 minuten na het sluiten van het laatste portier of de kofferklep, wordt
het systeem automatisch geactiveerd.
Om te voorkomen dat het alarm afgaat zodra u instapt, drukt u van te voren op de ontgrendelknop van de afstandsbediening.
AUTOMATISCH INSCHAKELEN *
* Volgens bestemming.
Page 60 of 344
58
ELEKTRISCH BEDIENBARE RUITEN
De ruiten zijn voorzien van een beveiliging tegen beknellen.
A. Ruitbediening links.
B. Ruitbediening rechts.
EENTRAPS RUITBEDIENING
U hebt twee mogelijkheden:
- handmatig
Duw of trek de schakelaar tot het zware punt. De ruit stopt zodra de schakelaar wordt losgelaten.
- automatisch Duw of trek de schakelaar voorbij het zware punt. Als u de schakelaar hebt losgelaten, opent of sluit de ruit volledig.
Bedien de schakelaar opnieuw om het openen of sluiten te stoppen. Nadat het afzetten van het contact kunnen de ruiten nog ongeveer
45 seconden worden bediend, tenzij binnen deze 45 seconden
een portier wordt geopend en de auto wordt vergrendeld
Probeer de ruit aan passagierszijde, wanneer deze niet met het
bedieningspaneel van het bestuurdersportier kan worden bediend,
te bedienen met het bedieningspaneel van het portier aan
passagierszijde zelf.
Om defect raken van de motoren van de ruitbediening te
voorkomen, treedt wanneer een ruit tien keer in korte tijd volledig
wordt geopend en gesloten een beveiliging in werking die alleen
het sluiten van de ruit toestaat.
Als de ruit in dat geval wordt gesloten, zal de ruitbediening na
ongeveer 40 minuten weer beschikbaar zijn.
Beveiliging tegen beknellen
Als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit, stopt de ruit en gaat dez\
e
gedeeltelijk weer open.
Als de ruit bijvoorbeeld bij vorst niet wil sluiten, voer dan direct het\
volgende uit:
druk op de schakelaar tot de ruit volledig is geopend,
trek vervolgens direct de schakelaar omhoog tot de ruit volledig is gesloten,
houd de schakelaar na het sluiten nog ongeveer 1 seconde vast.
Tijdens deze handelingen is de beveiliging tegen beknellen
uitgeschakeld.