TOYOTA PROACE VERSO 2019 Instructieboekje (in Dutch)

Page 241 of 505

240
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Het autonome noodstopsysteem werkt niet:- als de voorbumper van de auto is beschadigd,- binnen 10 seconden na de laatste keer dat het systeem in werking is getreden,- bij een storing in het elektronische stabiliteitsprogramma,
Werkingslimieten
In de volgende gevallen is het raadzaam de functie uit te schakelen via het configuratiemenu van de auto:- bij een schok op de voorruit ter hoogte van de detectiecamera,- als de auto een aanhanger of caravan trekt,- als lading op de imperiaal boven de voorruit uitsteekt (bijvoorbeeld een ladder),- als de auto wordt gesleept bij draaiende motor,- als het noodreser vewiel (indien aanwezig) is gemonteerd,- als de auto tijdens onderhoud in de werkplaats op een rollenbank wordt getest,- als de auto in een automatische wasstraat wordt gewassen,- als de remlichten niet werken.
Na een aanrijding wordt het systeem automatisch uitgeschakeld. Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige om het systeem te laten nakijken.
Forward collision warning
Afhankelijk van de door het systeem gedetecteerde kans op een aanrijding en de geselecteerde stand voor de waarschuwing kunnen meerdere waarschuwingsniveaus worden geactiveerd en weergegeven op het instrumentenpaneel.
Dit waarschuwingsniveau is gebaseerd op de afstand in tijd tussen uw auto en de voorligger.
Niveau 1: waarschuwing door middel van visuele signalen die aangeeft dat de afstand tot de voorligger zeer klein is.Wanneer de auto de voorligger nadert, wordt een melding weergegeven om de bestuurder aan te sporen op te letten.
Deze informatie wordt tevens weergegeven op het head-up display.Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over het head-up display.
Rijden

Page 242 of 505

241
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Dit waarschuwingsniveau is gebaseerd op de tijd vóór de aanrijding. Daarbij wordt rekening gehouden met de beweging van de auto, de snelheid van uw auto en die van de voorligger, de weersomstandigheden, de rijomstandigheden (in een bocht, intrappen van pedalen enz.) zodat de waarschuwing op het meest geschikte moment wordt geactiveerd.
Niveau 2: waarschuwing door middel van visuele signalen en geluidssignalen die aangeeft dat een aanrijding dreigt.Er wordt een melding weergegeven om de bestuurder aan te sporen te remmen.
Als uw auto een voorligger te snel nadert, wordt het eerste waarschuwingsniveau mogelijk niet weergegeven: in dat geval wordt waarschuwingsniveau 2 direct weergegeven.Bovendien wordt waarschuwingsniveau 1 nooit weergegeven als de stand "Dichtb." is geselecteerd.Slechte weersomstandigheden (zeer zware regenval, opgehoopte sneeuw voor de radar en de camera) kunnen de werking van het systeem verstoren. In dat geval wordt een storingsmelding weergegeven. De functie is niet beschikbaar zolang deze melding wordt weergegeven.
Instellen van de stand voor de activering van de waarschuwing
De stand voor de activering van de waarschuwing is bepalend voor de manier waarop u wordt gewaarschuwd voor een rijdende of stilstaande voorligger, of een voetganger op uw rijstrook.U kunt uit drie standen kiezen:- "Ver" om vroeg gewaarschuwd te worden (voorzichtige rijstijl).
- "Normaal".- "Dichtb." om later gewaarschuwd te worden.
Open het configuratiemenu van de auto en activeer/deactiveer "Waarschuwing kans op aanrijding en automatisch remmen".
Met touchscreen
Met autoradio
Open het menu "Persoonlijke instelling - configuratie" en activeer/deactiveer "Autom. noodremfunctie".Stel vervolgens het waarschuwingsniveau in.
Stel vervolgens het waarschuwingsniveau in.Druk op "Bevestigen" om de wijziging op te slaan.
6
Rijden

