Seat Ateca 2018 Handleiding (in Dutch)

Page 21 of 364

De essentie
Omhoog/omlaag: trek de hendel omh-
oog of du
w dez
e omlaag.
Rugleuning schuiner zetten: draai aan
het bedieningsknop.
Lendensteun: hendel in de gewenste
stand brengen.

››› in Stoelen handmatig verstellen op
pag. 165 Bestuurdersstoel elektrisch verstel-
l
en* Afb. 14
Bestuurdersstoel: elektrische verstel-
lin g
v

an de stoel. Lendensteun verstellen: de toets volgens
de g
ew
en

ste stand indrukken.
Stoel omhoog/omlaag: toets omh-
oog/omlaag indrukken. Om de voorkant
van de zitting in te stellen de knop voor-
aan omhoog/omlaag drukken. Om de
2 3
4
A
B achterkant van de zitting in te stellen de
knop ac
ht
er

aan omhoog/omlaag druk-
ken.
Stool vooruit/achteruit: toets naar vo-
ren/achteren indrukken.
Rugleuning schuiner/minder schuin:
toets naar voren/achteren indrukken.

››› in Bestuurdersstoel elektrisch ver-
stellen* op pag. 166 Instelling hoofdsteun
Afb. 15
Voorstoel: hoofdsteun verstellen. ●
De hoofdsteun aan de zijkanten vastnemen
met beide h
anden en t

ot in de gewenste
stand omhoog duwen. Om de hoofdsteun te
verlagen hetzelfde doen en daarbij drukken
op de knop aan de zijkant 1 .
C 
››› in Juiste stand van de hoofdsteunen
van de voorstoelen op pag. 79
››› pag. 79, ››› pag. 166 19

Page 22 of 364

De essentie
Veiligheidsgordels verstellen Afb. 16
De slotgesp van de veiligheidsgordel
aanbr en
g
en en verwijderen. Afb. 17
Juist verloop van de gordelband en
een juis t

e stand van de hoofdsteun van voren
en opzij gezien. Om de veiligheidsgordel te verstellen bij de
s
c
houder

, regelt u de hoogte van de stoelen.
Het schoudergedeelte goed in het midden,
nooit over de hals. De veiligheidsgordel ligt
vlak en strak op het bovenlichaam.
Het heupgedeelte loopt over het bekken,
nooit over de buik. De veiligheidsgordel ligt
vlak en strak op het bekken.

››› pag. 83
››› pag. 85 Gordelspanners
Bij een botsing worden de veiligheidsgordels
van de
v

oorstoelen en de beide buitenste zit-
plaatsen achterin 1)
automatisch strak getrok-
ken.
De gordelspanner kan slechts eenmaal wor-
den geactiveerd.

››› in Onderhoud en afvoer van de gor-
delspanners op pag. 86
››› pag. 86 Instelling buitenspiegels
Afb. 18
Deel van het bestuurdersportier: be-
dienin g
v

an de buitenspiegel. 1)
Naargelang de uitvoering/markt. 20

Page 23 of 364

De essentie
Buitenspiegels verstellen: knop naar de ge-
w en
s
te stand draaien:
Door de knop naar de juiste stand te
brengen, stelt u de buitenspiegel aan de
zijde van de bestuurder (L, links) en aan
de zijde van de bijrijder (R, rechts) in de
gewenste richting in.
Naargelang de uitrusting worden de bui-
tenspiegels verwarmd volgens de bui-
tentemperatuur.
Spiegels inklappen.

››› in Buitenspiegels verstellen op
pag. 165
››› pag. 164 Stuur verstellen
Afb. 19
Hendel linksonder aan de stuurko-
lom. L/R



Po
s

itie van het stuur verstellen: de hendel
››› afb. 19 1 omlaag trekken, het stuur naar
de g ew
en
ste positie bewegen en de hendel
opnieuw omhoog brengen tot het sluitpunt.

