TOYOTA PROACE VERSO 2019 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2019, Model line: PROACE VERSO, Model: TOYOTA PROACE VERSO 2019Pages: 505, PDF Size: 56.63 MB
Page 261 of 505

260
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Selecteer in het menu Rijden de optie "Initialisatie bandenspanningscontrole".
Met autoradio
Selecteer in het menu "Persoonlijke instelling - configuratie" de optie "Initialisatie bandenspanningscontrole".
Storing
Wanneer het waarschuwingslampje lage bandenspanning knippert en vervolgens blijft branden en tegelijkertijd het onderhoudswaarschuwingslampje brandt, betekent dit dat er een storing in het systeem zit.
In dit geval kan de bewaking van de bandenspanning niet langer worden gegarandeerd.Laat het nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Controleer na werkzaamheden aan het systeem altijd de spanning van de vier banden en reset het systeem vervolgens.
Met touchscreen
Druk op "Ja" om het resetten te bevestigen. Als het resetten is voltooid, klinkt een geluidssignaal en wordt een melding weergegeven.
Rijden
Page 262 of 505

261
Brandstoftank
Openen
Als uw auto is uitgerust met het Stop & Start-systeem, tank dan nooit ter wijl de auto in de stopmodus staat. Ze het contact UIT met de sleutel of de startknop als uw auto is uitgerust met het Smart entry-systeem met startknop.
- Zet altijd eerst de motor af.- Ontgrendel de auto indien uw auto is uitgerust met het Smart entry-systeem met star tknop.- Open de brandstofvulklep.
Ta n k e n
Tank meer dan 8 liter brandstof om er voor te zorgen dat de stijging van het brandstofniveau wordt weergegeven op de brandstofmeter.Tijdens het openen van de tankdop kan een geluid van aangezogen lucht hoorbaar zijn. Dit wordt veroorzaakt door de onderdruk die ontstaat door de afdichting van het brandstofcircuit. Dit geluid is normaal.F Draai de vuldop open en plaats deze op de steun (aan de klep).F Steek het vulpistool zo ver mogelijk in de vulopening en druk hierbij de metalen klep A in.F Vul de brandstoftank. Laat het vulpistool maximaal drie keer afslaan, aangezien er anders storingen kunnen optreden.F Plaats de vuldop terug en sluit deze door de dop rechtsom te draaien.F Druk de brandstofvulklep dicht (uw auto moet ontgrendeld zijn).
F Kies bij het tankstation de juiste brandstof (deze staat vermeld op de sticker aan de binnenzijde van de brandstofvulklep van uw auto).
Inhoud van de brandstoftank: ongeveer 69 l i t e r.
F Als uw auto is voorzien van een
conventionele sleutel, steek deze dan in de vuldop en draai de sleutel linksom.
7
Praktische informatie
Page 263 of 505

262
Minimumbrandstofniveau
Als het minimumbrandstofniveau is bereikt, gaat dit waarschuwingslampje branden, in combinatie met een geluidssignaal en een melding.
Onderbreking
brandstoftoevoer
Uw auto is voorzien van een beveiliging die bij een aanrijding onmiddellijk de brandstoftoevoer afsluit.
Als dit lampje gaat branden, zit er nog minder dan 8 liter brandstof in de tank.Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen
dat u zonder brandstof komt te staan.
Indien u per vergissing de verkeerde brandstof voor uw auto tankt, moet de tank beslist worden afgetapt voordat de motor kan worden gestart.
Uw auto is voorzien van een katalysator, die de schadelijke bestanddelen in de uitlaatgassen vermindert.
Tankbeveiliging
diesel
Dit mechanisme is aangebracht in auto's met een dieselmotor, waardoor het onmogelijk is om benzine te tanken. Hiermee wordt schade aan de motor, ontstaan door het tanken van de verkeerde brandstof, voorkomen.Deze voorziening, die in de tankopening is ingebouwd, wordt geactiveerd zodra u de brandstoftankdop verwijdert.
Wanneer u bij een dieseluitvoering een benzinetankpistool in de tankopening plaatst, wordt dit tegengehouden door een klep, waardoor het vergrendeld blijft en er dus niet getankt kan worden.Probeer in dat geval niet toch te tanken maar kies een dieseltankpistool.
Als uw auto is voorzien van een schuifdeur aan de linkerzijde, open deze dan niet tijdens het tanken omdat hierbij de brandstofvulklep beschadigd kan raken.
Praktische informatie
Page 264 of 505

