TOYOTA BZ4X 2023 Instructieboekje (in Dutch)
Page 421 of 586
Plaats van gereedschap
AGeleidepen*
BSleepoog
CWielmoersleutel
DKrik*
EKrikslinger*
FWielmoerdop*
*U kunt deze aanschaffen bij een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING!
Gebruik van de krik
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
Onjuist gebruik van de krik kan ertoe
leiden dat de auto van de krik valt, wat
tot dodelijk of ernstig letsel kan leiden.
• Gebruik de krik uitsluitend voor het
verwisselen van een wiel of de
montage en het verwijderen van
sneeuwkettingen.
• Gebruik voor het verwisselen van
banden onder deze auto geen krik
van een andere auto.
• Zet de krik op de juiste wijze onder
het kriksteunpunt.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Zorg ervoor dat er zich geen
lichaamsdelen bevinden onder een
auto die alleen door een krik wordt
ondersteund.
• Start het EV-systeem niet en ga niet
met de auto rijden als deze door de
krik wordt ondersteund.
• Krik de auto niet op als er nog iemand
in de auto aanwezig is.
• Plaats niets op of onder de krik als de
auto wordt opgekrikt.
• Krik de auto niet verder op dan voor
het verwisselen van het wiel
noodzakelijk is.
• Plaats de auto op bokken als u onder
de auto moet zijn.
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud
419
7
Onderhoud en verzorging
Page 422 of 586
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Zorg wanneer u de auto laat zakkendat er niemand onder komt. Breng
mensen in de buurt op de hoogte van
het laten zakken.
Vervangen van een wiel met een lekke
band 1. Plaats wielblokken.
Wiel Positie wielblok
Links voor Achter het rechter
achterwiel
Rechts voor Achter het linker
achterwiel
Links achter Voor het rechter
voorwiel
Rechts achter Voor het linker
voorwiel
2. Draai de wielbouten iets los (één
slag).
3. Draai met de hand aan het gedeelte
A
van de krik en plaats de kop van de
krik in de in de afbeelding aangegeven
positie. Voor
4. Plaats de wielmoersleutel in de
krikslinger.
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud
420
Achter
Page 423 of 586
5. Draai de krik vervolgens verder
omhoog totdat het wiel vrij van de
grond is.
6. Verwijder de bovenste wielbout en
plaats de geleidepen
Amet de
hand.
Draai de geleidepen rechtsom om
hem vast te draaien totdat hij stopt.
7. Verwijder alle wielbouten en het wiel.
Leg het wiel met de buitenzijde
omhoog op de grond, om krassen op
de velg te voorkomen.
WAARSCHUWING!
Vervangen van wiel met een lekke
band
• Raak de wielen of het gedeelte rond
de remmen niet aan direct nadat met
de auto is gereden. Nadat met de
auto is gereden, zijn de wielen en het
gedeelte rond de remmen mogelijk
zeer heet. Wanneer u deze delen
tijdens het verwisselen van een wiel,
enz. met uw handen, voeten of
andere lichaamsdelen aanraakt, kan
dit leiden tot brandwonden.
• Het niet opvolgen van deze
voorzorgsmaatregelen kan ertoe
leiden dat de wielbouten loslopen,
waardoor de wielen van de auto af
kunnen lopen en een ongeval kan
ontstaan met dodelijk of ernstig
letsel als gevolg.
– De contactvlakken van de wielbout
en het wiel zijn zo ontworpen dat
ze precies op elkaar passen. Als u
banden gebruikt waarmee de auto
af fabriek was uitgerust, dan
moeten speciale originele
Toyota-wielbouten worden
gebruikt. Gebruik geen wielbouten
die zijn ontworpen voor andere
modellen, modeljaren of typen,
zelfs niet als het gaat om originele
Toyota-wielbouten. Als de auto
niet is voorzien van wielen
waarmee de auto af fabriek was
uitgerust, zijn de af fabriek
geplaatste wielbouten mogelijk
niet geschikt voor het wiel. Neem
contact op met de dealer waar de
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud
421
7
Onderhoud en verzorging
Page 424 of 586
WAARSCHUWING!(Vervolg)
wielen zijn aangeschaft of met de
fabrikant van de wielen voor
advies over het plaatsen.
– Breng nooit olie of vet aan op de
wielbouten of hun contactvlakken
op het wiel
A. Anders worden de
wielbouten mogelijk te strak
aangedraaid, waardoor de
wielbouten, het
schroefdraadgedeelte van de
wielbouten
Bof het wiel
beschadigd kunnen raken.
Verwijder eventueel aanwezig(e)
olie of vet van de wielbouten.
– Controleer na het vervangen van
een band zo snel mogelijk het
aanhaalmoment. Als u het
aanhaalmoment niet zelf kunt
controleren, laat de auto dan
nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
– Als een boutgat in een wiel, de
schroefdraad van een wielbout of
de wielnaaf vervormd, gebarsten,
roestig of anderszins beschadigd
is, laat de auto dan nakijken door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een
andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Bij het vastdraaien van de wielbouten
Draai de wielbouten niet te vast.
Anders kunnen de wielbouten, de
schroefdraad van de wielnaaf of het
wiel beschadigd raken.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
Geleidepen
Zorg ervoor dat u de geleidepen
gebruikt wanneer u een band
verwijdert of plaatst.
De geleidepen is gemaakt van
kunststof. Hij kan beschadigd raken als
het wiel ergens anders wordt geplaatst
dan
Aof als er veel kracht op de
geleidepen wordt uitgeoefend.
Vervangen van een lekke band bij
auto's met een elektrisch bedienbare
achterklep
Schakel het systeem van de elektrisch
bedienbare achterklep uit wanneer u
een band gaat vervangen (→blz. 161).
Als u dit niet doet, kan de achterklep
onbedoeld in werking treden als de
schakelaar elektrisch bedienbare
achterklep per ongeluk wordt
aangeraakt, waardoor lichaamsdelen
bekneld kunnen raken en letsel kan
optreden.
OPMERKING
Repareren of vervangen van banden,
velgen, bandenspanningssensoren,
-zenders en ventieldopjes
→Blz. 410
Plaatsen van het wiel
1. Verwijder eventueel aanwezige
verontreinigingen van het contactvlak
van de velg en de wielbouten.
Als er verontreinigingen op het
contactvlak aanwezig zijn, kunnen
tijdens het rijden de wielbouten los
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud
422
Page 425 of 586
lopen, waardoor het wiel los kan
raken.
2. Breng een boutgat in het wiel in lijn
met de geleidepen en plaats het wiel
op de geleidepen.
Plaats het wiel zo, dat de velg het
contactvlak raakt.
3. Draai de wielbouten voorlopig vast
met de hand of met een wielmoerdop
A.
Druk het wiel aan om te voorkomen
dat het valt.
Gebruik de wielmoerdop uitsluitend
voor het handvast vastdraaien van de
wielbouten.4. Verwijder de geleidepen en draai de
wielbout handvast zoals bij stap3.
5. Laat de auto zakken.
6. Draai de wielbouten twee of drie keer
aan in de volgorde die in de afbeelding
is aangeven.
Aanhaalmoment:
140 Nm.(14,3 kgm,.103 ft.lbf )
7. Berg al het gereedschap op.
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud
423
7
Onderhoud en verzorging
Page 426 of 586
7.3.7 Bandenspanning
Zorg ervoor dat de banden de juiste
spanning hebben. De bandenspanning
moet ten minste eenmaal per maand
gecontroleerd worden. Toyota beveelt u
echter aan de bandenspanning eens per
twee weken te controleren.
Gevolgen van een onjuiste
bandenspanning
Het rijden met een onjuiste
bandenspanning kan de volgende
gevolgen hebben:
• Hoger elektriciteitsverbruik
• Verminderd rijcomfort en een slechte
handling
• Kortere levensduur van de banden als
gevolg van slijtage
• Een onveilige auto
• Beschadiging van de aandrijflijn
Als een band vaak moet worden
opgepompt, laat deze dan controleren
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Instructies voor het controleren van de
bandenspanning
Let bij het controleren van de
bandenspanning op het volgende:
• Controleer de bandenspanning alleen
als de banden koud zijn. Als uw auto
ten minste 3 uur heeft stilgestaan of
niet meer dan 1,5 km heeft gereden,
kunt u de bandenspanning voor koude
banden correct aflezen.
• Gebruik altijd een
bandenspanningsmeter. Het is
moeilijk te bepalen of een band de
juiste bandenspanning heeft op basis
van alleen het uiterlijk.
• Het is normaal dat de spanning van
een band na een rit is opgelopen
aangezien warmte wordt gegenereerdin de band. Laat na het rijden geen
lucht uit de banden lopen om de
spanning te verlagen.
• Verdeel de passagiers en het gewicht
van de bagage gelijkmatig over de
auto.
WAARSCHUWING!
Een goede bandenspanning zorgt
voor een langere levensduur van de
banden
Houd de bandenspanning op de juiste
waarde. Als de banden niet de juiste
spanning hebben, kunnen
onderstaande zaken zich voordoen. Dit
kan leiden tot een ongeval waarbij
dodelijk of ernstig letsel kan ontstaan.
• Overmatige slijtage
• Ongelijkmatige slijtage
• Slecht rijgedrag
• Mogelijke klapband door
oververhitting
• Luchtlekkage tussen de band en velg
• Wielvervorming en/of beschadiging
van de band
• Groter risico op beschadiging van de
band tijdens het rijden (als gevolg
van voorwerpen op het wegdek,
verbindingsstukken of scherpe
randen in het wegdek, enz.)
OPMERKING
Controleren en op de juiste spanning
brengen van de banden
Plaats na controle altijd de
ventieldopjes. Zonder de ventieldopjes
kan er vuil en vocht in het inwendige van
de ventielen doordringen. Hierdoor kan
de afdichting in gevaar komen, wat kan
leiden tot een lagere bandenspanning.
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud
424
Page 427 of 586
7.3.8 Velgen
Als een velg verbuigingen of scheuren
vertoont of erg gecorrodeerd is, moet
deze vervangen worden. Anders kan de
band van de velg raken of kan de auto
moeilijk beheersbaar worden.
Keuze van velg
Let er bij het vervangen van velgen op dat
deze hetzelfde draagvermogen, dezelfde
diameter, velgbreedte en ET-waarde
*
hebben. Vervangende velgen zijn
verkrijgbaar bij een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
*“Offset” is de gebruikelijke term.
Toyota adviseert u het volgende niet te
gebruiken:
• Velgen van verschillende maten of
types
• Gebruikte velgen
• Verbogen velgen die hersteld zijn
Vervangen van velgen
De velgen van uw auto zijn uitgerust met
bandenspanningssensoren en -zenders
voor het
bandenspanningswaarschuwingssysteem,
dat in een vroegtijdig stadium
waarschuwt als de bandenspanning te
laag wordt. Bij het vervangen van velgen
moeten er bandenspanningssensoren
en -zenders worden geplaatst.
(→Blz. 409)
WAARSCHUWING!
Vervangen van velgen
• Gebruik alleen de in deze handleiding
aanbevolen maat velgen en banden.
Een andere maat kan resulteren in
een slechtere controle over de auto.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Gebruik nooit een binnenband bij
een poreuze velg die ontworpen is
voor een tubeless band. Als u dat wel
doet, kan dat leiden tot een ongeval
waarbij dodelijk of ernstig letsel kan
ontstaan.
Wielbouten
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht om de
kans op dodelijk of ernstig letsel te
beperken:
• Draai niet te stevig vast.
• Breng nooit olie of vet aan op de
wielbouten. Door het gebruik van
olie of vet worden de wielbouten
mogelijk te vast aangedraaid
waardoor de bouten of de velg
beschadigd kunnen raken.
Bovendien kunnen door gebruik van
olie of vet de wielbouten loslopen,
waardoor het wiel los kan raken en
een ernstig ongeval kan ontstaan.
Verwijder olie of vet van de
wielbouten.
• Bij gescheurde of vervormde
wielbouten of als de
oppervlakteafwerking is versleten,
moeten de wielbouten worden
vervangen door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige. Het niet
opvolgen van deze
voorzorgsmaatregelen kan ertoe
leiden dat de wielbouten loslopen,
waardoor de wielen van de auto af
kunnen lopen en een ongeval kan
ontstaan met dodelijk of ernstig
letsel als gevolg.
Gebruik van beschadigde velgen niet
toegestaan
Gebruik geen gescheurde of vervormde
velgen. Als u dat wel doet, kan er
tijdens het rijden lucht uit de band
ontsnappen, waardoor een ongeval zou
kunnen ontstaan.
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud
425
7
Onderhoud en verzorging
Page 428 of 586
OPMERKING
Vervangen van
bandenspanningssensoren en
-zenders
• Omdat het repareren of vervangen
van een band invloed kan hebben op
de bandenspanningssensoren en
-zenders, adviseren we u deze
werkzaamheden uit te laten voeren
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige. Ga ook voor de
aanschaf van
bandenspanningssensoren en
-zenders naar een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Gebruik voor uw auto alleen originele
Toyota-velgen. Bij niet-originele
velgen kan niet worden gegarandeerd
dat de bandenspanningssensoren en
-zenders goed werken.
Belangrijke aanwijzingen voor
lichtmetalen velgen
• Gebruik uitsluitend de Toyota-
wielbouten en de Toyota-
wielmoersleutel bij uw lichtmetalen
velgen.
• Controleer de wielbouten na de eerste
1.600 km telkens als een band is
verwisseld, gerepareerd of vervangen.
• Pas op dat lichtmetalen velgen niet
beschadigd raken als u
sneeuwkettingen gebruikt.
• Bij het balanceren moet gebruik
worden gemaakt van Toyota- of
gelijkwaardige balanceergewichtjes,
die geplaatst dienen te worden met
een kunststof of rubber hamer.
7.3.9 Interieurfilter
Het interieurfilter moet regelmatig
worden vervangen om de optimale
werking van de airconditioning te
behouden.
Verwijderen van het interieurfilter
1. Zet het contact UIT.
Controleer of de laadstekker niet is
aangesloten. Gebruik de op afstand
bedienbare airconditioning niet
tijdens de procedure.
2. Open het voorpassagiersportier.
Door het portier open te houden
wordt plotseling in werking treden
van de op afstand bedienbare
airconditioning voorkomen.
(→Blz. 365)
3. Druk op de klauw, houd de hendel
Avast en verwijder het paneel.
4. Auto's met voetenruimteverlichting:
Neem de stekker los.
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud
426
Page 429 of 586
5. Ontgrendel de afdekkap van het filter
(A), haal de afdekkap van het filter
uit de klauwen (
B) en verwijder de
afdekkap van het filter.
6. Houd de filterhouder
Avast en
verwijder de onderste filterhouder.
7. Houd de filterhouder
Avast en trek
de bovenste filterhouder omlaag.8. Houd de filterhouder
Avast en
verwijder de bovenste filterhouder.
Mogelijk hebben zich stof en vuil
(gevallen bladeren, enz.) onder in de
airco-unit verzameld; verwijder dit
met een stofzuiger.
9. Verwijder het interieurfilter uit de
bovenste en onderste filterhouder en
vervang het door een nieuw
exemplaar.
Plaats het op zo'n manier dat de pijl
richting de achterzijde van de auto
wijst.
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud
427
7
Onderhoud en verzorging
Page 430 of 586
10. Plaatsen: Herhaal de genoemde
stappen in omgekeerde volgorde.
Bij het plaatsen van het filterdeksel
Schuif de uitsparing
Avan het
filterdeksel over de bovenkant van de
bovenste filterhouder
B, zoals
aangegeven in de afbeelding, en bevestig
deze op zo'n manier dat deze richting het
insteekgedeelte in de dekselbevestiging
beweegt.
Auto's met linkse besturing
Auto's met rechtse besturing
Controle-interval
Controleer en vervang het interieurfilter
volgens het onderhoudsschema. In
gebieden met veel stof of met veel
verkeer moet vervanging vaker
plaatsvinden. (Zie het onderhoudsboekje
of het garantieboekje voor het
onderhoudsschema.)Als er te weinig lucht uit de
ventilatieroosters stroomt
Het filter kan verstopt zitten. Controleer
het filter en vervang het indien nodig.WAARSCHUWING!
Bij het vervangen van het
interieurfilter
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Anders
kan de airconditioning tijdens de
procedure in werking treden, hetgeen
kan leiden tot letsel.
• Controleer of de laadstekker niet is
aangesloten.
• Gebruik de op afstand bedienbare
airconditioning niet
OPMERKING
Bij het gebruik van de airconditioning
• Controleer of het interieurfilter
aanwezig is. Als de airconditioning
zonder filter gebruikt wordt, kan het
systeem beschadigd raken.
• Het filter kan vervangen worden.
Reinig het filter niet met water of
perslucht.
Voorkomen van schade aan de
afdekkap van het filter
Oefen bij het bewegen van de afdekkap
van het filter in de richting van de pijl om
de bevestiging los te nemen, geen
overmatige kracht uit op de klauwen.
Anders kunnen de klauwen beschadigd
raken.
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud
428