››› in Stand van het stuurwiel verstel-
len op pag. 77 Airbags
Voorairb
ags Afb. 20
Bestuurdersairbag in het stuurwiel. Afb. 21
Bijrijdersairbag in het dashboard. De frontairbag van de bestuurder bevindt
z
ic
h in het

stuurwiel ››› afb. 20 en die van de
bijrijder in het dashboard ››› afb. 21. De air-
bags zijn gemarkeerd met het opschrift "AIR-
BAG".
De airbagafdekkingen worden bij het active-
ren van de bestuurders- en bijrijdersairbag
geopend en blijven aan het stuurwiel en het
dashboard zitten ››› afb. 20 ››› afb. 21.
De frontairbags bieden als aanvulling op de
veiligheidsgordels extra bescherming voor » 21

Page 24 of 364

De essentie
het hoofd- en rompgedeelte van de bestuur-
der en b ijrijder b
ij
zware frontale botsingen
››› in Voorairbags op pag. 89.
D e s
pec

iaal ontwikkelde luchtzak laat onder
belasting van de inzittende gecontroleerd
gas uitstromen. Zo worden het hoofd en bo-
venlichaam zachter opgevangen door de air-
bag. Na een aanrijding is de luchtzak derhal-
ve zo ver leeggelopen dat het zicht naar vo-
ren weer vrij is.

››› pag. 89 Frontairbag aan bijrijderszijde buiten
w
erk
in

g stellen Afb. 22
Schakelaar voorairbag aan bijrijders-
z ijde. Afb. 23
Dashboard: controlelampje voor bui-
ten w erk

ing gestelde bijrijdersairbag. Om de voorairbag van de bijrijder buiten
w
erk
in

g te stellen:
● Contact uitschakelen.
● Open het portier aan de voorpassagierszij-
de.
● Voer de sleutelbaard in de gleuf in die voor-
zien is
op de schakelaar voor uitschakeling
van de bijrijdersairbag ››› afb. 22. De sleutel
moet ca. 3/4 van zijn lengte ingevoerd wor-
den, tot tegen de aanslag.
● Draai de sleutel zachtjes om de stand op
 te pl
aatsen. Indien u moeilijkheden on-
dervindt, controleert u of de sleutel tot de
aanslag is ingestoken.
● Bijrijdersportier sluiten.
● Controleer of het controlelampje   bij
ing
eschakeld contact blijft branden bij het
opschrift      in het midden
van het dashboard ››› afb. 23. 
››› in De bijrijdersvoorairbag in- en uit-
schakelen* op pag. 92
››› pag. 91 22

Page 25 of 364

De essentie
Knie-airbag* Afb. 24
Aan de bestuurderszijde: plaats van
de airb ag
v
oor de knieën. Afb. 25
Aan de bestuurderszijde: werkingsge-
b ied v

an de airbag voor de knieën. De airbag voor de knieën bevindt zich aan de
z
ijde
v

an de bestuurder, onderaan in het
dashboard ››› afb. 24. De airbags zijn gemar-
keerd met het opschrift "AIRBAG". De rood gemarkeerde zone (werkingsgebied)
›››
afb. 25 wordt bedekt met de airbag bij ac-
tivering ervan. In dit gebied mogen nooit
voorwerpen geplaatst of bevestigd worden.

››› pag. 89 Zijairbags*
Afb. 26
Zij-airbag in de bestuurdersstoel. Afb. 27
Volledig geactiveerde zij-airbags aan
de linker w

agenzijde. De zijairbags zitten in de rugleuningvulling
v
an de be
s

tuurdersstoel ››› afb. 26 en van de
bijrijdersstoel. De inbouwplaatsen zijn ge-
markeerd door het opschrift "AIRBAG" boven-
aan de rugleuningen.
De zij-airbags bieden in aanvulling op de vei-
ligheidsgordels extra bescherming voor het
bovenlichaam van de inzittenden bij zware
botsingen van opzij ››› in Zijairbags* op
p ag. 90
.
Bij bots

ingen van opzij wordt door de zij-air-
bags het gevaar op lichamelijk letsel voor de
inzittenden gereduceerd aan de zijde waar
de impact plaatsvindt. Behalve hun gewone
beschermende functie hebben de veilig-
heidsgordels ook de taak om de inzittenden
bij een aanrijding van opzij zo op hun plaats
te houden dat de zij-airbags maximale be-
scherming kunnen bieden. » 23

Page 26 of 364

De essentie
››› pag. 90 Hoofdairbags*
Afb. 28
Plaats van de hoofdairbags. De hoofdairbags zitten aan beide zijden in
het
int
erieur bo

ven de portieren ›››
afb. 28 en
zijn gemarkeerd met de opschriften "AIR-
BAG".
De hoofdairbags bieden als aanvulling op de
veiligheidsgordels extra bescherming voor
het bovenlichaam van de inzittenden bij zwa-
re botsingen van opzij ››› in Hoofdairbags*
op p ag. 91
.

