TOYOTA PROACE CITY EV 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Page 151 of 352
151
Rijden
6
Inschakelen van de
achteruitversnelling
► Til de ring onder de knop omhoog en beweeg de selectiehendel eerst naar links en dan naar voren.
WARNI NG
Schakel de achteruitversnelling alleen in als de auto stilstaat en de motor stationair draait.
NOTIC E
Uit veiligheidsoverwegingen en om het starten van de motor te vergemakkelijken:– zet de selectiehendel altijd in de neutraalstand,
– trap het koppelingspedaal in.
(Type 1) Automatische
transmissie
Automatische transmissie met acht versnellingen die de keus biedt tussen comfortabel automatisch schakelen en handmatig schakelen.Er zijn twee gebruiksmogelijkheden:– Automatisch schakelen, waarbij het schakelen elektronisch wordt aangestuurd,– Handmatig schakelen, waarbij de bestuurder zelf sequentieel kan schakelen.In de automatische stand blijft het altijd mogelijk om zelf te schakelen met behulp van de paddle shift-schakelaars aan de stuurkolom, bijvoorbeeld om even snel in te halen.
Keuzeschakelaar
WARNI NG
Bij het bedienen van de keuzeschakelaar is het om veiligheidsredenen raadzaam om het rempedaal ingetrapt te houden.
P.Parkeerstand.
R.Achteruitversnelling.
N.Neutraalstand.
D.Drive (automatische werking).
M.Handmatig (zelf sequentieel schakelen tussen de versnellingen).
NOTIC E
Stand N kunt u gebruiken in een file of bij het wassen van de auto in een wasstraat.
Page 152 of 352
152
Schakelaars aan het stuurwiel
► Trek de paddle shift-schakelaar “+” rechts of “-” links naar u toe om op of terug te schakelen.
NOTIC E
Met de schakelaars aan het stuurwiel kan de neutraalstand niet worden geselecteerd en kan de achteruitversnelling niet worden ge(de)selecteerd.
Informatie op het
instrumentenpaneel
Wanneer u de stand van de keuzeschakelaar verandert of op toets M drukt, worden de ingeschakelde versnelling en het desbetreffende pictogram op het instrumentenpaneel weergegeven.Bij een ongeldige waarde wordt het symbool “-” weergegeven.► Als op het instrumentenpaneel de melding Trap het rempedaal in wordt
weergegeven, moet u het rempedaal stevig intrappen.
Wegrijden
► Trap het rempedaal in en selecteer stand P.► Start de motor.Als niet aan de bovenstaande voorwaarden wordt voldaan, klinkt een geluidssignaal en verschijnt een melding op het scherm van het instrumentenpaneel.► Deactiveer de parkeerrem, tenzij deze in de automatische stand staat (uitvoeringen met een elektrisch bedienbare parkeerrem).► Selecteer stand R, N of D.
WARNI NG
Wanneer u met een zwaar beladen auto moet wegrijden op een steile helling, trap dan het rempedaal in, selecteer stand D, deactiveer de parkeerrem (tenzij deze in de automatische stand staat (uitvoeringen met een elektrisch bedienbare parkeerrem)) en laat vervolgens het rempedaal los.
► Laat het rempedaal geleidelijk los.Of► Rijd voorzichtig weg om de elektrisch bedienbare parkeerrem te deactiveren (als deze in de automatische stand staat).De auto begint onmiddellijk te rijden.
NOTIC E
Als P wordt weergegeven op het instrumentenpaneel terwijl de keuzeschakelaar in een andere stand staat, dient u de keuzeschakelaar in stand P te zetten om de motor te kunnen starten.Als tijdens het rijden per ongeluk stand N wordt geselecteerd, laat het motortoerental dan zakken tot stationair toerental, zet de keuzeschakelaar in stand D en trap het gaspedaal weer in.
WARNI NG
Als de motor stationair draait, het rempedaal is losgelaten en stand R, D of M is geselecteerd, rijdt de auto ook zonder dat het gaspedaal wordt ingetrapt.Laat nooit kinderen zonder toezicht in de auto achter.Verlaat om veiligheidsredenen de auto nooit, zelfs niet voor een korte tijd, zonder de sleutel of afstandsbediening mee te nemen.Activeer de parkeerrem en selecteer stand P als er onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd bij draaiende motor.
