display TOYOTA 86 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: 86, Model: TOYOTA 86 2022Pages: 582, PDF Size: 92.58 MB
Page 219 of 582

217
4 4-5. EyeSight
Rijden
Display multimediasysteem
Schakel de Lane Sway Warning in/uit
via het scherm van het multimediasys-
teem. (→Blz. 377)
Multi-informatiedisplay
U kunt de Lane Sway Warning ook uit-
schakelen met de bedieningstoets van
het instrumentenpaneel. (→Blz. 377)
Als de Lane Sway Warning is uitge-
schakeld, brandt het controlelampje
Lane Departure Warning OFF.
●De Lane Sway Warning wordt altijd samen
met de Lane Departure Warning in-/uitge-
schakeld.
●Als u de motor opnieuw start, blijft de Lane
Sway Warning afhankelijk van uw instelling
van de functie in- of uitgeschakeld.
■Controlelampje Lane Departure
Warning OFF
Dit controlelampje gaat branden als het
contact AAN wordt gezet en blijft nadat
de motor is gestart nog ongeveer 7
seconden branden. Afhankelijk van uw
instelling (in- of uitgeschakeld) gaat het
vervolgens uit of blijft het branden. Het
controlelampje gaat branden als de
Lane Departure Warning en de Lane
Sway Warning worden uitgeschakeld.
Het gaat ook branden in de volgende
situaties.
Het Pre-Crash Brake-systeem is uit-
geschakeld in de TRACK-modus.
(→Blz. 183, 257)
De TRC en het VSC-systeem zijn
uitgeschakeld. (→Blz. 257)
Er is een storing aanwezig in het
EyeSight-systeem. (→Blz. 222)De werking van het EyeSight-sys-
teem is tijdelijk onderbroken.
(→Blz. 223)
In-/uitschakelen van de Lane
Sway Warning
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 217 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 220 of 582

2184-5. EyeSight
*: Indien aanwezig
●De functie Lead Vehicle Start Alert kan in-
en uitgeschakeld worden. (→Blz. 377)
●Onder de volgende omstandigheden kan
de Lead Vehicle Start Alert ook worden
geactiveerd zonder dat de voorligger is
gaan rijden of juist niet worden geactiveerd
nadat de voorligger is gaan rijden:
• Er is bijvoorbeeld een motorrijder inge-
voegd tussen uw auto en uw gestopte
voorligger.
• De signalering van de voorligger wordt
gehinderd door de weersomstandigheden
of de toestand van de weg.
• De EyeSight-stereocamera signaleert de
voorligger niet meer.
●Onder de volgende omstandigheden wordt
de Lead Vehicle Start Alert niet geacti-
veerd.
• Het Pre-Crash Brake-systeem is uitge-
schakeld in de TRACK-modus.
(→Blz. 183, 257)
• De TRC en het VSC-systeem zijn uitge-
schakeld. (→Blz. 257)
• Er is een storing aanwezig in het Eye-
Sight-systeem. (→Blz. 222)
• De werking van het EyeSight-systeem is
tijdelijk onderbroken. (→Blz. 223)
Lead Vehicle Star t Alert*
Wanneer een gestopte voorligger
weer gaat rijden, waarschuwt de
Lead Vehicle Start Alert de
bestuurder via het display van het
instrumentenpaneel en een
geluidssignaal. Als de voorligger
enige tijd stilstaat (en de afstand
tot de voorligger maximaal onge-
veer 10 m is terwijl uw auto ten
minste enkele seconden stilstaat),
blijft het systeem de voorligger
signaleren en wordt deze waar-
schuwing geactiveerd als de voor-
ligger ten minste ongeveer 3 m
vooruitrijdt terwijl uw auto nog
stilstaat.
Deze functie kan alleen worden
geactiveerd als de selectiehendel
in stand D, M of N staat. Als de
Lead Vehicle Start Alert wordt
geactiveerd, klinkt een tweetonig
piepsignaal en wordt een
pop-updisplay weergegeven.
Voorligger
3 m of meer
“Vehicle Ahead Has Moved”
(voorligger is in beweging geko-
men)A
C
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 218 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 221 of 582