››› in Hoofdairbags* op pag. 91 Kinderzitjes
B el
an

grijke aanwijzingen voor de
voorairbag van de bijrijder Afb. 29
Airbagstickers - versie 1: op de zonne-
k l
ep aan b

ijrijderszijde  en op het achterste
frame van het bijrijdersportier . Afb. 30
Airbagstickers - versie 2: op de zonne-
k l
ep aan b

ijrijderszijde  en op het achterste
frame van het bijrijdersportier . Op de zonneklep van de bijrijder en/of ach-
t
er
s

te omlijsting van het bijrijdersportier zit
een sticker met belangrijke informatie over
de airbag aan de bijrijderszijde.

››› in Belangrijke aanwijzingen voor de
voorairbag van de bijrijder op pag. 94
››› pag. 93 24

Page 27 of 364

De essentie
Bevestiging van het kinderzitje Afb. 31
Op de achterbank: mogelijkheden voor in-
bouw v
an het kinderzitje. Afbeelding
›››
afb
. 31
A toont de basisbe-
v e
s
tiging van het kinderzitje met de bevesti-
gingsringen onderaan en de bevestigings-
gordel bovenaan. Afbeelding ››› afb. 31 B toont de bevestiging van het kinderzitje met
de
vei

ligheidsgordel van de wagen.
Kinderzitjes met het opschrift universeel op
het oranje label mogen met de veiligheids-
gordel worden bevestigd op de zitplaatsen
die in onderstaand overzicht met een U ge-
markeerd zijn. ●
Bij bijrijdersstoe
l zonder hoogteregeling :
de bijrijdersstoel moet zo ver mogelijk naar
achteren geplaatst worden 1)
.
● Bij bijrijdersstoel met hoogteregeling : de
bijrijders
stoel moet zo ver mogelijk naar ach-
teren en naar boven geplaatst worden 1)
.
Voor het juiste gebruik van de kinderzitjes op
de plaatsen achterin moeten de rugleunin-
gen voorin worden afgesteld tot er geen con-
tact meer is met het zitje indien die tegen de
rijrichting in geplaatst is. Bij zitjes in de rij-
richting moet de rugleuning voorin worden
afgesteld tot er geen contact meer is met de
voeten van het kind. Om de stoel van de bijrijder aan te passen
aan het kinder

zitje en de veiligheidsgordel in
de ideale stand te zetten, zet u de rugleuning
van de bijrijdersstoel zo ver mogelijk naar vo-
ren 1)
.
Indien u een semi-universeel zitje wenst in te
bouwen, waarbij het zitje aan de auto wordt
bevestigd met de veiligheidsgordel en de
steun, mag het nooit in het midden van de
achterbank worden gemonteerd, aangezien
de afstand tot de vloer daar lager is dan de
overige plaatsen en de steun het zitje zo niet
voldoende stabiel kan houden. »1)
De wettelijke bepalingen van elk land en de nor-
men v an de f

abrikant voor het gebruik en de monta-
ge van kinderzitjes moeten worden nageleefd. 25

Page 28 of 364

De essentie
De systemen bestaan uit het vastzetten van
het bev
e
stigingssysteem voor kinderen met een bevestigingsriem bovenaan (Top Tether)
en met v
erankeringen onderaan in de stoel.
Gewichtsklasse
Zitplaats
Bijrijdersstoel a)Zitplaats links- of rechts-
achterZitplaats midden achter- aanb)
airbag onairbag off
Klasse 0 tot 10 kgXU
c)UU
Klasse 0+ tot 13 kgXUc)UU
Klasse I 9 t/m 18 kgXUc)UU
Klasse II 15 t/m 25 kgXUF c)UFUF
Klasse III 22 t/m 36 kgXUFc)UFUF
X: niet compatibel voor inbouw van zitjes met deze configuratie.
U: Geschikt voor universele bevestigingssystemen voor gebruik in deze gewichtsklasse.
UF: Geschikt voor naar voren gerichte universele bevestigingssystemen die zijn goedgekeurd voor deze gewichtsklasse.
a)
De wettelijke bepalingen van elk land en de normen van de fabrikant voor het gebruik en de montage van kinderzitjes moeten worden nageleefd.
b) Semi-universele zitjes, waarbij de bevestiging gebeurt met de veiligheidsgordel van de auto en de steun, mogen niet gebruikt worden centraal achterin.
c) de zitjes zonder hoogteregeling moeten zo ver mogelijk naar achteren geplaatst worden. De zitjes met hoogteregeling moeten zo ver mogelijk naar achteren en boven geplaatst worden.
››› in Veiligheidsaanwijzingen op
pag. 95 Het kinderzitje bevestigen met het "ISOFIX"- en Top Tether*-systeem
Kinderzitjes met het "ISOFIX"- of Top Tether*-
sy
s
t