Page 243 of 505

242
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Dit systeem, ook wel automatisch noodremsysteem genoemd, is bedoeld om de snelheid van de aanrijding te beperken of de frontale aanrijding met de voorligger te voorkomen (bij snelheden tussen 5 km/h en 140 km/h) wanneer de bestuurder niet ingrijpt.Op basis van informatie van de radar en de camera activeert het systeem de remmen van de auto.
Autonomous emergency
braking
De bestuurder kan op elk gewenst moment de controle over de auto weer overnemen door een ferme stuurbeweging te maken en/of het gaspedaal in te trappen.
Als het systeem in werking is, kunnen er lichte trillingen voelbaar zijn in het rempedaal.Als de auto volledig tot stilstand is gekomen, blijven de remmen automatisch 1 tot 2 seconden geactiveerd.Bij auto's met een handgeschakelde versnellingsbak kan de motor afslaan als de auto door het automatische noodremsysteem tot stilstand wordt gebracht.Bij auto's met een automatische transmissie begint de auto weer te rijden nadat hij door het automatische noodremsysteem tot stilstand is gebracht. Trap het rempedaal in als u dit wilt voorkomen.
Als het automatische noodremsysteem niet is ingeschakeld, wordt u hier voor gewaarschuwd door het permanent branden van dit verklikkerlampje in combinatie met een melding.
Als de radar en de camera de aanwezigheid van een voertuig of een voetganger hebben bevestigd, knippert dit verklikkerlampje als het systeem wordt geactiveerd.
Belangrijk: als het automatische noodremsysteem in werking treedt, moet u de controle over uw auto weer overnemen door met het rempedaal te remmen en zo de automatische remactie aan te vullen en te
voltooien.
Rijden

Page 244 of 505

243
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Uitschakelen / inschakelen
van de waarschuwing en
het remmen
Standaard wordt de functie automatisch ingeschakeld als de motor wordt gestart.De functie kan worden uit- of ingeschakeld via het configuratiemenu van de auto.
Met autoradio
Open het menu "Persoonlijke instelling - configuratie" en activeer/deactiveer "Autom. noodremfunctie".
Autonomous emergency braking system with Pedestrian Detection
Wanneer de bestuurder onvoldoende afremt om de aanrijding te voorkomen, zorgt het systeem voor voldoende remkracht.Dit gebeurt alleen als de bestuurder zelf het rempedaal intrapt.
Met touchscreen
Open het configuratiemenu van de auto en activeer/deactiveer "Waarschuwing kans op
aanrijding en automatisch remmen".
In het geval van een storing wordt u gewaarschuwd door het branden van dit verklikkerlampje in combinatie met een geluidssignaal en een melding.Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Storing
Onder de volgende omstandigheden werkt de camera mogelijk minder goed of helemaal niet:- slecht zicht (slecht verlichte weg, sneeuwval of regen, mist, enz.),- verblinding (verlichting van een tegenligger, laagstaande zon, reflectie op nat wegdek, uitrijden van een tunnel, sterke afwisseling van schaduw en licht, ...),- als het gedeelte van de voorruit voor de camera vuil, dichtgevroren of beschadigd is of is bedekt met modder, sneeuw of een sticker.Onder bepaalde weersomstandigheden van de werking van de in de voorbumper geplaatste radar verstoord raken, zoals bij opeenhoping van sneeuw, ijs, modder, enz.
6
Rijden

Page 245 of 505

244
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Ver wijder in dat geval de sneeuw, modder enz. van de voorbumper.
Als een van de twee sensoren (camera of radar) is afgedekt of een beperkt bereik heeft terwijl de andere normaal werkt, blijft het systeem werken maar minder nauwkeurig dan normaal. U wordt hier niet over geïnformeerd door een melding of een verklikkerlampje.Om storingen in de werking van de radar te voorkomen, mag de bumper niet worden gespoten.
Reinig het gedeelte van de voorruit voor de camera regelmatig.Laat geen sneeuw op de motorkap of op het dak liggen, omdat de detectiecamera erdoor kan worden afgedekt.
Rijden