Page 153 of 352
153
Rijden
6
WARNI NG
Het aanduwen van de auto om de motor te starten is bij een auto met een automatische transmissie niet toegestaan.
Automatische werking
► Selecteer stand D voor automatisch schakelen.De transmissie werkt dan in de auto-adaptieve stand, zonder dat u zelf hoeft te schakelen. De transmissie kiest voortdurend de meest geschikte versnelling, overeenkomstig de rijstijl, het profiel van de weg en de belading van de auto.► Voor een maximale acceleratie zonder de keuzeschakelaar te bedienen, dient u het gaspedaal volledig in te trappen (kickdown).De transmissie schakelt automatisch terug of handhaaft de ingeschakelde versnelling totdat het maximumtoerental is bereikt.Bij het remmen schakelt de transmissie automatisch terug voor een effectieve
motorremwerking.Als u plotseling uw voet van het gaspedaal haalt, schakelt de transmissie uit veiligheidsoverwegingen niet naar een hogere versnelling.
WARNI NG
Schakel tijdens het rijden nooit stand N in.Selecteer stand P of R alleen wanneer de auto volledig stilstaat.
Tijdelijk handmatig schakelen
U kunt tijdelijk zelf schakelen met de paddle shift-schakelaars “+” en “-” aan de stuurkolom. Als het toerental dit toestaat, wordt de door u geselecteerde versnelling ingeschakeld. Met deze functie kunt u anticiperen op bepaalde rijsituaties, zoals het inhalen van een voorligger of het naderen van een bocht. Als de paddle shift-schakelaars enige tijd niet meer zijn gebruikt, gaat de transmissie weer over op de automatische stand.
Kruipfunctie (rijden zonder
gasgeven)
Deze functie vergemakkelijkt het rijden en manoeuvreren op lage snelheid (inparkeren, file rijden, enz.).Als de motor stationair draait, de parkeerrem is gedeactiveerd en stand D, M of R is geselecteerd, zet de auto zich langzaam in beweging zodra u het rempedaal loslaat (zelfs zonder dat u het gaspedaal intrapt).
WARNI NG
Laat om veiligheidsredenen de auto nooit met draaiende motor en gesloten portieren achter.
Handmatige bediening
► Druk, terwijl de keuzeschakelaar in stand D staat, op toets M om sequentieel te schakelen tussen de acht versnellingen.Het controlelampje van de toets gaat branden.► Bedien de paddle shift-schakelaars “+” of “-” aan de stuurkolom. M verschijnt en de achtereenvolgend ingeschakelde versnellingen worden weergegeven op het instrumentenpaneel.► U kunt op elk moment terugkeren naar automatisch schakelen door nogmaals op toets M te drukken.Het controlelampje van de toets gaat uit.
NOTIC E
Bij handmatig schakelen is het niet noodzakelijk om bij het schakelen het gaspedaal los te laten.
NOTIC E
Het schakelen naar een andere versnelling kan alleen als de snelheid van de auto en het toerental van de motor dit toestaan.
Page 154 of 352
154
NOTIC E
Bij een te laag of te hoog toerental knippert de geselecteerde versnelling enkele seconden waarna de werkelijk ingeschakelde versnelling wordt weergegeven.Als de auto stopt of langzaam rijdt, selecteert de transmissie automatisch versnelling M1.
NOTIC E
Om de remmen te ontzien is het tijdens een steile afdaling raadzaam om af te remmen op de motor (schakel terug of blijf in een lage versnelling rijden).Langdurig onafgebroken remmen kan leiden tot oververhitting van de remmen waardoor het remsysteem beschadigd of buiten werking kan raken.Rem alleen als dit noodzakelijk is om snelheid te minderen of te stoppen.
NOTIC E
Op bepaalde wegen (bijvoorbeeld een bergweg) is het raadzaam handmatig te schakelen.Het automatische schakelprogramma werkt onder zulke omstandigheden niet optimaal en
biedt geen mogelijkheid om op de motor af te remmen.
Ongeldige waarde bij
handmatig schakelen
Dit symbool wordt weergegeven wanneer een versnelling niet goed is ingeschakeld (de keuzeschakelaar bevindt zich tussen twee standen in).► Zet de keuzeschakelaar “goed” in de gewenste stand.
De auto parkeren
Selecteer voordat u de motor uitzet stand P en activeer vervolgens de parkeerrem om de auto op zijn plaats te houden, tenzij de automatische stand van de parkeerrem is ingeschakeld (uitvoeringen met een elektrisch bedienbare parkeerrem).Controleer of stand P is ingeschakeld en of de elektrisch bedienbare parkeerrem automatisch is geactiveerd. Activeer de parkeerrem handmatig als dat niet het geval is.De desbetreffende lampjes van de keuzeschakelaar en de parkeerremhendel en op het instrumentenpaneel moeten branden.
NOTIC E
U kunt bij het selecteren van stand P een zwaar punt voelen.Als de keuzeschakelaar niet in stand P staat, klinkt bij het openen van het bestuurdersportier of ongeveer 45 seconden na het UIT zetten van het contact een geluidssignaal en wordt er een melding weergegeven.► Zet de keuzeschakelaar in stand P; het geluidssignaal stopt en de melding verdwijnt.
WARNI NG
Wanneer u met een zwaar beladen auto parkeert op een steile helling, trap dan het rempedaal in, selecteer stand P, activeer de parkeerrem (tenzij deze in de automatische stand staat (uitvoeringen met een elektrisch bedienbare parkeerrem)) en laat vervolgens het rempedaal los.
WARNI NG
Controleer voordat u uitstapt altijd of de keuzeschakelaar in stand P staat.
Page 155 of 352
155
Rijden
6
Storing
Bij een storing gaat dit waarschuwingslampje branden en wordt een melding weergegeven wanneer het contact AAN staat.In dat geval schakelt de transmissie over naar een noodprogramma en blijft de 3e versnelling ingeschakeld. Mogelijk voelt u dan een flinke schok bij het schakelen van stand P naar stand R en van stand N naar R. Dit is niet schadelijk voor de transmissie.Rijd niet harder dan 100 km/h en houd rekening met de plaatselijke snelheidslimieten.Laat het systeem nakijken door een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WARNI NG
Er bestaat kans op schade aan de transmissie:– Als het gaspedaal en rempedaal gelijktijdig worden ingetrapt.– Als bij een lege of defecte accu de selectiehendel geforceerd vanuit stand P in een andere stand wordt gezet.
W ARNI NG
Automatische transmissieHet aanduwen van de auto om de motor te starten is niet toegestaan.
(Type 2) Automatische
transmissie
Automatische transmissie met 8 versnellingen en impulsselectiehendel. Deze automatische transmissie biedt ook een handmatige modus om te schakelen via paddle shift-schakelaars achter het stuurwiel.
Impulsselectiehendel
P.Auto ParkDruk op deze toets om de parkeerstand te activeren.Voor het parkeren van de auto: de voorwielen worden geblokkeerd.
R.Reverse
N.NeutralOm de auto in de vrijloop te zetten of te kunnen verplaatsen als het contact UIT staat.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over het in de vrijloop zetten van de auto.
D.Rijden in de automatische modusDe transmissie kiest de meest geschikte versnelling, overeenkomstig de rijstijl, het profiel van de weg en de belading van de auto.
M.Rijden in de handmatige modus (benzine/diesel)Druk op deze toets om de handmatige modus te activeren.U kunt schakelen met de paddle shift-schakelaars achter het stuurwiel.
► Wanneer u de selectiehendel vanuit stand N, met het rempedaal ingetrapt en zonder de selectiehendel voorbij het weerstandspunt te bewegen:• Naar voren beweegt, wordt stand R geselecteerd.• Naar achteren beweegt, wordt stand D geselecteerd.Laat de selectiehendel los zodra u hem naar de gewenste stand hebt bewogen. Hij keert dan terug naar zijn oorspronkelijke positie.
Bijzonderheden
Om stand N over te slaan (om snel vanuit stand D stand R in te schakelen en weer terug):► Beweeg als stand R is geselecteerd de selectiehendel tot voorbij het weerstandspunt naar achteren om stand D te selecteren.► Beweeg als stand D is geselecteerd de selectiehendel tot voorbij het weerstandspunt naar voren om stand R te selecteren.
Page 156 of 352
156
► Beweeg de selectiehendel naar voren of achteren zonder het weerstandspunt te passeren om terug te keren naar stand N.
Stuurkolomschakelaars
(Afhankelijk van de uitvoering)In stand M of D kunt u met de paddle shift-schakelaars achter het stuurwiel handmatig de gewenste versnelling inschakelen.Ze kunnen niet worden gebruikt om de neutraalstand te selecteren of de achteruitversnelling te (de)selecteren.
► Trek de paddle shift-schakelaar “+” of “-” naar u toe en laat hem weer los om respectievelijk op of terug te schakelen.
Informatie op het
instrumentenpaneel
Als het contact AAN staat, wordt de status van de transmissie weergegeven op het instrumentenpaneel:
PParkeren
RReverse
NNeutral
D1...8Vooruitrijden in de automatische stand
M1...8Vooruitrijden in de handgeschakelde stand
De status van de transmissie wordt nadat het contact UIT is gezet nog enkele seconden weergegeven op het instrumentenpaneel.
Werking
Voor het selecteren van een andere stand moet aan de desbetreffende voorwaarden worden voldaan.Bij draaiende motor moet het rempedaal worden ingetrapt om een andere stand te selecteren. Om u hierop te attenderen verschijnt een waarschuwingsmelding op het instrumentenpaneel.
WARNI NG
Als de motor draait, het rempedaal is losgelaten en stand R, D of M wordt geselecteerd, gaat de auto ook rijden zonder dat het gaspedaal wordt ingetrapt.Trap nooit tegelijkertijd het gaspedaal en het
rempedaal in: dit kan leiden tot een defecte transmissie!
NOTIC E
Wanneer u het bestuurdersportier opent terwijl
stand N is geselecteerd, klinkt een geluidssignaal en wordt automatisch stand P geselecteerd. Het geluidssignaal stopt zodra het bestuurdersportier is gesloten.
WARNI NG
Als bij een snelheid lager dan 5 km/h het bestuurdersportier wordt geopend, wordt automatisch stand P geselecteerd. Hierbij kan de auto plotseling tot stilstand komen!
WARNI NG
Bij een lege of defecte accu moet(en) het wielblok/de wielblokken uit de gereedschapsset tegen een van de wielen worden geplaatst om te voorkomen dat de auto wegrolt.
Bijzonderheden van de automatische
stand
De transmissie selecteert de voor de rijomstandigheden (buitentemperatuur, wegprofiel, belading van de auto en rijstijl) optimale versnelling.Voor een maximale acceleratie dient u het gaspedaal volledig in te trappen (kickdown). De transmissie schakelt automatisch terug of handhaaft de ingeschakelde versnelling totdat het maximumtoerental is bereikt.Met de paddle shift-schakelaars achter het stuurwiel kunt u, als de rijsnelheid en het motortoerental dat toestaan, desgewenst zelf een andere versnelling kiezen, waarna de transmissie het schakelen weer van u overneemt.
Page 157 of 352
157
Rijden
6
Bijzonderheden van de handbediende
stand
Het schakelen naar een andere versnelling kan alleen als de rijsnelheid en het motortoerental dit toestaan.
Starten van de auto
► Trap het rempedaal volledig in.► Start de motor.► Beweeg met ingetrapt rempedaal de selectiehendel één of twee keer naar achteren om de automatische stand D te selecteren of naar voren om stand R te selecteren.► Laat het rempedaal los.► Trap het gaspedaal geleidelijk in zodat de elektrisch bedienbare parkeerrem automatisch wordt gedeactiveerd.De auto begint onmiddellijk te rijden.
WARNI NG
Automatische transmissieHet aanduwen van de auto om de motor te
starten is niet toegestaan.
UIT zetten van het contact
Ongeacht de geselecteerde stand van de transmissie wordt als het contact UIT wordt gezet altijd onmiddellijk automatisch stand P ingeschakeld.
Als de transmissie in stand N staat, wordt stand P echter pas na 5 seconden ingeschakeld (benodigde tijd voor het activeren van de vrijloopmodus).Controleer of stand P is ingeschakeld en of de elektrisch bedienbare parkeerrem automatisch is geactiveerd. Activeer de parkeerrem handmatig als dat niet het geval is.De desbetreffende lampjes van de keuzeschakelaar en de parkeerremhendel en op het instrumentenpaneel moeten branden.
Storing transmissie
Dit waarschuwingslampje gaat branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het display.Ga naar een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.Rijd niet harder dan 100 km/h, ook niet als ter plaatse een hogere snelheid is toegestaan.
Noodprogramma van de transmissie
In stand D is alleen de derde versnelling
beschikbaar.De paddle shift-schakelaars achter het stuurwiel werken niet en stand M kan niet meer worden gebruikt.Het inschakelen van de achteruitversnelling kan gepaard gaan met een voelbare schok. Deze is onschadelijk voor de transmissie.
Storing keuzeschakelaar
Kleine storing
Dit waarschuwingslampje gaat branden in combinatie met de weergave van een melding en een geluidssignaal.Rijd met de nodige voorzichtigheid.Ga naar een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.Het kan voorkomen dat de controlelampjes bij de keuzeschakelaar niet meer gaan branden, maar dat de status van de transmissie nog wel wordt weergegeven op het instrumentenpaneel.
Ernstige storing
Dit waarschuwingslampje gaat branden in combinatie met de weergave van een melding.
WARNI NG
Breng de auto tot stilstand.Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats en zet het contact UIT.Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Page 158 of 352
158
Keuzeschakelaar
(elektrisch)
De keuzeschakelaar is een impulsselectiehendel met een functie voor regeneratief remmen.De keuzeschakelaar zorgt voor de regeling van de tractie overeenkomstig de rijstijl, het profiel van de weg en de belading van de auto.Als de functie regeneratief remmen is ingeschakeld, zorgt het systeem ook voor een motorremwerking als het gaspedaal wordt losgelaten.
P.ParkToets voor het parkeren van de auto: de voorwielen worden geblokkeerd (het lampje van de toets brandt om aan te geven dat de functie is geactiveerd).
R.ReverseOm de achteruitversnelling in te schakelen, met het rempedaal ingetrapt.
N.NeutralOm de auto te kunnen verplaatsen als het contact UIT staat en om de vrijloop in te schakelen.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over het in de vrijloop zetten van de auto.
D.Drive (vooruitrijden in de automatische stand)
B.Brake (regeneratief remmen)Regeneratief remmen (de toets wordt verlicht om aan te geven dat de functie is geactiveerd)
Informatie op het
instrumentenpaneel
Als het contact AAN staat, wordt de met de keuzeschakelaar ingeschakelde stand weergegeven op het instrumentenpaneel:P: Park.R: Reverse.N: Neutral.D: Drive (vooruitrijden in de automatische stand).B: Brake (regeneratief remmen geactiveerd).
Werking
► Beweeg de selectiehendel één of twee keer kort naar voren (N of R) of naar achteren (N of D) en passeer daarbij indien nodig het weerstandspunt.Om bijvoorbeeld vanuit stand P naar stand R
te gaan (met het rempedaal ingetrapt) kunt u twee methodes gebruiken: u beweegt de selectiehendel twee keer naar voren en passeert
daarbij het weerstandspunt niet of u beweegt de selectiehendel één keer naar voren en passeert daarbij het weerstandspunt wel.
Regeneratief remmen
Bij het decelereren bij ingeschakelde Brake-functie
De Brake-functie simuleert het afremmen op de motor, waarbij de auto wordt afgeremd zonder dat u het rempedaal hoeft in te trappen. De auto wordt sneller afgeremd als de bestuurder het rempedaal helemaal loslaat.De energie die wordt teruggewonnen als het gaspedaal wordt losgelaten, wordt gebruikt voor het bijladen van de tractiebatterij zodat de actieradius van de auto toeneemt.
WARNI NG
Als de auto door regeneratief remmen wordt afgeremd, gaan de remlichten niet branden.
► Druk als stand D/R is geselecteerd op toets B om de functie in of uit te schakelen (het lampje van de toets gaat branden als de functie wordt ingeschakeld).De D/R op het instrumentenpaneel wordt vervangen door een B.De systeemstatus blijft na het UIT zetten van het contact niet opgeslagen in het geheugen.
Page 159 of 352
159
Rijden
6
WARNI NG
In bepaalde situaties (bijv. tractiebatterij volledig opgeladen, extreme buitentemperatuur) kan de mate van regeneratief remmen tijdelijk worden beperkt, waardoor de auto minder sterk wordt afgeremd.De bestuurder moet altijd op het verkeer blijven letten en op elk moment het rempedaal kunnen intrappen.
Met het rempedaal
Als het rempedaal wordt ingetrapt, regenereert het intelligente remsysteem automatisch een deel van de vrijkomende energie om daarmee de tractiebatterij bij te laden.Het regenereren van energie vermindert ook het gebruik en dus de slijtage van de remblokken.
NOTIC E
Het intrappen van het rempedaal kan voor de bestuurder anders aanvoelen dan bij een auto zonder regeneratief remsysteem.
Rijmodi
De rijmodi worden met de volgende knop geselecteerd:
1. Druk op deze toets om de Eco-mode te activeren. Het controlelampje gaat branden. (benzine of diesel)2. Door op deze knop te drukken worden de modi weergegeven op het instrumentenpaneel.Electric: het selecteren van de modus is pas mogelijk als het controlelampje READY brandt.
Als de melding verdwijnt, wordt de geselecteerde modus geactiveerd en wordt deze continu aangegeven op het instrumentenpaneel (behalve modus Normal).Telkens wanneer het contact AAN wordt gezet, wordt standaard de modus Normal geselecteerd.
Normal
Om terug te keren naar de standaardinstellingen.
Eco
Om het energieverbruik te optimaliseren door de werking van de verwarming en airconditioning te beperken, zonder ze daadwerkelijk uit te schakelen.Om het verbruik van elektrische energie van de tractiebatterij te beperken door het motorkoppel te begrenzen.
Power (Electric)
Om bij een volledig beladen (binnen het maximaal toelaatbare voertuiggewicht) auto te beschikken over dezelfde prestaties als bij een onbeladen auto in de modus Normal.
NOTIC E
Alle modi worden weergegeven op het instrumentenpaneel, behalve de modus Normal.
NOTIC E
UitrolmodiAfhankelijk van de uitvoering of motor kunt u bij uitvoeringen met automatische transmissie EAT8, als stand D is geselecteerd, door het gaspedaal geleidelijk los te laten de auto laten uitrollen in de vrijloop om brandstof te besparen.Het motortoerental kan hierbij sterk afnemen
(toerenteller op stationair toerental, wegvallend motorgeluid).
Page 160 of 352
160
Schakeladviesindicator
(Afhankelijk van de motoruitvoering.)Dit systeem geeft aan welke versnelling moet worden ingeschakeld om het brandstofverbruik te verminderen.
Werking
Afhankelijk van de rijomstandigheden en de uitrusting van de auto kan het systeem u adviseren om één of meer versnellingen op of terug te schakelen.Het is niet verplicht om de aanbevolen versnellingen ook daadwerkelijk in te schakelen. De keuze van de optimale versnelling hangt namelijk altijd af van de situatie op de weg, de verkeersdrukte en de veiligheid. Derhalve blijft de bestuurder altijd zelf verantwoordelijk voor het al dan niet opvolgen van een schakeladvies van het systeem.Deze functie kan niet worden uitgeschakeld.
NOTIC E
Bij auto's met een automatische transmissie werkt dit systeem alleen in de handbediende stand.
De informatie wordt weergegeven in de vorm van een pijl omhoog of omlaag op het instrumentenpaneel, in combinatie met de aanbevolen versnelling.
NOTIC E
Het systeem past het schakeladvies aan de rijomstandigheden (helling, belading van de auto enz.) en de rijstijl van de bestuurder (veel vermogen nodig, accelereren, remmen, enz.) aan.Het systeem zal u nooit adviseren om:– de eerste versnelling in te schakelen;– de achteruitversnelling in te schakelen.
Stop & Start (benzine of
diesel)
De functie Stop & Start zet de motor tijdelijk uit (STOP-stand) als u stopt (bij rood licht, opstoppingen, enz.). De motor wordt automatisch weer gestart (START-stand) zodra de bestuurder te kennen geeft weer te gaan rijden.Deze functie, die vooral is ontwikkeld voor gebruik in de stad, zorgt voor een lager brandstofverbruik,
minder uitstoot van schadelijke stoffen en een lager geluidsniveau tijdens het wachten.Het systeem heeft geen invloed op de werking van de overige functies van de auto, met name het remsysteem.
WARNI NG
Openen van de motorkapSchakel omwille van uw veiligheid het Stop & Start-systeem altijd uit alvorens werkzaamheden onder de motorkap uit te voeren om letsel als gevolg van het automatisch inschakelen van de motor te voorkomen.
WARNI NG
Rijden op een overstroomde wegSchakel het Stop & Start-systeem uit wanneer u op een overstroomde weg moet rijden.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer rijadviezen, met name over het rijden op overstroomde wegen.