TOYOTA HIGHLANDER 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Page 331 of 562
329
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Als “Parking Assist Unavailable Clean
Parking Assist Sensor” (Parking Assist
niet beschikbaar, reinig Parking Assist-
sensor) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay
Mogelijk is een van de sensoren bedekt met
bijvoorbeeld ijs, sneeuw of vuil. Verwijder dit
van de sensor om te zorgen dat het systeem
weer normaal werkt.
Ook wordt er bij lage temperaturen mogelijk
een waarschuwingsmelding weergegeven
doordat zich ijs vormt op een sensor en een
sensor daardoor mogelij k geen obstakels sig-
naleert. Zodra het ijs smelt, zal het systeem
weer normaal werken.
■Als een accuklem is losgenomen en
weer is aangesloten
Het systeem moet worden geïnitialiseerd.
Rijd om het systeem te initialiseren gedu-
rende ten minste 5 seconden recht vooruit
met een snelheid van ongeveer 35 km/h of
hoger.
■Detectie-informatie sensoren
●Tijdens het gebruik kunnen zich de vol-
gende situaties voordoen:
• Het detectiegebied van de sensoren is beperkt tot het gebied rond de voor- en
achterbumper van de auto.
• Afhankelijk van de vorm van het object en andere factoren kan de detectieafstand
korter worden of kan detectie niet mogelijk
zijn.
• Obstakels worden mogelijk niet gesigna- leerd als ze zich te dicht bij de sensor
bevinden.
• Tussen het signaleren van een object en de weergave zit een kleine vertraging. Ook
als er met lage snelheid wordt gereden,
bestaat de mogelijkheid dat het object bin-
nen het detectiegebied van de sensoren
komt voordat het display wordt weergege-
ven en het waarschuwingssignaal hoor-
baar is.
• Het kan moeilijk zijn om de zoemer te horen als het audiosysteem hard staat of
als de luchtcirculati e van de airconditioning
veel geluid produceert.
• De zoemer is mogelijk moeilijk te horen doordat zoemers van andere systemen
klinken.
■Objecten die mogelijk niet goed worden
gesignaleerd door het systeem
Door de vorm van het object kan de sensor
het mogelijk niet signaleren. Let goed op bij
de volgende objecten:
●Kabels, hekken, touwen, enz.
●Katoen, sneeuw en andere materialen die
geluidsgolven absorberen
●Zeer hoekige objecten
●Lage objecten
●Hoge obstakels waarbij het bovenste deel
uitsteekt in de richting van uw auto
Mogelijk worden mensen die bepaalde soor-
ten kleding dragen niet gesignaleerd.
■Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
De staat van de auto en de omgeving kunnen
van invloed zijn op de capaciteit van de sen-
sor om objecten correct te signaleren. Speci-
fieke situaties waarin dit voor kan komen ziet
u hieronder.
●De sensor is bedekt met vuil, sneeuw,
waterdruppels of ijs. (Het reinigen van de
sensoren zal het probleem oplossen.)
●De sensor is bevroren. (Het ontdooien van
de sensor zal het probleem oplossen.)
Vooral bij lage buitentemperaturen kan het
gebeuren dat er ten gevolge van een
bevroren sensor een abnormaal beeld te
zien is op het display of dat objecten, zoals
een muur, niet worden gesignaleerd.
●Wanneer een sensor of de omgeving van
een sensor zeer heet of koud is.
●De auto rijdt op een bijzonder hobbelige
weg, op een helling, op grind of op gras.
●Wanneer in de omgeving van de auto ultra-
soongolven worden geproduceerd door
claxons, voertuigdetectiesystemen, motor-
fietsmotoren, luchtremmen van vrachtwa-
gens, sonarsystemen van andere auto's of
andere bronnen.
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 329 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
Page 332 of 562
3304-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●Een sensor is bedekt met een waterfilm of
er is sprake van zware regenval.
●Als het object zich te dicht bij de sensor
bevindt.
●Als een voetganger kleren draagt die geen
ultrasoongolven reflecteren (bijvoorbeeld
een rok met plooien of volants).
●Als het object zich te dicht bij de sensor
bevindt.
●Als een voetganger kleren draagt die geen
ultrasoongolven reflecte ren (bijvoorbeeld
een rok met plooien of volants).
●Wanneer objecten die niet loodrecht op de
grond staan, objecten die niet in een
rechte hoek ten opzichte van de rijrichting
van de auto staan of ongelijkmatige of gol-
vende objecten zich binnen het detectiebe-
reik bevinden.
●Bij sterke wind.
●Bij het rijden onder barre weersomstandig-
heden, bijvoorbeeld bij mist, sneeuw of
een zandstorm.
●Wanneer zich tussen de auto en een
gesignaleerd obstakel een object bevindt
dat niet kan worden gesignaleerd.
●Als een object zoals een auto, motorfiets,
fiets of voetganger voor de auto langs
komt of plotseling van opzij opduikt.
●Als de stand van een sensor is gewijzigd
door een aanrijding o.i.d.
●Als er uitrusting die een sensor kan hinde-
ren, zoals een sleepoog, bumperbescher-
mer (een extra beschermstrip, enz.), fiet-
sendrager of sneeuwploeg, is geplaatst.
●Als de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag staat door de belading van de
auto.
●Als niet op een stabiele wijze kan worden
gereden met de auto, bijvoorbeeld als hij
betrokken is geweest bij een ongeval of als
er storingen zijn.
●Wanneer er sneeuwkettingen worden
gebruikt, een compact reservewiel is
gemonteerd of een bandenreparatieset is
gebruikt.
■Situaties waarin het systeem mogelijk
werkt, zelfs als er geen kans op een
aanrijding is
Onder sommige omstandigheden, zoals de
onderstaande, werkt het systeem mogelijk
zelfs als er geen kans op een aanrijding is.
●Wanneer op een smalle weg wordt gereden.
●Wanneer richting een spandoek of vlag,
een laaghangende tak of een slagboom
(zoals wordt gebruikt bij spoorwegovergan-
gen, tolpoortjes en parkeerplaatsen) wordt
gereden
●Bij een groef of gat in het wegdek.
●Wanneer de auto over een metalen afdek-
king (rooster) rijdt, zoals gebruikt boven
afvoergoten.
●Bij het omhoog of omlaag rijden op een
steile helling.
●Als een sensor wordt geraakt door een
grote hoeveelheid water, zoals bij het rij-
den op een overstroomde weg.
●De sensor is bedekt met vuil, sneeuw,
waterdruppels of ijs. (Het reinigen van de
sensoren zal het probleem oplossen.)
●Een sensor is bedekt met een waterfilm of
er is sprake van zware regenval.
●Bij het rijden onder barre weersomstandig-
heden, bijvoorbeeld bij mist, sneeuw of
een zandstorm.
●Wanneer het stevig waait.
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 330 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
Page 333 of 562
331
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Wanneer in de omgeving van de auto ultra-
soongolven worden geproduceerd door
claxons, voertuigdetectiesystemen, motor-
fietsmotoren, luchtremmen van vrachtwa-
gens, sonarsystemen van andere auto's of
andere bronnen.
●Als de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag staat door de belading van de auto.
●Als de stand van een sensor is gewijzigd
door een aanrijding o.i.d.
●De auto nadert een hoge of gebogen
stoeprand.
●Wanneer vlak langs pilaren (H-vormige
stalen balken, enz.) in parkeergarages, op
bouwplaatsen, enz. wordt gereden
●Als niet op een stabiele wijze kan worden
gereden met de auto, bijvoorbeeld als hij
betrokken is geweest bij een ongeval of als
er storingen zijn.
●De auto rijdt op een bijzonder hobbelige
weg, op een helling, op grind of op gras.
●Wanneer er sneeuwkettingen worden
gebruikt, een compact reservewiel is
gemonteerd of een bandenreparatieset is
gebruikt.
■Aanpassen van het zoemervolume
Het zoemervolume kan worden aange-
past op het multi-informatiedisplay.
Wijzig de instellingen met behulp van
de bedieningstoetsen van het instru-
mentenpaneel. (
Blz. 112)
1 Druk op of om te
selecteren.
2 Druk op of om te
selecteren en houd vervolgens
ingedrukt.
3 Selecteer het volume en druk ver-
volgens op .
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, wij-
zigt het volume tussen 1, 2 en 3.
■Tijdelijk dempen van het geluid
van een zoemer
Op het multi-informatiedisplay wordt een
toets MUTE weergegeven wanneer een
object wordt gesignaleerd. Druk op
om het geluid van de zoemer te dempen.
In de volgende gevallen wordt het dem-
pen automatisch geannuleerd:
Als de stand van de selectiehendel
wordt gewijzigd.
Als de rijsnelheid hoger wordt dan
een bepaalde snelheid.
Als er een storing in een sensor aan-
wezig is of het systeem tijdelijk niet
kan worden gebruikt.
Als de actieve functie handmatig
wordt uitgeschakeld.
Het contact wordt UIT gezet.
Instellen van het
zoemervolume
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 331 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
Page 334 of 562
3324-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Detectiebereik van de sensorenOngeveer 100 cm
Ongeveer 150 cm
Ongeveer 60 cm
Het schema toont het detectiebereik van de
sensoren. Houd er rekening mee dat de sen-
soren geen objecten kunnen signaleren die
zich extreem dicht bij de auto bevinden.