Page 246 of 505

245
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Lane Departure Alert
Met autoradio
Inschakelen/uitschakelen
F Druk op deze knop, het verklikkerlampje ervan gaat branden; het systeem is ingeschakeld.
F Druk op deze knop, het
verklikkerlampje ervan dooft; het systeem is uitgeschakeld.
Inschakelen van het systeem:
Uitschakelen van het systeem:
Deze functie kan worden in- en uitgeschakeld via het configuratiemenu van de auto.
Dit systeem signaleert, met behulp van een camera die doorgetrokken of onderbroken strepen herkent, het onvrijwillig overschrijden van een rijstrookmarkering en waarschuwt in dat geval de bestuurder.De waarschuwing wordt geactiveerd als bij een wagensnelheid hoger dan 60 km/h een rijstrookmarkering wordt overschreden zonder dat de richtingaanwijzer wordt ingeschakeld.Dit systeem werkt het meest effectief op autowegen en snelwegen.
Detectie - Waarschuwing
U wordt gewaarschuwd door het knipperen van dit verklikkerlampje op het instrumentenpaneel in combinatie met een geluidssignaal.
Het systeem waarschuwt niet als de richtingaanwijzer is ingeschakeld en gedurende ongeveer 20 seconden nadat deze is uitgeschakeld.
Het Lane Departure Alert-systeem kan nooit de noodzaak voor de bestuurder om zelf alert te blijven vervangen.De bestuurder dient zich altijd aan de verkeersregels te houden en niet langer dan twee uur aaneengeschakeld achter het stuur te zitten.
6
Rijden

Page 247 of 505

246
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
StoringMet touchscreen
Open het menu Rijden en activeer/deactiveer "Lane Departure Warning".
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Het lampje van deze knop knippert.
De toets knippert en er wordt een storing weergegeven.
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto:
Er kunnen storingen in de signalering optreden:- als de rijstrookmarkeringen weggesleten zijn en er weinig contrast is tussen het wegdek en de markeringen,- als de voorruit vuil is,- onder bepaalde extreme weersomstandigheden: mist, zware regenval, sneeuw, schaduwen, sterke zonnestraling en direct zonlicht (zeer laagstaande zon, uitrijden van een tunnel, ...).of
Rijden

Page 248 of 505

247
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Driver Attention Alert
Het systeem wordt gereset als aan een van de volgende woor waarden is voldaan:- de auto staat gedurende meer dan 15 minuten stil met draaiende motor,- sinds het afzetten van het contact zijn enkele minuten verstreken,- de veiligheidsgordel van de bestuurder is losgemaakt en het portier is geopend.
Zodra de snelheid lager is dan 65 km/h, gaat het systeem over in de wachtstand.De rijtijd wordt opnieuw berekend zodra de snelheid hoger is dan 65 km/h.
Deze systemen zijn hulpmiddelen voor de bestuurder die desondanks waakzaam moet blijven.
Ga niet rijden als u moe bent.
Het systeem geeft een waarschuwing zodra het detecteert dat de bestuurder langer dan twee uur heeft gereden met een snelheid van meer dan 65 km/h zonder dat hij een pauze heeft genomen.
Het is raadzaam om een pauze te nemen wanneer u zich moe voelt. Pauzeer in elk geval elke twee uur.Afhankelijk van de uitvoering beschikt de auto over alleen het waarschuwingssysteem voor rijtijd, of is dit gecombineerd met het waarschuwingssysteem m.b.t. onoplettendheid bestuurder.
Waarschuwing
overschrijding rijtijd
Met autoradio
Open het menu "Persoonlijke instelling - configuratie" en activeer/deactiveer "Detectie verslapping aandacht".
Inschakelen/uitschakelen
Deze functie kan worden in- en uitgeschakeld via het configuratiemenu van de auto.
Deze waarschuwing bestaat uit een melding die de bestuurder adviseert een pauze te nemen, en een geluidssignaal.Als de bestuurder dit advies niet opvolgt, wordt de waarschuwing elk uur herhaald tot de motor wordt afgezet.
Open het configuratiemenu van de auto en
activeer/deactiveer "Detectie verslapping aandacht".
Met touchscreen
6
Rijden