219
4 4-5. EyeSight
Rijden
WAARSCHUWING
Controleer ook na het geluidssignaal en
het pop-updisplay van de Lead Vehicle
Start Alert altijd of de omgeving veilig is
voordat u wegrijdt. Uitsluitend vertrouwen
op de Lead Vehicle Start Alert kan leiden
tot een ongeval.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 219 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 224 of 582

2224-5. EyeSight
Er klinkt 1 kort piepsignaal en het controlelampje (geel) gaat knipperen of bran-
den. Tegelijkertijd gaan het controlelampje OFF van het Pre-Crash Brake-systeem
en het controlelampje Lane Departure Warning OFF branden. Er wordt ook een
melding weergegeven op het display van het instrumentenpaneel.
●Als (geel) brandt of knippert, breng de
auto dan op een veilige plaats tot stilstand,
schakel de motor uit en start de motor
opnieuw.
●Als het controlelampje na het opnieuw
starten van de motor blijft branden of knip-
peren, is er een storing aanwezig in het
EyeSight-systeem. Op dat moment worden
alle EyeSight-functies gedeactiveerd. U
kunt dan normaal verder rijden met de
auto. Neem echter wel contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige om het
systeem te laten controleren.
●Als (geel) gaat branden of knipperen,
werkt het Reverse Automatic Braking-sys-
teem (RAB) niet meer.
Storing en tijdelijke uitschakeling EyeSight
Als een storing wordt gesignaleerd in het EyeSight-systeem, wordt dit aan-
gegeven door controlelampjes op het instrumentenpaneel en een melding
op het display van het instrumentenpaneel. Neem aan de hand hiervan de
juiste maatregelen.
Storing (waaronder een onjuiste positie/hoek van de stereocamera)
WaarschuwingsmeldingOorzaakActie
“EyeSight OFF Check Manual”
(EyeSight uitgeschakeld, raad-
pleeg handleiding)Er is een storing aanwezig in
het EyeSight-systeem of de
positie/hoek van de stereoca-
mera is onjuist.
Er is een inspectie en/of
afstelling noodzakelijk. Neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 222 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 225 of 582

223
4 4-5. EyeSight
Rijden
De bestuurder wordt gewaarschuwd door 1 kort piepsignaal en het controlelampje
tijdelijke uitschakeling EyeSight (wit), het controlelampje OFF van het
Pre-Crash Brake-systeem en het controlelampje Lane Departure Warning OFF
gaan gelijktijdig branden.
Er wordt ook een melding weergegeven op het display van het instrumentenpaneel.
Als de oorzaak voor de tijdelijke uitschakeling is verholpen, wordt EyeSight automa-
tisch weer ingeschakeld.
OPMERKING
Als tijdens het rijden (geel) gelijktijdig
met het motorcontrolelampje brandt, laat
uw auto dan zo snel mogelijk controle-
ren/repareren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige. EyeSight kan
niet worden gebruikt in het geval van bij-
voorbeeld een storing in het motorma-
nagement.
Tijdelijke uitschakeling
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 223 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 235 of 582

233
4 4-6. Gebruik van overige rijsystemen
Rijden
Bedien het multi-informatiedisplay
(→Blz. 377) of het scherm van het mul-
timediasysteem om de BSD/RCTA in
en uit te schakelen (zie de handleiding
voor het multimediasysteem).
Wanneer het BSD/RCTA-systeem is
uitgeschakeld, brandt het controle-
lampje BSD/RCTA OFF op het
multi-informatiedisplay.
●Schakel in de volgende gevallen de
BSD/RCTA uit. Het systeem werkt mogelijk
niet goed door geblokkeerde radargolven.
• Bij het slepen van de auto
• Wanneer een fietsendrager of een ander
voorwerp op de achterzijde van de auto is
gemonteerd
• Wanneer de auto op een vermogensbank,
een rollenbank of iets dergelijks wordt
getest
• Wanneer u de wielen van de auto laat
draaien door gas te geven terwijl de auto
met de wielen van de grond is
●Als het contact UIT wordt gezet, wordt de
laatst bekende status van het systeem in
het geheugen opgeslagen. Als bijvoor-
beeld het contact UIT wordt gezet terwijl de
BSD/RCTA is uitgeschakeld, blijft de
BSD/RCTA uitgeschakeld als het contact
de volgende keer AAN wordt gezet.
De radarsensoren, één aan elke zijde
van de auto, zijn in de achterbumper
gemonteerd.
Radarsensoren
Als de radarsensoren gerepareerd of vervan-
gen moeten worden of als het gedeelte van
de bumper rondom de radarsensoren gere-
pareerd, gespoten of vervangen moet wor-
den, neem dan contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
In-/uitschakelen van de
BSD/RCTAOmgaan met de radarsensoren
A
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 233 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 242 of 582

