Seat Ateca 2018 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: SEAT, Model Year: 2018, Model line: Ateca, Model: Seat Ateca 2018Pages: 364, PDF Size: 7.42 MB
Page 61 of 364

De essentie
Olie Afb. 61
Oliepeilstok. Afb. 62
In de motorruimte: dop van de motor-
olie- v
ulopening. Het oliepeil wordt gemeten met de peilstok in
de mot
orruimt
e ›
›› pag. 313.
De olie moet een spoor achterlaten tussen de
gebieden A en
C . Ze mag niet voorbij het
g e
b
ied A komen.
● Gebied A : geen olie bijvullen.
● Gebied B : er kan olie worden bijgevuld,
m aar het
pei
l moet in dit gebied blijven. ●
Gebied C : olie bijvullen tot het gebied
B .
O lie b
ij
vullen
● Dop van de motorolie-vulopening los-
schr
oeven.
● Voeg olie langzaam bij.
● Controleer tegelijk het peil om niet te veel
bij te
vullen. ●
Wanneer het o
liepeil minimaal het gebied
B bereikt heeft, draait u de dop van de vul-
mond v
oor
zichtig vast.
Toevoegingen aan de motorolie
Aan de motorolie mag geen enkele soort ad-
ditief worden toegevoegd. De door dergelijke
toevoegingen veroorzaakte schade wordt
niet door de garantie gedekt. » 59
Page 62 of 364

De essentie
MotoroliespecificatiesMotorsoortVariabele service (lange duur)Vaste service (tijds- of afstandsafhankelijk)
BenzinemotorenVW 508 00
VW 504 00 a)VW 504 00
Dieselmotoren met roetfilter (DPF) b)VW 507 00VW 507 00
Dieselmotoren zonder roetfilter (DPF)–VW 505 01c)
VW 506 01 c)
a)
Het gebruik van motorolie volgens specificatie VW 504 00 in plaats van VW 508 00 kan tot iets hogere emissiewaarden leiden.
b) Enkel aanbevolen olie, zo niet kan schade aan de motor optreden.
c) Indien de kwaliteit van de brandstof beschikbaar in het land niet voldoet aan de normen EN 228 (voor benzine) en EN 590 (voor diesel).
››› in Motorolie verversen op pag. 317
››› pag. 315 Koelvloeistof
Afb. 63
Motorruimte: vuldop van het koel-
vloei s
t
ofexpansiereservoir. Het reservoir van koelvloeistof bevindt zich in
de mot
orruimt
e ›
›› pag. 313.
Vul de vloeistof bij koude motor bij wanneer
het peil lager is dan . Koelvloeistofspecificatie
Het koel
systeem van de motor bevat van in
de fabriek een mengsel van speciaal behan-
deld water en ten minste 40% additief G13
(TL-VW 774 J), met een lila kleur. Dit mengsel
biedt niet alleen bescherming tegen vries-
temperaturen tot -25°C (-13°F), maar be-
schermt ook de lichtmetalen onderdelen van
het koelsysteem van de motor tegen corrosie.
Bovendien voorkomt dit mengsel kalkaan-
slag en wordt het kookpunt van de koelvloei-
stof beduidend hoger.
Om het koelsysteem te beschermen, moet
het percentage additief altijd minstens 40%
zijn, zelfs bij hoge temperaturen en een
warm klimaat, en er geen antivriesbescher-
ming nodig is.
Indien wegens het klimaat meer bescher-
ming nodig is, kan het aandeel van additief 60
Page 63 of 364

