TOYOTA COROLLA 2022 Instructieboekje (in Dutch)

Page 61 of 606

59
1
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
QEen baby- of kinderzitje plaatsen
met behulp van een veiligheids-
gordel
Plaats het baby- of kinderzitje aan de
hand van de bijgesloten handleiding.
Als het desbetreffende baby- of kinder-
zitje niet binnen de “universele” catego-
rie valt (of de benodigde informatie
staat niet in de tabel), raadpleeg dan de
“voertuiglijst” van de fabrikant van het
baby- of kinderzitje voor de diverse
mogelijke montageposities of doe
navraag naar de compatibiliteit bij de
verkoper van het zitje. ( →Blz. 51, 52)
1 Als het plaatsen van een baby- of
kinderzitje op de voorpassagiers-
stoel onvermijdelijk is, raadpleeg
dan Blz. 48voor het afstellen van de
voorpassagiersstoel.
2 Verwijder indien mogelijk de hoofd-
steun indien deze de werking van
het baby- of kinderzitje hindert.
Zet anders de hoofdsteun in de
hoogste stand. ( →Blz. 136)
3 Voer de veiligheidsgordel door het
baby- of kinderzitje en steek de
gesp in de gordelsluiting. Controleer
of de gordel niet gedraaid is. Maak
de veiligheidsgordel goed vast aan
het baby- of kinderzitje aan de hand
van de bijgesloten handleiding. 4
Als uw baby- of kinderzitje niet is
voorzien van een vergrendelsys-
teem voor de veiligheidsgordel, zet
het zitje dan vast met een blokkeer-
clip.
5 Beweeg het baby- of kinderzitje na
het plaatsen naar achteren en naar
voren om te controleren of het goed
vastzit. ( →Blz. 60)
QVerwijderen van een baby- of kin-
derzitje dat is vastgezet met een
veiligheidsgordel
Druk de ontgrendelknop op de gordel-
sluiting in en laat de gordel helemaal
oprollen.
Bij het losmaken van de gordelsluiting komt
het baby- of kinderzitje mogelijk een stukje
omhoog als gevolg van de terugwerking van
de zitting. Maak de gordelsluiting los terwijl u
het baby- en kinderzitje tegenhoudt.
De veiligheidsgordel rolt automatisch op.
Houd de gordel vast, zodat het oprollen rus-
tig gebeurt.
Baby- of kinderzitje vastgezet
met een veiligheidsgordel
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 59 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page 62 of 606

601-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
QAls er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
U moet bij het plaatsen van het zitje mogelijk
gebruikmaken van een blokkeerclip. Volg de
aanwijzingen van de fabrikant van het baby-
of kinderzitje. Als uw zi tje niet over een blok-
keerclip beschikt, kunt u deze kopen bij een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige: blokkeer-
clip voor baby- of kinderzitje.
(onderdeelnr. 73119-22010)
QOnderste ISOfix-bevestigingspun-
ten (ISOfix-baby- of kinderzitje)
Voor de buitenste zitplaatsen achter
zijn onderste bevestigingspunten aan-
wezig. (Merktekens geven aan waar de
bevestigingspunten zich in de stoelen
bevinden.)
QPlaatsing met onderste ISOfix-
bevestigingspunt (ISOfix-baby- of
kinderzitje)
Plaats het baby- of kinderzitje aan de
hand van de bijgesloten handleiding.
Als het desbetreffende baby- of kinder-
zitje niet binnen de “universele” catego-
rie valt (of de benodigde informatie
staat niet in de tabel), raadpleeg dan de
“voertuiglijst” van de fabrikant van het
baby- of kinderzitje voor de diverse
mogelijke montageposities of doe
navraag naar de compatibiliteit bij de
verkoper van het zitje. ( →Blz. 51, 52)
1 Verwijder indien mogelijk de hoofd-
steun indien deze de werking van
het baby- of kinderzitje hindert.
Zet anders de hoofdsteun in de
hoogste stand. ( →Blz. 136)
WAARSCHUWING
QAls er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan dodelij k of ernstig letsel
tot gevolg hebben.
OLaat kinderen niet met de veiligheids-
gordel spelen. Als de veiligheidsgordel
om de nek van het kind draait, kan het
kind stikken of ernstig letsel oplopen.
Als dit gebeurt en de gordelsluiting niet
kan worden losgemaakt, knip de gordel
dan door met een schaar.
OControleer of de gesp goed in de gor-
delsluiting is vergrendeld en of de veilig-
heidsgordel niet gedraaid is.
OBeweeg het baby- of kinderzitje naar
links en naar rechts en naar voren en
naar achteren om te controleren of het
goed is geplaatst.
OVerstel de rugleuning niet meer nadat
het baby- of kinderzitje is geplaatst.
OControleer als er een zitkussen
geplaatst is altijd of de schoudergordel
over het midden van de schouder van
het kind loopt. De gordel mag niet langs
de nek van het kind lopen, maar mag
ook niet van de schouder van het kind
vallen.
OVolg bij het plaatsen van een baby- of
kinderzitje altijd de gebruiksaanwijzing
van de fabrikant.
Baby- of kinderzitje vastgezet
met een onderste ISOfix-
bevestigingspunt
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 60 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page 63 of 606

