Seat Ateca 2018 Handleiding (in Dutch)

Page 301 of 364

Verzorging en onderhoud
Aanwijzingen
V er
z
orging en onderhoud
Accessoires en technische wij-
zigingen Accessoires, onderdelen en reparatie-
werkzaamheden Laat u zich vóór het kopen van accessoires
en onder
del
en inf

ormeren.
Uw wagen biedt een hoge mate aan actieve
en passieve veiligheid. Als uw wagen nader-
hand met accessoires wordt uitgerust of als
onderdelen moeten worden vervangen, kunt
u het beste een beroep doen op het advies
en de hulp van een officiële SEAT dealer. Uw
officiële SEAT dealer geeft u graag informatie
over doelmatigheid, wettelijke bepalingen en
de techniek van accessoires en onderdelen.
Wij raden aan alleen vrijgegeven SEAT acces-
soires en SEAT Originele Onderdelen ®
te ge-
bruiken. Deze zijn door SEAT gecontroleerd
op betrouwbaarheid, veiligheid en geschikt-
heid. Vanzelfsprekend zorgt de officiële SEAT
dealer voor een vakkundige montage.
Naderhand ingebouwde apparaten die de
controle van de bestuurder over de wagen
rechtstreeks beïnvloeden, zoals bijv. snel-
heidsregelsystemen of elektronisch geregel- de dempingssystemen, moeten v

oorzien zijn
van een e-code (keuringscode van de Europe-
se Unie) en voor uw wagen zijn goedgekeurd.
Extra aangesloten elektrische apparaten,
bijv. koelboxen, ventilatoren en claxons, die
niet voor de directe controle van de wagen
dienen, moeten zijn voorzien van een  CE-
code (conformiteitsverklaring van de fabri-
kanten in de Europese Unie). ATTENTIE
Accessoires, zoals telefoon- of bekerhouders,
mogen nooit op de af

dekkingen van airbags
of binnen de actieradius van de airbags aan-
gebracht worden. Als de airbag bij een aanrij-
ding geactiveerd wordt, bestaat er anders
een groter gevaar voor verwondingen. Technische wijzigingen
Bij technische wijzigingen onze voorschriften
op
v
o

lgen.
Ingrepen aan elektronische onderdelen, soft-
ware, bekabeling en gegevensoverdracht
kunnen functiestoringen tot gevolg hebben.
Vanwege de koppeling van elektrische onder-
delen kunnen deze storingen ook direct de
werking van systemen die er niet in eerste in-
stantie mee te maken hebben, belemmeren.
Dit betekent dat de betrouwbaarheid van uw
wagen in gevaar gebracht kan zijn en dat de
onderdelen van de wagen eerder slijten dan normaal. Dit kan ertoe leiden dat de wagen
niet meer wett

elijk wordt goedgekeurd.
Wij vragen uw begrip ervoor dat uw officiële
SEAT dealer geen garantie kan geven voor
schade die het gevolg is van ondeskundig
handelen.
Wij adviseren u daarom om alle werkzaamhe-
den uitsluitend bij officiële SEAT dealers met
SEAT Originele Onderdelen ®
te laten uitvoe-
ren. ATTENTIE
Werkzaamheden of wijzigingen aan uw wa-
gen, die onde sk

undig worden uitgevoerd,
kunnen storingen veroorzaken - gevaar voor
ongelukken. Zend- en kantoorapparatuur
Ingebouwde zendapparatuur
V
oor het
n

aderhand inbouwen van zendappa-
ratuur in de wagen is in het algemeen goed-
keuring vereist. SEAT staat het inbouwen van
goedgekeurde zendapparatuur in de wagen
toe onder de voorwaarden dat:
● De installatie van de antenne deskundig
gebeur
t.
● De antenne buiten het interieur van de wa-
gen is
aangebracht (met gebruik van afge-
schermde kabels en niet-reflecterende anten-
ne-aanpassing). »
299
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid

Page 302 of 364

Aanwijzingen
● Het eff
ectiev
e zendvermogen aan de voet
van de antenne niet meer dan 10 W be-
draagt.
Een officiële SEAT dealer of een erkend auto-
bedrijf kan u meer informatie geven over de
inbouwmogelijkheden en de werking van
zendapparatuur met een hoger zendvermo-
gen.
Mobiele zendapparatuur
Bij het gebruik van universele mobiele tele-
foons en zendapparatuur kunnen storingen
in de werking van de elektronica van uw wa-
gen ontstaan. De oorzaken hiervoor kunnen
zijn:
● Wagen zonder buitenantenne.
● Verkeerd geïnstalleerde buitenantenne.
● Zendvermogen van meer dan 10 W.
Daarom mag een dr
aagbare telefoon of zend-
apparatuur zonder of met verkeerd geïnstal-
leerde buitenantenne niet in het interieur van
de wagen worden gebruikt ››› .
L et
er bo