De essentie
verhoogd worden, maar enkel tot 60%; an-
der s
d
aalt de antivriesbescherming en is de
koeling dus minder goed.
Wanneer u koelvloeistof bijvult, moet er een
mengsel van gedestilleerd water en minstens
40% van het additief G13 of G12 plus-plus
(TL-VW 774 G) worden gebruikt (beide lila)
om een optimale bescherming tegen corrosie
te hebben ››› in Antivries/water bijvullen
op p ag. 319
. Het
mengen van G13 met de
koelvloeistoffen van de motor G12 plus (TL-
VW 774 F), G12 (rood) of G11 (groenblauwe
kleur) zal ervoor zorgen dat er een aanzienlijk
lagere bescherming tegen corrosie is, het-
geen vermeden dient te worden ››› in Anti-
vrie s/w
at
er bijvullen op pag. 319.
››› in Antivries/water bijvullen op
pag. 318
››› pag. 318 Remvloeistof
Afb. 64
Motorruimte: dop van het remvloei-
s t
ofr
eservoir. Het reservoir van remvloeistof bevindt zich in
de mot
orruimt
e ›
›› pag. 313.
Het peil moet tussen de markeringen en
liggen. Als het lager is dan , wendt u
zich tot een technische dienst.
››› in Remvloeistof bijvullen op
pag. 319
››› pag. 319 Ruitensproeier
Afb. 65
In de motorruimte: dop van het ruiten-
s pr
oeier
vloeistofreservoir. Het reservoir van de ruitensproeiervloeistof
bev
indt
zich in de motorruimte ›››
pag.
313.
Om bij te vullen, mengt u water met een pro-
duct aanbevolen door SEAT.
Bij koude temperaturen dient u antivries toe
te voegen.
››› in Ruitensproeiervloeistofpeil con-
troleren en sproeiervloeistof bijvullen op
pag. 320
››› pag. 319 61
Page 64 of 364

De essentie
Accu De accu zit in de motorruimte
›››
pag.
313. Er is geen onderhoud voor vereist. De
staat ervan wordt gecontroleerd wanneer de
inspectiebeurt plaatsvindt.
››› in Waarschuwingsaanwijzingen voor
accu's op pag. 321
››› pag. 320 62
Page 65 of 364

De essentie
Noodgevallen Z ek
erin
gen
Plaats van de zekeringen Afb. 66
Stuur link s: af
dekking van de zeke-
ringenhouder in het dashboard aan bestuur-
derszijde. Stuur rechts: zekeringenhouder
achter het dashboardkastje. Afb. 67
In de motorruimte: deksel van de ze-
kerin g
enhouder. Onder het dashboard (stuur links)
D
e
z
ekeringenhouder bevindt zich achter de
opberglade ››› afb. 66 .
Achter het dashboardkastje (stuur rechts)
De zekeringenhouder bevindt zich achter het
dashboardkastje ››› afb. 66 . Voor toegang
tot de zekeringenhouder ›››
pag. 107.
In de motorruimte
Druk op de vergrendelingsclips voor het ont-
grendelen van de zekeringenhouder ››› afb.
67.
Onderscheid maken met de kleuren van de
zekeringen onder het dashboard
KleurStroomsterkte
Zwart1
KleurStroomsterkte
Lila3
Lichtbruin5
Bruin7,5
Rood10
Blauw15
Geel20
Wit of transparant25
Groen30
Oranje40
››› in Inleiding tot thema op pag. 107
›››
pag. 107 63
Page 66 of 364

