TOYOTA BZ4X 2023 Instructieboekje (in Dutch)

Page 471 of 586

WAARSCHUWING!(Vervolg)
kind of een andere passagier klem komt
te zitten door het bedienen van de
elektrisch bedienbare ruit.
Starten van het EV-systeem
1. Trap het rempedaal in.
2. Houd de elektronische sleutel tegen
de startknop.
Wanneer de elektronische sleutel
wordt gesignaleerd, klinkt er een
zoemer en wordt het contact AAN
gezet. Wanneer het Smart
entry-systeem met startknop is
uitgeschakeld via de persoonlijke
voorkeursinstellingen, wordt het
contact in stand ACC gezet.
3. Trap het rempedaal stevig in en
controleer of
op het
multi-informatiedisplay wordt
weergegeven.
4. Druk op de startknop.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als het
EV-systeem nog steeds niet kan
worden gestart.
Uitzetten van het EV-systeem
Activeer de parkeerrem, selecteer stand P
en druk op de startknop zoals u normaal
doet bij het uitschakelen van het
EV-systeem.Batterij elektronische sleutel
Omdat deze procedure een
noodmaatregel is, wordt geadviseerd de
batterij van de elektronische sleutel zo
snel mogelijk te laten vervangen als deze
ontladen is. (→Blz. 429)
Alarm (indien aanwezig)
Het alarmsysteem wordt niet
ingeschakeld als de mechanische sleutel
wordt gebruikt om de portieren te
vergrendelen. Het alarm kan worden
geactiveerd als een portier met de
mechanische sleutel wordt ontgrendeld
terwijl het alarmsysteem is ingeschakeld.
(→Blz. 59)
Wijzigen van de standen van het
contact
Laat het rempedaal los en druk tijdens
stap3hierboven op de startknop. Het
EV-systeem wordt niet ingeschakeld en
de stand verandert iedere keer dat de
knop wordt ingedrukt. (→Blz. 201)
8.2.10 Als de 12V-accu is
ontladen
Als de 12V-accu van de auto ontladen is,
kan het EV-systeem met behulp van de
onderstaande procedures worden
gestart. U kunt contact ook opnemen met
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Herstarten van het EV-systeem
Als u de beschikking hebt over een set
startkabels en een tweede voertuig met
een 12V-accu, kunt u uw auto starten met
behulp van de onderstaande
hulpstartprocedure.
1. Controleer of u de elektronische
sleutel bij u hebt.
Afhankelijk van de situatie kan bij het
aansluiten van de startkabels het
alarm worden geactiveerd en kunnen
de portieren worden vergrendeld.
(→Blz. 61)
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
469
8
Bij problemen

Page 472 of 586

2. Open de motorkap (→blz. 398).
3. Open het kapje van de pluspool (+)
van de accu.
Druk op de klauw en open de afdekkap
zoals aangegeven in de afbeelding.4. Sluit de positieve startkabelklem aan
opAvan uw auto en sluit de klem
aan de andere zijde van de positieve
startkabel aan op
Bvan de tweede
auto. Sluit vervolgens de negatieve
kabelklem aan op
Cvan de tweede
auto en sluit de klem aan de andere
zijde van de negatieve startkabel aan
op
D.
APluspool (+) accu (uw auto)
BPluspool (+) accu (tweede auto)
CMinpool (-) accu (tweede auto)
DStevig, niet-bewegend,
niet-gelakt metalen punt, ver weg van
de accu en bewegende delen, zoals
aangegeven in de afbeelding.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
470

Page 473 of 586

5. Start de motor van de tweede auto.
Verhoog het motortoerental iets en
laat de motor gedurende ongeveer
5 minuten met het verhoogde
toerental draaien om de 12V-accu van
uw auto op te laden.
6. Open en sluit een van de portieren
terwijl het contact UIT staat.
7. Houd het motortoerental van de
tweede auto constant en start het
EV-systeem van uw auto door het
contact AAN te zetten.
8. Controleer of het controlelampje
READY gaat branden. Neem als het
controlelampje niet gaat branden
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
9. Verwijder de startkabels als het
EV-systeem is gestart in exact de
omgekeerde volgorde van aansluiten.
10. Sluit het kapje van de pluspool (+) van
de accu.
Laat, nadat het EV-systeem is gestart, de
auto zo snel mogelijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Starten van het EV-systeem wanneer
de 12V-accu ontladen is
Het EV-systeem kan niet worden gestart
door de auto aan te duwen.
Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
• Zet de koplampen, de airconditioning,
het audiosysteem, enz. uit als het
EV-systeem is uitgeschakeld.
• Schakel niet-noodzakelijke
elektrische verbruikers uit als er
gedurende langere tijd met lage
snelheden gereden wordt,
bijvoorbeeld in een file.Opladen van de 12V-accu
De 12V-accu zal geleidelijk aan
ontladen, zelfs wanneer de auto niet in
gebruik is. Dit wordt veroorzaakt door
natuurlijke ontlading en het effect van
bepaalde elektrische apparatuur. Als de
auto langere tijd niet gebruikt wordt,
kan de 12V-accu ontladen en kan het
EV-systeem mogelijk niet meer worden
gestart. (De 12V-accu laadt automatisch
op wanneer het EV-systeem in werking
is.)
Als de 12V-accu verwijderd of
ontladen is
• De in de ECU opgeslagen informatie
wordt gewist. Laat wanneer de
12V-accu volledig is ontladen de auto
nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Wanneer de 12V-accu is ontladen, is
het in sommige gevallen niet mogelijk
om de portieren te ontgrendelen met
het Smart entry-systeem met
startknop. Gebruik de
afstandsbediening of de mechanische
sleutel om de portieren te
vergrendelen of te ontgrendelen.
• Mogelijk start het EV-systeem niet bij
de eerste poging nadat de 12V-accu
weer is opgeladen, maar start hij wel
normaal na de tweede poging. Dit
duidt niet op een storing.
• De stand van het contact wordt door
de auto geregistreerd. Wanneer de
12V-accu weer wordt aangesloten,
keert het systeem terug naar de stand
die was geselecteerd voordat de
12V-accu ontladen was. Zorg dat het
contact UIT staat voordat de
12V-accu wordt losgenomen. Wees
extra voorzichtig bij het aansluiten
van de 12V-accu wanneer u niet zeker
weet in welke stand het contact stond
voordat de 12V-accu werd opgeladen.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
471
8
Bij problemen

Page 474 of 586

• Als de 12V-accu ontladen raakt, is het
wellicht niet mogelijk om de
transmissie in een andere stand te
zetten. In dat geval kan de auto alleen
worden gesleept met beide
voorwielen van de grond, aangezien
de voorwielen geblokkeerd zijn.
• De elektrisch bedienbare achterklep
(indien aanwezig) moet worden
geïnitialiseerd. (→Blz. 157)
Vervangen van de 12V-accu
• Gebruik een 12V-accu die voldoet aan
de Europese wetgeving.
• Gebruik een 12V-accu van hetzelfde
formaat als de vorige (LN1), met een
gelijkwaardige capaciteit van 20 uur
(20HR) (45 Ah) of meer en een
gelijkwaardig koudstartvermogen
(CCA) (286 A) of meer.
– Als het formaat verschilt, kan de
12V-accu niet goed worden
bevestigd.
– Als er een verkeerde 12V-accu
wordt gebruikt, nemen de prestaties
van de accu mogelijk af en kan het
EV-systeem mogelijk niet worden
herstart.
– Als de capaciteit laag is, zelfs als de
auto korte tijd niet gebruikt is, kan
de 12V-accu ontladen en kan het
EV-systeem mogelijk niet meer
worden gestart.
Neem voor meer informatie zo snel
mogelijk contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
WAARSCHUWING!
Bij het losnemen van de
12V-accuklemmen
Verwijder altijd eerst de minkabel (-).
Als de pluspool (+) wordt verwijderd en
daarbij contact maakt met metaal in de
omgeving, kan er een vonk ontstaan die
tot brand, een elektrische schok en
dodelijk of ernstig letsel kan leiden.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
Voorkomen van brand en explosie van
de 12V-accu
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht om te
voorkomen dat het licht ontvlambare
gas dat uit de 12V-accu kan komen, per
ongeluk tot ontbranding komt:
• Zorg ervoor dat de startkabel
aangesloten wordt op de juiste
accupool en niet per ongeluk in
aanraking komt met een ander
onderdeel dan de bedoelde accupool.
• Zorg ervoor dat de op de “+”-pool
aangesloten startkabel niet in
contact komt met andere onderdelen
of metalen oppervlakken, zoals
metalen steunen en ongelakt metaal.
• Laat de “+” en “-” klemmen van de
startkabels niet in contact komen
met elkaar.
• Rook niet en gebruik geen lucifers,
aanstekers en open vuur in de buurt
van de 12V-accu.
Voorzorgsmaatregelen 12V-accu
De 12V-accu bevat giftige en
corrosieve elektrolyt en de onderdelen
van de accu bevatten lood en
loodhoudende samenstellingen. Neem
bij het omgaan met de 12V-accu de
volgende voorzorgsmaatregelen in
acht:
• Draag bij het werken met de
12V-accu altijd een veiligheidsbril en
zorg ervoor dat de accuvloeistof niet
in contact komt met de huid, kleding
of de carrosserie van de auto.
• Leun niet over de 12V-accu heen.
• Was accuvloeistof (zuur), die op de
huid of in de ogen terecht is
gekomen, direct weg met water en
raadpleeg een arts. Bedek de plaats
waar de accuvloeistof op
terechtgekomen is met een natte
spons of doek totdat er medische
hulp kan worden verkregen.
• Was altijd uw handen nadat u de
12V-accu of de accu-gerelateerde
onderdelen hebt aangeraakt.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
472

