display TOYOTA 86 2022 Instructieboekje (in Dutch)
Page 94 of 582
922-1. Instrumentenpaneel
5Selecteer “Time Setting” (tijdinstel-
ling).
6Selecteer “Sync With Phone” (syn-
chroniseren met telefoon).
De klok wordt automatisch ingesteld als
een telefoon via Bluetooth
® is verbon-
den om telefoonboekgegevens over te
brengen. Raadpleeg de handleiding
voor het multimediasysteem voor meer
informatie.
■Handmatig instellen van de klok
1Druk op .
2Selecteer .
3Selecteer “General” (algemeen).
4Selecteer “Clock” (Klok).
5Selecteer “Time Setting” (tijdinstel-
ling).
6Selecteer “Manual” (handmatig) en
stel vervolgens de klok in.
7Selecteer OK.
■Wijzigen van de klok tussen
12-uurs/24-uursweergave
1Druk op .
2Selecteer .
3Selecteer “General” (algemeen).
4Selecteer “Clock” (Klok).
5Selecteer “12H” of “24H”.
■Scherm klokinstellingen
Het scherm voor de klokinstellingen kan ook
worden weergegeven door de klok op de sta-
tusbalk aan te raken.
■Weergave
Normale weergave
Door menu-iconen te selecteren op het
multi-informatiedisplay kunnen verschil-
lende soorten rijgerelateerde informa-
tie worden weergegeven. Het
multi-informatiedisplay kan ook worden
gebruikt voor het wijzigen van de dis-
play-instellingen en andere voertuigin-
stellingen.
Daarnaast worden in bepaalde situaties
pop-updisplays met waarschuwingen of
tips weergegeven.
Display TRACK-modus
Auto's zonder EyeSight:
In de TRACK-modus wordt het display
voor de TRACK-modus continu weer-
gegeven.
Auto's met EyeSight:
In de TRACK-modus wordt het
Pre-Crash Brake-systeem uitgescha-
keld en wordt het display voor de
Multi-infor matiedisplay
Het multi-informatiedisplay ver-
schaft de bestuurder uiteenlo-
pende gegevens met betrekking
tot de auto.
Displays en menu-iconen
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 92 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 95 of 582
93
2 2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
TRACK-modus continu weergegeven.
(→Blz. 183)
Daarnaast worden in bepaalde situaties
pop-updisplays met waarschuwingen of
tips weergegeven.
Koelvloeistoftemperatuur
(→Blz. 88)
Motorolietemperatuur
Geeft de motorolietemperatuur weer.
Snelste rondetijd
Zie Blz. 97 voor de bedieningsmethode.
Actuele rondetijd
Zie Blz. 97 voor de bedieningsmethode.
■Menu-iconen
Selecteer een menu-icoon om de
inhoud ervan weer te geven.
*: Weergegeven als een navigatie-app via
Apple CarPlay of Android Auto wordt
gebruikt. Raadpleeg de handleiding voor
het multimediasysteem voor meer infor-
matie.
■LCD-scherm
Op het scherm kunnen kleine vlekjes of lichte
puntjes verschijnen. Dit verschijnsel is ken-
merkend voor LCD-schermen en u kunt het
scherm zonder problemen blijven gebruiken.
Het multi-informatiedisplay wordt
bediend met de bedieningstoetsen van
het instrumentenpaneel.
Raadpleeg voor informatie over de
functie van elke menu-icoon de uitleg
onder de koptekst van de desbetref-
fende menu-icoon.
Rij-informatie (→Blz. 94)
Informatie voor sportief rijden
(→Blz. 95)
Aan navigatiesysteem gekop-
pelde weergave
* (→Blz. 97)
Aan audiosysteem gekoppelde
weergave (→Blz. 97)
Weergave informatie ondersteu-
nend systeem (indien aanwezig)
(→Blz. 98)
Weergave instelling ondersteu-
nend systeem (→Blz. 98)
A
C
D
Weergave instellingen
(→Blz. 98)
Weergave waarschuwingsmel-
ding (→Blz. 344)
WAARSCHUWING
■Het multi-informatiedisplay bij lage
temperaturen
Laat het interieur van de auto op tempera-
tuur komen alvorens het informatiedisplay
te gebruiken. Bij extreem lage temperatu-
ren kan het informatiedisplay trager reage-
ren en worden wijzigingen mogelijk met
enige vertraging weergegeven.