vendien op dat alleen met een bui-
tenantenne de optimale reikwijdte van de ap-
paraten wordt bereikt.
Kantoorapparatuur
Het naderhand inbouwen van apparaten uit
de woon-/werkomgeving in de wagen is toe-
gestaan, zo lang deze apparaten niet de di- recte controle van de bestuurder over de wa-
gen beïnvloeden en

voorzien zijn van een -
code. Naderhand ingebouwde apparaten die
de controle van de bestuurder over de wagen
kunnen beïnvloeden, moeten daarentegen
altijd een typegoedkeuring voor uw wagen
bezitten en van een e-code zijn voorzien. ATTENTIE
In het interieur van de wagen gebruikte
draag b

are telefoons of zendapparatuur zon-
der of met verkeerd geïnstalleerde buitenan-
tenne kunnen door te hoge elektromagneti-
sche velden schadelijk voor de gezondheid
zijn. Let op
● Het n a

derhand inbouwen van elektrische of
elektronische apparaten in deze wagen heeft
gevolgen voor de typegoedkeuring en kan in
bepaalde omstandigheden het intrekken van
het kentekenbewijs tot gevolg hebben.
● Let op de aanwijzingen voor de bediening
van de mob
iele telefoons en zendapparatuur. Verzorging en schoonmaak
A lg

emeen Regelmatig, deskundig onderhoud is belang-
rijk

v

oor de waardevastheid van uw wagen.
Bovendien kan het onderhoud ook één van de voorwaarden voor het behoud van garan-
tieclaims

bij eventuele corrosie en lakschade
aan de carrosserie zijn.
De vereiste onderhoudsmiddelen zijn bij de
officiële SEAT dealer en gespecialiseerde za-
ken verkrijgbaar. Let op de gebruiksaanwij-
zingen op de verpakking. ATTENTIE
● Bij v erk

eerd gebruik kunnen onderhouds-
middelen schadelijk voor de gezondheid zijn.
● Berg alle verzorgingsproducten op een vei-
lige pl
aats op, uit de buurt van kinderen. An-
ders bestaat gevaar voor vergiftiging. Milieu-aanwijzing
● Geef de v

oorkeur aan producten die het mi-
lieu niet aantasten.
● De resten van verzorgingsproducten horen
niet bij het
huisvuil. Verzorging van de wagen, bui-
t
en
z

ijde
Wagen wassen Hoe langer insectenresten, uitwerpselen van
v
og
el

s, boomhars, straat- en industriestof,
teer, roetdeeltjes, strooizout en andere
agressieve stoffen op de lak blijven zitten,
300

Page 303 of 364

Verzorging en onderhoud
hoe groter de schadelijke werking ervan is.
Hog e t
emper
aturen, bijvoorbeeld door inten-
sieve zonnestralen, versterken de bijtende
werking ervan.
Na de winter (als er is gestrooid) moet beslist
ook de onderzijde van de wagen grondig
worden gewassen.
Automatische wasinstallaties
Voordat u de wagen in een automatische
wasinstallatie laat wassen, moet u de gebrui-
kelijke voorzorgsmaatregelen nemen (sluiten
van ruiten en dak). Zitten er speciale aan-
bouwdelen aan de wagen, bijv. spoilers of
een dakdragersysteem, dan kunt u het beste
met de eigenaar van de wasinstallatie over-
leggen.
Wasinstallaties zonder borstels genieten de
voorkeur.
Wassen met een hogedrukreiniger
Let bij het wassen van de wagen met een ho-
gedrukreiniger beslist op de gebruiksaanwij-
zingen voor de hogedrukreiniger. Dit geldt in
het bijzonder voor de druk en de spuitaf-
stand. Voldoende afstand bewaren tot zachte
materialen, zoals rubber slangen of isolatie-
materiaal, alsook tot de sensoren van de par-
keerhulp* die in de voor- en/of achterbumper
zitten.
In geen geval rondstraalsproeikoppen of
vuilfrezen gebruiken. Af fabriek gemonteerde kleeffolies
De v
olgende aanwijzingen moeten gevolgd
worden om schade aan de kleeffolies te voor-
komen:
● Niet wassen met hogedrukapparaten.
● Geen glas- of ijsschraper gebruiken om de
folie
s vrij te maken van ijs of sneeuw.
● De kleeffolies niet polijsten.
● Geen vuile doeken of sponzen gebruiken.
● Bij voorkeur wassen met een zachte spons
en zac
hte, neutrale zeep.
Met de hand wassen
Als de wagen met de hand wordt gewassen,
eerst het vuil met ruim water laten weken en
zo goed mogelijk afspoelen.
Daarna de wagen met een zachte spons, een
washand of een autoborstel met lichte druk
schoonmaken. Hierbij van boven naar bene-
den gaan, met het dak beginnend. Alleen bij
hardnekkig vuil shampoo gebruiken.
Spons of washand steeds uitspoelen.
Wielen, dorpels en dergelijke als laatste
schoonmaken. Hiervoor een andere spons
gebruiken. ATTENTIE
● Wa s