De essentie
Een doorgebrande zekering vervangen Afb. 68
Voorbeeld van een doorgebrande ze-
k erin
g. Voorbereidingen
● Schakel het contact, de lichten en alle elek-
tri s
c
he apparatuur uit.
● Open de desbetreffende zekeringenhouder
›››
pag. 107.
Een doorgebrande zekering herkennen
U kunt een doorgebrande zekering herken-
nen aan de gesmolten metalen draad ››› afb.
68.
● Verlicht de zekering met een zaklamp om te
kijken of
ze doorgebrand is.
Een zekering vervangen
● Trek de zekering eruit.
● Vervang de doorgebrande zekering door
een nieuwe
zekering met dezelfde stroom- sterkte (gelijke kleur en opschrift) en dezelf
de
grootte.
● Monteer het deksel weer of sluit het deksel
van de z
ekeringenhouder.
Lampjes Gloeilamp
je (12 V) Waarschuwing: Afhank
elijk
van de uitrusting
van de wagen kan de binnen- en/of buiten-
verlichting geheel of gedeeltelijk uit leds be-
staan. De leds gaan gemiddeld langer mee
dan de levensduur van de wagen. Bij schade
aan een ledlampje moet u voor vervanging
naar de werkplaats van een officiële dealer
gaan.
Lichtbron gebruikt voor elke functie
HalogeenkoplampType
Daglicht/parkeerlichtLed (kan niet vervan-
gen worden)
DimlichtH7 LL
GrootlichtH7 LL
KnipperlichtPY21W
Full-led koplamp
Hierin kan geen lamp worden vervangen. Alle functies
worden verzorgd door led's
MistlampType
Mistlicht / cornering*H8
AchterlichtenType
Remlicht/achterlichtP21W LL
StadslichtP21W LL
KnipperlichtPY21W LL
MistachterlichtP21W LL
AchteruitrijlichtW16W
Achterlichten met ledType
KnipperlichtPY21W LL
AchteruitrijlichtW16W
De overige functies worden verzorgd door led's
›››
pag. 110 Wat te doen bij lekke band
V oor af
gaande stappen ●
Stop de wagen op een horizontaal opper-
vl ak, op een
v
eilige plaats zo ver mogelijk
buiten de verkeersstroom.
● Handrem aantrekken. 64
Page 67 of 364

De essentie
● Sc h
ak
el de alarmlichten in.
● Handgeschakelde versnellingsbak: sch
akel
de 1e versnelling in.
● Automatische versnellingsbak: zet de k
eu-
zehendel in stand P.
● Indien u met aanhangwagen rijdt, deze af-
koppel
en.
● Leg het boordgereedschap ›››
pag.
99 en het reservewiel* klaar ›››
pag.
330.
● Volg de wettelijke richtlijnen van elk land
op (reflect
erend vest, gevarendriehoek enz.).
● Laat alle passagiers uitstappen en op een
veilig
e plaats gaan staan (bijv. achter de van-
grail). ATTENTIE
● Vo l
g de beschreven richtlijnen op voor uw
eigen veiligheid en die van andere wegge-
bruikers.
● Als u het verwisselen van het wiel op een
helling uit
voert, blokkeert u het tegenoverlig-
gende wiel met een steen of iets dergelijks
om ervoor te zorgen dat de wagen niet weg-
rolt. Een band herstellen met de afdichtset
Afb. 69
Standaardweergave: inhoud van de
b anden
af
dichtset. De bandenafdichtset zit in de bagageruimte
onder de l
aa
dvloer
afdekking.
De band afdichten
● Draai het dopje en het inzetstuk van het
ventiel lo
s. Gebruik het apparaat ››› afb. 69
1 om het inzetstuk te verwijderen. Leg het
op een s c
hoon op
pervlak.
● Schud de fles met afdichtmiddel ›››
afb. 69
10 goed.
● Draai de pompslang ››
›
afb. 69 3 vast op
de fl e
s
met afdichtmiddel. De verzegeling
van de fles wordt automatisch gebroken. ●
Verw
ijder de dop van de vulslang ››› afb. 69
3 en draai het open einde van de fles op het
b andv
entiel
.
● Houd de fles met de bodem omhoog en vul
de band met de inhoud
van de fles.
● Haal de fles van het ventiel.
● Breng het inzetstuk opnieuw aan op het
bandventiel
met het apparaat ››› afb. 69 1 .
D e b
and op
pompen
● Draai de vulslang van de compressor
›››
afb. 69 5 vast op het bandventiel.
● Controleer of de ontluchtingsbout gesloten
i s
›
›› afb. 69 7 .
● Start de motor en laat hem draaien.
● Sluit de steker ››
›
afb. 69 9 aan op het 12
v o
lt
-stopcontact van de wagen ›››
pag.
171.
● Zet de luchtcompressor aan met de
ON/OFF-sc
hakelaar ››› afb. 69 8 .
● Laat de luchtcompressor draaien tot een
druk
v
an 2,0-2,5 bar (29-36 psi/200-250
kPa) wordt bereikt. Maximaal 8 minuten .
● Sluit de luchtcompressor af.
● Indien de aangegeven druk niet wordt be-
reikt, draait
u de vulslang los van het ventiel.
● Beweeg de wagen 10 m zodat het afdicht-
middel w
ordt verdeeld in de band.
● Draai de vulslang van de compressor op-
nieuw op het
ventiel. » 65
Page 68 of 364