Zo kan er bijvoorbeeld een vertraging ont-
staan tussen het schakelen door de
bestuurder en de weergave van de inge-
schakelde versnelling op het display. Deze
vertraging kan de bestuurder doen beslui-
ten nogmaals terug te schakelen, waar-
door er snel en te sterk op de motor wordt
afgeremd en er een aanrijding kan ont-
staan, mogelijk met dodelijk of ernstig let-
sel tot gevolg.
Wijzigen van de weergave van
het instrumentenpaneel
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 93 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 97 of 582
95
2 2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Als er een kleine hoeveelheid brandstof
wordt getankt, wordt de weergave mogelijk
niet bijgewerkt. Zet bij het tanken het contact
UIT. Als brandstof wordt getankt terwijl het
contact niet UIT staat, wordt het display
mogelijk niet bijgewerkt.
■Rij-informatie (pagina 3)
Gebruik de weergave ter referentie.
Gemiddelde rijsnelheid
Geeft de gemiddelde rijsnelheid weer sinds
het resetten van de weergave.
Verstreken tijd
Geeft de totale rijtijd weer sinds het resetten
van de weergave.
Afgelegde afstand
Geeft de totale afstand weer die met de auto
is afgelegd sinds het resetten van de weer-
gave.
Door ingedrukt te houden wordt de
gemiddelde rijsnelheid/verstreken
tijd/afgelegde afstand gereset.
■Rij-informatie (pagina 4)
Geeft de bandenspanning van alle ban-
den weer. (→Blz. 303)
■Onderwerpen die worden weerge-
geven
Druk op of van de bedie-
ningstoets van het instrumentenpaneel
en selecteer . Druk vervolgens op
of om de volgende items weer
te geven:
G-krachten
Voor het bekijken van de actuele op de auto
uitgeoefende zijdelingse G-krachten.
G-krachten (piekvasthoudfunctie)
Voor het bekijken van de grootte en de rich-
ting van de maximale op de auto uitgeoe-
fende zijdelingse G-krachten.
Vermogens- en koppelkromme
Stopwatch
■G-krachten
Geeft de zijdelingse G-krachten op de
auto weer.
Geeft rondom de weergave van de
G-krachten tevens de mate van ver-
draaiing van het stuurwiel naar links en
rechts, ingangssignalen van het gaspe-
daal en de remvloeistofdruk weer.
Dit display is bedoeld om gebruikt te
worden als richtlijn. Afhankelijk van fac-
toren als de conditie van het wegdek,
de temperatuur en de rijsnelheid geeft
het display wellicht niet de werkelijke
conditie van de auto weer.
A
C
Informatie voor sportief rijden
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 95 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 98 of 582
962-1. Instrumentenpaneel
G-krachten op de auto bij accelera-
tie
Mate bediening gaspedaal
Remvloeistofdruk
Mate van verdraaiing stuurwiel
Houd ingedrukt om het bereik van
de weergave van de G-krachten bij
acceleratie te wijzigen tussen 1,0 G en
0,5 G:
■G-krachten (piekvasthoudfunctie)
Geeft de zijdelingse G-krachten op de
auto weer.
Geeft rondom de weergave van de
G-krachten tevens de mate van ver-
draaiing van het stuurwiel naar links en
rechts, ingangssignalen van het gaspe-
daal en de remvloeistofdruk weer.
Dit display is bedoeld om gebruikt te
worden als richtlijn. Afhankelijk van fac-
toren als de conditie van het wegdek,
de temperatuur en de rijsnelheid geeft
het display wellicht niet de werkelijke
conditie van de auto weer.Registratie van de maximale
G-krachten
Houd ingedrukt om de registratie van
de maximale G-krachten te resetten.