de wagen alleen bij uitgeschakeld con-
tact - Anders bestaat er gevaar voor ongeluk-
ken.
● Handen en armen tegen metalen delen met
scherpe k
anten beschermen, als u de onder-
kant van de wagen, de binnenzijde van de
wielkasten of de wieldoppen schoonmaakt -
gevaar voor snijwonden!
● De wagen wassen in de winter: water en
sneeuw in het
remsysteem kan de remwer-
king negatief beïnvloeden - gevaar op onge-
lukken! VOORZICHTIG
● Wag en niet

in de felle zon wassen - gevaar
voor schade aan de lak!
● Gebruik geen ruwe sponsen of iets soortge-
lijks
voor het verwijderen van de restanten
van insecten. Het oppervlak kan hierdoor be-
schadigd raken.
● Op gezette tijden, bijv. tijdens een tank-
stop
, hardnekkig vastzittend vuil (zoals in-
sectenresten) van de koplampen verwijderen.
Koplampen nooit met een droge doek of een
droge spons, maar alleen nat schoonmaken.
Bij voorkeur zeepsop gebruiken.
● Vooral banden mogen nooit met rond-
straa
lsproeikoppen worden schoongemaakt.
Zelfs bij een relatief grote spuitafstand en
heel korte inwerktijd kan schade ontstaan.
● Voordat u door een wasstraat rijdt, moet u
de buiten
spiegels naar binnen klappen, om » 301
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid

Page 304 of 364

Aanwijzingen
beschadiging van de buitenspiegels te voor-
komen. B
uit
enspiegels die elektrisch inge-
klapt kunnen worden mogen niet met de
hand, maar alleen elektrisch in en uit worden
geklapt. VOORZICHTIG
● Was

t u de wagen in een automatische was-
straat, dan wordt aanbevolen onderstaand
proces voor de vergrendeling van de ruiten-
wisserarmen uit te voeren om te vermijden
dat ze naar de bovenzijde van de ruit zouden
worden verplaatst:
–de motorkap moet gesloten zijn
– schakel het contact in en vervolgens weer
uit
– druk de hendel van de ruitenwisser kort
naar voren (ruitensproeierfunctie). De rui-
tenwisserarmen zijn vergrendeld. Milieu-aanwijzing
Wagen alleen op daarvoor aangewezen was-
pl aat

sen wassen. Daar wordt voorkomen dat
eventueel door olie verontreinigd water in het
afvoerwater komt. In bepaalde gebieden is
autowassen buiten zulke wasplaatsen verbo-
den. Sensoren en cameralenzen

Sneeuw met een handveger verwijderen en
ij s
b

ij voorkeur met een ontdooispray. ●
Reinig de sensor
en met producten die vrij
zijn van oplosmiddelen en een schone, droge
doek.
● Maak de cameralens met een normaal in
de handel
verkrijgbaar glasreinigingsmiddel
op basis van alcohol nat en veeg de lens met
een droge doek schoon. Bij een active lane
assist* wordt het gedeelte voor de lens nor-
maliter schoongehouden door de ruiten-
sproeiers. VOORZICHTIG
● Als

u de wagen wast met een hogedrukrei-
niger:
–houd dan voldoende afstand tot de sen-
soren in de voor- en achterbumpers.
– Reinig niet de cameralenzen of het ge-
bied daaromheen met de hogedrukreini-
ger.
● Gebruik nooit warm of heet water om snee-
uw en ijs
te verwijderen van de lens van de
achteruitrijcamera, omdat deze daardoor kan
scheuren.
● Bij het schoonmaken van de lens nooit een
onderhoudsmiddel
met een schurende werk-
ing gebruiken. Verzorgen en oppoetsen
Waxbehandeling
D
e c
on

servering beschermt de wagenlak. Ui-
terlijk wanneer op de schone lak het water niet meer duidelijk
als
ronde druppels is te
zien, de wagen door het aanbrengen van een
vaste was opnieuw beschermen.
Ook als in de automatische wasinstallatie re-
gelmatig een vloeibare was wordt gebruikt,
is het aan te bevelen de lak ten minste twee-
maal per jaar met vaste was te beschermen.
Dode insecten die vooral in het warme jaar-
getijde op het voorste gedeelte van de motor-
kap en op de voorbumper achterblijven, kun-
nen overigens veel gemakkelijker van een
goed geconserveerde lak worden verwijderd.
Polijsten
Alleen als de lak van uw wagen dof is gewor-
den en als u met conserveringsmiddelen
geen glans meer kunt verkrijgen, is polijsten
nodig.
Als het toegepaste polijstmiddel geen be-
waarmiddelen bevat, moet vervolgens een
conserveringsmiddel worden aangebracht. VOORZICHTIG
● Beh andel

matte lak of kunststof delen niet
met polijstmiddelen of vaste wax.
● De sierlijsten die om het panoramadak en
de voorruit
lopen, mogen niet met lakpoets-
middelen worden behandeld. U mag deze
echter wel met vaste was behandelen. 302

Page 305 of 364

Verzorging en onderhoud
Sierdelen en sierlijsten De zilverkleurige sierdelen en sierlijsten be-
st
aan uit
milieu-oogpunt uit 100% alumini-
um (geen chroom).
Voor het verwijderen van vlekken en aanslag
op de sierlijsten pH-neutrale onderhouds-
middelen gebruiken - dus geen chroom-
poetsmiddelen. Lakpolijstmiddelen zijn
eveneens niet geschikt voor het onderhoud
van sierdelen en sierlijsten. Ook krachtige al-
kalische schoonmaakmiddelen, die vaak
worden gebruikt voordat de wasstraat in
wordt gereden, kunnen bij het indrogen mat-
te of melkachtige vlekken veroorzaken.
De officiële SEAT dealers beschikken over mi-
lieuvriendelijke reinigingsmiddelen, die voor
uw wagen zijn getest en vrijgegeven.
Kunststof delen Kunststof delen moeten gereinigd worden
met
een
v

ochtige doek. Bij hardnekkige ver-
vuiling mogen kunststof delen ook met spe-
ciale oplosmiddelvrije kunststofreinigings-
en onderhoudsmiddelen worden behandeld.
Lakonderhoudsmiddelen zijn voor kunststof
delen niet geschikt. Koolstofdelen De carbon onderdelen van uw wagen hebben
een gel
akt

oppervlak. Deze hebben geen bij-
zondere verzorging nodig en worden op de-
zelfde manier als andere gelakte onderdelen
schoongemaakt ››› pag. 300.
Lakbeschadigingen Kleine lakbeschadigingen zoals krassen,
sc
hr

ammen of sporen van steenslag direct
met lak bijwerken, voordat er corrosie ont-
staat. Hiervoor hebben officiële SEAT dealers
de bij uw wagen passende lakstiften of
spuitbussen.
Het laknummer van de originele lak van de
wagen staat op de sticker met wagengege-
vens ›››
pag. 333.
Mocht er toch enige corrosie zijn ontstaan,
dan deze door een gespecialiseerde werk-
plaats grondig laten verwijderen.
Ramen Goed zicht verhoogt de verkeersveiligheid.
Om de w
erk
in

g van de ruitenwisserbladen
niet nadelig te beïnvloeden (ratelen), mogen
de ruiten nooit met insectenverwijderaar of
was worden schoongemaakt. Resten rubber, olie, vet of siliconen kunt u
met een
ruitenr

einiger of een siliconen-ver-
wijderingsmiddel verwijderen. Resten was
kunnen daarentegen alleen met een speciaal
reinigingsmiddel worden verwijderd. Meer in-
formatie hierover is verkrijgbaar bij de officië-
le SEAT dealer.
Ook de binnenzijde van de ruiten moet regel-
matig worden schoongemaakt.
Voor het drogen van de ruiten een aparte lap
of zeem gebruiken. In de zeem die u voor de
lak hebt gebruikt, zitten resten conserve-
ringsmiddelen. ATTENTIE
De voorruit mag niet met waterafstotende
ruitbe s

chermingsmiddelen worden behan-
deld. In situaties waarbij het zicht slecht is,
bijv. bij regen, als het donker is of bij laag-
staande zon, is er een groter gevaar voor ver-
blinding: gevaar op ongelukken! Bovendien
kunnen de ruitenwisserbladen bijgeluiden
gaan produceren. VOORZICHTIG
● Sneeuw en ij s

op ruiten en buitenspiegels
met een kunststof krabber verwijderen. De
krabber niet heen en weer bewegen, maar al-
leen in één richting schuiven om krassen te
voorkomen.
● De verwarmingsdraden zitten aan de bin-
nenzijde
van de achterruit. Om schade te » 303
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid

Page 306 of 364

Aanwijzingen
voorkomen, mag u geen stickers op de
ver
w
armingsdraden plakken.
● Nooit sneeuw of ijs van ruiten en spiegels
verw
ijderen met warm of heet water - gevaar
voor scheurvorming in het glas! Velgen
Regelmatig onderhoud is nodig, opdat de
vel
g

en er lang goed uit blijven zien. Als
strooizout en remslijpsel niet regelmatig wor-
den afgespoeld, wordt het materiaal aange-
tast.
Als reinigingsmiddel beslist een zuurvrij spe-
ciaal reinigingsmiddel gebruiken. Deze is bij
de officiële SEAT dealer en gespecialiseerde
zaken verkrijgbaar. De inwerktijd van het rei-
nigingsmiddel mag niet worden overschre-
den. Zuurhoudende velgenreiniger kan de
oppervlakte van de velgmoeren aantasten.
Een lakpolijstmiddel of andere schurende
middelen mogen bij het onderhoud van de
wielen niet worden gebruikt. Als de bescher-
mende laklaag bijv. door steenslag is be-
schadigd, moet de schade zo spoedig moge-
lijk worden hersteld. ATTENTIE
Let er bij het schoonmaken van de velgen op
dat n

attigheid, ijs en pekel de remmende werking kunnen beïnvloeden - gevaar voor
ong
elukk

en! Eindstuk van de uitlaatpijp
Als strooizout en remslijpsel niet regelmatig
wor
den af

gespoeld, wordt het materiaal van
het eindstuk van de uitlaatpijp aangetast.
Voor het verwijderen van de schadelijke stof-
fen mogen geen reinigingsmiddelen worden
gebruikt die bedoeld zijn voor velgen, lak of
chroom of andere schurende middelen. Rei-
nig de eindstukken van de uitlaatpijp met rei-
nigingsmiddelen bestemd voor het roestvrij
staal.
De officiële SEAT dealers beschikken over ge-
schikte reinigingsmiddelen die voor uw wa-
gen zijn toegelaten.
Verzorging interieur van de wa-
gen Di s

play van de radio/Easy Connect*
en bedieningspaneel* Het display kan worden schoongemaakt met
een in s
pec
i

aalzaken verkrijgbare "LCD-clea-
ner". Om het display schoon te maken, de
doek licht bevochtigen met de reinigings-
vloeistof. Het bedieningspaneel van het Easy Connect-
syst

eem* moet eerst met een penseeltje wor-
den ontdaan van vuil, om te voorkomen dat
dit in het apparaat of tussen de toetsen en
de behuizing komt te zitten. Daarna wordt
geadviseerd om het bedieningspaneel van
Easy Connect-systeem* schoon te maken met
een vochtige doek en vaatwasmiddel. VOORZICHTIG
● Om kr a

ssen te voorkomen, mag u het dis-
play niet droog schoonmaken.
● Om schade te voorkomen, moet u erop let-
ten dat
er geen vocht terechtkomt in het be-
dieningspaneel van Easy Connect-systeem*. Kunststof delen en kunstleer
Kunststof delen en kunstleer met een vochti-
g
e l
ap s

choonmaken. Mocht dit niet voldoen-
de zijn, dan mag u deze delen alleen met
speciale oplossingsmiddelvrije kunststof rei-
nigings- en onderhoudsmiddelen behande-
len.
Textiel en stoffen bekleding Textiel en textiele bekledingen (stoelen, por-
tierp
anel
en en

z.) moeten regelmatig met een
stofzuiger worden schoon gezogen. Hierdoor
worden vuildeeltjes van het oppervlak verwij-
derd die anders bij het gebruik in de stof
304

Page 307 of 364

Verzorging en onderhoud
gewreven kunnen worden. Stoomreinigers
mog en niet
w
orden gebruikt, omdat door de
stoom de verontreiniging dieper in het textiel
dringt en wordt vastgezet.
Normaal schoonmaken
In het algemeen raden wij aan voor het
schoonmaken een zachte spons of een uni-
versele niet-pluizende microvezeldoek te ge-
bruiken. Alleen vloerbedekking en vloermat-
ten mogen met borstels worden gereinigd
aangezien andere textiele oppervlakken door
de borstel kunnen worden beschadigd.
Bij oppervlakkige algemene verontreinigin-
gen kan met een universeel schuimschoon-
maakmiddel worden schoongemaakt. Het
schuim wordt met een zachte spons op het
oppervlak van textiel verdeeld en licht inge-
wreven. Het doornat maken van het textiel
moet echter worden voorkomen. Aansluitend
wordt het schuim met absorberende, droge
doeken (bijv. microvezeldoeken) afgedept en
nadat het schuim volledig is gedroogd, weg-
gezogen.
Vlekken verwijderen
Vlekken van dranken (koffie, vruchtensap
enz.) kunnen met een fijnwasmiddel-oplos-
sing worden behandeld. Deze oplossing
wordt aangebracht met een spons. Bij hard-
nekkige vlekken kan een waspasta direct op
de plaats van de vlek worden aangebracht en
ingewreven. Daarna is een nabehandeling met schoon water noodzakelijk om de was-
middelre
sten te verwijderen. Daartoe wordt
water met een vochtige doek of een spons
aangebracht en met absorberende droge
doeken afgedept.
Vlekken van chocolade of make-up worden
met een waspasta (bijv. ossengalzeep) inge-
wreven. Daarna wordt de zeep met water
(vochtige spons) verwijderd.
Voor de behandeling van vet, olie, lippenstift
of balpeninkt kan spiritus worden gebruikt.
Opgeloste vet- of kleurstofdeeltjes moeten
met absorberend materiaal worden afgedept.
Eventueel kan een nabehandeling met een
waspasta en water noodzakelijk zijn.
Bij sterke vervuiling van de bekleding advise-
ren wij u een gespecialiseerd bedrijf in te
schakelen om de bekleding en delen van tex-
tiel te laten reinigen met shampoo en be-
sproeiing. Let op
Open klittenbandsluitingen aan uw kleding
ku nnen de s

toelbekleding beschadigen. Zorg
ervoor dat ze gesloten zijn. Echt leer
Algemeen
W
ij b
ieden

veel verschillende leersoorten
aan. Hierbij gaat het in eerste instantie om verschillende nappa-uitvoeringen (leer met
een glad op

pervlak en met verschillende
kleurnuances).
Het uiterlijk en de hoedanigheid van het leer
worden bepaald door de intensiteit van het
verfgebruik. Als het oppervlak nog een ty-
pisch natuurlijke uitstraling heeft, hebben we
te maken met ongeprepareerd nappaleer, dat
een uitgesproken goed zitcomfort biedt. Fijne
adertjes, aaneengesloten poriën, putjes van
insectenbeten, plooien en een licht wolkach-
tige nuance in de kleuren blijven zichtbaar en
vormen het bewijs van echtheid van dit na-
tuurlijke materiaal.
Ongeprepareerd nappaleer heeft geen dek-
kende verflaag. Daarom is het gevoeliger dan
andere soorten leer. en kunnen er door kin-
deren, dieren of andere invloeden eventueel
slijtageplekken ontstaan.
Leersoorten met een min of meer dekkende
verflaag zijn daarentegen sterker. Hierdoor
slijt het leer in het dagelijks gebruik minder
snel. De typisch natuurlijke eigenschappen
zijn dan nauwelijks of niet meer herkenbaar,
wat echter geen invloed op de leerkwaliteit
zelf heeft.
Onderhoud en verzorging
Vanwege de exclusiviteit van de gebruikte
leersoorten en de karakteristieke eigen-
schappen (zoals gevoeligheid voor olie, vet
en vervuiling) moet het leer voorzichtig »
305
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid

Page 308 of 364

Aanwijzingen
worden behandeld, zowel bij het dagelijks
g e
bruik
als bij het uitvoeren van onder-
houdswerkzaamheden. Donkere kleding, in
het bijzonder als deze vochtig is of met niet
zo goede verf is behandeld, kan bijvoorbeeld
afgeven op de leren stoelen. Stof en vuildeel-
tjes in poriën, plooien en naden kunnen
schuren en het oppervlak beschadigen. Het
leer moet daarom regelmatig en afhankelijk
van het gebruik worden verzorgd. Nadat u ze
langer hebt gebruikt, krijgen uw leren stoelen
een heel eigen, uniek uiterlijk. Dat is kenmer-
kend voor het natuurproduct dat leer is en is
tevens het bewijs van echte kwaliteit.
Let op de volgende aanwijzingen voor het be-
houd van waarde van natuurlijk materiaal ge-
durende de gehele gebruiksperiode: VOORZICHTIG
● Voork om d

at het leer te lang aan de volle
zon wordt blootgesteld om ervoor te zorgen
dat het leer niet verbleekt. Wanneer de wa-
gen langere tijd buiten staat, moet u het leer
afdekken om het zó tegen direct zonlicht te
beschermen.
● Scherpe voorwerpen aan kledingstukken,
zoa
ls ritssluitingen, (druk)knopen en ceintu-
ren met scherpe randen kunnen blijvende
krassen of andere sporen in het oppervlak
achterlaten. Let op
● Re g

