Seat Ateca 2018 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: SEAT, Model Year: 2018, Model line: Ateca, Model: Seat Ateca 2018Pages: 364, PDF Size: 7.42 MB
Page 291 of 364

Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwagen*
●
Plots r
emmen en bruuske manoeuvres ver-
mijden.
● Zeer goed opletten bij het inhalen.
● De snelheid meteen verlagen wanneer u
merkt dat
de aanhangwagen slingert.
● Rijd niet harder dan 80 km/u (50 mph)
wanneer u een aanhan
gwagen trekt (of 100
km/u (60 mph) in uitzonderlijke gevallen). Dit
geldt ook voor die landen waarin het toege-
staan is om met hogere snelheden te rijden.
Houd rekening met de maximaal toegestane
snelheid in het land in kwestie voor voertui-
gen met aanhangwagen; deze snelheid kan
lager zijn dan die voor voertuigen zonder
aanhangwagen.
● Probeer in geen geval de wagen met aan-
hang
wagen weer "recht te krijgen" door te
accelereren. ATTENTIE
Als de trekhaak achteraf werd ingebouwd
door een werkp l
aats die niet behoort tot de
SEAT-groep, moet het start-stopsysteem
handmatig worden uitgeschakeld telkens
wanneer u met aanhangwagen gaat rijden.
Anders kan zich een defect voordoen aan het
remsysteem, met een ongeval en ernstige let-
sels tot gevolg.
● Schakel het start-stopsysteem altijd hand-
matig uit w
anneer u rijdt met een aanhang-
wagen gekoppeld aan een trekhaak die niet
door SEAT werd ingebouwd. Let op
● Voor d
at u een aanhangwagen aan- of los-
koppelt, schakelt u altijd het alarmsysteem
uit ››› pag. 132. Anders kan de sensor hel-
lingshoek het alarm onbedoeld doen afgaan.
● Rijd niet met aanhangwagen de eerste
1000 km van de mot
or ››› pag. 212.
● SEAT beveelt aan om zo mogelijk de kogel-
kop uit t
e bouwen of weg te klappen indien u
hem niet gaat gebruiken. Bij een aanrijding
van achteren kan de schade aan de wagen
groter zijn bij gemonteerde kogelkop.
● Sommige achteraf gemonteerde trekhaken
bedekken de behuizin
g van het sleepoog
achteraan. In die gevallen kan het sleepoog
niet gebruikt worden voor het aanslepen of
wegslepen van andere voertuigen. Indien de
wagen naderhand is uitgerust met een trek-
haak, moet de kogelkop daarom altijd in de
wagen bewaard worden bij uitbouw. Controlelampje
Gaat branden op de toets
De kogelkop voor aanhangwagen is niet vergrendeld.
Controleer de vergrendeling van de trekhaak
››› pag.
291. Na het inschakelen van het contact gaan ter
c
ontr
o
le kort enkele waarschuwings- en con-
trolelampjes branden. Na enkele seconden
doven de lampjes. ATTENTIE
Als u de brandende waarschuwingslampjes
en de ov er
eenstemmende berichten negeert,
kan de wagen midden in het verkeer tot stil-
stand komen en kunnen zich ongevallen of
ernstige letsels voordoen.
● De waarschuwingslampjes en de berichten
nooit neg
eren.
● De wagen tot stilstand brengen zodra dat
veilig k
an. VOORZICHTIG
Het negeren van brandende controlelampjes
en de ov er
eenstemmende berichten kan scha-
de aan de wagen tot gevolg hebben. Technische voorwaarden
Wagens die
af f
abriek z
ijn uitgerust met een
trekhaak voldoen aan alle technische en wet-
telijke vereisten om te kunnen rijden met
aanhangwagen.