2404-6. Gebruik van overige rijsystemen
Waarschuwing gemiddelde afstand
(auto nadert object)
Geel: 70 - 90 cm
Waarschuwing kleine afstand (auto
komt dichter bij object)
Oranje: 50 - 70 cm
Waarschuwing kleinste afstand (auto
te dicht bij object)
Rood: 50 cm of minder
■Waarschuwing voor object dicht
bij achterkant auto
Als het systeem bepaalt dat er een
risico bestaat op een aanrijding met het
object. Er klinken korte piepsignalen of
er klinkt een permanent waarschu-
wingsgeluid en het systeem gaat auto-
matisch hard remmen of regelt het kop-
pel om de aanrijding te voorkomen.
Er wordt dan ook een waarschuwings-
melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
Waarschuwing automatisch remmen
“Object Close Behind” (object dicht
bij achterkant auto)
Trap het rempedaal in als de auto door
het automatisch remmen tot stilstand is
gebracht. Zolang het rempedaal niet is
ingetrapt, wordt een melding weergege-
ven op het scherm van het multimedia-
systeem en blijft het permanente waar-
schuwingsgeluid klinken.
Er wordt dan ook een waarschuwings-
melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
A
A
A
Werking functie automatisch
remmen
A
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 240 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 251 of 582

249
4 4-6. Gebruik van overige rijsystemen
Rijden1Druk bij draaiende motor op de
toets ON-OFF van de cruise con-
trol-schakelaar.
Het controlelampje conventionele cruise
control (wit) op het instrumentenpaneel gaat
branden.
2Trap het gaspedaal in om de
gewenste snelheid te bereiken.
3Duw als de gewenste rijsnelheid is
bereikt de cruise control-schake-
laar in de richting van +RES of
-SET. De rijsnelheid op het moment
dat de schakelaar wordt bediend,
wordt de ingestelde snelheid die
vanaf dat moment wordt aangehou-
den.
Dit wordt bevestigd door het branden van
het controlelampje cruise control (groen) op
het instrumentenpaneel. De ingestelde snel-
heid wordt weergegeven op het instrumen-
tenpaneel. U kunt de weergegeven eenhe-
den wijzigen door het display van het instru-
mentenpaneel in te stellen. (→Blz. 377)
De auto houdt de gewenste snelheid aan.
Als de conventionele cruise control is geacti-
veerd, is het mogelijk om de rijsnelheid tijde-
lijk te verhogen. Dit kunt u doen door een-
voudigweg het gaspedaal in te trappen.
Zodra u het gaspedaal loslaat, neemt de
auto de ingestelde snelheid van de cruise
control weer aan.
WAARSCHUWING
• Op wegen die door regen, ijs of sneeuw
glad zijn
• Op steile hellingen
• Bij het afdalen van een steile helling kan
de rijsnelheid de ingestelde snelheid
overschrijden.
• Tijdens het slepen in een noodgeval
●Houd bij het instellen van de snelheid
voor de conventionele cruise control
altijd rekening met de geldende snel-
heidslimiet, de verkeersintensiteit, de
wegcondities en overige omstandighe-
den.
Instellen van de conventionele
cruise control
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 249 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 254 of 582