De essentie
● Herh aal
het
proces voor het oppompen.
● Als ook dan de druk niet wordt bereikt, ver-
keert
de band in slechte staat. Zet de wagen
stil en roep de hulp in van gespecialiseerd
personeel.
● Sluit de luchtcompressor af. Draai de vul-
slan
g los van het bandventiel.
● Wanneer de bandenspanning tussen
2,0-2,5 bar ligt, rijdt
u verder met een snel-
heid onder 80 km/u (50 mph).
● Controleer de bandenspanning opnieuw na
10 minuten ››
› pag. 101.
››› in Bandenafdichtset TMS (Tyre Mo-
bility System)* op pag. 99
››› pag. 99 Een wiel verwisselen
W ag
en
gereedschap Afb. 70
Onder de afdekking van de laadvloer
v an de b
ag
ageruimte: wagengereedschap. Adapter voor de wielboutbeveiliging*
Sl
eepoog
W iel
sleutel*
Krikhendel
Krik*
Haak voor centrale wieldoppen*
Klem voor de doppen van de wielbouten.
››› in Voorafgaande stappen op pag. 65
››› pag. 99 1
2
3
4
5
6
7 Centrale wieldop*
Afb. 71
Juiste plaatsing van de centrale wiel-
dop v
oor s
talen velgen. Om bij de wielbouten te komen, moeten de
c
entr
al
e wieldoppen verwijderd worden.
Verwijderen
● Zet de draadhaak (wagengereedschap) in
een van de uits
paringen van de centrale wiel-
dop.
● De wielsleutel plaatsen op de haak, op de
band afs
teunen en de wieldop lostrekken.
Aanbrengen
● Plaats de centrale wieldop op de velg. Het
onderst
e deel van het teken "S" van het
SEAT-embleem moet samenvallen met het
opblaasventiel ››› afb. 71 1 .
● Druk stevig op de centrale wieldop tot hij
hoorb aar
v
astklikt.66
Page 69 of 364

De essentie
Let op
Aan de achterzijde van de centrale wieldop is
er ook een v
entielmarkering die de juiste uit-
lijning aangeeft. Doppen van wielbouten*
Afb. 72
Wiel: wielbouten met doppen. Verwijderen
●
Plaats de kunststof klem (boordgereed-
s c
h
ap ›››
afb. 70 7 ) op de dop totdat deze
v a
s
tklikt ›››
afb. 72.
● Verwijder de dop met de kunststof klem. Diefstalbelemmerende wielbouten
Afb. 73
Wielbout met diefstalbeveiliging,
v oor
z
ien van dop en adapter. ●
Verwijder de wieldop* of dop*.
● Plaats de speciale adapter (wagengereed-
s c
h
ap) tot de aanslag over de wielbout met
diefstalbeveiliging.
● Plaats de wielsleutel (wagengereedschap)
op de adapt
er tot aan de aanslag.
● Verwijder de wieldop ›››
pag. 67. Let op
Noteer het codenummer van de wielboutbe-
vei ligin
g en berg deze op een veilige plaats
op, maar nooit in de wagen. Als u een vervan-
gingsadapter nodig heeft, kunt u deze bestel-
len bij uw officiële SEAT dealer; deze zal u
naar het codenummer vragen. Wielbouten losdraaien
Afb. 74
Wiel: de wielbouten losdraaien. ●
Plaats de wielsleutel (boordgereedschap)
t ot
aan de aan
slag op de wielbout. U hebt
voor het los- en vastdraaien van de wielbou-
ten met diefstalbeveiliging de betreffende
adapter nodig ››› pag. 67.
● Draai de wielbout ca. 1 slag naar links
›››
afb. 74 (pijl). Om het vereiste koppel uit te
kunnen oefenen, pakt u de wielsleutel bij het
uiteinde vast. Als een wielbout niet los komt,
duw dan voorzichtig met een voet op het uit-
einde van de wielsleutel. Houd u aan de wa-
gen vast en zorg ervoor dat u stevig staat. ATTENTIE
Draai de wielbouten (1 slag) een beetje los
voor d
at u de wagen omhoog brengt met de
krik* Als u dit niet doet, kan dit leiden tot on-
gelukken! 67
Page 70 of 364