Als de wagens naderhand wordt uitgerust
met een trekhaak, mag enkel een trekhaak
worden gemonteerd die is goedgekeurd voor
het maximaal toegestane gewicht van de
aanhangwagen die getrokken zal worden. De
trekhaak moet geschikt zijn voor de wagen
en aanhangwagen, en goed vastgemaakt zijn
aan het chassis van de wagen. Gebruik enkel
een trekhaak die is goedgekeurd door SEAT »
289
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 292 of 364

Bedienen
voor dit type voertuig. Raadpleeg altijd de
aan w
ijz
ingen van de fabrikant van de trek-
haak en neem die in acht. Monteer nooit een
trekhaak "met verdeling van het gewicht" of
"compensatie van de lading".
Trekhaak gemonteerd in de bumper
Monteer nooit een trekhaak in de bumper of
de bevestiging ervan. De trekhaak mag de
functie van de bumpers niet beïnvloeden.
Voer nooit wijzigingen of reparaties uit aan
het uitlaat- of remsysteem. Controleer regel-
matig of de trekhaak goed bevestigd is.
Koelsysteem van motor
Als u met een aanhangwagen rijdt, moeten
de motor en het koelsysteem harder werken.
Het koelsysteem moet voldoende koelvloei-
stof bevatten en klaar zijn voor de extra in-
spanning van het rijden met aanhangwagen.
Remmen van de aanhangwagen
Als de aanhangwagen zijn eigen remsysteem
heeft, dan moet u de geldende wettelijke
voorschriften met betrekking hiertoe in acht
nemen. Sluit het remsysteem van de aan-
hangwagen nooit op het remsysteem van de
wagen aan.
Sleepkabel
Gebruik altijd een kabel tussen de wagen en
de aanhangwagen ››› pag. 292. Achterlichten van de aanhangwagen
De acht
erlichten van de aanhangwagen moe-
ten aan de overeenkomstige normen voldoen
››› pag. 292.
Sluit de achterlichten van de aanhangwagen
nooit rechtstreeks aan op het elektrische sys-
teem van de wagen. Als u niet zeker weet of
de aanhangwagen juist elektrisch is aange-
sloten, raadpleeg dan een gespecialiseerde
werkplaats. SEAT raadt u aan om daarvoor
een SEAT-dealer te raadplegen.
Buitenspiegels
Als u met standaard buitenspiegels van het
trekkende voertuig het gebied achter de aan-
hangwagen niet kunt zien, moeten extra
spiegels worden geïnstalleerd die voldoen
aan de voorschriften van het land in kwestie.
De buitenspiegels moeten worden afgesteld
voor het wegrijden en voldoende blikveld
naar achteren bieden.
Maximaal elektrisch verbruik van de aan-
hangwagen
VerbruikersEuropa, Azië, Afrika, Zuid- Amerika en
Midden-Ameri- kaAustralië
Remlicht (totaal)84 watt108 watt
VerbruikersEuropa, Azië,Afrika, Zuid- Amerika en
Midden-Ameri- kaAustralië
Knipperlichten (elke
zijde)42 watt54 watt
Stadslichten (elke
zijde)50 watt100 watt
Achteruitrijlichten
(totaal)42 watt54 watt
Achterste mistlicht42 watt54 watt
Overschrijd de aangeduide waarden nooit! ATTENTIE
Als de trekhaak verkeerd gemonteerd of niet
ge s
chikt is, kan de aanhangwagen loskomen
van de wagen met ernstige letsels tot gevolg. VOORZICHTIG
● Als
de achterlichten van de aanhangwagen
niet correct aangesloten zijn, kan de elektro-
nica van de wagen beschadigd raken.
● Als de aanhangwagen te veel stroom ver-
bruikt, kan de elektr
onica van de wagen be-
schadigd raken.
● Sluit het elektrische systeem van de aan-
hang
wagen nooit direct aan op de elektrische
aansluitingen van de achterlichten of andere
voedingsbronnen. Gebruik alleen geschikte 290
Page 293 of 364

Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwagen*
aansluitingen voor de voeding van de aan-
han
g
wagen. Kogelkop met elektrische ontgrende-
ling
Afb. 235
Aan de rechterzijde van de bagage-
ruimt e: t
oets
voor het ontgrendelen van de
kogelkop. De kogelkop van de trekhaak bevindt zich in
de b
umper
. D
e kogelkop met elektrische ont-
grendeling kan niet uitgebouwd worden.