2524-6. Gebruik van overige rijsystemen
*: Indien aanwezig
Druk op de SPORT-modusschakelaar of de
SNOW-modusschakelaar om de SPORT- of
SNOW-modus te selecteren.
Druk nogmaals op de desbetreffende scha-
kelaar om de SPORT- of SNOW-modus uit
te schakelen en terug te keren naar de
NORMAL-modus.
1NORMAL-modus
Biedt een optimale balans tussen brandstof-
verbruik, laag geluidsniveau en dynamische
prestaties. Geschikt voor normaal rijden.
2SPORT-modus
Gebruik de SPORT-modus voor sportief rij-
den en het rijden op bochtige bergwegen.
Het controlelampje SPORT gaat branden.
Bovendien wordt als de SPORT-modus is
geselecteerd terwijl de selectiehendel in
stand D staat ook de ingeschakelde versnel-
ling (D1 t/m D6) weergegeven op het instru-
mentenpaneel.
3SNOW-modus
Gebruik de SNOW-modus voor het accele-
reren en rijden op een glad wegdek, bijvoor-
beeld als het gesneeuwd heeft.
Het controlelampje SNOW-modus gaat
branden.
■SPORT-modus
●In de SPORT-modus worden lagere ver-
snellingen gebruikt en wordt bij hogere
motortoerentallen een andere versnelling
ingeschakeld.
●In de volgende situaties kan de
SPORT-modus mogelijk niet worden inge-
schakeld. Als de SPORT-modus niet kan
worden ingeschakeld, klinkt er een zoemer
en wordt een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
• Als de Adaptive Cruise Control of de con-
ventionele cruise control in werking is
• Bij koude motor
■SNOW-modus
Om slippen te voorkomen kan de 1e versnel-
ling niet worden ingeschakeld wanneer de
SNOW-modus is ingeschakeld.
■Automatisch uitschakelen van de
SPORT-modus en SNOW-modus
In de volgende gevallen wordt de rijmodus
automatisch uitgeschakeld:
●Wanneer de motor na het rijden in de
SPORT-modus of SNOW-modus wordt uit-
gezet.
●Wanneer de Adaptive Cruise Control of de
conventionele cruise control wordt geacti-
veerd terwijl wordt gereden in de
SPORT-modus.
●Wanneer de SPORT-modus is ingescha-
keld en automatisch wordt gestopt/wegge-
reden in de tweede versnelling.
(→Blz. 144)
Rijmodusselectie-
schakelaar*
De rijmodi kunnen worden gese-
lecteerd overeenkomstig de rijom-
standigheden.
Selecteren van een rijmodus
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 252 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 259 of 582

257
4 4-6. Gebruik van overige rijsystemen
Rijden
Druk nogmaals op de schakelaar om
het systeem weer in te schakelen.
■TRACK-modus
Uw auto beschikt over twee rijprogramma's
die zijn afgestemd op verschillende rijstijlen.
Het gewenste rijprogramma kan worden
geselecteerd met de TRACK-schakelaar. De
NORMAL-modus is afgestemd op een veilige
en soepele normale rijstijl. Als de schakelaar
ten minste 1 seconde ingedrukt wordt gehou-
den, wordt de TRACK-modus geactiveerd.
Als de TRACK-modus wordt geselecteerd,
wordt de regeling van bijvoorbeeld de VSC
en TRC aangepast om de bestuurder de
gelegenheid te bieden sportiever te rijden.
Als de TRACK-modus wordt ingeschakeld,
gaat het multi-informatiedisplay over op de
weergave van de TRACK-modus en gaat het
controlelampje VSC OFF branden.Druk om vanuit de TRACK-modus terug te
gaan naar de NORMAL-modus op de scha-
kelaar of op de TRACK-schakelaar.
■Zowel TRC als VSC uitschakelen
Houd de schakelaar langer dan 3
seconden ingedrukt terwijl de auto stilstaat
om het TRC- en VSC-systeem uit te schake-
len.
De controlelampjes TRC OFF en VSC OFF
gaan branden.
Bij auto's met automatische transmissie blijft
echter de remfunctie van het differentieel met
beperkte slip ingeschakeld.
Druk nogmaals op de schakelaar om de
systemen weer in te schakelen.
■TRC-modus en VSC-modus selecteren
De modi kunnen als volgt worden geselecteerd overeenkomstig de rijomstandigheden:
Rijomstandig-
hedenTRC-modiVSC-modi
Remfunctie
differentieel met
beperkte slip
Controlelampjes
Normale wegenNORMAL-modusNORMAL-modusNORMAL-modus⎯
Onverharde
wegenUITNORMAL-modusNORMAL-modus
Sportief rijden
TRACK-modusTRACK-modusTRACK-modus
UITUIT
TRACK-modus*1
UIT*2
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 257 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM