display TOYOTA MIRAI 2023 Instructieboekje (in Dutch)
Page 3 of 530
OverzichtZoeken op afbeelding
1Veiligheid en
beveiligingZorg ervoor dat u dit leest (Belangrijkste onderwerpen:
kinderzitje, antidiefstalsysteem)
2Brandstofcelsys-
teemEigenschappen, voorzorgsmaatregelen, enz.
brandstofcel-elektrische auto
3Voertuigstatusin-
formatie en con-
trolelampjesLezen van rijgerelateerde informatie (Belangrijkste
onderwerpen: tellers, multi-informatiedisplay)
4Voordat u gaat
rijdenOpenen en sluiten van de portieren en ruiten, afstellen
vóór het rijden
5Rijden
Handelingen en adviezen die voor het rijden moeten worden opgevolgd
(Belangrijkste onderwerpen: starten van het brandstofcelsysteem,
tanken)
6Voorzieningen in
het interieurGebruik van de voorzieningen in het interieur (Belangrijkste onderwerpen:
airconditioning, opbergmogelijkheden)
7Onderhoud en
verzorgingDe zorg voor uw auto en onderhoudsprocedures (Belangrijkste
onderwerpen: interieur en exterieur, lampen)
8Bij problemenInformatie over wat u moet doen bij een storing en noodgeval
(Belangrijkste onderwerpen: ontladen accu, lekke band)
9Voertuigspecifi-
catiesVoertuigspecificaties, systemen met mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen (Belangrijkste onderwerpen: brandstof, olie,
bandenspanning)
IndexZoeken op symptoom/zoeken op alfabetische volgorde
MIRAI
PZ49X-9A561-NL
L/O 01/12/2022
Page 4 of 530
Ter informatie....................5
Over deze handleiding...............7
Zoekmethoden....................8
Overzicht.......................9
1.Veiligheid en beveiliging
1.1 Voor een veilig gebruik............22
1.1.1 Voordat u gaat rijden.........22
1.1.2 Veilig rijden..............23
1.1.3 Veiligheidsgordels..........24
1.1.4 Airbags.................28
1.1.5 Actieve motorkap...........36
1.2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen . 38
1.2.1 Handmatig in-/uitschakelsysteem
airbag ..................38
1.2.2 Rijden met kinderen in de auto . . . 39
1.2.3 Baby- en kinderzitjes.........39
1.3 Noodoproep..................52
1.3.1 eCall
*1, 2................52
1.4 Antidiefstalsysteem.............60
1.4.1Startblokkering ............60
1.4.2 Supervergrendeling
*.........61
1.4.3 Alarm*.................61
1.4.4 Antidiefstallabels*..........66
2. Brandstofcelsysteem
2.1 Brandstofcel-elektrische auto.......68
2.1.1 Eigenschappen brandstofcel-
elektrische auto............68
2.1.2 Voorzorgsmaatregelen brandstofcel-
elektrische auto's...........71
2.1.3 Tips voor rijden met een brandstofcel-
elektrische auto............80
3. Voertuigstatusinformatie en
controlelampjes
3.1 Instrumentenpaneel.............84
3.1.1 Waarschuwingslampjes en
controlelampjes............84
3.1.2Metersentellers ...........88
3.1.3 Multi-informatiedisplay.......903.1.4 Head-up display
*...........97
3.1.5 Energiemonitor/verbruiksscherm/
luchtreinigingsscherm.......101
4. Voordat u gaat rijden
4.1Informatieoversleutels ..........106
4.1.1Sleutels ................106
4.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de
portieren en de achterklep........108
4.2.1Portieren ...............108
4.2.2 Achterklep..............113
4.2.3 Smart entry-systeem met
startknop...............116
4.3Verstellenvandestoelen .........121
4.3.1Voorstoelen .............121
4.3.2 Ergonomisch geheugen
*......122
4.3.3 Hoofdsteunen............125
4.4 Verstellen van het stuurwiel en de
spiegels....................127
4.4.1 Stuurwiel...............127
4.4.2 Binnenspiegel
*...........128
4.4.3 Digitale binnenspiegel*......129
4.4.4 Buitenspiegels............137
4.5 Openen, sluiten van de ruiten.......139
4.5.1 Elektrisch bedienbare ruiten . . . 139
4.6 Favoriete instellingen...........142
4.6.1 “My settings” (mijn instellingen) . 142
5. Rijden
5.1 Voordat u gaat rijden............144
5.1.1Rijdenmetdeauto .........144
5.1.2 Lading en bagage..........149
5.1.3 Rijden met een aanhangwagen . . 150
5.2 Rijprocedures................150
5.2.1 Startknop...............150
5.2.2 Schakelstand.............156
5.2.3 Richtingaanwijzerschakelaar . . . 160
5.2.4Parkeerrem ..............160
5.2.5 Brake Hold-systeem........163
5.2.6 ASC (Active Sound Control)
*...165
5.2.7 Uitstoot van water (toets H
2O) . . 165
5.3 Bedienen van verlichting en
ruitenwissers................166
5.3.1 Lichtschakelaar...........166
5.3.2 AHS
(Adaptive High Beam-systeem)
*. 168
5.3.3 AHB (Automatic High Beam)*...172
5.3.4 Mistachterlicht...........175
2
Page 12 of 530
GMotorkap blz. 340
Openen blz. 340
Afdekkap ruimte brandstofcelmodule
blz. 343
In geval van oververhitting blz. 416
Waarschuwingsmeldingen blz. 391
Lampen voor verlichting buitenzijde tij-
dens rijden
(Vervangingsmethode: blz. 373)
HKoplampen/parkeerlichten
voor/dagrijverlichting blz. 166
IRichtingaanwijzers blz. 160
JAchterlichten blz. 166
KAchterlichten blz. 166
Remlichten
LKentekenplaatverlichting blz. 166
MAchteruitrijlichten
De selectiehendel in stand R zetten
blz. 156
NMistachterlicht blz. 175
*Indien aanwezig
Dashboard (auto's met linkse besturing)
ARichtingaanwijzerschakelaar blz. 160
Lichtschakelaar blz. 166
Koplampen/parkeerlichten
voor/achterlichten/
kentekenplaatverlichting/
dagrijverlichting blz. 166
AHS (Adaptive High
Beam-systeem)
*1blz. 168
AHB (Automatic High
Beam)
*1blz. 172
Mistachterlicht blz. 175
BMulti-informatiedisplay blz. 90
Display blz. 90
Energiemonitor blz. 101
Wanneer een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven blz. 391
Overzicht
10
Page 14 of 530
Schakelaars (auto's met linkse besturing)
AToets H2O Blz. 165
BToets ODO/TRIP Blz. 89
CDimmer dashboardverlichting blz. 89
DToets HUD (head-up display)*1Blz. 97
ESchakelaar Adaptive High
Beam-systeem*1blz. 168
Automatic High
Beam-schakelaar
*1blz. 172
FSchakelaar VSC (Vehicle Stability
Control) OFF blz. 284
GCameraschakelaar*1, 2
HSchakelaar SNOW-modus blz. 282
ISchakelaar AC 220V*1blz. 323
JOntgrendelschakelaar achterklep
blz. 114
KOntgrendelschakelaar tankdopklep
Blz. 181
LSchakelaar stand P blz. 156
MHoofdschakelaar Advanced Park
(Parking Assist-systeem)*1blz. 257
NRijmodusselectieschakelaar blz. 282
OParkeerremschakelaar blz. 160
Activeren/deactiveren blz. 160
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de
winter blz. 291
Waarschuwingszoemer/-melding
blz. 163, blz. 384
PBrake Hold-schakelaar blz. 163
*1Indien aanwezig
*2Raadpleeg de handleiding voor het multimediasysteem.
Overzicht
12
Page 18 of 530
AAirconditioning blz. 295
Gebruik blz. 295
Achterruitverwarming blz. 297
BAudiosysteem*1
Airconditioning blz. 295
Gebruik blz. 295
CSchakelaar alarmknipperlichten
blz. 378
DRichtingaanwijzerschakelaar blz. 160
Lichtschakelaar blz. 166
Koplampen/parkeerlichten
voor/achterlichten/
kentekenplaatverlichting/
dagrijverlichting blz. 166
AHS (Adaptive High
Beam-systeem)
*2blz. 168
AHB (Automatic High
Beam)
*2blz. 172
Mistachterlicht blz. 175
ETellers blz. 88
Aflezen van de tellers/afstellen van
de verlichting van het
instrumentenpaneel blz. 88, blz. 89
Waarschuwingslampjes/
controlelampjes blz. 84
Wanneer een waarschuwingslampje
gaat branden blz. 384
FMulti-informatiedisplay blz. 90
Display blz. 90
Energiemonitor blz. 101
Wanneer een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven blz. 391
GSchakelaar ruitenwissers en
-sproeiers blz. 175
Gebruik blz. 175
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof
blz. 346
Waarschuwingsmeldingen blz. 391
HOntgrendelingshendel motorkap
blz. 340
ISchakelaar stuurverstelling*2/
ontgrendelingshendel
stuurverstelling
*2Blz. 127
Verstellen blz. 127
Ergonomisch geheugen
*2blz. 122
JStartknop blz. 150
Starten van het
brandstofcelsysteem/wijzigen van de
modi blz. 150
Noodstop van het
brandstofcelsysteem blz. 378
Als het brandstofcelsysteem niet kan
worden gestart blz. 406
Waarschuwingsmeldingen blz. 391
KSelectiehendel blz. 156
Wijzigen van de schakelstand blz. 156
Voorzorgsmaatregelen bij slepen
blz. 379
LHoofdschakelaar openingssysteem
achterklep blz. 116
*1Raadpleeg de handleiding voor het multimediasysteem.
*2Indien aanwezig
Overzicht
16
Page 19 of 530
Schakelaars (auto's met rechtse besturing)
ASchakelaar stand P blz. 156
BParkeerremschakelaar blz. 160
Activeren/deactiveren blz. 160
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de
winter blz. 291
Waarschuwingszoemer/-melding
blz. 163, blz. 384
CBrake Hold-schakelaar blz. 163
DHoofdschakelaar Advanced Park
(Parking Assist-systeem)*1blz. 257
ERijmodusselectieschakelaar blz. 282
FToets H2O Blz. 165
GToets HUD (head-up
display)*1Blz. 97
HDimmer dashboardverlichting blz. 89
IToets ODO/TRIP Blz. 89
JSchakelaar AC 220V*1blz. 323
KSchakelaar SNOW-modus blz. 282
LCameraschakelaar*1, 2
MSchakelaar VSC (Vehicle Stability
Control) OFF blz. 284
NSchakelaar Adaptive High
Beam-systeem*1blz. 168
Automatic High
Beam-schakelaar
*1blz. 172
OOntgrendelschakelaar tankdopklep
Blz. 179
POntgrendelschakelaar achterklep
blz. 114
*1Indien aanwezig
*2Raadpleeg de handleiding voor het multimediasysteem.
Overzicht
17
Overzicht
Page 65 of 530
Door alarmsysteem bediende
portiervergrendeling
In de volgende gevallen worden,
afhankelijk van de situatie, de portieren
automatisch vergrendeld om potentiële
indringers buiten de auto te houden:
• Wanneer een in de auto
achtergebleven persoon het portier
ontgrendelt en het alarm wordt
geactiveerd.
• Terwijl het alarm is geactiveerd,
ontgrendelt een in de auto
achtergebleven persoon het portier.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden
aangepast aan de persoonlijke voorkeur.
(→Blz. 428)
OPMERKING
Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Verander of verwijder het systeem niet.
Na veranderen of verwijderen kan de
juiste werking van het systeem niet
worden gegarandeerd.
Signalering inbraaksensor en
hellingsensor (indien aanwezig)
Signalering inbraaksensor en
hellingsensor
• De inbraaksensor signaleert
indringers of een beweging in de auto.• De hellingsensor signaleert een
verandering van de hoek van de auto
ten opzichte van het wegdek, die
bijvoorbeeld ontstaat als de auto
weggesleept wordt.
Dit systeem is ontworpen om diefstal te
voorkomen, maar een optimale
beveiliging tegen elke vorm van inbraak
kan niet worden gegarandeerd.
De inbraaksensor en hellingsensor
instellen
Als het alarm wordt ingeschakeld, worden
de inbraaksensor en de hellingsensor
automatisch ingesteld. (→Blz. 62)
De inbraaksensor en de hellingsensor
uitschakelen
Als u huisdieren of bewegende
voorwerpen in de auto achterlaat, moet u
ervoor zorgen dat u de inbraaksensor en
de hellingsensor uitschakelt voordat u
het alarm instelt, omdat deze sensoren
reageren op bewegingen binnen in de
auto.
1. Zet het contact UIT.
2. Druk op de uitschakeltoets van de
inbraaksensor en hellingsensor.
Druk opnieuw op de toets om de
inbraaksensor en de hellingsensor
weer in te schakelen.
Telkens wanneer de inbraaksensor en
de hellingsensor worden
uitgeschakeld/ingeschakeld, wordt er
een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
1 .4 Antidiefstalsysteem
63
1
Veiligheid en beveiliging
Page 75 of 530
Als “Hydrogen Leakage Detected Visit
Your Dealer” (Waterstoflekkage
gesignaleerd. Ga naar uw dealer) op het
multi-informatiedisplay wordt
weergegeven
Er lekt mogelijk een kleine hoeveelheid
waterstofgas. Laat de auto onmiddellijk
nakijken door de dichtstbijzijnde erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Als “FCV Sys. OFF Due to Hydrogen
Leak Stop in Safe Place See Manual”
(brandstofcelsysteem UIT ten gevolge
van waterstoflekkage, stop op een
veilige plaats, zie handleiding) op het
multi-informatiedisplay wordt
weergegeven
• Er lekt mogelijk waterstofgas. Als er
waterstofgas lekt of een andere
storing wordt gesignaleerd:→blz. 77
• De airconditioning wordt automatisch
uitgeschakeld.
Als de brandstof opraakt
Als de brandstof op is en het
brandstofcelsysteem niet kan worden
gestart, vul dan brandstof bij totdat het
waarschuwingslampje laag
brandstofniveau (→blz. 389) uitgaat
alvorens opnieuw te proberen te starten.
Als er te weinig brandstof is bijgevuld,
kan het systeem mogelijk niet worden
gestart.
Brandstofcelpakket
• Afhankelijk van de gebruiksomgeving
kan het uitgangsvermogen van de
brandstofcel gedurende de
levensduur van de auto afnemen. Dit
zal echter amper effect hebben op de
rijprestaties.
• In de volgende situaties neemt het
uitgangsvermogen van de
brandstofcel mogelijk sneller af dan bij
normaal rijden:
– Langdurig gebruik in gebieden met
grote hoeveelheden stof
– Langdurig gebruik in gebieden methoge concentraties zwavel (zoals
vulkanen of warmwaterbronnen)
– Langdurig gebruik in gebieden met
hoge concentraties van de volgende
stoffen:
Organische oplosmiddelen, zoals
verf en thinner
Aminehoudende materialen zoals
ammoniak
Chloorhoudende stoffen zoals
zoutaanslag en strooizout
– Er komt zout water terecht in het
luchtfilter Het verdient aanbeveling
het luchtfilter te vervangen en de
omliggende onderdelen te reinigen.
Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige
– Het aantal keren dat het
brandstofcelsysteem is gestart en
gestopt is uitzonderlijk hoog
– Langdurig gebruik bij temperaturen
onder het vriespunt
– Er is vervuilde brandstof getankt die
niet voldoet aan de
ISO-14687-norm
Waterstoftanks
• De waterstoftanks zijn de
hogedrukopslagtanks die zijn gevuld
met gecomprimeerd waterstofgas. Er
kan worden getankt bij
waterstofstations.
• De waterstofgerelateerde onderdelen
(zoals de tanks en leidingen) hebben
een houdbaarheidsdatum die
wettelijk is vastgesteld. Auto's met
waterstofgerelateerde onderdelen
met een verstreken
houdbaarheidsdatum mogen niet
worden gebruikt. De
waterstofgerelateerde onderdelen
moeten worden vervangen door
nieuwe exemplaren als de
houdbaarheidsdatum is verstreken.
De houdbaarheidsdatum is
aangegeven aan de binnenzijde van
de tankdopklep, net als de uiterste
datum voor bijvullen. Neem contact
2.1 Brandstofcel-elektrische auto
73
2
Brandstofcelsysteem
Page 77 of 530
• De koelvloeistoftemperatuur is
mogelijk te hoog. Dit kan worden
veroorzaakt door rijomstandigheden
zoals herhaaldelijk plotseling
accelereren en decelereren, continu
rijden op een helling of continu rijden
op grote hoogte met een zwaar
belaste auto. In dergelijke gevallen
wordt “FCV system overheated
Output power reduced”
(brandstofcelsysteem oververhit,
gereduceerd uitgangsvermogen) op
het multi-informatiedisplay
weergegeven en wordt het
uitgangsvermogen beperkt. Het
uitgangsvermogen wordt weer
normaal, zodra de koelvloeistof een
normale temperatuur bereikt.
(→Blz. 392)
• Het brandstofniveau is mogelijk laag.
Als het waarschuwingslampje laag
brandstofniveau gaat branden, wordt
het uitgangsvermogen geleidelijk
beperkt om de maximale rijafstand te
verlengen. Als de auto dit punt
bereikt, is de resterende rijafstand
kort. Vul onmiddellijk waterstof bij.
• Bij lage buitentemperaturen gaat het
waarschuwingslampje laag
brandstofniveau sneller branden dan
normaal en wordt het
uitgangsvermogen beperkt.
Elektromagnetische golven (EMF)
• De hoogspanningsonderdelen en
-kabels in brandstofcel-elektrische
auto's zijn voorzien van een
afscherming voor elektromagnetische
golven en zenden daardoor ongeveer
net zo veel elektromagnetische
golven uit als conventionele auto's
met een benzinemotor, of
elektronische huishoudelijke
apparaten.
• Uw auto kan storingen veroorzaken in
niet-originele audio-onderdelen.Starten van het brandstofcelsysteem
in een extreem koude omgeving
Als de tractiebatterij extreem koud is
(temperatuur lager dan ongeveer -30°C)
als gevolg van de buitentemperatuur,
kan het brandstofcelsysteem mogelijk
niet worden gestart. Probeer in dat
geval het brandstofcelsysteem
nogmaals te starten nadat de
temperatuur van de tractiebatterij is
opgelopen omdat bijvoorbeeld de
buitentemperatuur is gestegen.
Tractiebatterij
De levensduur van de tractiebatterij is
niet onbeperkt. De levensduur van de
tractiebatterij kan veranderen
afhankelijk van de rijstijl en de
rijomstandigheden.
Conformiteitsverklaring
(tractiebatterij)
De uitstoot van waterstof van dit model
voldoet aan reglement ECE100 (voor de
veiligheid van elektrisch aangedreven
auto's met batterijen).
Eigenschappen waterstofgas
• Waterstofgas ontbrandt
gemakkelijker dan benzine, het is
echter lichter dan lucht en verspreidt
zich snel. Het waterstofsysteem en de
waterstoftank dienen voldoende als
tegenmaatregel om gaslekkage te
voorkomen. Mocht er zich echter een
gaslekkage voordoen, dan wordt het
waterstofgas snel verdund totdat het
niet meer brandbaar is.
• Waterstofgas is net als benzine en
aardgas niet gevaarlijk als er op de
juiste wijze mee wordt omgegaan.
Lees de eigenschappen in
onderstaande tabel goed door en zorg
ervoor dat u ze begrijpt.
2.1 Brandstofcel-elektrische auto
75
2
Brandstofcelsysteem
Page 78 of 530
WaterstofgasLPG (Liquid Petro-
leum Gas)Benzine
Normale toestandGasvormig (lichter
dan lucht)Gasvormig (zwaarder
dan lucht)Vluchtige vloeistof
(verdampt gemakke-
lijk) (zwaarder dan
lucht)
BrandbaarheidGroter dan die van
benzineGelijk aan die van
benzine—
Mate van accumulatie■Verspreidt zich
naar boven en
wordt in de open
lucht verdund tot
veilige
concentraties
■Hecht zich niet
aan kleding■Verspreidt zich op
de grond of vloer
■Hecht zich niet
aan kleding■Verspreidt zich op
de grond of vloer
■Hecht zich aan
kleding
Detecteerbaarheid■Door zijn kleur- en
geurloze staat
moeilijk te zien of
ruiken
■De waterstofdete-
ctoren in de auto
geven een
waarschuwing
weer op het
multi-
informatiedisplay■Detecteerbaar aan
de hand van de
geur en het geluid
van gaslekkage■Detecteerbaar aan
de hand van de
kleur en geur
Basisconcepten van veiligheid
waterstof
• Voorkom lekkage
De leidingkoppelingen van de
waterstofleidingen zijn ontwikkeld om
lekkage te voorkomen.
De koppelingen worden bij elke
officiële controle van de auto
gecontroleerd op gaslekkage.
• Detecteer om lekkage te stoppen
– De auto is uitgerust met
waterstofdetectoren. Als de
waterstofdetectoren een lek
signaleren, worden de kleppen van
de waterstoftanks automatisch
gesloten om te voorkomen dat er
meer waterstof ontsnapt.
– De auto is uitgerust met eenaanrijdingssensor. Als de
aanrijdingssensor een aanrijding
signaleert, worden de kleppen van
de waterstoftanks automatisch
gesloten om te voorkomen dat er
waterstofgas uit beschadigde
onderdelen lekt.
• Verspreid het gelekte waterstofgas
De waterstoftanks en de leidingen
bevinden zich buiten het
passagierscompartiment. Dankzij hun
ontwerp verspreidt gelekt gas zich
dus in de atmosfeer.
• Elimineer veroorzakers van brand
Dankzij het ontwerp bevinden zich
geen veroorzakers van brand in de
buurt van de waterstofleidingen.
2.1 Brandstofcel-elektrische auto
76