G-krachten op de auto bij accelera-
tie
Mate bediening gaspedaal
Remvloeistofdruk
Mate van verdraaiing stuurwiel
■Vermogens- en koppelkromme
Deze grafiek dient slechts ter indicatie
en geeft niet het werkelijke koppel en
vermogen weer.
Geleverd vermogen
Koppel
Actueel motortoerental
De verticale streep schuift zijwaarts over-
eenkomstig het actuele motortoerental.
A
C
D
A
C
D
A
C
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 96 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 99 of 582
97
2 2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
■Stopwatch
Meet de rondetijd en geeft de huidige
en vorige rondetijden weer.
Hoofdscherm
Snelste rondetijd (hoofdscherm)
Als de timer is gereset, wordt “- -’- -”- -”
weergegeven.
Metingenscherm
Snelste rondetijd (metingenscherm)
Actuele rondetijd
Totale rondetijd
Vorige rondetijden
De 50 meest recente rondetijden worden
weergegeven.
Handleiding bediening bedie-
ningstoetsen instrumentenpaneel
Wisselen tussen de stop-
watch-schermen
Om het metingenscherm weer te geven:
druk op .Om het hoofdscherm weer te geven: druk op
.
Bedienen van het metingenscherm
: Start/stop-meting
: Eén ronde markeren
: Gemeten rondetijden resetten
: Door de rondetijden scrollen
Resetten van gemeten rondetijden
Druk na het stoppen van de meting op .
Andere inhoud weergeven terwijl de
stopwatch in werking is
Druk als het metingenscherm wordt weerge-
geven op om het hoofdscherm weer te
geven.
Bedien vervolgens de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel om andere
inhoud weer te geven. Terwijl andere onder-
werpen worden weergegeven, blijft de
meting doorgaan, maar kan de stopwatch
niet worden bediend.
Hiermee kunt u de routebegeleidingsin-
formatie weergeven.
Hiermee kunt u een audiobron of num-
mer selecteren op het display met
behulp van de bedieningstoetsen van
het instrumentenpaneel.
A
A
C
D
Aan navigatiesysteem
gekoppelde weergave
Aan audiosysteem
gekoppelde weergave
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 97 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 100 of 582
982-1. Instrumentenpaneel
Hiermee kan de werkingsstatus van de
Adaptive Cruise Control worden weer-
gegeven (→Blz. 185, 201)
De instellingen van de volgende syste-
men kunnen worden gewijzigd.
LDW (Lane Departure Warning)
(indien aanwezig)
PCB (Pre-Crash Brake-systeem)
(indien aanwezig)
BSD/RCTA (indien aanwezig)
RAB (Reverse Automatic Bra-
king-systeem) (indien aanwezig)
Sonaralarm (indien aanwezig)
SRH (Steering Responsive Head-
light) (indien aanwezig)
■Instellingen voor de weergave van
het instrumentenpaneel die u kunt
wijzigen
Eenheden (indien aanwezig)
Hiermee kunnen de weergegeven meeteen-
heden worden gewijzigd.
Beginscherm
Hiermee kan worden ingesteld of het begin-
scherm al dan niet wordt weergegeven als
het contact AAN wordt gezet.
GSI (indien aanwezig)
Hiermee kunnen de schakelstandindicator
en de opschakeladviesindicator worden
ingeschakeld/uitgeschakeld.
REV. (toerentalindicator)
• Hiermee kunt u de toerentalindicator in- of
uitschakelen.
• Hiermee kan worden in- en uitgeschakeld
dat er een zomer gaat klinken als de toe-
rentalindicator gaat branden.
• Hiermee kan het motortoerental waarbij
de toerentalindicator (oranje) verschijnt
worden ingesteld.
■Voertuigfuncties en instellingen
die u kunt wijzigen
→Blz. 377
■Onderbreking van de weergave van de
instellingen
●Bepaalde instellingen kunnen niet gewij-
zigd worden tijdens het rijden. Breng de
auto op een veilige plaats tot stilstand
voordat u instellingen wijzigt.