eem kunnen snel, eenvoudig en veilig op
de buitenste zitplaatsen achterin worden be-
vestigd. De achterbank aan de zijkant is van twee
"ISOFIX" beves
tigingsbeugels voorzien. Bij
sommige wagens zijn de beugels aan het
stoelframe vastgezet en bij andere wagens
op het achtergedeelte van de bodem. U kunt 26

Page 29 of 364

De essentie
tussen de rugleuning en het kussen van de
ac ht
erb
ank door bij de "ISOFIX"-bevesti-
gingsbeugels komen ››› afb. 32. De Top Te-
ther*-beugels bevinden zich op de rugleunin-
gen van de achterstoelen (achterzijde van de
rugleuning of in de bagageruimte) ››› afb. 33. Raadpleeg de volgende tabel om te kijken
welke ISOFIX
-systemen compatibel zijn met
uw wagen.
Het toegestane lichaamsgewicht voor kinder-
zitjes of de maat A tot F vindt u op de sticker op de kinderzitjes met de
univer sele of semi-
universele goedkeuring.
GewichtsklasseMaatklasseApparaat
Isofix posities van de wagen
BijrijdersstoelZitplaats links- of rechtsachterZitplaats midden ach- teraan
airbag onairbag off
KinderzitjeFISO/L1XXXX
GISO/L2XXXX
Klasse 0 tot 10 kgEISO/R1XXILX
Klasse 0+ tot 13 kg
EISO/R1XXILX
DISO/R2XXILX
CISO/R3XXILX
Klasse I 9 t/m 18 kg
DISO/R2XXILX
CISO/R3XXILX
BISO/F2XXIUF/ILX
B1ISO/F2XXXIUF/ILX
AISO/F3XXIUF/ILX
Klasse II 15 t/m 25 kg------ ------
Klasse III 22 t/m 36 kg------ ------» 27

Page 30 of 364

De essentieGewichtsklasseMaatklasseApparaat
Isofix posities van de wagen
BijrijdersstoelZitplaats links- of
rechtsachterZitplaats midden ach- teraan
airbag onairbag off
IUF: geschikt voor universele ISOFIX-bevestigingssystemen van kinderzitjes die naar voren gericht zijn en goedgekeurd zijn voor gebruik in deze gewichtsklasse.
IL: Geschikt voor bepaalde ISOFIX-bevestigingsystemen (SRI) die in de bijgevoegde lijst staan. Het gaat om SRI ISOFIX-systemen die van de categorie specifieke auto, beperkt of semi-
universeel kunnen zijn.
X: Positie ISOFIX niet geschikt voor ISOFIX-bevestigingssystemen van kinderzitjes voor deze gewichts- of lengteklasse. 
››› in Veiligheidsaanwijzingen op
pag. 95 Het kinderzitje bevestigen met het "ISOFIX/iSize"-systeem
Afb. 32
ISOFIX/iSize-bevestigingsbeugels. De instructies van de fabrikant van het zitje
moet
en
v

erplicht nageleefd worden.
● Kinderzitje in de "ISOFIX"-bevestigings-
ogen ››

› afb. 32 steken tot het kinderzitje
hoorbaar vastklikt. Als het kinderzitje met
Top Tether*-verankering is uitgerust, moet u
dit op de desbetreffende bevestigingbeugel
››› afb. 33 aansluiten. Volg de aanwijzingen
van de fabrikant. ●
Trek
het kinderzitje aan beide zijden omh-
oog om zeker te zijn van een goede veranke-
ring.
De kinderzitjes met het "ISOFIX"- en Top Te-
ther*-bevestigingssysteem zijn bij de Techni-
sche Diensten verkrijgbaar. 28

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 370 next >