Er mogen zich geen personen, dieren of voor-
werpen in de baan van de kogelkop bevin-
den ››› .
D e k
og
elkop ontgrendelen en uittrekken
● Wagen tot stilstand brengen en de elektro-
nisc
he parkeerrem inschakelen ››› pag. 197.
● Motor uitzetten. ●
Acht
erklep openen.
● Toets ››› afb. 235 kort aantrekken. De kogel-
k
op wordt elektrisch ontgrendeld en draait
automatisch naar buiten. Het controlelampje
in de toets gaat knipperen ››› afb. 235.
● Trek de kogelkop helemaal uit met de hand
tot u merkt
en hoort dat hij vastklikt; het con-
trolelampje in de toets gaat vast branden.
● Achterklep sluiten.
De kog
elkop wegklappen
● Wagen tot stilstand brengen en de elektro-
nisc
he parkeerrem inschakelen.
● Motor uitzetten.
● De aanhangwagen loskoppelen en elektri-
sche aan
sluiting met de wagen onderbreken.
Indien u een adapter gebruikt, die verwijde-
ren uit het stopcontact voor aanhangwagen.
● Achterklep openen.
● Toets ››› afb
. 235 kort aantrekken. De kogel-
kop wordt elektrisch ontgrendeld.
● Trek de kogelkop onder de bumper met de
hand tot
u merkt en hoort dat hij vastklikt;
het controlelampje in de toets ››› afb. 235
gaat vast branden.
● Achterklep sluiten.
Betek
enis van controlelampje
● Als het controlelampje in de toets ›››
afb.
235 knippert, betekent dit dat de kogelkop nog niet juist vastgeklikt is of is bescha-
digd
›››
.
● Blijft het controlelampje vas
t
branden met
openstaande achterklep, dan is de kogelkop
juist vastgeklikt in uitgetrokken of wegge-
klapte positie.
● Het controlelampje in de toets gaat uit na
ca. 1 minuut n
a het sluiten van de achter-
klep. ATTENTIE
Verkeerd gebruik van de trekhaak kan licha-
melijk l et
sel en ongevallen tot gevolg heb-
ben.
● Gebruik de kogelkop enkel indien hij juist
is
vastgeklikt.
● Controleer altijd of er geen personen, die-
ren of
voorwerpen in de baan van de kogel-
kop zijn.
● Grijp nooit in met een werktuig of apparaat
terw
ijl de kogelkop in beweging is.
● Druk nooit op de toets ›››
afb. 235 wanneer
een aanhangwagen is aangekoppeld of een
bagagerek of andere accessoires zijn gemon-
teerd op de kogelkop.
● Als de kogelkop niet juist vastklikt, mag u
hem niet ge
bruiken en laat u de trekhaak na-
kijken in een gespecialiseerde werkplaats.
● Is er een storing in het elektrische systeem
of aan de trek
haak, dan laat u het nakijken in
een gespecialiseerde werkplaats. » 291
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 294 of 364

Bedienen
●
Indien de kog el
op een bepaald punt een
diameter van minder dan 49 mm heeft, dan
mag u de trekhaak in geen geval gebruiken. VOORZICHTIG
Als u de wagen schoonmaakt met een hoge-
druk reinig
er of dampstraler, mag u de straal
niet direct richten op de zwenkbare kogelkop
of de stekkerdoos voor de aanhangwagen,
aangezien dit de pakkingen kan beschadigen
of het vet voor de smering kan elimineren. Let op
Het is mogelijk dat bij extreem lage tempera-
tur en de k
ogelkop niet bediend kan worden.
In dit geval hoeft u de wagen slechts op een
warmere plek te zetten (bijvoorbeeld een ga-
rage). Een fietsendrager monteren op de
w
egk
lapbare kogelkop Het maximaal toegestane gewicht van het
fietsenr
ek, l
a
ding inbegrepen, bedraagt
75 kg. Het fietsenrek mag niet meer dan 700
mm naar achteren uitsteken uit de kogelkop.