263
Het vullen van de brandstoftank met behulp van een jerrycan is wel mogelijk, maar doe dit met beleid.Houd de tuit van de jerrycan recht en druk deze niet tegen de klep van de tankbeveiliging, om er voor te zorgen dat de brandstof netjes in de vulopening stroomt.
Reizen naar het buitenland
Omdat de tankpistolen voor het tanken van Diesel per land kunnen verschillen, kan de aanwezigheid van een tankbeveiliging op de auto er toe leiden dat tanken niet mogelijk is.Wij adviseren u daarom voordat u naar het buitenland afreist bij het Toyota-netwerk te informeren of uw auto geschikt is om in het desbetreffende land te kunnen tanken.
Brandstof voor
dieselmotoren
De dieselmotoren zijn geschikt voor biobrandstoffen die aan de huidige en toekomstige Europese richtlijnen voldoen en die aan de pomp getankt kunnen worden:
De brandstof B20 of B30 die voldoet aan de richtlijn EN16709 is ook geschikt voor de dieselmotor van uw auto. Maar als deze brandstof, ook al is het slechts incidenteel, wordt gebruikt, moeten de bijzondere onderhoudsvoorschriften (voor "Zware rijomstandigheden") strikt worden nageleefd.Neem voor meer informatie contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Het gebruik van elk ander type (bio)brandstof (zuivere of verdunde plantaardige of dierlijke olie, stookolie...) is nadrukkelijk verboden (kans op schade aan de motor en het brandstofcircuit).
Alleen het gebruik van dieseladditieven
die voldoen aan de norm B715000 is toegestaan.
- Diesel die voldoet aan de richtlijn EN590 gemengd met biobrandstof die voldoet aan de richtlijn EN14214 (met een gehalte aan methyl-ester vetzuren van 0 tot 7%),
- Diesel die voldoet aan de richtlijn EN16734 gemengd met biobrandstof die voldoet aan de richtlijn EN14214 (met een gehalte aan methyl-ester vetzuren van 0 tot 10%),
- Paraffinehoudende diesel die voldoet aan de richtlijn EN15940 gemengd met biobrandstof die voldoet aan de richtlijn EN14214 (met een gehalte aan methyl-ester vetzuren van 0 tot 7%).
7
Praktische informatie
Page 265 of 505

264
Sneeuwkettingen
Onder winterse omstandigheden verbeteren sneeuwkettingen de tractie en het remgedrag van de auto.
Uitsluitend de voor wielen mogen van sneeuwkettingen worden voorzien.
Houd u altijd aan de ter plekke geldende regelgeving over het gebruik van sneeuwkettingen en de maximaal toegestane snelheid.
Rijd niet met sneeuwkettingen op een sneeuwvrij gemaakte weg om schade aan de banden en het wegdek te voorkomen. Als uw auto is voorzien van lichtmetalen velgen, controleer dan of de ketting en de bevestigingen de velg niet raken.
Gebruik uitsluitend kettingen die geschikt zijn voor het type velg van uw auto.
Het gebruik van sneeuwsokken is eveneens mogelijk.Neem voor meer informatie contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Montagetips
F Als u onder weg sneeuwkettingen moet monteren, zet de auto dan langs de kant van de weg stil op een vlakke ondergrond.F Trek de handrem aan en plaats eventueel wielblokken voor of achter de wielen om te voorkomen dat de auto wegglijdt.F Monteer de sneeuwkettingen, volg daarbij de aanwijzingen van de fabrikant.F Rijd langzaam weg en rijd een klein stukje
met een snelheid van maximaal 50 km/h.F Zet de auto stil en controleer of de kettingen correct gespannen zijn.
Maat van de af fabriek gemonteerde bandenType sneeuwketting
215/65 R16schakel 12 mm
215/60 R17-2 2 5 / 5 5 R17
Het is bijzonder raadzaam voor vertrek het
monteren van de sneeuwkettingen te oefenen; doe dit op een vlakke en droge ondergrond.
Praktische informatie
Page 266 of 505

265
Trekken van een aanhanger
We raden u aan om originele Toyota-trekhaken en -kabelbomen te gebruiken. Deze zijn getest en goedgekeurd vanaf de ontwerpfase van uw auto. Daarnaast raden we aan om het monteren van de trekhaak over te laten aan een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.Als de trekhaak wordt gemonteerd door een bedrijf dat niet tot het Toyota-netwerk behoort, moet de montage altijd volgens de voorschriften van de fabrikant worden uitgevoerd.Uw auto is hoofdzakelijk bedoeld voor het ver voer van personen en bagage, maar is tevens geschikt voor het trekken van een aanhanger.
Het rijden met een aanhanger heeft veel invloed op het rijgedrag van de auto en vergt daarom extra aandacht van de bestuurder.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer rijtips, in het bijzonder met betrekking tot het trekken van een aanhanger.
7
Praktische informatie
Page 267 of 505

266
Eco-mode
De eco-mode bepaalt de maximale gebruiksduur van een aantal functies om te voorkomen dat de accu ontladen raakt.Nadat de motor is afgezet, kunt u een aantal elektrische functies zoals het audio- en telematicasysteem, de ruitenwissers, dimlichten, plafonniers, ... nog in totaal maximaal 40 minuten gebruiken.
Inschakelen van de eco-mode
Een melding op het display van het
instrumentenpaneel geeft aan dat de eco-mode is ingeschakeld en worden de actieve functies in de ruststand gezet.Als u op het moment dat de eco-mode wordt ingeschakeld aan het telefoneren bent, kan het gesprek nog gedurende ongeveer 10 minuten worden voortgezet via de handsfree set van uw autoradio.
Uitschakelen van de eco-mode
De functies worden automatisch weer ingeschakeld als de motor gestart wordt.Start om de functies direct weer te kunnen gebruiken de motor en laat deze draaien:- minder dan tien minuten om de functies ongeveer vijf minuten te kunnen gebruiken,- meer dan tien minuten om de functies ongeveer dertig minuten te kunnen gebruiken.Neem de tijd die nodig is voor het starten van de motor in acht om een juiste lading van de accu te garanderen.Vermijd het herhaaldelijk en continu starten van
de motor om de accu bij te laden.Als de accu ontladen is, kan de motor niet gestart worden.Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de 12V-accu.
Spaarfase
De spaar fase stuurt de elektrische functies van de auto aan om het ontladen van de accu te voorkomen.Tijdens het rijden kunnen in verband met de laadtoestand van de accu enkele functies (airconditioning, achterruitverwarming, ...) tijdelijk worden uitgeschakeld.Deze functies worden automatisch ingeschakeld zodra de laadtoestand van de accu dit toelaat.
Praktische informatie
Page 268 of 505

267
Accessoires
Een ruime keuze aan accessoires en originele onderdelen wordt u aangeboden door het Toyota-netwerk.Deze accessoires en onderdelen zijn volledig aangepast aan uw auto, zijn voorzien van een artikelnummer en beschikken over de garantie van Toyota.
"Comfort"
Windgeleiders, aansteker, bagagestoppers, kledinghanger voor bevestiging aan de hoofdsteun, parkeerhulp voor en achter, gestileerde spatlappen, indelingssysteem bagageruimte, ...
"Transportoplossingen"
Kunststof bak bagageruimte, bagagenet, allesdragers, fietsendrager voor bevestiging op de trekhaak, fietsendrager voor bevestiging op de allesdragers, skidrager, dakkoffer, trekhaakkabelset...Een trekhaak moet worden gemonteerd door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
"Styling"
Wieldoppen, sierdoppen voor velgen, dorpellijsten, pookknoppen, ...
"Veiligheid"
Inbraakalarm, graveren van ruiten, wielbouten met slot, kinderzitjes, alcolholtest, verbandtrommel, gevarendriehoek, veiligheidsvest, lokalisatiesysteem
gestolen auto, wagenparkbeheermodule, sneeuwkettingen, sneeuwsokken, mistlampen vóór, ...
"Bescherming"
Matten*, stoelhoezen geschikt voor stoelen met zij-airbags, spatlappen, zijstootlijsten, bumperbeschermers, beschermingsset voor de laadruimte (hout of kunststof), dorpellijsten achter, matten achter, ...
Het monteren van elektrische apparatuur of accessoires die niet onder een artikelnummer in het assortiment van Toyota voorkomen, kan leiden tot storingen in het elektronisch systeem van uw auto en een verhoogd stroomverbruik veroorzaken.Neem contact op met een vertegenwoordiger van het merk Toyota om u te laten informeren over het assortiment uitrustingen en accessoires voorzien van een artikelnummer.
Installeren van radiocommunicatiezenders
Voordat u radiozenders met buitenantenne als uitrusting achteraf
monteert, kunt u bij het Toyota-netwerk de technische gegevens (frequentieband, maximaal uitgangsvermogen, positie antenne, specifieke installatievoorschriften) van de voor montage geschikte zenders opvragen, conform de Richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit (2004/104/EG).
Afhankelijk van de lokale wetgeving kan de aanwezigheid van bepaalde veiligheidsuitrusting verplicht zijn: veiligheidsvesten, gevarendriehoeken, alcoholtests, een set reservelampen, reservezekeringen, een brandblusser,
een verbandtrommel, spatlappen aan de achterzijde van de auto.
* Om te voorkomen dat de pedalen blijven hangen:- controleer of de mat goed op zijn plaats ligt en goed is bevestigd,- leg nooit meerdere matten boven op elkaar.
7
Praktische informatie
Page 269 of 505

268
U kunt bij het Toyota-netwerk ook terecht voor het aanschaffen van producten voor reiniging, onderhoud (interieur en exterieur), waaronder de ecologische producten uit het gamma "Toyota", en bijvullen (ruitensproeiervloeistof, ...), lakstiften en spuitbussen met de kleur die exact overeenkomt met die van uw auto en producten voor navullen (flacon voor bandenreparatieset...), ...
"Multimedia"
Smartphonehouder, semi geïntegreerde tablethouder of navigatiesysteemhouder, gamma autoradio's en portable navigatiesystemen, zwarte doos, Bluetooth handsfree set, DVD-speler, multimediahouder, rijhulpsystemen, voertuigvolgsysteem, ...
Neem voor alle werkzaamheden aan uw auto contact op met een gekwalificeerde werkplaats die beschikt over de juiste technische informatie, vakkennis en apparatuur. Het Toyota-netwerk is in staat u dit te bieden.
Dakstangen/imperiaal
Gebruik bij het monteren van dakstangen de hiervoor bestemde bevestigingspunten:F open de afdekkapjes van de bevestigingspunten van beide dakstangen,F breng de bevestigingspunten van de dakstangen aan en vergrendel ze één voor één op het dak,F controleer of de dakstangen goed zijn bevestigd (door eraan te schudden),F sluit de afdekkapjes van beide dakstangen.De dakstangen zijn verwisselbaar en kunnen
voor elk paar bevestigingspunten worden afgesteld.
Monteer een imperiaal op de daar voor bestemde bevestigingspunten:F breng de bevestigingspunten van het imperiaal aan en vergrendel ze één voor één op het dak,F controleer of het imperiaal goed is bevestigd (door eraan te schudden).
Raadpleeg de wetgeving van uw land met betrekking tot het ver voeren van voor werpen die langer zijn dan de auto.
Max. toegestaan gewicht per bevestigingspunt, bij een maximale laadhoogte van 40 cm: 25 kg.Max. toegestane daklast afhankelijk van de lengte van de auto:- compact (L1) met 8 bevestigingspunten: 200 kg- standaard (L2) en lang (L3) met 10 bevestigingspunten: 250 kgPas bij een belading hoger dan 40 cm de wagensnelheid aan de rijomstandigheden aan om schade aan de dakstangen of het imperiaal en de bevestigingsplaatsen op het dak te voorkomen.
Praktische informatie
Page 270 of 505

269
Wisserbladen vervangen
Voordat u een wisserblad
demonteert
Demonteren
F Til de desbetreffende ruitenwisserarm op.F Maak het wisserblad los en verwijder het.
Monteren
F Breng het nieuwe wisserblad aan en klik het vast.F Zet de ruitenwisserarm voorzichtig terug.
Na het monteren van een
wisserblad vóór
F Zet het contact aan.F Bedien nogmaals de ruitenwisserschakelaar om de ruitenwissers in de ruststand te zetten.
F Bedien de ruitenwisserschakelaar binnen één minuut na het afzetten van het contact om de ruitenwissers naar het midden van de voorruit te verplaatsen.
7
Praktische informatie