sensor TOYOTA AURIS HYBRID 2017 Instructieboekje (in Dutch)
Page 452 of 592
4527-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
OPMERKING
■Repareren of vervangen van banden, velgen, bandenspanningssenso -
ren, -zenders en ventieldopjes (a uto's met bandenspanningswaars chu-
wingssysteem)
● Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of ban den-
spanningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota -dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige omdat de bandenspanningssensoren en -zenders
beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgeg aan.
● Vergeet niet de dopjes weer op de ventielen aan te brengen. Als de ven-
tieldopjes niet geplaatst worden, dan kan er water in de banden spannings-
sensoren terecht komen en kunnen ze vast gaan zitten.
● Gebruik bij het vervangen van de ventieldopjes geen andere vent ieldopjes
dan voorgeschreven. Anders kunnen de dopjes vast komen te zitte n.
■ Voorkomen van schade aan de band enspanningssensoren en -zenders
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werke n de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op m et een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang na het gebruik van ban-
denreparatievloeistof de bandenspanningssensor en -zender wanneer de
band wordt gerepareerd of vervangen. ( →Blz. 440)
■ Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig bij het rijden over onverharde wegen en wegen met
kuilen.
Dergelijke omstandigheden hebben mogelijk een verlaging van de banden-
spanning tot gevolg, waardoor de verende werking van de banden vermin-
dert. Bovendien kunnen de banden zelf en de velgen en carrosser ie
beschadigd raken bij het rijden over onverharde wegen.
■ Brede banden (17 inch-banden)
Het gebruik van brede banden kan leiden tot meer schade aan de velg bij
het rijden op een slecht wegdek. Let daarom goed op de volgende punten:
● Zorg ervoor dat de banden de juiste spanning hebben. Bij een te lage ban-
denspanning zullen de banden sneller beschadigd raken.
● Rijd niet door diepe gaten of tegen hoge of scherpe voorwerpen aan of
eroverheen. Anders kunnen de banden en velgen ernstig beschadig d
raken.
■ Als tijdens het rijden in elke band een te lage bandenspanning ontstaat
Rijd niet verder als de bandenspanning te laag is, anders kunne n de ban-
den en/of velgen ernstig beschadigd raken.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 452 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
Page 455 of 592
4557-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
7
Onderhoud en verzorging
Let er bij het vervangen van velgen op dat deze hetzelfde draagver-
mogen, dezelfde diameter, velgbreedte en ET-waarde
* hebben.
Vervangende velgen zijn verkrijgbaar bij een erkende Toyota-dea ler of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerd e en
uitgeruste deskundige.
*: “Offset” is de gebruikelijke term.
Toyota adviseert u het v olgende niet te gebruiken:
● Velgen van verschillende maten of types
● Gebruikte velgen
● Verbogen velgen die hersteld zijn
● Gebruik uitsluitend de Toyota-wielmoeren en de Toyota-wielmoer-
sleutel bij uw lichtmetalen velgen.
● Controleer de wielmoeren na de eerste 1.600 km telkens als een
band is verwisseld, een band is gerepareerd of is vervangen.
● Pas op dat lichtmetalen velgen niet beschadigd raken als u
sneeuwkettingen gebruikt.
● Bij het balanceren moet gebruik worden gemaakt van Toyota- of
gelijkwaardige balanceergewichtje s, die geplaatst dienen te worden
met een kunststof of rubber hamer.
■ Wanneer velgen worden vervangen (auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
De velgen van uw auto (behalve die van het reservewiel) zijn ui tgerust met
bandenspanningssensoren en -zenders voor het bandenspanningswaa r-
schuwingssysteem, dat in een vroegtijdig stadium waarschuwt als de ban-
denspanning te laag wordt. Bij het vervangen van velgen moeten er
bandenspanningssensoren en -zenders worden geplaatst. ( →Blz. 440)
Velgen
Als een velg verbuigingen of scheuren vertoont of erg gecorro-
deerd is, moet deze vervangen worden. Anders kan de band van
de velg raken of kan de auto moeilijk beheersbaar worden.
Keuze van velg
Lichtmetalen velgen, bel angrijke aanwijzingen
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 455 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
Page 456 of 592
4567-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
WAARSCHUWING
■Vervangen van velgen
● Gebruik alleen de in deze handleiding aanbevolen maat velgen en ban-
den. Een andere maat kan resulteren in een slechtere controle o ver de
auto.
● Gebruik nooit een binnenband bij een poreuze velg die ontworpen is voor
een tubeless band. Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een o ngeval
waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
■ Plaatsen van wielmoeren
● Breng nooit olie of vet aan op de wielbouten of -moeren.
Door het gebruik van olie of vet worden de wielmoeren mogelijk te vast
aangedraaid waardoor de bouten of de velg beschadigd kunnen rak en.
Daarnaast kunnen de wielmoeren loslopen en de wielen losraken, wat kan
leiden tot een ongeval met ernstig letsel als gevolg. Verwijder olie of vet
van de wielbouten of wielmoeren.
■ Gebruik van beschadigde velgen niet toegestaan
Gebruik geen gescheurde of vervormde velgen.
Als u dat wel doet, kan er tijdens het rijden lucht uit de band ontsnappen,
waardoor een ongeval zou kunnen ontstaan.
OPMERKING
■Vervangen van bandenspanningssensoren en -zenders (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssysteem)
● Omdat het repareren of vervangen van een band invloed kan hebbe n op
de bandenspanningssensoren en -zenders, adviseren we u deze wer k-
zaamheden uit te laten voeren door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en ui tgeruste
deskundige. Ga ook voor de aanschaf van bandenspanningssensoren en
-zenders naar een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateu r of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Gebruik voor uw auto alleen originele Toyota-velgen.
Bij niet-originele velgen kan niet worden gegarandeerd dat de b anden-
spanningssensoren en -zenders goed werken.
● Plaats de wielmoeren met de schuine
kant naar het wiel toe. Als de wielmoe-
ren worden geplaatst met de schuine
kant van het wiel af, kan de velg scheu-
ren waardoor het wiel tijdens het rijden
kan losraken. Dit kan leiden tot een
ongeval, met ernstig letsel als gevolg.
Ta p s
gedeelte
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 456 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
Page 493 of 592
4938-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
8
Bij problemen
(indien aanwezig)
Waarschuwingslampje PCS
Wanneer het waarschuwingslampje knippert (en een zoemer
klinkt):
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PCS (Pre-
Crash Safety-systeem)
→ Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Wanneer het waarschuwingslampje brandt:
Geeft aan dat het PCS (Pre-Cr ash Safety-systeem) tijdelijk
niet beschikbaar is, mogelijk als gevolg van een van de
onderstaande zaken:
• Het deel van de voorruit rondom de sensor voor is vuil, beslagen of bedekt door co ndens, ijs, stickers, e.d.
→ Verwijder het vuil, de condens, het ijs, de stickers, e.d.
(→Blz. 250)
• De temperatuur van de sensor voor ligt buiten het wer- kingsbereik
→ Wacht een tijdje totdat het gebied rondom de sensor
voor voldoende is afgekoeld.
Het VSC (Vehicle Stability Cont rol-systeem) of het PCS (Pre-
Crash Safety-systeem) is uitgeschakeld of beide systemen
zijn uitgeschakeld.
→ Schakel om het PCS-systeem in te schakelen zowel het
VSC-systeem als het PCS-systeem in. (→Blz. 255, 307)
Waarschuwingslampje laag brandstofniveau
Geeft aan dat de resterende hoeveelheid brandstof ongeveer
6,8 liter of minder is
→ Vul de brandstoftank.
Controlelampje (waarschuwingszoemer) bestuurders- en
voorpassagiersgordel
*2
Waarschuwt de bestuurder en/of v oorpassagier dat de veilig-
heidsgordel vastgemaakt dient te worden.
→ Doe de veiligheidsgordel om.
Als er iemand op de voorpassagiersstoel zit, moet ook
de veiligheidsgordel voor de voorpassagier worden
vastgemaakt, zodat het waarschuwingslampje (de waar-
schuwingszoemer) uitgaat.
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 493 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
Page 495 of 592
4958-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
8
Bij problemen
■Detectiesensor voorpassagier, controlelampje veiligheidsgordel en
waarschuwingszoemer
● Als er bagage wordt geplaatst op de passagiersstoel kan de dete ctiesensor
het controlelampje laten knipperen en de waarschuwingszoemer la ten klin-
ken, ook al zit er niemand op de passagiersstoel.
● Als er op de stoel een kussen wordt geplaatst, werkt de sensor wellicht niet
goed, waardoor ook het waarschuwingslampje niet goed werkt.
■ Als het motorcontrolelampje ti jdens het rijden gaat branden
Het motorcontrolelampje gaat branden als de brandstoftank volle dig leeg
raakt. Vul de brandstoftank onmiddellijk als deze leeg is. Het motorcontrole-
lampje gaat na enkele ritten weer uit.
Laat de auto zo snel mogelijk nakijken door een erkende Toyota- dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige als het motorcontrolelampje niet uit gaat.
■ Als het waarschuwingslampje lag e bandenspanning gaat branden
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Gebruik de volgende procedure wanneer de banden voldoende zijn afge-
koeld.
● Controleer de bandenspanning en breng hem op het juiste niveau.
● Als het waarschuwingslampje na enkele minuten niet uitgaat, con troleer dan
of de bandenspanning in orde is en voer de initialisatie uit.
Het waarschuwingslampje kan weer gaan branden wanneer bovenstaa nde
handelingen zijn uitgevoerd zonder eerst de banden voldoende te laten
afkoelen.
■ Het waarschuwingslampje lage ba ndenspanning gaat mogelijk brand en
door een natuurlijke oorzaak (aut o's met bandenspanningswaarsch u-
wingssysteem)
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk brand en door
een natuurlijke oorzaak, zoals het onvermijdelijke spanningsver lies dat op
den duur optreedt of een veranderde bandenspanning die veroorza akt wordt
door temperatuurveranderingen. In dat geval zal het waarschuwin gslampje
na een paar minuten uitgaan als de banden weer op de juiste spa nning
gebracht zijn.
■ Als een wiel wordt vervangen d oor het reservewiel (auto's met b anden-
spanningswaarschuwingssysteem)
Het compacte reservewiel is niet voorzien van een bandenspannin gssensor
en -zender. Bij een lekke band zal het waarschuwingslampje lage banden-
spanning niet uitgaan, ook al is het wiel met de lekke band ver vangen door
het reservewiel. Vervang het reservewiel door het wiel met de g erepareerde
band en breng de band op de juiste spanning. Het waarschuwingsl ampje
lage bandenspanning zal na een paar minuten uitgaan.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 495 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
Page 506 of 592
5068-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)■
Als “Front sensor systems are temporarily unavailable due to
inappropriate temp. Wait a mo
ment.” (Sensorsystemen voor
zijn tijdelijk niet beschikbaar als gevolg van een onjuiste tem -
peratuur. Wacht een ogenblik.) o f “Front Camera Vision Bloc-
ked Clean and Demist Windshi eld.” (Zicht camera voor
belemmerd. Reinig en ontwasem de voorruit.) wordt weergege-
ven (indien aanwezig)
De onderstaande systemen worden mogelijk tijdelijk uitgeschakeld
tot het in de melding aangegeven probleem is opgelost.
● PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
● LDA (Lane Departure Alert)
● Automatic High Beam-systeem
● RSA (Road Sign Assist)
■Als “Shift to P Before Exiting Vehicle” (Zet selectiehendel in
stand P voordat u de auto verlaat) wordt weergegeven
De melding wordt weergegeven wanneer het bestuurdersportier
wordt geopend terwijl het contact niet UIT is gezet en de selec tie-
hendel in een andere stand dan P stond.
Zet de selectiehe ndel in stand P.
■Als “Shift is in N. Release accelerator before shifting” (Selec -
tiehendel staat in stand N. Laat vóór het schakelen het gaspe-
daal los) wordt weergegeven
De melding wordt weergegeven wanneer het gaspedaal wordt
ingetrapt en de selectie hendel in stand N staat.
Laat het gaspedaal los en zet de selectiehendel in stand D of R.
■Waarschuwingslampjes systeem
In de volgende situatie gaat het centrale waarschuwingslampje n iet branden
of knipperen. In plaats daarvan gaat een apart waarschuwingslampje van het
systeem branden terwijl een melding op het multi-informatiedisp lay wordt
weergegeven.
● Storing in het remsysteem
Het waarschuwingslampje van het remsysteem gaat branden. ( →Blz. 491)
● Hoge koelvloeistoftemperatuur
Het waarschuwingslampje hoge koelvloeistoftemperatuur wordt wee rgege-
ven. ( →Blz. 491)
■ Waarschuwingszoemer
De zoemer is in sommige gevallen niet hoorbaar, zoals in een lu idruchtige
omgeving of wanneer het volume van de audio hoog staat.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 506 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
Page 515 of 592
5158-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
8
Bij problemen
■Het compacte reservewiel
●Op de band van het compacte reservewiel staat aan de zijkant de aandui-
ding TEMPORARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk gebruik).
Gebruik het compacte reservewiel alleen tijdelijk en alleen in noodgevallen.
● Controleer de bandenspanning van het compacte reservewiel.
(→Blz. 560)
■ Bij gebruik van het compacte reservewiel
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is ge monteerd dan
wanneer er gereden wordt met de standaardbanden.
■ Bij gebruik van het reservewiel (auto's met bandenspanningswaar schu-
wingssysteem)
Het compacte reservewiel is niet voorzien van een bandenspannin gssensor
en -zender, waardoor een te lage bandenspanning hiervan niet wo rdt aange-
geven door het bandenspanningswaarschuwingssysteem. Verder zal, als u
het reservewiel monteert nadat het waarschuwingslampje voor een lage ban-
denspanning is gaan branden, dit lampje blijven branden.
■ Als uw auto een lekke voorband krijgt op een weg die bedekt is met
sneeuw of ijs
Vervang een van de achterwielen van de auto door het compacte r eserve-
wiel. Voer onderstaande stappen uit en monteer sneeuwkettingen op de voor-
wielen:
Vervang het wiel links of rechts achter door het compacte reser vewiel.
Vervang het wiel met de lekke voorband door het wiel dat van de achter-
zijde afkomstig is.
Monteer sneeuwkettingen op de voorwielen.
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 515 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
Page 518 of 592
5188-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
OPMERKING
■Rijd voorzichtig over oneffenheden in het wegdek heen als het c om-
pacte reservewiel onder de auto gemonteerd is.
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is ge monteerd
dan wanneer er gereden wordt met de standaardbanden. Wees voorz ichtig
bij het rijden over slechte wegen.
■ Rijden met sneeuwkettingen en het compacte reservewiel
Monteer geen sneeuwketting op het compacte reservewiel.
De sneeuwketting kan de carrosserie beschadigen en het rijgedra g in nega-
tieve zin beïnvloeden.
■ Bij het vervangen van banden (auto's met bandenspanningswaarsch u-
wingssysteem)
Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of bandenspan-
ningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige omdat de bandenspanningssensoren en -zenders
beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgeg aan.
■ Voorkomen van schade aan de band enspanningssensoren en -zenders
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werke n de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op m et een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang bij het vervangen van
de band de bandenspanningssensor en -zender. ( →Blz. 440)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.book Page 518 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
Page 529 of 592
5298-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
8
Bij problemen
■Als de band te hard wordt opgepompt
Controleer of de bandenspanningsmeter de voorgeschreven spannin g aan-
geeft.
Zet de compressor weer aan als de spanning onder de voorgeschre ven
waarde ligt en vul de band tot de juiste spanning is bereikt.
■ Nadat een band is gerepareer d met de bandenreparatieset
● Vervang de bandenspanningssensor en -zender.
● Zelfs als de bandenspanning op het voorgeschreven niveau ligt, gaat moge-
lijk het waarschuwingslampje lage bandenspanning branden/knippe ren.
Druk op de knop om wat lucht te laten
ontsnappen.
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b
ook Page 529 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
Page 533 of 592
5338-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
8
Bij problemen
OPMERKING
■Een noodreparatie uitvoeren
● Een band mag alleen met de bandenreparatieset worden gerepareer d
indien de beschadiging is veroorzaakt door perforatie van het l oopvlak
door een scherp voorwerp, zoals een spijker of een schroef.
Verwijder de spijker of de schroef niet uit de band. Door het verwijderen
van de spijker of de schroef kan het gat groter worden waardoor de band
niet meer tijdelijk gerepareerd kan worden.
● De reparatieset is niet waterbestendig. Zorg dat de bandenrepar atieset
niet in aanraking komt met water, bijvoorbeeld bij gebruik tijd ens regen.
● Zet de bandenreparatieset niet op een stoffige ondergrond, zoal s in het
zand of in de berm. Als de reparatieset stof e.d. opzuigt, kunn en er storin-
gen optreden.
● Houd de fles tijdens het gebruik niet ondersteboven, om schade aan de
compressor te voorkomen.
■ Voorzorgsmaatregelen voor de bandenreparatieset
● De reparatieset heeft als voeding 12V-gelijkstroom nodig. Sluit de repara-
tieset niet aan op andere voedingsbronnen.
● Als er benzinedruppels op de reparatieset terechtkomen, kan de set defect
raken. Zorg dat de set niet met benzine in aanraking kan komen.
● Berg de reparatieset op, zodat de set beschermd is tegen vuil en vocht.
● Berg de reparatieset op in de gereedschapshouder onder de afdek mat,
buiten bereik van kinderen.
● Demonteer de reparatieset niet en breng geen wijzigingen aan. S tel
onderdelen als de bandenspanningsmeter niet bloot aan schokken. Hier-
door kunnen storingen optreden.
■ Voorkomen van schade aan de band enspanningssensoren en -zenders
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werke n de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op m et een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang na het gebruik van ban-
denreparatievloeistof de bandenspanningssensor en -zender wanneer de
band wordt gerepareerd of vervangen. ( →Blz. 440)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.book Page 533 Monday, October 24, 2016 4:06 PM