Page 475 of 586

WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Houd kinderen uit de buurt van de
12V-accu.
Vervangen van de 12V-accu
• Wanneer de ontluchtingsnippel zich
in de buurt van de klembeugel
bevinden, kan er accuvloeistof (zuur)
lekken.
• Neem voor meer informatie over het
vervangen van de accu contact op
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
OPMERKING
Omgaan met startkabels
Zorg er bij het aansluiten van de
startkabels voor dat deze niet verstrikt
raken in de koelventilator.
8.2.11 Als uw auto oververhit
raakt
Wanneer “EV System overheated Output
power reduced” (EV-systeem oververhit.
Gereduceerd uitgangsvermogen) op het
multi-informatiedisplay wordt
weergegeven, is uw auto mogelijk
oververhit.
OPMERKING
Koelvloeistof koelsysteem
Voor de radiateur wordt een specifieke
koelvloeistof gebruikt. Er kan schade
ontstaan wanneer er water of een ander
soort koelvloeistof wordt gebruikt.
Gebruik dus nooit andere soorten
vloeistof. Neem direct contact op met
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als u niet beschikt over
Toyota Genuine Traction Battery
Coolant.
OPMERKING(Vervolg)
Correctieprocedures
1. Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand en schakel de
airconditioning uit.
2. Laat het EV-systeem ingeschakeld en
open de motorkap voorzichtig.
3. Controleer of de koelventilator draait.
Als de ventilator draait: Wacht tot de
melding “EV System overheated
Output power reduced” (EV-systeem
oververhit. Gereduceerd
uitgangsvermogen) verdwijnt en zet
dan het EV-systeem uit. Neem, als de
melding niet verdwijnt, contact op
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige. Als de
ventilator niet draait: Schakel het
EV-systeem onmiddellijk uit en neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
4. Controleer nadat het EV-systeem is
afgekoeld de slangen en het
radiateurblok (radiateur) op sporen
van lekkage.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
473
8
Bij problemen

Page 476 of 586

ARadiateur
BKoelventilator
Neem bij lekkage van een grote
hoeveelheid koelvloeistof
onmiddellijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
5. Het koelvloeistofniveau is correct als
het zich tussen de streepjes MAX en
MIN bevindt.
AReservoir
BBovenste streepje (MAX)
COnderste streepje (MIN)
6. Als het koelvloeistofniveau te laag is,
vul dan bij met Toyota Genuine
Traction Battery Coolant.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als u niet
beschikt over Toyota Genuine Traction
Battery Coolant.1. Verwijder de bout.
2. Open de dop van het reservoir.
Laat de auto zo snel mogelijk nakijken
door de dichtstbijzijnde erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING!
Een ongeval of letsel voorkomen bij
controles in de motorruimte van uw
auto
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan ernstig
letsel, zoals brandwonden, tot gevolg
hebben.
• Als er stoom onder de motorkap
vandaan komt, open de motorkap
dan niet voordat de stoom is
verdwenen. Het
elektromotorcompartiment kan zeer
heet zijn.
• Houd uw handen en kleding (met
name stropdassen, sjaals en dassen)
uit de buurt van de ventilator. Als u
dit niet doet, kunnen uw handen of
kleding bekneld raken, wat kan
leiden tot ernstig letsel.
• Draai de dop van het
koelvloeistofreservoir niet los als
het EV-systeem en de radiateur heet
zijn. Er kan hete stoom of
koelvloeistof uit spuiten.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
474

Page 477 of 586

OPMERKING
Bij het bijvullen van koelvloeistof
Vul langzaam koelvloeistof bij nadat het
EV-systeem voldoende is afgekoeld. Het
te snel bijvullen van koelvloeistof bij een
heet EV-systeem kan schade aan het
EV-systeem veroorzaken.
Voorkomen van beschadigingen aan
het koelsysteem
Houd u aan de volgende
voorzorgsmaatregelen:
• Zorg dat de koelvloeistof niet
verontreinigd raakt (bijvoorbeeld met
zand of stof ).
• Gebruik geen water of een ander soort
koelvloeistof om de koelvloeistof bij
te vullen. Gebruik ook geen
koelvloeistofadditieven.
8.2.12 Als de auto vast komt te
zitten
Voer de volgende procedures uit als de
banden doorslippen of als de auto vastzit
in modder, sneeuw, enz.:
Herstelprocedure
1. Zet het EV-systeem uit. Activeer de
parkeerrem en selecteer stand P.
2. Verwijder modder, sneeuw of zand
rond de voorwielen.
3. Leg een stuk hout, stenen of ander
materiaal onder de voorwielen om de
wielen grip te geven.
4. Start het EV-systeem opnieuw.
5. Selecteer stand D of R en deactiveer
de parkeerrem. Trap vervolgens
voorzichtig het gaspedaal in.
Wanneer u de auto moeilijk los kunt
krijgen
Druk op de schakelaar
om de TRC uit
te schakelen. (→Blz. 347)
WAARSCHUWING!
Bij het vrij proberen te krijgen van
een auto die vastzit
Als u de auto in beweging wilt krijgen
door te “schommelen”, controleer dan
eerst of er in de omgeving van de auto
geen andere auto's, objecten of
personen aanwezig zijn die geraakt
zouden kunnen worden als de auto
plotseling in beweging komt. De auto
kan ook een plotselinge beweging
maken als de wielen weer grip krijgen.
Neem de grootst mogelijke
voorzichtigheid in acht.
Bedienen van de transmissie
Zet de transmissie niet in een andere
stand als het gaspedaal is ingetrapt.
Als u dat wel doet, kan de auto
onverwacht snel accelereren. Dit kan
leiden tot een ongeval met dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg.
OPMERKING
Beschadiging van de transmissie en
andere componenten voorkomen
• Voorkom dat de banden gaan
doorslippen en dat het gaspedaal
verder wordt ingetrapt dan
noodzakelijk is.
• Als de auto na deze pogingen nog
steeds vastzit, moet deze door een
ander voertuig worden losgetrokken.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
475
8
Bij problemen

Page 478 of 586

8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
476

Page 479 of 586

9.1 Specificaties...............478
9.1.1 Onderhoudsgegevens.......478
9.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen . . .482
9.2.1 Systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke
voorkeursinstellingen.......482
9.3 Initialisatie...............494
9.3.1 Te initialiseren onderdelen.....494
Voertuigspecificaties9
477

Page 480 of 586

9.1 Specificaties
9.1.1 Onderhoudsgegevens
Afmetingen en gewichten
Totale lengte 4.690 mm (184,6 in.)
Totale breedte 1.860 mm (73,2 in.)
Totale hoogte
*11.650 mm (65,0 in.)
Wielbasis 2.850 mm (112,2 in.)
SpoorbreedteVoor 1.600 mm (63,0 in.)
Achter 1.610 mm (63,4 in.)
Maximaal toelaatbaar voertuiggewicht2.465 kg (5.435 lb.)
*2
2.550 kg (5.623 lb.)*3
Maximale asbelastingVoor 1.355 kg (2.987 lb.)
Achter1.355 kg (2.987 lb.)*2
1.400 kg (3.087 lb.)*3
Kogeldruk*475 kg (165 lb.)
Maximaal aanhangwagengewicht*4750 kg (1.653 lb.)
*1Ongeladen auto
*22WD-uitvoeringen
*3AWD-uitvoeringen
*4Auto's met trekhaakpakket
Identificatie van de auto
Voertuigidentificatienummer
Het voertuigidentificatienummer (VIN) is
het wettelijke identificatienummer van
uw auto. Dit is het belangrijkste
identificatienummer van uw Toyota. Het
wordt gebruikt voor het op naam zetten
van de auto.
Alleen auto's met rechtse besturing: Dit
nummer bevindt zich links boven op het
dashboard.
Dit nummer staat ook op het typeplaatje.Dit nummer is ook onder de voorstoel
rechts aangebracht.
9.1 Specificaties
478

Page:   < prev 1-10 ... 431-440 441-450 451-460 461-470 471-480 481-490 491-500 501-510 511-520 ... 590 next >