De essentie
Wagen omhoogbrengen op de hefbrug Afb. 75
Dwarsbalk: markeringen. Afb. 76
Langsligger: plaatsing van de wagen-
k rik. ●
Plaats de krik* (wagengereedschap) op een
s t
ev
ige ondergrond. Gebruik indien nodig
een stabiele plaat met een groot oppervlak.
Bij een gladde ondergrond, zoals bijv. een te-
gelvloer, een stroeve drager (bijv. een rubber
mat) gebruiken ››› .●
Zoek
het
bevestigingspunt op de langslig-
ger (verzonken gedeelte) dat zich het dicht-
ste bij het te vervangen wiel bevindt ››› afb.
75.
● Draai aan de krik* die u onder het bevesti-
gings
punt op de langsligger hebt geplaatst,
om deze hoog te verplaatsen tot de flens 1 ›››
afb . 76 zich onder de betreffende uitspa-
rin g bev
indt.
● Lijn de krik* zodanig uit dat de flens 1 "ingrijpt" in de uitsparing voor de langsligger
en d
at
de bew
eegbare grondplaat 2 plat op
de gr ond lig
t
. De grondplaat 2 moet zich
v er
tic
aal t.o.v. het steunpunt 1 bevinden.
● Draai de krik* verder omhoog tot het wiel
iets
v
an de grond komt. ATTENTIE
● Let er
op dat de krik* stabiel blijft staan. Als
het oppervlak glad of zacht is, kan de krik*
verschuiven of verzinken - gevaar op verwon-
dingen!
● Breng de wagen uitsluitend omhoog met de
krik* die af f
abriek is meegeleverd. Anders
kan de wagen wegschuiven - gevaar op ver-
wondingen!
● Plaats de krik* uitsluitend onder de daar-
toe bes
temde bevestigingspunten op de
langsligger en lijn de krik uit. Als dit niet ge-
beurt, dan kan de krik* wegschuiven omdat
ze niet voldoende grip op de wagen heeft. ge-
vaar op verwondingen! ●
Door temper at
uurschommelingen of wijzi-
gingen in de belasting kan de hoogte van de
geparkeerde wagen veranderen. VOORZICHTIG
De wagen mag niet omhoog worden gebracht
onder een dw ars
balk. Plaats de krik* uitslui-
tend onder de daartoe bestemde plaatsen op
de langsligger. Anders kan de wagen bescha-
digd worden. Wiel verwijderen resp. plaatsen
Nadat u de bouten hebt losgedraaid en de
w
ag
en met
de krik hebt opgekrikt, verwisselt
u het wiel.
Wiel verwijderen
● De wielbouten losdraaien met de wielsleu-
tel en de bout
en aan de kant leggen op een
schoon oppervlak.
● Wiel verwijderen.
Wiel p
laatsen
Als u banden met verplichte looprichting
monteert, volg dan de richtlijnen in ››› pag.
69.
● Plaats het wiel.
● Wielbouten erin draaien en licht aantrek-
ken. 68