●Als er een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven, kan het instelscherm tijdelijk
niet worden bediend.
Weergave informatie
ondersteunend systeem
(indien aanwezig)
Weergave instelling
ondersteunend systeem
Weergave instellingen
WAARSCHUWING
■Waarschuwing bij het instellen van
het display
Aangezien de motor tijdens het instellen
van het display moet draaien, dient de
auto te worden geparkeerd op een plaats
met voldoende ventilatie. In een afgeslo-
ten ruimte, zoals een garage, kunnen uit-
laatgassen die het schadelijke koolmo-
noxide (CO) bevatten, zich ophopen en in
de auto terechtkomen. Dit kan leiden tot
de dood of zeer schadelijk zijn voor de
gezondheid.
OPMERKING
■Tijdens het instellen van het display
Zorg ervoor dat de motor draait tijdens het
instellen van het display om te voorkomen
dat de accu leeg raakt.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 98 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 102 of 582
1003-1. Informatie over sleutels
3-1.Informatie over sleutels
Bij de auto worden de volgende sleu-
tels geleverd.
Elektronische sleutels
• Bedienen van het Smart entry-systeem
met startknop (→Blz. 109)
• Gebruik van de afstandsbedieningsfunctie
(→Blz. 101)
Mechanische sleutels
Plaatje met sleutelnummer
■Aan boord van een vliegtuig
Zorg ervoor dat u aan boord van een vliegtuig
niet op de toetsen van de elektronische sleu-
tel drukt. Zorg ervoor dat de toetsen niet per
ongeluk ingedrukt kunnen worden als u de
elektronische sleutel in bijvoorbeeld een tas
hebt opgeborgen. Bij het indrukken van de
toetsen kan de elektronische sleutel radiogol-
ven uitzenden die de bediening van het vlieg-
tuig kunnen beïnvloeden.
■Leegraken batterij elektronische sleutel
●De standaard levensduur van de batterij is
1 - 2 jaar.
●Als de batterij bijna leeg is, klinkt een waar-
schuwingssignaal in de auto en wordt er
een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay als de motor wordt
uitgeschakeld.
●Schakel de energiebespaarmodus van de
elektronische sleutel in om te voorkomen
dat de batterij van de elektronische sleutel
leegraakt wanneer deze gedurende lan-
gere tijd niet wordt gebruikt. (→Blz. 111)
●Omdat de elektronische sleutel altijd radio-
golven ontvangt, raakt de batterij ook ont-
laden wanneer de elektronische sleutel
niet wordt gebruikt. De volgende sympto-
men geven aan dat de batterij van de elek-
tronische sleutel mogelijk ontladen is. Ver-
vang de batterij indien nodig. (→Blz. 316)
• Het Smart entry-systeem met startknop of
de afstandsbediening werkt niet.
• Het detectiegebied wordt kleiner.
• Het ledcontrolelampje in de sleutel gaat
niet branden.
●Houd, om de levensduur van de batterij
niet nodeloos te bekorten, de elektronische
sleutel op een afstand van minimaal 1 m
van de volgende elektrische apparaten
met een magnetisch veld:
• Televisietoestellen
• Computers
• Mobiele telefoons, draadloze telefoons en
batterijladers
• Oplaadapparatuur voor draadloze en
mobiele telefoons
• Tafellampen
• Inductiekookplaten
■Batterij vervangen
→Blz. 316
■Bevestiging van het aantal geregis-
treerde sleutels
Het aantal al geregistreerde sleutels kan wor-
den bevestigd. Neem voor meer informatie
contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Sleutels
De sleutels
A
C
OPMERKING
■Voorkomen van beschadiging van de
sleutel
●Laat de sleutels niet vallen, stel ze niet
bloot aan sterke schokken en buig ze
niet.
●Stel de sleutels niet langdurig bloot aan
hoge temperaturen.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 100 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 112 of 582
1103-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
■Bereik (gebieden waarin de elektroni-
sche sleutel wordt gesignaleerd)
Bij het vergrendelen of ontgrendelen van
de portieren
Het systeem werkt als de elektronische sleu-
tel zich binnen ongeveer 0,4 ⎯ 0,8 m van
een buitenportiergreep bevindt. (Alleen de
portieren die de sleutel signaleren, kunnen
worden geopend of gesloten.)
Bij het openen van de achterklep
Het systeem kan worden bediend als de
elektronische sleutel zich binnen 0,4 ⎯ 0,8 m
van de knop voor het ontgrendelen van de
achterklep bevindt.
Bij het starten van de motor of het in een
andere stand zetten van het contact
Het systeem werkt als de elektronische sleu-
tel zich in de auto bevindt.
■Alarmfuncties en waarschuwingsmel-
dingen
Er gaat een alarm af en op het multi-informa-
tiedisplay worden waarschuwingsmeldingen
weergegeven om een ongeval of diefstal van
de auto als gevolg van onjuist gebruik te
voorkomen. Wanneer er een waarschuwings-
melding wordt weergegeven, neem dan de
juiste maatregelen op basis van de weerge-
geven melding. (→Blz. 344)
In onderstaande tabel worden de omstandig-
heden en de correctieprocedures beschreven
in die gevallen waarin alleen een alarm klinkt.
●Wanneer het buiten de auto hoorbare
alarm gedurende 5 seconden één keer
klinkt
●Wanneer het buiten de auto hoorbare
alarm één keer gedurende 2 seconden
klinkt
●Als het alarm in de auto continu klinkt
■Energiebesparende functie
De energiebesparende functie wordt geacti-
veerd om te voorkomen dat de batterij van de
elektronische sleutel en de accu leeg raken
wanneer de auto gedurende langere tijd niet
wordt gebruikt.
●In de volgende situaties kan het enige tijd
duren voordat de portieren met het Smart
entry-systeem met startknop ontgrendeld
kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich gedu-
rende 10 minuten of langer binnen een
afstand van 2 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is
gedurende 5 dagen of langer niet gebruikt.
A
C
SituatieCorrectie-
procedure
Er is geprobeerd de auto
te vergrendelen terwijl er
nog een portier geopend
was.Sluit beide por-
tieren en ver-
grendel ze
opnieuw.
SituatieCorrectie-
procedure
De achterklep werd geslo-
ten terwijl de elektroni-
sche sleutel zich nog in de
bagageruimte bevond en
beide portieren waren ver-
grendeld.Neem de elek-
tronische sleu-
tel uit de baga-
geruimte en
sluit de achter-
klep.
SituatieCorrectie-
procedure
Het contact werd in stand
ACC gezet terwijl het
bestuurdersportier
geopend was (of het
bestuurdersportier werd
geopend terwijl het contact
in stand ACC stond).
Zet het contact
UIT en sluit het
bestuurderspor-
tier.
Het contact stond UIT ter-
wijl het bestuurdersportier
geopend was.Sluit het
bestuurderspor-
tier.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 110 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 114 of 582
1123-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
●Zolang de elektronische sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon
worden vergrendeld en ontgrendeld. De
auto kan echter alleen worden ontgrendeld
via de portieren die de elektronische sleu-
tel signaleren.
●Zelfs als de elektronische sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan de motor mogelijk
gestart worden als de elektronische sleutel
zich in de buurt van de ruit bevindt.
●Als de sleutel zich binnen het ontvangstge-
bied bevindt en er een grote hoeveelheid
water op de portiergreep terechtkomt (bij-
voorbeeld tijdens een zware regenbui of
het wassen van de auto), kunnen de por-
tieren worden ontgrendeld of vergrendeld.
(Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30
seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zich in de nabijheid
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de
afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
●Wanneer u de vergrendel- of ontgrendel-
sensor aanraakt terwijl u handschoenen
draagt, worden de portieren mogelijk niet
vergrendeld of ontgrendeld.