61
1
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
2
Verwijder de klepjes van de bevesti-
gingspunten en plaats het baby- of
kinderzitje op de stoel.
De stangen worden achter de klepjes van de
bevestigingspunten geplaatst.
3Beweeg het baby- of kinderzitje na
het plaatsen naar achteren en naar
voren om te controleren of het goed
vastzit. ( →Blz. 60)
QBevestigingspunten bovenste
gordel
Voor de buitenste zitplaatsen achter
zijn bevestigingspunten voor de boven-
ste gordel aanwezig.
Gebruik de bevestigingspunten voor de
bovenste gordel bij het vastmaken van
de bovenste gordel.
Bevestigingspunten bovenste gor-
del
Bovenste gordel
QBovenste gordel vastmaken aan
de bevestigingspunten voor de
bovenste gordel
Plaats het baby- of kinderzitje aan de
hand van de bijgesloten handleiding.
1 Zet de hoofdsteun in de hoogste
stand.
Verwijder indien mogelijk de hoofdsteun
indien deze de plaatsing van het baby- of
kinderzitje of de bovenste gordel hindert.
(→ Blz. 136)
2 Zet de haak vast aan het bevesti-
gingspunt voor de bovenste gordel
en trek de bovenste gordel aan.
WAARSCHUWING
QAls er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan dodelij k of ernstig letsel
tot gevolg hebben.
OVerstel de rugleuning niet meer nadat
het baby- of kinderzitje is geplaatst.
OControleer bij het gebruik van de onder-
ste bevestigingspunten of er geen
vreemde voorwerpen rond de bevesti-
gingspunten aanwezig zijn en of de gor-
del niet klem zit achter het zitje.
OVolg bij het plaatsen van een baby- of
kinderzitje altijd de gebruiksaanwijzing
van de fabrikant.
Met een bevestigingspunt voor
de bovenste gordel
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 61 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page 64 of 606

621-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Controleer of de bovenste gordel goed
vastzit. ( →Blz. 60)
Wanneer u het baby- of kinderzitje plaatst
terwijl de hoofdsteun omhoog staat, zorg er
dan voor dat de bovenste gordel onder de
hoofdsteun door loopt.
Haak
Bovenste gordel
WAARSCHUWING
QAls er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan dodelij k of ernstig letsel
tot gevolg hebben.
OBevestig de bovenste gordel stevig en
controleer of de gordel niet gedraaid is.
OBevestig de bovenste gordel uitsluitend
aan de bevestigingspunten voor de
bovenste gordel.
OVerstel de rugleuning niet meer nadat
het baby- of kinderzitje is geplaatst.
OVolg bij het plaatsen van een baby- of
kinderzitje altijd de gebruiksaanwijzing
van de fabrikant.
OWanneer u het baby- of kinderzitje
plaatst terwijl de hoofdsteun omhoog
staat, nadat de hoofdsteun omhoog is
gezet en de bevestigingssteun vervol-
gens is vastgemaakt, zet de hoofdsteun
dan niet in een lagere stand.
OPMERKING
QBevestigingssteunen (bovenste gor-
del)
Sluit het klepje wanneer het bevestigings-
punt niet wordt gebruikt. Wanneer het
klepje open blijft, kan het beschadigd
raken.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 62 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page 65 of 606