Het bereik van de sensoren kan verschillend
zijn, afhankelijk van
bijvoorbeeld de vorm
van het object.
■Multi-informatiedisplay, head-up di splay (indien aanwezig) en scherm
audiosysteem
Wanneer er een obstakel wordt gesignaleerd door een sensor, wordt de globale
afstand tot het obstakel weergegeven op he t multi-informatiedisplay, het scherm
van het audiosysteem en het head-up displa y (indien aanwezig). (Als de afstand tot
het object klein wordt, gaan de afst andssegmenten mogelijk knipperen.)
Globale afstand tot object: 150 cm - 60 cm
* (binnenste sensor achter)
*: Functie automatisch dempen z oemer is ingeschakeld. (Blz. 334)
Globale afstand tot object: 100 cm - 60 cm* (binnenste sensor voor)
*: Functie automatisch dempen z oemer is ingeschakeld. (Blz. 334)
Weergave sensorsignalering,
afstand tot object
Multi-informatiedisplayScherm audiosysteemHead-up display
Multi-informatiedisplayScherm audiosysteemHead-up display
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 332 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
Page 335 of 562
333
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Globale afstand tot ob ject: 60 cm - 45 cm*
*: Functie automatisch dempen z oemer is ingeschakeld. (Blz. 334)
Globale afstand tot ob ject: 45 cm - 30 cm*
*: Functie automatisch dempen z oemer is ingeschakeld. (Blz. 334)
Globale afstand tot ob ject: 30 cm - 15 cm*1
*1: Functie automatisch dempen zoem er is uitgeschakeld. (Blz. 334)
*2: De afstandssegmenten zullen langzaam knipperen.
Globale afstand tot object: minder dan 15 cm*1
*1: Functie automatisch dempen zoem er is uitgeschakeld. (Blz. 334)
*2: De afstandssegmenten zullen snel knipperen.
Multi-informatiedisplayScherm audiosysteemHead-up display
Multi-informatiedisplayScherm audiosysteemHead-up display
Multi-informatiedisplay*2Scherm audiosysteem*2Head-up display
Multi-informatiedisplay*2Scherm audiosysteem*2Head-up display
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 333 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
Page 336 of 562
3344-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Werking zoemer en afstand tot
een object
Een zoemer klinkt als de sensoren in
werking zijn.
De geluidssignalen volgen elkaar
sneller op naarmate de auto dichter
bij het object komt. Als de auto het
obstakel genaderd is tot ongeveer
30 cm, klinkt de zoemer continu.
Als er gelijktijdig 2 of meer objecten
worden gesignaleerd, klinkt de zoe-
mer voor het dichtstbijzijnde object.
Als een of meer objecten dichter bij
de auto komen dan ongeveer 30 cm,
klinkt er een langdurig piepsignaal,
gevolgd door elkaar snel opvolgende
piepsignalen.
Functie automatisch dempen zoe-
mer: Als, terwijl de zoemer klinkt, de
afstand tussen de auto en het gesig-
naleerde object niet kleiner wordt,
wordt de zoemer automatisch
gedempt. (Als de afstand tussen de
auto en het object echter 30 cm of
minder is, werkt de functie niet.)
Het geluidsvolume van de zoemer kan
worden gewijzigd. ( Blz. 331)
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 334 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
Page 337 of 562
335
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Bedieningstoetsen instrumenten-
paneel
Inschakelen/uitschakelen van de RCTA.
Wanneer de RCTA wordt uitgeschakeld, gaat
het controlelampje RCTA OFF branden.
Indicatoren in buitenspiegel
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die van
rechts of links achter nadert, gaan de indica-
toren in beide buitenspiegels knipperen.
Scherm audiosysteem
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die
van rechts of links achter nadert, wordt het
RCTA-icoon (
Blz. 338) voor de desbetref-
fende zijde weergegeven op het scherm van
het audiosysteem. In deze afbeelding wordt
een voorbeeld getoond van auto's die van
zowel links als rechts achter naderen.
RCTA-zoemer
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die
van rechts of links achter nadert, klinkt er
een zoemer.
RCTA (Rear Crossing
Traffic Aler t)
De RCTA gebruikt de radarsenso-
ren opzij achter van de BSM in de
achterbumper. Deze functie is
bedoeld om de bestuurder te
helpen gebieden te controleren die
bij het achteruitrijden niet goed
zichtbaar zijn.
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking tot
het gebruik van het systeem
Vertrouw niet blindelings op het systeem,
aangezien er een grens is aan de mate
van nauwkeurigheid bij de herkenning en
de ondersteunende mogelijkheden die dit
systeem kan bieden. Het is altijd de ver-
antwoordelijkheid van de bestuurder om
de omgeving van de auto in de gaten te
houden en veilig te rijden. ( Blz. 314)
■Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Blz. 323
Systeemonderdelen
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 335 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
Page 338 of 562
3364-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Gebruik de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de RCTA in of
uit te schakelen. (Blz. 112)
1 Druk op of om te
selecteren.
2 Druk op of om RCTA te
selecteren en druk vervolgens op
.
Wanneer de RCTA wordt uitgeschakeld,
gaat het controlelampje RCTA OFF
( Blz. 102) op het multi-informatiedisplay
branden. (Telkens wanneer het contact UIT
en weer AAN wordt gezet, wordt de RCTA
automatisch ingeschakeld.)
■Zichtbaarheid van de indicatoren in de
buitenspiegels
Mogelijk zijn de indicatoren in de buitenspie-
gels bij fel zonlicht niet goed te zien.
■Hoorbaarheid van de RCTA-zoemer
De RCTA-zoemer komt mogelijk moeilijk
boven harde geluiden uit, zoals wanneer het
volume van het audiosysteem hoog staat.
■Wanneer “Rear Cross Traffic Alert
Unavailable” (Rear Cross Traffic Alert
niet beschikbaar) wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay
Er zit mogelijk water, ijs, sneeuw, modder,
enz. rond de sensoren in de achterbumper.
(
Blz. 323) Wanneer het water, het ijs, de
sneeuw, de modder, enz. rondom de sensoren
in de achterbumper wordt verwijderd, moet het
systeem weer normaal gaan werken.
Ook werkt de functie mogelijk niet normaal bij
extreem warm of koud weer.
■Radarsensoren opzij achter
Blz. 323
■Aanpassen van het zoemervolume
Het zoemervolume kan worden aange-
past op het multi-informatiedisplay.
Wijzig de instellingen met behulp van
de bedieningstoetsen van het instru-
mentenpaneel. ( Blz. 112)
1 Druk op of om te
selecteren.
2 Druk op of om RCTA te
selecteren en houd vervolgens
ingedrukt.
3 Selecteer het volume en druk ver-
volgens op .
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, wij-
zigt het volume tussen 1, 2 en 3.
Inschakelen/uitschakelen van
de RCTA
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking tot
het gebruik van de functie
De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor
een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig en
houd rekening met de omgeving.
De RCTA is slechts een aanvullende func-
tie die de bestuurder waarschuwt wanneer
er een auto van rechts of links achter de
auto nadert. Aangezien de RCTA onder
bepaalde omstandigheden mogelijk niet
goed werkt, dient de bestuurder altijd zelf
visueel de veiligheid te controleren. Wan-
neer u te veel op deze functie vertrouwt,
kan dit leiden tot een ongeval met ernstig
letsel tot gevolg.
OPMERKING
■Voordat u de RCTA gebruikt
Plaats geen voorwerpen in de buurt van
de sensoren.
Instellen van het
zoemervolume (auto's met
Toyota Parking Assist-sensor)
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 336 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
Page 339 of 562
337
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Tijdelijk dempen van het geluid
van een zoemer
Op het multi-informatiedisplay wordt
een toets MUTE weergegeven wanneer
een object wordt gesignaleerd. Druk op
om het geluid van de zoemer te
dempen.
In de volgende gevallen wordt het dem-
pen automatisch geannuleerd:
Als de stand van de selectiehendel
wordt gewijzigd.
Als de rijsnelheid hoger wordt dan
een bepaalde snelheid.
Als de actieve functie tijdelijk wordt
geannuleerd.
Als de actieve functie handmatig
wordt uitgeschakeld.
Het contact wordt UIT gezet.
■Werking van de RCTA
De RCTA maakt gebruik van radarsensoren acht er om auto's die van rechts of links
achter naderen te signaleren en waarschu wt de bestuurder voor de aanwezigheid
van dergelijke auto's door de indicatoren in de buitenspiegels te laten knipperen en
een zoemer te laten klinken.
Naderende auto's
Detectiegebieden voor naderende auto's
RCTA
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 337 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
Page 340 of 562
3384-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Weergave RCTA-icoon
Wanneer een auto wordt gesignaleerd
die van rechts of links achter nadert,
wordt het volgende weergegeven op
het scherm van het audiosysteem.
Voorbeeld (Toyota Parking Assist
Monitor) (indien aanwezig): Er nade-
ren auto's van beide kanten
Voorbeeld (Panoramic View Monitor)
(indien aanwezig): Er naderen auto's
van beide kanten
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 338 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM