TOYOTA PROACE CITY VERSO 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Page 91 of 269
91
Veiligheid
5
Curtain airbags
Indien de auto hiermee is uitgerust, biedt dit systeem bescherming aan de bestuurder en passagiers (behalve op de middelste zitplaatsen) in geval van een ernstige zijdelingse aanrijding, waardoor het risico op letsel aan de zijkant van het hoofd wordt beperkt.Elke curtain airbag is in de stijlen en het bovenste gedeelte van het passagierscompartiment ingebouwd.
Activering
De side airbags worden aan één zijde geactiveerd bij een ernstige zijdelingse aanrijding op de gehele of een deel van de zijdelingse botsingszone, loodrecht op de lengteas van de auto op een horizontaal vlak en van buiten naar binnen gericht.De curtain airbag wordt geactiveerd tussen de achterpassagiers op de buitenste zitplaatsen en de ruiten.
Storing
Als dit waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel gaat branden, neem dan contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats om het systeem te laten controleren.De kans bestaat dat de airbags bij een ernstige aanrijding niet worden geactiveerd.
WARNI NG
Bij een lichte zijdelingse aanrijding of bij over de kop slaan kan het zijn dat de airbags niet worden geactiveerd.Bij een aanrijding van achteren of een frontale aanrijding worden er geen side airbags geactiveerd.
Advies
WARNI NG
Houd u aan de onderstaande veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags.Ga normaal rechtop zitten.Draag altijd een correct afgestelde veiligheidsgordel.Zorg dat er zich niets bevindt tussen de airbags en de inzittenden (kinderen, huisdieren, objecten, enz.) en bevestig niets in de buurt van de airbags of in het gebied waar de airbags afgaan. Dit zou tot verwondingen kunnen leiden bij het activeren van de airbags.Wijzig niets aan het oorspronkelijke ontwerp van uw auto, vooral niet in de directe omgeving van de airbags.Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto de airbagsystemen controleren.
Werkzaamheden aan airbagsystemen mogen uitsluitend door een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats worden uitgevoerd.Zelfs als alle bovenstaande voorschriften worden nageleefd, blijft de kans bestaan op letsel of lichte brandwonden aan het hoofd, de borst of de armen als de airbag wordt geactiveerd. De airbag wordt namelijk zeer snel opgeblazen (binnen enkele milliseconden) en loopt vervolgens even snel leeg, waarbij de warme gassen via de daarvoor bestemde openingen naar buiten stromen.
WARNI NG
Airbags voorHoud het stuurwiel niet aan de spaken vast en laat uw handen niet op het middelste deel van het stuurwiel rusten.Passagiers mogen hun voeten niet op het dashboard laten rusten.Rook niet in de auto. Als de airbag wordt
opgeblazen, kunnen brandende sigaretten of een pijp brandwonden of ander letsel veroorzaken.Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten in de stuurwielbekleding en sla er niet op.Bevestig geen voorwerpen op of aan het stuurwiel of dashboard. Deze kunnen bij het afgaan van de airbags letsel veroorzaken.
Page 92 of 269
92
WARNI NG
Side airbagsBreng uitsluitend goedgekeurde stoelhoezen aan die compatibel zijn met side airbags. Neem voor informatie over het assortiment stoelhoezen voor uw auto contact op met een TOYOTA-dealer.Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de stoelen (kleding enz.): dit zou bij het afgaan van de side airbags kunnen leiden tot verwondingen aan armen of borstkas.Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.De portierpanelen van de voorportieren bevatten de zijdelingse botsingssensoren.Schade aan het portier of het niet correct uitvoeren van werkzaamheden (wijzigingen of reparaties) aan de voorportieren of de binnenbekleding van de voorportieren kan ertoe leiden dat deze sensoren niet meer goed werken. In dat geval werken de side airbags mogelijk niet!
Dergelijke werkzaamheden mogen uitsluitend door een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats worden uitgevoerd.
WARNI NG
Curtain airbagsBevestig nooit iets op of aan de hemelbekleding; dit zou bij het afgaan van de curtain airbags kunnen leiden tot hoofdletsel.Verwijder de handgrepen aan het dak niet; deze maken deel uit van de bevestiging van de curtain airbags.
Kinderzitjes
NOTIC E
De regelgeving met betrekking tot het vervoer van kinderen is per land verschillend. Raadpleeg de in uw land geldende regels.
Volg voor een optimale veiligheid de volgende adviezen op:– Conform de Europese wetgeving dienen alle kinderen jonger dan 12 jaar of kleiner dan 150 cm in gehomologeerde, aan het lichaamsgewicht aangepaste kinderzitjes op met veiligheidsgordels of ISOfix-bevestigingen uitgeruste plaatsen te worden vervoerd.– De veiligste plaats voor het vervoeren van een kind is volgens de statistieken een plaats op een van de achterzitplaatsen van uw auto.
– Kinderen tot 9 kg moeten zowel voor- als achterin “tegen de rijrichting in” worden vervoerd.
NOTIC E
Het is raadzaam om kinderen op de achterzitplaatsen van uw auto als volgt te vervoeren:– tot 3 jaar “met het gezicht tegen de
rijrichting in”,– vanaf 3 jaar “met het gezicht in de rijrichting”.
WARNI NG
Controleer of de veiligheidsgordel goed gepositioneerd en aangetrokken is.Controleer bij kinderzitjes met een steun of deze steun stevig en stabiel op de vloer staat.
WARNI NG
Verwijder de hoofdsteun en berg deze op voordat u een kinderzitje met rugleuning op een passagiersstoel plaatst. Plaats de hoofdsteun weer zodra het kinderzitje is verwijderd.
Page 93 of 269
93
Veiligheid
5
Advies
WARNI NG
Bij een onjuist geplaatst kinderzitje is de bescherming van het kind bij een aanrijding niet meer gewaarborgd.Controleer of er geen veiligheidsgordel of gordelsluiting van de veiligheidsgordel onder het kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het zitje
in gevaar kunnen brengen.Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel of het tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten, wordt vastgemaakt, waarbij de speling ten opzichte van het lichaam van het kind zoveel mogelijk moet worden beperkt.Zorg er bij het bevestigen van het kinderzitje met de veiligheidsgordel voor dat de veiligheidsgordel correct tegen het kinderzitje is gespannen en dat de gordel het kinderzitje stevig op zijn plaats houdt. Schuif de passagiersstoel, wanneer deze versteld kan worden, indien nodig naar voren.Verwijder de hoofdsteun voordat u een kinderzitje met rugleuning op een passagiersstoel plaatst.Berg de hoofdsteun zorgvuldig op om te voorkomen dat de hoofdsteun door de auto vliegt bij krachtig afremmen. Plaats de hoofdsteun weer zodra het kinderzitje is verwijderd.
WARNI NG
Plaatsen van een zittingverhogerHet bovenste gedeelte van de veiligheidsgordel moet over de schouder van het kind liggen, zonder de hals te raken.Controleer of de heupgordel goed over de dijen van het kind ligt.Gebruik een zittingverhoger met rugleuning en een gordelgeleider ter hoogte van de schouder.
WARNI NG
Extra beveiligingGebruik het kinderslot om te voorkomen dat de portieren en zijruiten achter per ongeluk worden geopend.Zorg ervoor dat de zijruiten achter niet verder dan voor 1/3 deel worden geopend.Plaats zonneschermen op de zijruiten achter om jonge kinderen tegen de zon te beschermen.Laat uit veiligheidsoverwegingen:– geen kinderen zonder toezicht in de auto achter,– nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en de auto in de zon staat,– de sleutels nooit binnen bereik van kinderen achter in de auto.
Kinderzitje achterin
Tweede zitrij
Gezicht in de rijrichting of gezicht tegen de rijrichting in
► Schuif de voorstoel naar voren en zet de rugleuning ervan rechtop, zodat de benen van het kind in het kinderzitje “met gezicht in de rijrichting” of het kinderzitje “met gezicht tegen de rijrichting in” zelf de voorstoel niet raakt.► Zorg ervoor dat de afstand tussen de rugleuning van het kinderzitje “met gezicht in de rijrichting” en de rugleuning van de achterzitplaats zo klein mogelijk is. Idealiter raken ze elkaar.► Zet de achterzitplaats (tweede zitrij) in de achterste stand, met de rugleuning rechtop.
Page 94 of 269
94
NOTIC E
Controleer of de veiligheidsgordel goed aangetrokken is.Controleer bij kinderzitjes met een steun of deze steun stevig en stabiel op de vloer staat. Verzet indien nodig de voorstoel van de auto.
Derde zitrij
Als er een kinderzitje op een stoel van de derde zitrij wordt geplaatst, zet deze stoel dan in de achterste stand en zet de rugleuning rechtop, zodat het kinderzitje en de benen van het kind de stoelen op de tweede zitrij niet raken.
WARNI NG
Een kinderzitje met steun mag nooit op de derde zitrij worden geplaatst
Kinderzitje voorin
► Zet de voorpassagiersstoel in de hoogste stand en schuif hem zo ver mogelijk naar achteren, met de rugleuning rechtop.
“Gezicht in de rijrichting”
WARNI NG
De voorpassagiersairbag moet ingeschakeld blijven.
“Gezicht tegen de rijrichting in”
WARNI NG
De voorpassagiersairbag moet worden uitgeschakeld voordat een kinderzitje “met gezicht tegen de rijrichting in” wordt geplaatst. Anders kan het kind ernstig gewond raken bij het afgaan van de airbag.
Waarschuwingslabel - Voorpassagiersairbag
Page 95 of 269
95
Veiligheid
5
Houd u aan de volgende instructies die zijn vermeld op het waarschuwingslabel aan beide zijden van de zonneklep aan passagierszijde:
Plaats NOOIT een kinderzitje met de rug in de rijrichting op een zitplaats waarvan de AIRBAG is INGESCHAKELD. Bij het afgaan van de airbag kan het KIND LEVENSGEVAARLIJK GEWOND RAKEN.
Uitschakelen van de
voorpassagiersairbag
WARNI NG
Schakel voor de veiligheid van uw kind de voorpassagiersairbag altijd uit als u een kinderzitje “tegen de rijrichting in” op de voorpassagiersstoel plaatst. Anders kan het kind
ernstig gewond raken bij het afgaan van de airbag.
WARNI NG
Auto's zonder schakelaar voor het uitschakelenHet is uitdrukkelijk verboden een kinderzitje “tegen de rijrichting in” op de voorpassagiersstoel of voorbank te plaatsen! Anders kan het kind ernstig gewond raken bij het afgaan van de airbag.
Uitschakelen/weer inschakelen van de
voorpassagiersairbag
De schakelaar bevindt zich op de zijkant van het dashboardkastje.
Met het contact UIT:► Steek de sleutel in de schakelaar en draai hem in de stand “OFF” om de airbag uit te schakelen. ► Draai de sleutel in de stand “ON” om de airbag weer in te schakelen.Als het contact AAN wordt gezet:Dit waarschuwingslampje gaat branden. Het blijft branden zolang de airbag is uitgeschakeld.OfDit waarschuwingslampje gaat ongeveer 1 minuut branden om aan te geven dat de airbag is ingeschakeld.
Page 96 of 269
96
Aanbevolen kinderzitjes
Deze aanbevolen kinderzitjes kunnen met een driepuntsveiligheidsgordel worden vastgemaakt.
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg
L1Wordt “tegen de rijrichting in” geplaatst.
Groep 2 en 3: 15 - 36 kg
L5Kan aan de ISOfix-bevestigingen van de auto worden bevestigd.
Het kind wordt door de veiligheidsgordel op zijn plaats gehouden.Alleen geschikt voor de buitenste zitplaatsen achter.De hoofdsteun van de stoel van de auto moet worden verwijderd.
Groep 2 en 3: 15 - 36 kg
L6Het kind wordt door de veiligheidsgordel op zijn plaats gehouden.Alleen geschikt voor de voorpassagiersstoel of de buitenste zitplaatsen achter.
Page 97 of 269
97
Veiligheid
5
Plaatsen voor het bevestigen van kinderzitjes met de veiligheidsgordel
Conform de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden weer \
met betrekking tot het bevestigen, met een veiligheidsgordel, van een un\
iverseel gehomologeerd kinderzitje (c), gerangschikt naar het gewicht van het kind en de plaats in de auto.
Gewicht kind en leeftijdsindicatie
ZitplaatsTot 13 kg(groep 0 (d) en 0+)Tot ongeveer 1 jaar
9 - 18 kg(groep 1)Van 1 tot ongeveer 3 jaar
15-25 kg (34-56 lb)(groep 2)Van 3 tot ongeveer
6 jaar
22-36 kg (49-79 lb)(groep 3)Van 6 tot ongeveer
10 jaar
Zitrij 1 (a)Vaste passagiersstoelX
In lengterichting verstelbare passagiersstoel
Met passagiersairbag uitgeschakeld “OFF”
U (f)
Met passagiersairbag ingeschakeld “ON”
XUF (f)
Zitrij 2 (b) (e)U
Zitrij 3 (b) (e)U (g) (h)
Legenda
(a) Raadpleeg de wettelijke bepalingen van uw land alvorens een kinderzitje\
op deze plaats te bevestigen.(b) Als u een kinderzitje in de rijrichting of tegen de rijrichting in op ee\
n zitplaats achter bevestigt, zet de achterstoel dan in de achterste sta\
nd met de rugleuning rechtop.(c) Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle auto's met de veilighei\
dsgordel kan worden bevestigd.
(d) Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg. Op de passagiersplaats(en) vó\
ór en op de stoelen van de derde zitrij kan geen reiswieg of kinderbe\
dje voor in de auto worden bevestigd.
Page 98 of 269
98
(e) Als u een kinderzitje in de rijrichting of tegen de rijrichting in op de\
zitplaats achter bevestigt, schuif dan de voorstoel naar voren en zet v\
ervolgens de rugleuning rechtop om voldoende ruimte over te laten voor het kinderzitj\
e en de benen van het kind.(f) Stel de hoek van de rugleuning bij de vaste passagiersstoel (niet die \
in de neergeklapte stand kan worden gezet) in op 0°.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de voorstoelen en in het bijzonder de neergeklapte stand van de rugleuning.(g)L1-uitvoering: klap de rugleuningen van de tweede zitrij neer.(h) Een kinderzitje met steun mag nooit op de derde zitrij worden geplaatst\
.U Zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel gehomologeerd\
kinderzitje met een veiligheidsgordel, zowel “tegen de rijrichting i\
n” als “in de rijrichting geplaatst”.UF Zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel gehomologeerd\
kinderzitje met een veiligheidsgordel, “in de rijrichting geplaatst”\
.X Zitplaats die niet geschikt is voor het plaatsen van een kinderzitje ui\
t de aangegeven gewichtsgroep.
ISOfix-bevestigingspunten
Tweede zitrij
* Bij bepaalde uitvoeringen is de middelste zitplaats niet voorzien van ISOfix-bevestigingen.
Uw auto is goedgekeurd in overeenstemming met de nieuwste ISOfix-normen.Als uw auto is uitgerust met ISOfix-bevestigingspunten, worden deze met labels aangegeven.Elke zitplaats is voorzien van drie bevestigingsringen:– Twee bevestigingsringen A voor, die zich tussen de rugleuning en de zitting van de zitplaats bevinden en zijn voorzien van de aanduiding “ISOfix”,
– Afhankelijk van de uitrusting van uw auto één bevestigingsring B achter, die zich achter de zitplaats van de auto bevindt en de Top Tether (bovenste gordel) wordt genoemd, voor de bevestiging van de bovenste riem. Deze ring is voorzien van de aanduiding “Top Tether”.Aan de Top Tether kan de bovenste riem (indien aanwezig) van het kinderzitje worden bevestigd. Dit systeem beperkt het naar voren kantelen van het kinderzitje bij een frontale aanrijding.Met het ISOfix-bevestigingssysteem kan een kinderzitje veilig, degelijk en snel in uw auto worden
gemonteerd.De ISOfix-kinderzitjes beschikken over twee verankeringspunten die aan de twee bevestigingsringen A vóór kunnen worden verankerd.Sommige kinderzitjes zijn bovendien voorzien van een bovenste bevestigingsriem die kan worden vastgemaakt aan de bevestigingsring B achter.Kinderzitje vastmaken aan de Top Tether (bovenste
gordel):
Page 99 of 269
99
Veiligheid
5
– verwijder de hoofdsteun en berg deze op alvorens het kinderzitje op deze plaats te bevestigen (vergeet niet de hoofdsteun weer aan te brengen nadat u het kinderzitje weer hebt verwijderd),– voer de riem van het kinderzitje over de rugleuning van de zitplaats, tussen de openingen voor de pennen van de hoofdsteun door,– bevestig de haak van de bovenste riem aan de achterste ring B,– trek de bovenste riem strak.
WARNI NG
Bij een onjuist geplaatst kinderzitje is de bescherming van het kind bij een ongeval niet meer gewaarborgd.Houd u nauwkeurig aan de montagevoorschriften die zijn vermeld in de handleiding van het kinderzitje.
Aanbevolen
ISOfix-kinderzitjes
NOTIC E
Raadpleeg voor het aanbrengen en verwijderen van het kinderzitje de montage-instructies van de fabrikant.
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg(lengtecategorie: E)
Dit kinderzitje wordt tegen de rijrichting in geplaatst met behulp van een ISOfix-basis die aan de ringen A wordt bevestigd.De basis is voorzien van een in hoogte verstelbare steun die op de vloer van de auto rust.Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd met een veiligheidsgordel. In dat geval wordt het zitje zonder basis met de driepuntsveiligheidsgordel op de zitplaats van de auto bevestigd.
Groep 1: 9 - 18 kg(lengtecategorie: B1)
Dit zitje is alleen geschikt voor plaatsing in de rijrichting.Het wordt verankerd aan de ringen A en met de bovenste riem aan ring B, de TOP TETHER.Het zitje kan in drie standen worden gezet: rechtop, in de ruststand en in de ligstand.Dit kinderzitje kan ook worden gebruikt op zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOfix-bevestigingspunten. In dat geval moet het zitje met de driepuntsveiligheidsgordel op de stoel van de auto worden bevestigd. Stel de voorstoel zo af dat de voeten van het kind de rugleuning niet kunnen raken.
Page 100 of 269
100
Zitplaatsen geschikt voor ISOfix-kinderzitjes
Conform de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden weer voor het bevestigen van een ISOfix-kinderzitje op een plaats in de auto voorzien van ISOfix-bevestigingen.Bij universele en semi-universele ISOfix-kinderzitjes wordt de ISOfix-maat op het kinderzitje naast het ISOfix-logo aangegeven met een letter (A t/m G).
Gewicht kind en leeftijdsindicatie
Tot 10 kg(groep 0)Tot ongeveer 6
maanden
Tot 10 kg(groep 0)Tot 13 kg
(groep 0+)Tot ongeveer 1 jaar
9 - 18 kg(groep 1)Van 1 tot ongeveer 3 jaar
Type ISOfix-kinderzitjeReiswiegtegen de rijrichting in geplaatsttegen de rijrichting in geplaatstin de rijrichting geplaatst
ISOfix-lengtecategorieFGCDECDABB1
Zitrij 1 (a)Geen ISOFIX
Zitrij 2 (b)Zitplaats achter bestuurdersstoelIL (c)ILIUF/IL
Zitplaats midden achter (f) en aan voorpassagierszijde
IL (d)
Zitrij 3 (b) (e)Geen ISOFIX