Enkel fietsenrekken waarin maximaal 3 fiet-
sen kunnen worden geplaatst zijn toege-
staan. Zwaardere fietsen moeten zo dicht
mogelijk tegen de wagen (kogelkop) worden
gezet. ATTENTIE
Een verkeerd gebruik van de trekhaak met
fietsenr ek
gemonteerd op de kogelkop kan
letsels en ongevallen veroorzaken.
● Overschrijd nooit de hierboven vermelde
laadv
ermogens en maximale gewichten.
● Maak het fietsenrek niet op de hals van de
koppelin
g onder de kogelkop vast, omdat het
fietsenrek door de vorm van de hals en het
fietsenrekmodel verkeerd vast zou komen te
zitten.
● Lees de inbouwinstructies van het fietsen-
rek en
volg ze op. VOORZICHTIG
Indien het aangegeven laadvermogen of
max im
ale gewicht overschreden wordt, kan
de wagen aanzienlijk beschadigd raken.
● Overschrijd de aangeduide waarden nooit. Let op
SEAT beveelt aan om zo mogelijk alle verwij-
derbar e onder
delen van de fietsen weg te ha-
len voordat u begint te rijden. Tot die onder-
delen kunnen bijv. mandjes en zadeltassen,
kinderstoeltjes en batterijen behoren. Zo ver-
beteren de aerodynamica en het zwaartepunt
van het fietsenrek. Een aanhangwagen vasthaken en aan-
s
luit
en Afb. 236
Schematische weergave: toewijzing
v an de pinnen
v
an het stopcontact van de
aanhangwagen.
Legenda van afb. 236:
PinBetekenis
1Linker knipperlicht
2Achterste mistlicht
3Massa voor pinnen 1, 2, 4, 5, 6, 7 en 8
4Rechter knipperlicht
5Rechterachterlicht
6Remlicht
7Linkerachterlicht
8Achteruitrijlicht
9Continu plus292
Page 295 of 364

Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwagen*Legenda van
afb. 236:
PinBetekenis
10Positieve laadkabel
11Massa voor pin 10
12Zonder functie
13Massa voor pin 9Stopcontact voor aanhangwagen
Voor de el
ektri
sche verbinding tussen de wa-
gen en de aanhangwagen beschikt de wagen
over een 13-polig stopcontact. Met draaien-
de motor ontvangen de verbruikers van de
aanhangwagen spanning via de elektrische
aansluiting (pin 9 en pin 10 van het stopcon-
tact voor de aanhangwagen).
Indien het systeem vaststelt dat een aan-
hangwagen elektrisch is aangesloten, ont-
vangen de verbruikers van de aanhangwagen
spanning via de elektrische aansluiting (pin
9 en pin 10). Pin 9 is continu plus. De bin-
nenverlichting van de aanhangwagen kan er
bijvoorbeeld mee worden gevoed. De verbrui-
kers zoals bijvoorbeeld de koelkast van een
caravan ontvangen enkel spanning indien de
motor draait (via pin 10).
Om het elektrische systeem niet te overbelas-
ten, is het niet toegestaan om de massaka-
bels pin 3, pin 11 en pin 13 onderling te ver-
binden. Wanneer de aanhangwagen een 7-polig
e s
te-
ker heeft, moet u een bijbehorende adapter-
kabel gebruiken. In dat geval is de functie
van pin 10 niet beschikbaar.
Sleepkabel
De kabel van de aanhangwagen moet altijd
goed vastgemaakt zijn aan het trekkende
voertuig en met voldoende speling om pro-
bleemloos bochten te kunnen nemen. Houd
er echter wel rekening mee dat de kabel tij-
dens het rijden de grond niet mag raken.
Achterlichten van de aanhangwagen
Zorg ervoor dat de achterlichten van de aan-
hangwagen correct functioneren en aan de
geldende wettelijke voorschriften voldoen.
Controleer of de maximale vermogensopna-
me van de aanhangwagen niet wordt over-
schreden ››› pag. 290.
Opnemen in het alarmsysteem
De aanhangwagen is inbegrepen in het
alarmsysteem indien is voldaan aan de on-
derstaande voorwaarden:
● Indien de wagen af fabriek is uitgerust met
alarmsys
teem en trekhaak.
● Indien de aanhangwagen elektrisch is aan-
ges
loten op het trekkende voertuig met het
stopcontact voor aanhangwagen. ●
Indien het elektri
sche systeem van de wa-
gen en aanhangwagen in perfecte staat zijn,
zonder storingen of schade.
● Indien de wagen werd vergrendeld met de
sleut
el en het alarmsysteem actief is.
Wanneer de wagen vergrendeld is, gaat het
alarm af zodra de elektrische verbinding met
de aanhangwagen wordt onderbroken.
Voordat u een aanhangwagen aan- of loskop-
pelt, schakelt u altijd het alarmsysteem uit.
Anders kan de sensor hellingshoek het alarm
onbedoeld doen afgaan.
Aanhangwagens met led-achterlichten
Om technische redenen kunnen aanhangwa-
gens met led-achterlichten niet in het alarm-
systeem opgenomen worden.
Als de wagen vergrendeld is, wordt het alarm
niet geactiveerd wanneer de elektrische ver-
binding met de aanhangwagen onderbroken
wordt, indien die led-achterlichten heeft.
Indien bij het aankoppelen van de aanhang-
wagen het Eco-rijprofiel geselecteerd was,
wordt automatisch veranderd naar het profiel
Normal. Als het systeem de aangekoppelde
aanhangwagen niet kan detecteren of de
trekhaak achteraf werd gemonteerd door een
werkplaats die niet tot de SEAT-groep be-
hoort, moet het profiel Normal handmatig
worden gekozen voordat u begint te rijden »
293
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 296 of 364

Bedienen
met aanhangwagen. Om het profiel Ec
o op-
nieuw in te schakelen na het loskoppelen van
de aanhangwagen, moet het contact een-
maal uit- en weer ingeschakeld worden. ATTENTIE
Indien de kabels verkeerd of op ongepaste
wijz e w
orden verbonden, kan de aanhangwa-
gen te veel stroom krijgen. Dit kan leiden tot
storingen in het volledige elektronische sys-
teem van de wagen, alsook tot ongevallen en
ernstige letsels.
● Laat de werkzaamheden aan de elektrische
inst
allatie enkel uitvoeren in een gespeciali-
seerde werkplaats.
● Sluit het elektrische systeem van de aan-
hang
wagen nooit direct aan op de elektrische
aansluitingen van de achterlichten of andere
voedingsbronnen. ATTENTIE
Het contact tussen de pinnen van het stop-
cont act
voor aanhangwagen kan leiden tot
kortsluiting, overbelasting van de elektrische
installatie of storing van het verlichtingssys-
teem; ongevallen en ernstige letsels kunnen
hiervan het gevolg zijn.
● Sluit de pinnen van het stopcontact voor
aanhang
wagen nooit op elkaar aan.
● Laat gebogen pinnen in een gespecialiseer-
de werkpl
aats repareren. VOORZICHTIG
Laat de aanhangwagen niet aan de wagen
aang ek
oppeld zitten als u de aanhangwagen
met behulp van de steunen of het hulpwiel
geparkeerd hebt. Als de wagen omhoog of
omlaag gaat, bijvoorbeeld wegens een varia-
tie van de last of een lekke band, wordt meer
druk uitgeoefend op de trekhaak en aanhang-
wagen; de wagen en aanhangwagen kunnen
hierdoor beschadigd raken. Let op
● Bij st orin
gen aan de elektrische systemen
van de wagen, aanhangwagen of het alarm-
systeem, moet u de systemen laten nakijken
in een gespecialiseerde werkplaats.
● Als de accessoires van de aanhangwagen
energie v
erbruiken via het stopcontact voor
aanhangwagen en de motor niet draait, zal
de accu leeg raken.
● Als de wagenaccu bijna leeg is, wordt de
elektris
che aansluiting met de aanhangwa-
gen automatisch onderbroken. Een aanhangwagen laden
Maximaal toegestane aanhangwagenge-
w
ic
ht
en disselkogeldruk
Het maximaal toegestane aanhangwagenge-
wicht is het gewicht dat de wagen kan sle-
pen ››› . De disselkogeldruk is de last dieverticaal van boven wordt uitgeoefend op de
k
og
elk
op van de trekhaak ››› pag. 335.
De gegevens over het aanhangwagengewicht
en de disselkogeldruk die op het typeplaatje
van de trekhaak staan zijn enkel experimen-
tele waarden. De waarden met betrekking tot
de wagen, vaak lager dan deze waarden,
vindt u in de wagenpapieren. U moet altijd
uitgaan van de gegevens in de officiële wa-
genpapieren.
Om de veiligheid tijdens het rijden te bevor-
deren, beveelt SEAT aan om altijd de maxi-
maal toegestane disselkogeldruk optimaal te
benutten ››› pag. 288. Een te geringe kogeld-
ruk heeft een negatieve invloed op het rijg-
edrag van de wagen met aanhangwagen.
Door de kogeldruk neemt het gewicht op de
achteras toe, waardoor de nuttige last van de
wagen vermindert.
Gewicht van het geheel trekkende wagen en
aanhangwagen
Het gewicht van de combinatie is samenge-
steld uit het werkelijke gewicht van de bela-
den wagen en het werkelijke gewicht van de
beladen aanhangwagen.
In sommige landen zijn de aanhangwagens
ingedeeld in categorieën. SEAT beveelt u aan
om u in een gespecialiseerde werkplaats te
informeren over welke aanhangwagens het
meest geschikt zijn voor uw wagen.
294
Page 297 of 364

Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwagen*
Een aanhangwagen laden
D e w
ag
en en de aanhangwagen samen moe-
ten evenwichtig beladen zijn. Daarvoor moet
de maximaal toegestane disselkogeldruk op-
timaal benut worden en moet de lading ge-
lijkmatig verdeeld worden over de achter- en
voorzijde van de aanhangwagen:
● Verdeel de lading in de aanhangwagen zo-
danig dat
zware voorwerpen zo dicht moge-
lijk bij of boven de as liggen.
● Maak de lading in de aanhangwagen cor-
rect
vast.
Bandenspanning
De bandenspanning van de aanhangwagen
kiezen volgens de aanbevelingen van de
aanhangwagenfabrikant.
Wanneer u rijdt met een aanhangwagen,
moet u de banden van de wagen met de
maximaal toegestane spanning oppompen
››› pag. 323. ATTENTIE
Als de maximale asbelasting, de maximaal
toe g
estane disselkogeldruk of het maximaal
toegestane gewicht van de wagen of de com-
binatie wagen en aanhangwagen overschre-
den wordt, dan kan dat leiden tot ongevallen
of zware verwondingen.
● Overschrijd de aangeduide waarden nooit. ●
Het huidig e g
ewicht op de voor- en achter-
as mag de maximaal toegestane lading op de
assen nooit overschrijden. Het gewicht voorin
en achterin van de wagen mag het maximaal
toegestane gewicht nooit overschrijden. ATTENTIE
Een verplaatsing van de lading kan de stabili-
t eit en
veiligheid van de combinatie wagen en
aanhangwagen in gevaar brengen en leiden
tot ongevallen en ernstige letsels.
● Laad de aanhangwagen altijd op correcte
wijze.
● D
e last altijd bevestigen met geschikte rie-
men of banden die in een g
oede staat verke-
ren. Rijden met aanhangwagen
De koplampen verstellen
W
anneer een aanh
an
gwagen is aangekop-
peld, kan de voorkant van de wagen omhoog
komen; bij ingeschakeld dimlicht kan dit an-
dere weggebruikers verblinden. De lichtbun-
del daarom met de lichtbundel-hoogtever-
stelling verlagen. Als de wagen niet is uitge-
rust met dit systeem, laat de koplampen dan
door een gespecialiseerde werkplaats afstel-
len. Bijzonderheden over het rijden met aan-
hang
wagen
● Bij een aanhangwagen met oplooprem
e
erst zacht , daarna snel remmen. Zo voor-
komt u remstoten door blokkerende wielen
van de aanhangwagen.