63
1
1-3. Noodoproep
Veiligheid en beveiliging
1-3.Noodoproep
*1: Indien aanwezig
*2: Werkt binnen het eCall-dekkingsgebied.
De systeemnaam kan per land verschil-
lend zijn.
Microfoon
Toets SOS
*
Controlelampjes
Luidspreker
*: Deze toets is bestemd voor communicatie met de eCall-medewerker.
Andere SOS-toetsen van overige syste-
men van een auto hebben geen betrek-
king op het apparaat en zijn niet bestemd
voor communicatie met de eCall-mede-
werker.
QAutomatische noodoproepen
Als een airbag wordt geactiveerd, belt
het systeem automatisch het eCall-con-
trolecentrum.
* De medewerker van het
controlecentrum ontvangt de locatie
van de auto, het tijdstip waarop het
ongeval plaatsvond en het VIN van de
auto, en probeert de inzittenden van de
auto te spreken om de ernst van de
situatie te beoordelen. Als de inzitten-
den niet in staat zijn om te communice-
ren, behandelt de medewerker de
oproep als een noodgeval, neemt hij of
zij contact op met de dichtstbijzijnde
hulpdiensten (112, enz.) en verzoekt hij
of zij om assistentie ter plaatse.
*: In sommige gevallen kan er geen oproep worden verzonden. ( →Blz. 64)
QHandmatige noodoproepen
Druk in een noodsituatie op de toets
SOS om het eCall-controlecentrum te
bellen.
* De medewerker van het contro-
lecentrum zal de locatie van uw auto
bepalen, de situatie beoordelen en de
benodigde hulpdiensten sturen.
eCall*1, 2
eCall is een telematicadienst die
gebruikmaakt van gegevens van
het Global Navigation Satellite
System (GNSS) en ingebouwde
cellulaire technologie, waardoor
de volgende noodoproepen moge-
lijk zijn: automatische noodoproe-
pen (automatische melding van
een aanrijding) en handmatige
noodoproepen (door het indruk-
ken van de toets SOS). Deze
dienst is door regelgeving van de
Europese Unie verplicht gesteld.
Systeemonderdelen
Noodoproepdiensten
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 63 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page 66 of 606

641-3. Noodoproep
Open de afdekking voordat u op de
toets SOS drukt.
Als u per ongeluk op de toets SOS hebt
gedrukt, zeg dan tegen de medewerker dat
er geen sprake is van een noodgeval.
*: In sommige gevallen kan er geen oproep worden verzonden. ( →Blz. 64)
Wanneer het contact AAN wordt gezet,
gaat het rode controlelampje gedu-
rende 10 seconden branden. Vervol-
gens gaat het groene controlelampje
gedurende 2 seconden branden, om
vervolgens te blijven branden om aan
te geven dat het systeem naar behoren
werkt. De controlelampjes geven het
volgende aan:
 Als het groene controlelampje gaat
branden en blijft branden, is het sys-
teem ingeschakeld.
 Als het groene controlelampje knip-
pert, wordt er een automatische of
handmatige noodoproep gedaan.
 Als het rode controlelampje brandt
en er 5 keer een z oemer klinkt (som-
mige uitvoeringen) op een ander
moment dan direct na het AAN zet-
ten van het contact, is er mogelijk
een storing in het systeem aanwezig
of is de back-upbatterij mogelijk
leeg. 
Als het rode controlelampje gedu-
rende ongeveer 30 seconden knip-
pert tijdens een noodoproep, is de
verbinding verbroken of is het sig-
naal van het mobiele netwerk te
zwak.
QVrije software en opensourcesoftware
Dit product bevat vrije software/opensource-
software (FOSS).
Licentie-informatie en/of de broncode van
FOSS is beschikbaar op de volgende URL:
http://www.opensourceautomotive.com/
dcm/toyota/
http://www.opensourceautomotive.com/dcm/toyota/19MC/
Controlelampjes
WAARSCHUWING
QWanneer er mogelijk geen
noodoproep wordt verstuurd
OIn de volgende situaties kunnen moge-
lijk geen noodoproepen worden gedaan.
Neem in dergelijke gevallen op een
andere wijze contact op met hulpdien-
sten (112, enz.).
• Zelfs als de auto zich in het dekkingsge- bied van het mobiele-telefoonnetwerk
bevindt, kan het moeili jk zijn om contact
te leggen met het eCall-controlecentrum
als de ontvangst slecht is of de lijn bezet
is. In dergelijke gevallen krijgt u mogelijk
geen contact met het eCall-controlecen-
trum en kunt u dus geen noodoproepen
doen en kunnen hulpdiensten niet wor-
den ingeschakeld, ook al probeert het
systeem verbinding te maken met het
eCall-controlecentrum.
• Wanneer de auto zich buiten het dek- kingsgebied van het mobiele-telefoon-
netwerk bevindt, kunnen er geen
noodoproepen worden verzonden.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 64 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page 67 of 606

65
1
1-3. Noodoproep
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
• Wanneer er een storing aanwezig is in
de bijbehorende apparatuur (zoals het
paneel van de toets SOS, de controle-
lampjes, microfoon, luidspreker, DCM,
antenne of op de apparatuur aange-
sloten bedrading) of deze beschadigd of
kapot is, kan er geen noodoproep wor-
den geplaatst.
• Tijdens een noodoproep doet het sys- teem herhaaldelijk een poging om con-
tact op te nemen met het eCall-controle-
centrum. Als er echter als gevolg van
een slechte ontvangst geen contact kan
worden gelegd met het eCall-controle-
centrum, kan het systeem mogelijk
geen contact maken met het mobiele
netwerk en wordt de noodoproep beëin-
digd zonder dat er verbinding is
gemaakt. Het rode controlelampje knip-
pert gedurende ongeveer 30 seconden
om aan te geven dat de verbinding is
verbroken.
OAls de spanning van de 12V-accu
afneemt of als de accu is losgenomen,
kan het systeem mogelijk geen verbin-
ding maken met het eCall-controlecen-
trum.
QAls het noodoproepsysteem wordt
vervangen door een nieuw exemplaar
Het noodoproepsysteem moet worden
geregistreerd. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
QVoor uw veiligheid
ORijd voorzichtig.
De functie van dit systeem is om u te
helpen bij het plaatsen van een
noodoproep bij ongevallen, zoals een
verkeersongeval of een plotseling
medisch noodgeval. Het systeem biedt
de bestuurder en de passagiers op
geen enkele wijze bes cherming. Rijd
voorzichtig en doe voor uw veiligheid
altijd uw veiligheidsgordel om.
OGeef bij noodgevallen uw leven en de
levens van anderen topprioriteit.
OWanneer u een branderige lucht of
anderszins een vreemde lucht ruikt, ver-
laat dan de auto en zoek onmiddellijk
een veilige plek op.
OAls de airbags worden geactiveerd ter-
wijl het systeem normaal werkt, ver-
zendt het systeem een noodoproep. Het
systeem verzendt ook een noodoproep
als de auto van achteren wordt aange-
reden of als de auto over de kop slaat,
zelfs als de airbags niet worden geacti-
veerd.
OPlaats om veiligheidsredenen geen
noodoproep tijdens het rijden.
Wanneer u tijdens het rijden belt, kan
het zijn dat u het stuurwiel niet goed
kunt bedienen, waardoor er een onge-
val kan ontstaan.
Breng de auto tot stilstand en controleer
of de omgeving veilig is alvorens een
noodoproep te plaatsen.
OVervang zekeringen altijd door de voor-
geschreven zekeringen. Als u andere
zekeringen gebruikt, kan er kortsluiting
in het circuit optreden en kan er brand
ontstaan.
OWanneer u het systeem gebruikt terwijl
er rook is of sprake is van een onge-
wone geur, kan er brand ontstaan. Stop
onmiddellijk met het gebruik van het
systeem en neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
OPMERKING
QVoorkomen van schade
Voorkom dat er vloeistof op het paneel van
de toets SOS, enz. komt en sla er niet
tegenaan.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 65 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page 68 of 606

661-3. Noodoproep
QGegevensverwerkingsschemaServer
Opslag
Verwerking
DCM
1 De klant activeert de dienst op het To yota-klantenportaal en gaat akkoord met
de voorwaarden van de dienst conform de AVG.
OPMERKING
QIn geval van een storing in het paneel
van de toets SOS, de luidspreker of
de microfoon tijdens een
noodoproep of een handmatige
onderhoudscontrole
Het is wellicht niet mogelijk om
noodoproepen te doen, de systeemstatus
te bevestigen of te communiceren met de
medewerker van het eCall-controlecen-
trum. Als de apparatuur beschadigd is,
neem dan contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Overzicht systeem van toegevoegde diensten
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 66 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page 69 of 606

67
1
1-3. Noodoproep
Veiligheid en beveiliging
2
De server activeert de dienst in de DCM en bepaalt welke voertuiggegevens
worden verzameld.
3 De desbetreffende voertuiggegevens worden verzameld door de DCM.
4 De gegevens worden gedeeld met de server.
5 De gegevens worden opgeslagen op de server.
6 De gegevens worden verwerkt op de serv er om de dienst te kunnen leveren.
7 De verwerkte gegevens worden aan de klant gepresenteerd.
Ga naar het Toyota-klantenportaal v oor de lijst van beschikbare diensten.
Uitvoeren van de regelgeving
Gebruikersinformatie uitvoering regelgeving, bijlage 1, DEEL 3Conformiteit
1. BESCHRIJVING IN VOERTUIG GEÏNTEGREERD ECALL-SYSTEEM
1.1.
Overzicht, werking en functionaliteiten van het in het
voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-sys-
teem
O
1.2.De op 112 gebaseerde eCall-dienst is een publieke
dienst van algemeen nut die gratis beschikbaar is.O
1.3.
Het in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde
eCall-systeem is standaard ingeschakeld. Bij een ern-
stige aanrijding wordt het sys teem automatisch geacti-
veerd door signalen van sensoren in het voertuig. Het
wordt ook automatisch geactiveerd als de auto is voor-
zien van een TPS-systeem dat niet werkt bij een ern-
stige aanrijding.
O
1.4.
Het in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde
eCall-systeem kan indien nodig ook handmatig worden
geactiveerd. Instructies voor het handmatig activeren
van het systeem
O
1.5.
Als door een ernstige systeemstoring het in het voer-
tuig geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-systeem
wordt uitgeschakeld, kr ijgen de inzittenden van het
voertuig de volgende waarschuwing
O
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 67 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page 70 of 606

681-3. Noodoproep
2. INFORMATIE OVER GEGEVENSVERWERKING
2.1.
Elke verwerking van persoonsgegevens die via het in
het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-
systeem zijn verzameld, moet voldoen aan de regelge-
ving met betrekking tot persoonsgegevens zoals vast-
gelegd in richtlijn 95/46/EG en 2002/58/EG, en moet
met name zijn gebaseerd op de noodzaak om de vitale
belangen van personen te beschermen, conform artikel
7(d) van richtlijn 95/46/EG.
O
2.2.
De verwerking van dergelijke gegevens dient strikt
beperkt te blijven tot het doel van het behandelen van
de eCall-noodoproep naar het Europese alarmnummer
112.
O
2.3. Soorten gegevens en hun ontvangers
2.3.1.
Het in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde
eCall-systeem kan alleen de volgende gegevens ver-
zamelen en verwerken: voertuigidentificatienummer,
type voertuig (personenauto of lichte bestelwagen),
type brandstof/aandrijving van het voertuig (benzine/
diesel/aardgas/LPG/elektriciteit/waterstof), laatste drie
locaties en rijrichting van het voertuig, logbestand van
de automatische activering v an het systeem inclusief
tijdstip van activering
O
2.3.2.
De ontvangers van de door het in het voertuig geïnte-
greerde op 112 gebaseerde eCall-systeem verwerkte
gegevens zijn de relevante openbare alarmcentrales
die zijn aangewezen door de publieke autoriteiten van
het land waarin deze centrales zijn gevestigd om als
eerste eCall-oproepen naar het Europese alarmnum-
mer 112 te ontvangen en te verwerken.
O
Gebruikersinformatie uitvoering regelgeving, bijlage 1, DEEL 3Conformiteit
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 68 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 ... 610 next >