elmatig en na elke reiniging een onder-
houdscrème gebruiken, die bescherming te-
gen licht biedt en het leer impregneert. De
crème bevat voedende stoffen voor het leer,
zorgt ervoor dat het leer kan ademen, maakt
het leer soepel en voorkomt uitdroging. Tege-
lijkertijd vormt zich een dunne beschermlaag.
● Leer elke 2 à 3 maanden schoonmaken, ver-
ontreiniging
en direct verwijderen.
● Vlekken zoals inkt van een balpen, gewone
inkt, lippens
tift, schoensmeer, enz., indien
mogelijk direct verwijderen.
● Ook de leerkleur onderhouden. Plekken die
in kleur af
wijken, met een speciale crème
voor gekleurd leer opfrissen. Lederen bekleding schoonmaken en
v
er
z

orgen Echt leer heeft bijzonder veel aandacht en
onderhoud nodig.
Norm
aa
l

schoonmaken
– Vuil leer met een enigszins vochtige katoe-
nen of wo

llen lap schoonmaken.
Sterkere vervuiling – Sterker vervuilde delen met een lap, ge-
drenkt in een mi

lde zeepoplossing (2 eetle- pels neutrale zeep op 1 liter water) schoon-
maken.
– L

et erop dat het leer nergens te nat wordt
en dat er g
een water in de naden sijpelt.
– Vervolgens met een zachte, droge lap
droogwrij

ven.
Verwijderen van vlekken – Vlekken op waterb
asis (bijv. koffie, thee,
vruchtensap en bloed) direct met een ab-
sorberende doek of met keukenpapier ver-
wijderen en bij al ingedroogde vlekken het
reinigingsmiddel uit het onderhoudsset ge-
bruiken.
– Vlekken op vetb
asis (bijv. boter, mayonaise
en chocolade) direct met een absorberende
doek of met keukenpapier verwijderen of
met het onderhoudsmiddel uit de onder-
houdsset verwijderen, als een wat oudere
vlek nog oppervlakkig is.
– Bij ingedroogde vetvlekken een v
etoplos-
sende spray gebruiken.
– Speciale vlekken (bijv
. inkt van een balpen
of een viltstift, nagellak, latexverf of
schoensmeer) met een voor leer geschikte
speciale vlekkenverwijderaar behandelen.
Onderhoud van het leer – Behandel het leer elke zes maanden met
een ges

chikt leeronderhoudsmiddel.
306

Page 309 of 364

Verzorging en onderhoud
– Leer
onderhoud
smiddel uiterst dun aan-
brengen.
– Met een zachte lap droogwrijven.
Als
u nog vragen heeft over het schoonma-
ken en het onderhoud van het leer in uw wa-
gen, kunt u deze het beste aan een officiële
SEAT dealer stellen. Deze adviseert u graag
en kan u bovendien informeren over het pro-
gramma aan producten voor het onderhoud
van leer, zoals:
● Reinigings- en onderhoudsset.
● Onderhoudscrème van de juiste kleur.
● Vlekkenverwijderaar voor inkt van een bal-
pen, schoen
smeer, enz.
● Vetoplossende spray.
● Nieuwe producten en ontwikkelingen in de
toekoms
t VOORZICHTIG
Het leer mag in geen geval met oplosmidde-
len (b ij

v. benzine, terpentijn, boenwas en
schoensmeer) worden behandeld. Alcantara bekleding reinigen
Stof en vuil verwijderen
– Een doek lich
t
bevochtigen en de bekle-
ding schoonmaken. Vlekken verwijderen
– Een doek met lauw water of verdunde spiri-
tu
s vochtig maken.
– De vlek naar het midden toe deppen.
– Schoongemaakte plek met een zachte doek
droogmak

en.
Geen leerverzorgingsmiddel op bekleding
van Alcantara gebruiken.
Bij stof en vuil kunt u ook een verzorgende
shampoo gebruiken.
Stof en vuildeeltjes in poriën, plooien en na-
den kunnen schuren en het oppervlak be-
schadigen. Als de wagen lang in de zon stil-
staat, de Alcantara-bekleding tegen direct
zonlicht beschermen om verbleken te voorko-
men. Lichte verkleuringen door het gebruik
zijn normaal. VOORZICHTIG
● Alc ant

ara mag niet met oplosmiddelen,
boenwas, schoenpoets, vlekkenverwijderaar,
leeronderhoudsmiddel en dergelijke worden
behandeld.
● Laat hardnekkige vlekken in een gespecia-
liseerde w
erkplaats verwijderen om bescha-
digingen te voorkomen.
● Voor het schoonmaken in geen geval bor-
stel
s, harde sponzen, enz., gebruiken. Veiligheidsgordels

Veiligheidsgordels schoonhouden.
– Vervuilde veiligheidsgordels met zacht
zeep sop w

assen.
– Regelmatig de toestand van alle veilig-
heidsgor

dels controleren.
Bij een sterk vervuilde gordel kan het auto-
matische oprollen worden bemoeilijkt. Vóór
het oprollen moeten de gordels helemaal
droog zijn. VOORZICHTIG
● Vei ligheid

sgordels mogen voor het schoon-
maken niet worden uitgebouwd.
● Veiligheidsgordels mogen niet chemisch
worden g
ereinigd, omdat zulke reinigings-
middelen het weefsel van de gordels aan kun-
nen tasten. Veiligheidsgordels mogen ook
niet in aanraking komen met bijtende vloei-
stoffen.
● Gordels met beschadigingen van het weef-
sel, de verb
indingen, de oprolautomaat of het
slot moeten door een gespecialiseerde werk-
plaats worden vervangen. 307
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid

Page 310 of 364

Aanwijzingen
Controleren en bijvullen T ank
en
T
anken Lees aandachtig de aanvullende informatie
›› ›

 pag. 58
Zodra het volgens de voorschriften bediende
vulpistool voor de eerste keer is uitgescha-
keld, is de brandstoftank "vol". Daarna niet
verder tanken, omdat anders het expansiere-
servoir in de tank dan met brandstof wordt
gevuld.
De juiste brandstofsoort voor de wagen staat
op een sticker aan de binnenzijde van de
tankklep. Overige aanwijzingen met betrek-
king tot de brandstof ›››
pag. 309.
De inhoud van de tank in uw wagen wordt
aangegeven in ›››
 pag. 58. ATTENTIE
Brandstof is gemakkelijk ontvlambaar en kan
tot

zware verbrandingen en andere verwon-
dingen leiden.
● Tijdens het tanken moeten de motor, de in-
terieurv
oorverwarming ››› pag. 187 en het
contact om veiligheidsredenen uitgeschakeld
worden. ●
Bij het t ank

en resp. vullen van een jerrycan
mag u niet roken. Bovendien mag er geen
open vuur in de buurt zijn - explosiegevaar!
● Let op de wettelijke bepalingen bij het ge-
bruiken, opberg
en en meenemen van een jer-
rycan.
● Wij adviseren u, om veiligheidsredenen
geen jerr
ycans met brandstof te vervoeren.
Bij een ongeval zou de jerrycan kunnen wor-
den beschadigd en zou de brandstof eruit
kunnen lopen.
● Wanneer u in uitzonderingsgevallen brand-
stof
in een jerrycan moet vervoeren, let dan
op het volgende:
–Nooit de jerrycan met brandstof vullen,
wanneer deze in of op de wagen staat. Bij
het vullen ontstaat elektrostatische opla-
ding, die de brandstofdampen kan ont-
steken - explosiegevaar! De jerrycan al-
tijd op de grond zetten, wanneer u deze
vult.
– Vulpistool zo ver mogelijk in de vulope-
ning van de jerrycan steken.
– Bij jerrycans van metaal moet het vulpis-
tool contact met de jerrycan hebben, ter-
wijl u de jerrycans met brandstof vult.
Hierdoor wordt statische oplading verme-
den.
– Nooit brandstof in de wagen of in de ba-
gageruimte morsen. Verdampte brandstof
is explosief - levensgevaarlijk! VOORZICHTIG
● Brand s

tof die overgelopen is, direct van de
wagenlak verwijderen. Anders loopt u het ri-
sico op lakbeschadiging.
● Nooit de brandstoftank helemaal leegrij-
den. De onre
gelmatige brandstofvoorziening
kan tot overslaan van de ontsteking leiden.
Daardoor komt er onverbrande brandstof in
de uitlaat - gevaar voor beschadiging van de
katalysator!
● Als bij een wagen met dieselmotor de
brands
toftank volledig is leeggereden, moet
na het tanken gedurende ten minste 30 se-
conden het contact worden ingeschakeld zon-
der de motor te starten. Als u daarna start,
kan het langer duren dan normaal – tot maxi-
maal een minuut – voordat de motor aan-
slaat. Dat komt omdat het brandstofsysteem
tijdens het starten eerst moet worden ont-
lucht. Milieu-aanwijzing
In de brandstoftank niet te veel brandstof
tank en, b

ij verwarming kan er anders brand-
stof naar buiten stromen. Let op
Bevat geen enkel noodmechanisme om de
tankk l

ep te ontgrendelen. Roep indien nodig
de hulp in van gespecialiseerd personeel. 308

Page:   < prev 1-10 ... 261-270 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 321-330 331-340 341-350 ... 370 next >