●Auto's zonder supervergrendeling: Wan-
neer de vergrendelactie is uitgevoerd met
de vergrendelsensor, worden maximaal
driemaal achter elkaar identificatiesignalen
getoond. Vervolgens worden geen identifi-
catiesignalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en ontgren-
deld. Volg in dit geval de correctieproce-
dure hieronder bij het wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een
afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de
elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. (→Blz. 111)
●Als de elektronische sleutel zich in de auto
bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er
mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een
zoemer buiten de auto. Vergrendel beide
portieren om het alarm uit te schakelen.
●De vergrendelsensor werkt mogelijk niet
goed wanneer deze in contact komt met
ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de ver-
grendelsensor schoon en probeer deze
nogmaals te bedienen.
●Het plotseling bedienen van de handgreep
of het bedienen van de handgreep direct
nadat u het effectieve bereik bent binnen-
gestapt, kan ontgrendeling van de portie-
ren belemmeren. Raak de ontgrendelsen-
sor van het portier aan en controleer of de
portieren worden ontgrendeld voordat u
opnieuw aan de portiergreep trekt.
●Het ontgrendelen van de auto duurt moge-
lijk langer als zich een andere elektroni-
sche sleutel in het effectieve bereik
bevindt.
■Als er gedurende langere tijd niet met
de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorko-
men, de elektronische sleutel niet binnen
een afstand van 2 m van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop
kan vooraf worden uitgeschakeld.
(→Blz. 113)
●Het inschakelen van de energiebespaar-
modus van de elektronische sleutel helpt
te voorkomen dat de sleutelbatterij leeg-
raakt. (→Blz. 111)
■Voor een juiste bediening van het sys-
teem
●Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel
bij u hebt als u het systeem bedient. Houd
de elektronische sleutel niet te dicht bij de
auto als u het systeem van buitenaf
bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie
waarin de elektronische sleutel wordt
bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet cor-
rect door het systeem gesignaleerd, waar-
door het systeem wellicht niet juist functio-
neert. (Het alarm kan per ongeluk afgaan of
de functie die voorkomt dat de portieren per
ongeluk worden vergrendeld, werkt wellicht
niet.)
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 112 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 141 of 582
139
4 4-2. Rijprocedures
Rijden
4-2.Rijprocedures
1Controleer of de parkeerrem is
geactiveerd.
2Controleer of de selectiehendel in
stand P (automatische transmissie)
of in de neutraalstand (handgescha-
kelde transmissie) staat.
3Trap het rempedaal (automatische
transmissie) of het koppelingspe-
daal (handgeschakelde transmis-
sie) stevig in.
, en een melding worden op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
Als dit niet wordt weergegeven, kan de
motor niet worden gestart.
4Druk kort en krachtig op de start-
knop.
Eén keer kort en stevig indrukken van de
startknop is voldoende om deze te bedie-
nen. U hoeft de startknop niet ingedrukt te
houden.
De motor wordt gestart totdat hij aanslaat,
waarbij elke startpoging maximaal 10 secon-
den duurt.
Houd het rempedaal (automatische trans-
missie) of het koppelingspedaal (handge-
schakelde transmissie) ingetrapt tot de
motor is aangeslagen.De motor kan in elke stand van het contact
worden gestart.
■Als de motor niet aanslaat
●De startblokkering is mogelijk niet uitge-
schakeld. (→Blz. 79)
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
●Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven melding m.b.t. het starten en
volg de aanwijzingen op.
■Als de accu ontladen is
De motor kan niet worden gestart met het
Smart entry-systeem met startknop. Raad-
pleeg Blz. 359 om de motor opnieuw te star-
ten.
■Leegraken batterij elektronische sleutel
→Blz. 100
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
→Blz. 111
■Aanwijzingen voor de instapfunctie
→Blz. 111
■Stuurslotfunctie
●Nadat het contact UIT is gezet en de por-
tieren zijn geopend en gesloten, wordt het
stuurwiel geblokkeerd door de stuurslot-
functie. Als u nogmaals op de startknop
drukt, wordt het stuurslot automatisch weer
uitgeschakeld.
Startknop
Als u de volgende handelingen uit-
voert terwijl u een elektronische
sleutel bij u hebt, wordt de motor
gestart of de stand van het contact
veranderd.
Starten van de motor
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 139 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM