display TOYOTA MIRAI 2023 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: MIRAI, Model: TOYOTA MIRAI 2023Pages: 530, PDF Size: 103.29 MB
Page 79 of 530

WAARSCHUWING!
Waterstofgerelateerde onderdelen
• Breng geen wijzigingen aan in de
waterstofgerelateerde onderdelen
en demonteer ze niet.
• De waterstoftanks, het
brandstofcelpakket, de
waterstofleidingen en de
verbindende onderdelen zijn gevuld
met waterstofgas. Verwijder en
demonteer deze onderdelen niet.
Anders kan er waterstofgaslekkage
ontstaan, hetgeen kan leiden tot
brand of een explosie in de auto,
waardoor dodelijk of ernstig letsel
kan ontstaan.
Als er waterstofgas lekt of een andere
storing wordt gesignaleerd
• Als gesignaleerd wordt dat er een
grote hoeveelheid waterstofgas lekt,
zet dan het contact uit, verlaat de
auto en ga er ver vandaan. Plaats
waarschuwingsborden en houd
veroorzakers van brand uit de buurt
van de auto. Schakel indien mogelijk
hulp in. Als u het bovenstaande hebt
gedaan, neem dan onmiddellijk
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
• Als u geluid van een gaslekkage of
een andere storing opmerkt, breng
de auto dan onmiddellijk tot stilstand
op een veilige, goed geventileerde
plaats, verlaat de auto en ga er ver
vandaan.
• Als een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay, breng de
auto dan onmiddellijk tot stilstand op
een veilige, goed geventileerde
plaats buiten.
Uitlaatpijp
• Raak het water of de stoom die uit de
uitlaatpijp komt niet direct aan.
Anders kunt u brandwonden door
lage temperaturen oplopen.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• De brandstofcel-elektrische auto
genereert water tijdens het
opwekken van vermogen. Het
gegenereerde water dat via de
uitlaatpijp wordt afgevoerd, is niet
geschikt als drinkwater. Drink het
water dat uit de uitlaatpijp komt
nooit op.
• U kunt na het aanschaffen van een
nieuwe auto of na een lange periode
van stilstand een tijdje een vreemde
geur uit de uitlaatpijp ruiken, maar
dit duidt niet op een storing. De geur
is niet schadelijk, maar kan als
onaangenaam ervaren worden.
Adem de lucht dus niet in.
Voorzorgsmaatregelen hoogspanning
en hoge temperatuur
Deze auto is uitgerust met een
hoogspanningssysteem. Volg
onderstaande instructies op, aangezien
hoogspanning ernstige brandwonden
en een elektrische schok kan
veroorzaken die tot dodelijk of ernstig
letsel kunnen leiden.
• Verwijder of vervang nooit
hoogspanningsonderdelen,
hoogspanningskabels (oranje) en
stekkers, raak ze niet aan en haal ze
niet uit elkaar.
• De onderdelen in de ruimte van de
brandstofcelmodule worden heet als
ze in werking zijn. Wees alert op
zowel hoogspanning als hoge
temperaturen en volg altijd de
aanwijzingen op de
waarschuwingslabels van de auto op.
• Raak de servicestekker die op de
tractiebatterij is geplaatst nooit aan.
De servicestekker wordt gebruikt om
de hoogspanning van de
tractiebatterij te onderbreken tijdens
onderhoud of reparaties door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
2.1 Brandstofcel-elektrische auto
77
2
Brandstofcelsysteem
Page 80 of 530

WAARSCHUWING!(Vervolg)
Waarschuwingen voor het geval de
auto bij een ongeval betrokken raakt
Neem bij een ongeval de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen ervan kan leiden tot
brand of elektrische schokken, hetgeen
kan resulteren in dodelijk of ernstig
letsel.
• Breng de auto op een veilige plaats
tot stilstand om verdere
aanrijdingen te voorkomen. Zet de
selectiehendel in stand P en activeer
de parkeerrem.
• Controleer op waterstofgaslekkage.
Bij waterstoflekkage wordt er een
waarschuwingsmelding
weergegeven op het multi-
informatiedisplay. Grote lekkages
kunnen ook te horen zijn.
• Als gesignaleerd wordt dat er een
grote hoeveelheid waterstofgas lekt,
zet dan het contact uit, verlaat de
auto en ga er ver vandaan. Plaats
waarschuwingsborden en houd
veroorzakers van brand uit de buurt
van de auto. Schakel indien mogelijk
hulp in. Als u het bovenstaande hebt
gedaan, neem dan onmiddellijk
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
• Raak hoogspanningsonderdelen,
hoogspanningskabels (oranje) en
stekkers nooit aan.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Als binnen of buiten de auto
elektrische bedrading blootligt, kan
er een elektrische schok optreden.
Raak blootliggende elektrische
bedrading nooit aan.
• Raak bij een eventuele
vloeistoflekkage de vloeistof niet
aan omdat het organische elektrolyt
op koolzuurbasis uit de
tractiebatterij kan zijn. Was vloeistof
die op uw huid of in uw ogen terecht
is gekomen direct af met veel water
en raadpleeg onmiddellijk een arts.
• Bij een autobrand wordt het
waterstofgas in de waterstoftanks
omlaag geleid en afgevoerd aan
zowel de rechterzijde als de
achterzijde van de auto om de
schade aan de waterstoftanks te
beperken. Blijf uit de buurt van de
auto en ga niet aan de rechterzijde
of achterzijde van de auto staan.
• Als er in de auto brand ontstaat, kan
deze worden geblust met een
brandblusser klasse A, B of C. Als u
water gebruikt, blus dan met een
grote hoeveelheid uit een
brandkraan.
• Als uw auto gesleept moet worden,
dient dit te gebeuren met de
achterwielen van de grond. Als de
wielen de grond raken, kan de
elektromotor (tractiemotor)
elektriciteit blijven opwekken.
Hierdoor kan brand ontstaan.
Tractiebatterij
• Zorg ervoor dat de tractiebatterij
nooit wordt doorverkocht,
overgedragen of gewijzigd. Om
ongelukken te voorkomen worden
tractiebatterijen die uit afgedankte
auto's worden gehaald, ingezameld
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige. Voer de
tractiebatterij niet zelf af. Als de
tractiebatterij niet op de juiste
manier wordt ingezameld, kan het
2.1 Brandstofcel-elektrische auto
78
Page 81 of 530

WAARSCHUWING!(Vervolg)
volgende gebeuren, met dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg:
– De tractiebatterij kan illegaal
worden verkocht of ergens worden
gedumpt, en dit is schadelijk voor
het milieu. Daarnaast kan iemand
een hoogspanningsonderdeel
aanraken, hetgeen een elektrische
schok tot gevolg heeft.
– De tractiebatterij is uitsluitend
bestemd voor gebruik in uw
brandstofcel-elektrische auto. Als
de tractiebatterij buiten uw auto
wordt gebruikt of op een of andere
manier wordt aangepast, kunnen
er ongevallen ontstaan: iemand
kan een elektrische schok krijgen,
de tractiebatterij kan hitte en rook
genereren, hij kan ontbranden, er
kan zich een ontploffing voordoen
en er kan elektrolyt uit de
tractiebatterij lekken.
Met name door het doorverkopen of
overdragen van de tractiebatterij wordt
de ontvangende partij blootgesteld aan
het gevaar van ongevallen omdat deze
zich niet bewust is van deze gevaren.
Breng haar op de hoogte van de inhoud
van deze handleiding.
• Als uw auto wordt afgevoerd zonder
dat de tractiebatterij is verwijderd,
bestaat de kans op een zware
elektrische schok als
hoogspanningsonderdelen,
hoogspanningskabels en stekkers
hiervan aangeraakt worden.
(→Blz. 72) Als uw auto wordt
afgevoerd, dient de tractiebatterij te
worden afgevoerd door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige. Als de
tractiebatterij niet op de juiste
manier wordt afgevoerd, kan deze
elektrische schokken veroorzaken,
die dodelijk of ernstig letsel tot
gevolg kunnen hebben.OPMERKING
Tractiebatterij
Vervoer geen grote hoeveelheden water,
zoals een gevuld reservoir voor een
waterdispenser, in de auto. Als er water
op de tractiebatterij komt, kan het
batterijpakket beschadigd raken. Laat
de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Koelvloeistof brandstofcelpakket
Vul het koelsysteem van het
brandstofcelpakket nooit met water of
andere koelvloeistoffen, omdat dit
blijvende schade zal veroorzaken.
Uitschakelsysteem voor noodgevallen
Als een aanrijding met een kracht boven
een bepaalde drempelwaarde wordt
gesignaleerd, wordt het
brandstofcelsysteem uitgeschakeld en
schakelt het systeem de hoogspanning
uit.
Daarnaast wordt de brandstoftoevoer
afgesloten door de kleppen van de
waterstoftanks. Als het
uitschakelsysteem voor noodgevallen in
werking is getreden, kunt u uw auto niet
meer starten. Neem voor het herstarten
van het brandstofcelsysteem contact op
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Waarschuwingsmelding brandstofcel
Als er een storing optreedt in het
brandstofcelsysteem of als het systeem
onjuist wordt bediend, wordt
automatisch een melding weergegeven.
(→Blz. 391)
Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven waarschuwingsmelding en
volg de aanwijzingen op.
2.1 Brandstofcel-elektrische auto
79
2
Brandstofcelsysteem
Page 82 of 530

Als er een waarschuwingslampje gaat
branden of een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven of als de 12V-accu
wordt losgekoppeld
Het brandstofcelsysteem kan mogelijk
niet opnieuw gestart worden.
Neem als het controlelampje READY niet
gaat branden, zelfs als de startprocedure
is herhaald, contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Ventilatieopeningen tractiebatterij
Er zijn ventilatieopeningen aanwezig aan
beide zijden van de rugleuning achter
voor de koeling van de tractiebatterij. Als
de ventilatieopeningen worden afgedekt,
kan dat de koeling van de tractiebatterij
beïnvloeden.
Als de aanvoer van koele lucht en afvoer
van warme lucht van de tractiebatterij
beperkt wordt, wordt de afstand
waarover gereden kan worden op de
tractiemotor kleiner en neemt het
brandstofverbruik mogelijk toe.
OPMERKING
Ventilatieopeningen tractiebatterij
• Voorkom dat zaken als hoezen en
bagage de ventilatieopeningen
blokkeren. De aanvoer van koele lucht
naar en de afvoer van warme lucht
van de tractiebatterij wordt mogelijk
beperkt, waardoor het door de
tractiebatterij geleverde vermogen
afneemt en er een storing optreedt.
• Reinig de ventilatieopeningen
regelmatig om verstopping te
voorkomen. (→Blz. 363)
• Laat de ventilatieopeningen niet nat
of vuil worden, anders kan er
kortsluiting ontstaan en kan de
tractiebatterij beschadigd raken.
2.1.3 Tips voor rijden met een
brandstofcel-elektrische auto
Let op het volgende om het
brandstofverbruik en de actieradius te
optimaliseren:
Gebruik van de indicator van het
brandstofcelsysteem
De actieradius van uw auto kan worden
verlengd door de indicator van het
brandstofcelsysteem in het
multi-informatiedisplay in het
ECO-gebied te houden. (→Blz. 92)
Bedienen van het gaspedaal/rempedaal
Rijd zo vloeiend mogelijk.
Voorkom onnodig snel accelereren en
hard remmen.
Door matig te accelereren en decelereren
kunt u verspilling van brandstof
voorkomen.
Bij het remmen
Wanneer u rustig en tijdig remt, kan er
meer elektrische energie worden
geregenereerd tijdens het decelereren.
2.1 Brandstofcel-elektrische auto
80
Page 85 of 530

3.1 Instrumentenpaneel...........84
3.1.1 Waarschuwingslampjes en
controlelampjes...........84
3.1.2Metersentellers ..........88
3.1.3 Multi-informatiedisplay.......90
3.1.4 Head-up display
*..........97
3.1.5 Energiemonitor/verbruiksscherm/
luchtreinigingsscherm.......101
Voertuigstatusinformatie en
controlelampjes3
83
Page 87 of 530

Waarschuwingslampje
ABS*1(→blz. 385)
(Rood)Waarschuwingslampje elek-
trische stuurbekrachtiging
*1
(→blz. 386)
(Geel)Waarschuwingslampje elek-
trische stuurbekrachtiging
*1
(→blz. 386)
(Knippert of
brandt)Waarschuwingslampje
PCS*1(→blz. 386)
(Oranje)Controlelampje LTA
*2
(→blz. 386)
Controlelampje Toyota Par-
king Assist-sensor OFF*4
(indien aanwezig)
(→blz. 386)
Controlelampje PKSB OFF*1
(indien aanwezig)
(→blz. 387)
(Knippert)Controlelampje RCTA OFF
*1
(indien aanwezig)
(→blz. 387)
(Knippert of
brandt)Controlelampje RCD OFF
*2
(indien aanwezig)
(→blz. 387)
Controlelampje Traction
Control*1(→blz. 387)
Waarschuwingslampje on-
juiste bediening pedaal*3
(→blz. 388)
(Knippert)Controlelampje Brake Hold-
systeem in werking
*1
(→blz. 388)
(Knippert)Waarschuwingslampje par-
keerrem (→blz. 388)
Waarschuwingslampje lage
bandenspanning*1
(→blz. 389)
Waarschuwingslampje laag
brandstofniveau*2
(→blz. 389)
Controlelampje
bestuurders- en voorpassa-
giersgordel (→blz. 389)
Controlelampjes achterpas-
sagiersgordels*2(→blz. 389)
*1Deze lampjes gaan branden als het
contact AAN wordt gezet om aan te
geven dat er een systeemcontrole wordt
uitgevoerd. Ze gaan uit nadat het
brandstofcelsysteem is ingeschakeld of
na enkele seconden. Er kan een storing in
een systeem aanwezig zijn als het lampje
niet gaat branden of uitgaat. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
*2Dit lampje brandt op het
multi-informatiedisplay.
*3Dit lampje brandt op het multi-
informatiedisplay en er wordt een
melding weergegeven.
*4Het controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF gaat branden wanneer
het contact AAN wordt gezet, terwijl de
Toyota Parking Assist-sensor is
ingeschakeld. Het gaat na enkele
seconden uit.
3.1 Instrumentenpaneel
85
3
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 89 of 530

Controlelampje RCD OFF*2, 5
(indien aanwezig)
(→blz. 243)
Controlelampje stand-
bystand Brake Hold-
systeem
*7(→blz. 163)
Controlelampje Brake Hold-
systeem*7(→blz. 163)
Controlelampje antidiefstal-
systeem*9(→blz. 60, blz. 61)
Controlelampje READY
(→blz. 150)
Controlelampje lage buiten-
temperatuur*2, 10(→blz. 89)
Waarschuwingslampje par-
keerrem (→blz. 160)
Controlelampje Br-modus*2
(→blz. 156)
Controlelampje ECO-
rijmodus*2(→blz. 282)
Controlelampje SPORT-
modus*2(→blz. 282)
Controlelampje SNOW-
modus*2(→blz. 282)
Controlelampje PASSENGER
AIRBAG*7, 9(→blz. 38)
*1Geeft aan dat de
koelvloeistoftemperatuur laag is.
*2Dit lampje brandt op het
multi-informatiedisplay.
*3Dit lampje brandt op het multi-
informatiedisplay en er wordt een
melding weergegeven.
*4Afhankelijk van de bedrijfscondities
wijzigen de kleur en de status
(branden/knipperen) van het
controlelampje.
*5Het lampje gaat branden wanneer het
systeem wordt uitgeschakeld.
*6Het controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF gaat branden wanneer
het contact AAN wordt gezet, terwijl de
Toyota Parking Assist-sensor is
ingeschakeld. Het gaat na enkele
seconden uit.
*7Deze lampjes gaan branden als het
contact AAN wordt gezet om aan te
geven dat er een systeemcontrole wordt
uitgevoerd. Ze gaan uit nadat het
brandstofcelsysteem is ingeschakeld of
na enkele seconden. Er kan een storing in
een systeem aanwezig zijn als de lampjes
niet gaan branden of niet uitgaan. Laat de
auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
*8Dit lampje gaat branden in de
buitenspiegels.
*9Dit lampje brandt in het centrale
paneel.
*10Wanneer de buitentemperatuur
ongeveer 3°C of lager is, gaat het
controlelampje gedurende 10 seconden
knipperen en blijft het daarna branden.
3.1 Instrumentenpaneel
87
3
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 90 of 530

3.1.2 Meters en tellers
De meters geven allerlei informatie over het rijden.
Weergave instrumentenpaneel
ABrandstofmeter/actieradius
(→blz. 90)
BMulti-informatiedisplay
Geeft de bestuurder een aantal
gegevens met betrekking tot het
rijden (→blz. 90)
Geeft waarschuwingsmeldingen weer
als er zich een storing voordoet
(→blz. 391)
CSnelheidsmeter
Geeft de rijsnelheid weer
DKlok (→blz. 88)
De weergegeven tijd is gekoppeld aan
het multimediasysteem. Raadpleeg
voor meer informatie de handleiding
voor het multimediasysteem.
ESchakelstandindicator
Geeft de geselecteerde schakelstand
weer (→blz. 156)
FKilometerteller en dagteller
(→blz. 89)
GBuitentemperatuur (→blz. 89)
Tellers en display worden verlicht als
Het contact AAN staat.
Bij het wijzigen van de rijmodus
De achtergrondkleur van het
multi-informatiedisplay wijzigt
overeenkomstig de geselecteerde
rijmodus. (→Blz. 282, blz. 282)Scherm klokinstellingen
Als “Clock :00” (klok :00) wordt
weergegeven wanneer
wordt
geselecteerd op het multi-
informatiedisplay, is er mogelijk een
storing aanwezig in het systeem. Laat de
auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
De eenheden die voor de teller en het display worden gebruikt, kunnen per regio
verschillen.
3.1 Instrumentenpaneel
88
Page 91 of 530

Weergave buitentemperatuur
• Onder de volgende omstandigheden
wordt mogelijk niet de juiste
buitentemperatuur weergegeven of
duurt het langer voordat de weergave
wordt gewijzigd.
– Wanneer de auto stilstaat of met
lage snelheid rijdt (lager dan
20 km/h)
– Wanneer de buitentemperatuur
plotseling verandert (bijvoorbeeld
bij het in- of uitrijden van een
garage of tunnel)
• Wanneer -- of E wordt weergegeven,
zit er mogelijk een storing in het
systeem. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
• Geeft de buitentemperatuur aan
binnen het bereik -40°C tot 50°C.
• Wanneer de buitentemperatuur
ongeveer 3°C of lager is, gaat het
controlelampje
gedurende
10 seconden knipperen en blijft
daarna branden.
LCD-scherm
→Blz. 91
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijvoorbeeld de
weergave van het instrumentenpaneel)
kunnen worden gewijzigd op het scherm
van het multi-informatiedisplay.
(→Blz. 428)
Weergave kilometerteller en dagteller
Onderwerpen die worden weergegeven
• Kilometerteller
Geeft de totale afstand weer die met
de auto gereden is.
• Dagteller A/dagteller B
Geeft de afstand weer die met de auto
gereden is sinds de teller de laatste
keer op nul is gezet. Dagteller A en Bkunnen onafhankelijk van elkaar
worden gebruikt en verschillende
afstanden weergeven.
De weergave wijzigen
Het onderwerp verandert iedere keer dat
op de toets ODO/TRIP wordt gedrukt. Als
de dagteller wordt weergegeven, wordt
deze gereset als de toets ingedrukt wordt
gehouden.
Dimmer dashboardverlichting
De helderheid van de
dashboardverlichting kan worden
ingesteld.
1. Helderder
2. Donkerder
Afstellen helderheid
instrumentenpaneel
De helderheid van de verlichting van het
instrumentenpaneel kan afzonderlijk
worden aangepast wanneer de
achterlichten branden en wanneer de
achterlichten uit zijn. Wanneer de
omgeving echter licht is (bijvoorbeeld
overdag), wordt de helderheid van de
3.1 Instrumentenpaneel
89
3
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 92 of 530

verlichting van het instrumentenpaneel
niet aangepast wanneer de achterlichten
worden ingeschakeld.
Brandstofmeter en actieradius
Brandstofmeter
Geeft aan hoeveel brandstof er nog in de
tank aanwezig is
Actieradius
• Geeft de maximale rijafstand weer die
is berekend op basis van het
brandstofverbruik uit het verleden en
de resterende hoeveelheid brandstof.
• Als het airconditioningsysteem in
werking is, wordt
weergegeven
onder de actieradius en wordt de
actieradius met ingeschakeld
airconditioningsysteem weergegeven.
Wanneer het waarschuwingslampje
laag brandstofniveau gaat branden
Het waarschuwingslampje laag
brandstofniveau gaat branden
(→blz. 389) bij een laag brandstofniveau.
Tank in dat geval de auto bij.
Maximale rijafstand
• De werkelijke maximale rijafstand kan
afwijken door wijzigingen in het
brandstofverbruik en is afhankelijk
van de rijomgeving (weer, verkeer,
enz.) en het rijgedrag (plotselinge
acceleratie, airconditioning, enz.).
• De actieradius kan kleiner worden,
zelfs als er niet wordt gereden, door
energieverbruik door het systeem.
• De maximale rijafstand wordt in de
volgende gevallen weergegeven als
“--- km (--- mijl)”:
– Wanneer de resterende hoeveelheid
brandstof wordt berekend
(kortstondig).
– Wanneer de nog resterende
hoeveelheid brandstof E bereikt.
– Wanneer zich een storing voordoet
waarbij de maximale rijafstand niet
kan worden berekend.
3.1.3 Multi-informatiedisplay
Het multi-informatiedisplay wordt
gebruikt om informatie met betrekking
tot het brandstofverbruik en
verschillende soorten rijgerelateerde
informatie weer te geven. Het
multi-informatiedisplay kan ook worden
gebruikt voor het wijzigen van de
display-instellingen en andere
instellingen.
Informatie op display
De onderstaande informatie wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
AInformatie ondersteunend systeem
Geeft een afbeelding weer wanneer
de onderstaande systemen in
werking zijn en een ander
menu-icoon dan
wordt
geselecteerd:
• LTA (Lane Tracing Assist)
(→blz. 197)
• Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik (→blz. 212)
• RSA (Road Sign Assist) (→blz. 207)
BInformatiedisplayzone
Er kunnen verschillende soorten
informatie worden weergegeven door
een menu-icoon te selecteren.
Daarnaast kunnen in bepaalde
situaties pop-updisplays met
waarschuwingen of suggesties/tips
worden weergegeven.
CMenu-iconen (→blz. 91)
3.1 Instrumentenpaneel
90