● Door het gewicht van de combinatie wagen
en aanhang
wagen vergroot de remafstand.
● Wanneer u een helling af rijdt, schakel dan
naar een lag
ere versnelling (bij een schakel-
bak) of gebruik de tiptronic-modus (bij auto-
matische versnellingsbak) om op de motor af
te remmen. Als u dit niet doet, kan het rem-
systeem oververhit raken en niet meer goed
werken.
● Het getrokken gewicht en hoge totale ge-
wicht
van de combinatie wagen en aanhang-
wagen wijzigen het zwaartepunt en de rijei-
genschappen van de wagen.
● Als de trekkende wagen leeg is en de aan-
hang
wagen beladen, is de verdeling van de
lading niet optimaal. In die omstandigheden
dient u uiterst voorzichtig en voldoende lang-
zaam te rijden.
Starten met aanhangwagen op helling
Naargelang de gradiënt van de helling en het
totale gewicht van de combinatie wagen en
aanhangwagen kan het zijn dat u bij het weg-
rijden licht naar achteren gaat.
Om op een helling te starten met aangekop-
pelde aanhangwagen doet u het volgende: »
295
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 298 of 364

Bedienen
● Remped
aal
intrappen en ingetrapt houden.
● Toets een keer indrukken om de el
ektro-
nische parkeerrem uit te schakelen ››› pag.
197.
● Als de wagen een schakelbak heeft, koppe-
lings
pedaal helemaal intrappen.
● De 1e versnelling inschakelen of keuzehen-
del in st
and D/S ››› pag. 203 zetten.
● Aan de toets trekken en dez
e uitgetrok-
ken houden om de combinatie wagen en
aanhangwagen tegen te houden met de elek-
tronische parkeerrem.
● Het rempedaal lossen.
● Langzaam beginnen te rijden. Daarvoor in
het gev
al van de schakelbak het koppelings-
pedaal langzaam lossen.
● De toets niet los
laten tot de motor vol-
doende aandrijfkracht heeft om het rijden te
starten. ATTENTIE
Als u een aanhangwagen op verkeerde wijze
trekt, k u
nt u de controle over de wagen verlie-
zen met ernstige letsels tot gevolg.
● Het rijden met aanhangwagen en het trans-
porter
en van zware of grote voorwerpen heeft
invloed op de rijeigenschappen en vergroot
de remafstand.
● Rijd altijd verstandig en voorzichtig. Rem
snell
er dan gebruikelijk. ●
De s nelheid en de rij
stijl aanpassen aan het
zicht, het weer, het wegdek en het verkeer.
De snelheid verminderen, met name wanneer
u hellingen af rijdt.
● Bijzonder voorzichtig gas geven. Plots rem-
men en bruuske m
anoeuvres vermijden.
● Zeer goed opletten bij het inhalen. De snel-
heid meteen v
erlagen wanneer u merkt dat de
aanhangwagen slingert.
● Probeer in geen geval de wagen met aan-
hang
wagen weer "recht te krijgen" door te
accelereren.
● Houd rekening met de maximaal toegesta-
ne snelheid in het l
and in kwestie voor voer-
tuigen met aanhangwagen; deze snelheid
kan lager zijn dan die voor voertuigen zonder
aanhangwagen. Stabilisatie van het samenstel wagen-
aanh
an
g
er De aanhangwagenstabilisator is een bijko-
mende f
u
nctie
van het elektronisch stabilise-
ringsprogramma (ESC).
Als de aanhangwagenstabilisator vaststelt
dat de aanhangwagen slingert, grijpt hij au-
tomatisch in samen met de stuurbekrachti-
ging om het slingeren te verminderen. Vereisten voor de aanhangwagenstabilisator
● De wagen is af fabriek uitgerust met een
trekh
aak of werd achteraf voorzien van een
compatibele trekhaak.
● De ESC en ASR zijn actief. Op het instru-
mentenpaneel
brandt het controlelampje
of niet.
● De aanhangwagen is elektrisch aangeslo-
ten op het tr
ekkende voertuig met het stop-
contact voor aanhangwagen.
● U rijdt sneller dan ca. 60 km/u (37 mph).
● De maximaal toegestane disselkogeldruk
wordt
gebruikt.
● De aanhangwagen heeft een starre dissel.
● Als de aanhangwagen een rem heeft, moet
die zijn uit
gerust met een mechanische op-
looprem. ATTENTIE
De hogere veiligheid die de aanhangwagen-
st ab
ilisator biedt mag nooit aanleiding zijn
tot het nemen van grotere risico's.
● De snelheid en de rijstijl aanpassen aan het
zicht, het
weer, het wegdek en het verkeer.
● Voorzichtig accelereren wanneer het weg-
dek gla
d is.
● Wanneer een systeem aan het regelen is,
stop
pen met accelereren. 296
Page 299 of 364

Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwagen*
ATTENTIE
De aanhangwagenstabilisator kan mogelijk
niet a l
le rijsituaties correct inschatten.
● Wanneer de ESC is uitgeschakeld, is ook de
aanhang
wagenstabilisator uitgeschakeld.
● De stabilisator detecteert niet altijd de lich-
te en weinig s
tabiele aanhangwagens, dus
worden ze in dergelijke gevallen niet gestabi-
liseerd.
● Wanneer u rijdt over een glad wegdek met
weinig grip, k
an de aanhangwagen zelfs met
de stabilisator knikken.
● Aanhangwagens met hoog zwaartepunt
kunnen k
antelen, zelfs zonder eerst te slinge-
ren.
● Als er geen aanhangwagen aangekoppeld
is en een s
teker van de aanhangwagen op het
stopcontact aangesloten is (bijv. als er een
fietsenrek met verlichting aan hangt), kan de
wagen onder extreme rijomstandigheden
plotseling automatisch gaan remmen. Naderhand monteren van een trek-
h
aak Afb. 237
Maten en bevestigingspunten voor
het ac
ht
eraf inbouwen van een trekhaak. SEAT adviseert om het naderhand inbouwen
v
an een tr
ek
haak bij een gespecialiseerde
werkplaats te laten uitvoeren. Zo is het wel-
licht nodig om het koelsysteem aan te pas- sen of warmtewerende platen te monteren.
SEAT r
aadt u aan om daarvoor een SEAT-dea-
ler te raadplegen.
Als naderhand een trekhaak wordt inge-
bouwd, moeten steeds de afstandsmaten in
acht worden genomen. De afstand tussen het
midden van de kogelkop en het wegdek
››› afb. 237 D mag niet kleiner zijn dan aan-
g e
g
even. Dit geldt ook voor de volledig bela-
den wagen, inclusief de maximaal toegesta-
ne disselkogeldruk.
Afstandsmaten ››› afb. 237:
Bevestigingspunten
932,5 mm
Min. 65 mm
350-420 mm
220 mm
615,5 mm
1,043 mm ATTENTIE
Indien de kabels verkeerd of op ongepaste
wijz e w
orden verbonden, kunnen er zich sto-
ringen voordoen aan het volledige elektroni-
sche systeem van de wagen, hetgeen kan lei-
den tot ongevallen en ernstige letsels. » A
B
C
D
E
F
G
297
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 300 of 364

Bedienen
●
Sluit het el
ektrische systeem van de aan-
hangwagen nooit aan op de elektrische aan-
sluitingen van de achterlichten of andere voe-
dingsbronnen. Gebruik alleen geschikte ste-
kers voor het aansluiten van de aanhangwa-
gen.
● Het achteraf monteren van een trekhaak
aan de wagen m
ag enkel in een gespeciali-
seerde werkplaats worden uitgevoerd. ATTENTIE
Als de trekhaak verkeerd ingebouwd is of de
v erk eer
de trekhaak gebruikt is, is het moge-
lijk dat de aanhangwagen van de trekkende
wagen loskomt. Dit kan ernstige ongevallen
en dodelijke letsels tot gevolg hebben. Let op
Gebruik enkel trekhaken die zijn goedge-
keur d door
SEAT voor het model in kwestie.298