Page 249 of 505

248
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Met behulp van een boven aan de voorruit geplaatste camera beoordeelt het systeem de waakzaamheid van de bestuurder door afwijkingen in de koers van de auto ten opzichte van de wegmarkeringen te signaleren.Deze functie is bijzonder geschikt voor auto(snel)wegen (snelheid hoger dan 65 km/h).
Driver Attention Alert
Afhankelijk van de uitvoering is het waarschuwingssysteem voor rijtijd gecombineerd met het waarschuwingssysteem m.b.t. onoplettendheid bestuurder.
Ondanks de aanwezigheid van dit systeem dient de bestuurder altijd waakzaam te blijven.Ga niet rijden als u vermoeid bent of medicijnen hebt gebruikt die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden.
Zodra het systeem heeft bepaald dat de koers van de auto op een zekere mate van vermoeidheid of aandachtsverslapping van de bestuurder wijst, wordt het eerste waarschuwingsniveau geactiveerd.
Na drie waarschuwingen van het eerste niveau, activeert het systeem een nieuwe waarschuwing met de melding "Las een
rustpauze in!", in combinatie met een luider klinkend geluidssignaal.
Onder bepaalde omstandigheden (slecht wegdek of harde windstoten) kan het systeem waarschuwingen geven zonder dat er sprake is van vermoeidheid bij de bestuurder.
Het systeem werkt in de volgende situaties mogelijk minder goed of helemaal niet:- slecht zicht (onvoldoende verlichting van het wegdek, sneeuwval, harde regen, dichte m i s t e n z .),- verblinding (koplampen van tegenliggers, laagstaande zon, reflecties op nat wegdek, uitrijden van een tunnel, snelle overgangen tussen schaduw en licht enz.),- gedeelte van de voorruit voor de camera vuil, beslagen, bevroren, bedekt door sneeuw, beschadigd of bedekt door een sticker,- wegmarkeringen afwezig, versleten, niet zichtbaar door sneeuw of modder, of meerdere wegmarkeringen (weggedeelte met werkzaamheden enz.),- geringe afstand tot de voorligger (geen detectie van wegmarkeringen),- smalle, bochtige wegen, ...
De bestuurder wordt dan gewaarschuwd door de melding "Voorzichtig!", in combinatie met een geluidssignaal.
Rijden

Page 250 of 505

249
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Dodehoekbewaking
In de buitenspiegel aan de zijde waar zich dat voertuig bevindt, brandt dan permanent een lampje:- direct, wanneer u wordt ingehaald,- na circa een seconde, wanneer u langzaam een andere auto inhaalt.
Deze rijhulp waarschuwt de bestuurder wanneer zich een ander voertuig in de dode hoek van zijn auto bevindt, dat een potentieel gevaar betekent.
Indien een voertuig - een (motor) fiets, een auto of een vrachtwagen - zich in de dode hoek van de auto bevindt, zal er een waarschuwingslampje gaan branden in de linker- of rechterbuitenspiegel (afhankelijk van de situatie) onder de volgende voorwaarden:- alle voertuigen gaan dezelfde kant op en rijden op aangrenzende rijstroken,- de snelheid van uw auto ligt tussen 12 km/h en 140 km/h,- het snelheidsverschil met het voertuig dat u aan het inhalen bent, is kleiner dan 10 km/h,- het snelheidsverschil met het voertuig dat u inhaalt, is kleiner dan 25 km/h,- het verkeer stroomt vloeiend door,- de inhaalmanoeuvre duurt langer dan normaal, doordat het ingehaalde voertuig weer terugkomt in de dode hoek,- u rijdt in een rechte lijn of in een flauwe bocht,- uw auto trekt geen aanhanger of caravan, enz.
Het systeem dient als hulp voor de bestuurder maar kan nooit een ver vanging zijn voor de spiegels. De bestuurder blijft te allen tijde verantwoordelijk voor het op tijd waarnemen wat er zich achter hem bevindt, het inschatten van de snelheid en afstand van achteropkomend verkeer en de beslissing of hij al dan niet veilig van rijstrook kan wisselen.Het systeem voor dodehoekbewaking is een hulpmiddel voor de bestuurder die echter te allen tijde zijn aandacht op het verkeer moet blijven vestigen.
6
Rijden

Page:   < prev 1-10 ... 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 ... 510 next >