TOYOTA RAV4 HYBRID 2020 Instructieboekje (in Dutch)
Page 61 of 642
601-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
De in de tabel genoemde baby- en kinderzitjes zijn mogelijk niet verkrijgbaar buiten
de EU.
Bij het vastzetten van sommige typen
baby- of kinderzitjes op de achterstoel
kunnen de veiligheidsgordels op de
plaatsen naast het zitje mogelijk niet
goed worden gebruikt en komen ze
mogelijk in aanraking met het zitje. Ook
kan de werking van de veiligheidsgor-
del negatief worden beïnvloed. Draag
uw veiligheidsgordel goed aansluitend
over uw schouder en laag over uw heu-
pen. Wanneer dit niet het geval is of
wanneer hij in aanraking komt met het
zitje, ga dan ergens anders zitten. Het
niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Verstel bij het plaatsen van een
baby- of kinderzitj e op de achter-
stoelen de voorstoel zodanig dat
deze niet in aanra king komt met het
kind of het baby- of kinderzitje.
Indien bij het plaatsen van een kin-
derzitje met steunvoet de rugleu-
ning in de weg zit wanneer u het zitje
op de steunvoet wil t bevestigen, zet
dan de rugleuning naar achteren tot
er voldoende ruimte is.
Als het schouderbevestigingspunt
van de veiligheidsgordel zich vóór
de gordelgeleider van het kinderzitje
bevindt, verplaatst u de zitting naar
voren.
II, III
15 - 36 kg
(34 - 79 lb.)
KIDFIX XP SICT
(Ja/Nee)
Ja
Uitslui- tend
vastzet- ten met gordelJa
Uitslui- tend
vastzet- ten met gordelJa
Uitslui- tend
vastzet- ten met gordel
JaNeeJa
MAXI PLUS
(Ja/Nee)
Ja
Uitslui- tend
vastzet- ten met gordelJa
Uitslui- tend
vastzet- ten met gordelJa
Uitslui- tend
vastzet- ten met gordel
JaNeeJa
Gewichts-
groepenAanbevolen baby- of kinderzitje
Zitpositie
Auto's
zonder
aan/uit-
schake-
laar air- bagAuto's met aan/uit-schakelaar airbag
Aan/uit-schakelaar
airbag
ONOFF
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 60 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 62 of 642
61
1
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
Indien bij het plaatsen van een zit-
kussen het kind in het baby- of kin-
derzitje erg rechtop zit, zet u de
rugleuning in een comfortabelere
stand. En als he t schouderbevesti- gingspunt van de veiligheidsgordel
zich vóór de gordelgeleider van het
kinderzitje bevindt, verplaatst u de
zitting naar voren.
Controleer aan de hand van de bij het baby- of kinderzitje bijg esloten handleiding de
plaatsing van het zitje.
Plaatsingsmethode baby- of kinderzitje
PlaatsingsmethodeBladzijde
Bevestiging met veiligheids- gordelBlz. 62
Bevestiging onderste ISOfix-bevestigingspuntBlz. 63
Bevestiging bevestigingspunt bovenste gordelBlz. 64
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 61 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 63 of 642
621-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
■Een baby- of kinderzitje plaatsen
met behulp van een veiligheids-
gordel
Plaats het baby- of kinderzitje aan de
hand van de bijgesloten handleiding.
Als het desbetreffende baby- of kinder-
zitje niet binnen de “universele” catego-
rie valt (of de ben odigde informatie
staat niet in de tabel), raadpleeg dan de
“voertuiglijst” van de fabrikant van het
baby- of kinderzitje voor de diverse
mogelijke montageposities of doe
navraag naar de com patibiliteit bij de
verkoper van het zitje. (→Blz. 55, 56)
1 Als het plaatsen van een baby- of
kinderzitje op de voorpassagiers-
stoel onvermijdelijk is, raadpleeg
dan Blz. 52 voor het afstellen van
de voorpassagiersstoel.
2 Zet de rugleuning zo veel mogelijk
rechtop. Indien er bij het plaatsen
van een in de rijr ichting geplaatst
kinderzitje een opening aanwezig is
tussen het kinderzi tje en de rugleu-
ning, stel de rugl euning dan af tot-
dat het zitje en de rugleuning goed
contact maken.
3 Verwijder indien mogelijk de hoofd-
steun indien deze d e plaatsing van
het baby- of kinderzitje hindert. Zet
anders de hoofdsteun in de hoogste
stand. ( →Blz. 263)
4 Voer de veiligheidsgordel door het
baby- of kinderzitje en steek de
gesp in de gordelsluiting. Controleer
of de gordel niet gedraaid is. Maak
de veiligheidsgordel goed vast aan het baby- of kinderzitje aan de hand
van de bijgesloten handleiding.
5 Als uw baby- of kinderzitje niet is
voorzien van een vergrendelsys-
teem voor de veiligheidsgordel, zet
het zitje dan vast met een blokkeer-
clip.
6 Beweeg het baby- of kinderzitje na
het plaatsen naar a chteren en naar
voren om te controleren of het goed
vastzit. ( →Blz. 63)
Baby- of kinderzitje vastgezet
met een veiligheidsgordel
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 62 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 64 of 642
63
1
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
■Verwijderen van een baby- of kin-
derzitje dat is vastgezet met een
veiligheidsgordel
Druk de ontgrendelknop op de gordel-
sluiting in en laat de gordel helemaal
oprollen.
Bij het losmaken van de gordelsluiting komt
het baby- of kinderzitje mogelijk een stukje
omhoog als gevolg van de terugwerking van
de zitting. Maak de gordel sluiting los terwijl u
het baby- en kinderzitje tegenhoudt.
De veiligheidsgordel rolt automatisch op.
Houd de gordel vast, zodat het oprollen rus-
tig gebeurt.
■Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
U moet bij het plaats en van het zitje mogelijk
gebruikmaken van een blokkeerclip. Volg de
aanwijzingen van de fabrikant van het baby-
of kinderzitje. Als uw zi tje niet over een blok-
keerclip beschikt, kunt u deze kopen bij een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige:
blokkeerclip voor baby- of kinderzitje.
(onderdeelnr. 73119-22010)
■Onderste ISOfix-bevestigingspun-
ten (ISOfix-baby- of kinderzitje)
Voor de buitenste zitplaatsen achter
zijn onderste bevestigingspunten aan-
wezig. (Labels ge ven aan waar de
bevestigingspunten zich in de stoelen
bevinden.)
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
●Laat kinderen niet met de veiligheids-
gordel spelen. Als d e veiligheidsgordel
om de nek van het kind draait, kan het
kind stikken of ernstig letsel oplopen.
Als dit gebeurt en de gordelsluiting niet
kan worden losgemaakt, knip de gordel
dan door met een schaar.
●Controleer of de gesp goed in de gor-
delsluiting is vergrendeld en of de veilig-
heidsgordel niet gedraaid is.
●Beweeg het baby- of kinderzitje naar
links en naar rechts en naar voren en
naar achteren om te controleren of het
goed is geplaatst.
●Verstel de rugleuning niet meer nadat
het baby- of kinderzitje is geplaatst.
●Controleer als er een zitkussen
geplaatst is altijd of de schoudergordel
over het midden van de schouder van
het kind loopt. De gordel mag niet langs
de nek van het kind lopen, maar mag
ook niet van de schouder van het kind
vallen.
●Volg bij het plaatsen van een baby- of
kinderzitje altijd de gebruiksaanwijzing
van de fabrikant.
Baby- of kinderzitje vastgezet
met een onderste ISOfix-beves-
tigingspunt
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 63 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 65 of 642
641-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
■Plaatsing van onderste ISOfix-
bevestigingspunt (ISOfix-baby- of
kinderzitje)
Plaats het baby- of kinderzitje aan de
hand van de bijgesloten handleiding.
Als het desbetreffende baby- of kinder-
zitje niet binnen de “universele” catego-
rie valt (of de ben odigde informatie
staat niet in de tabel), raadpleeg dan de
“voertuiglijst” van de fabrikant van het
baby- of kinderzitje voor de diverse
mogelijke montageposities of doe
navraag naar de com patibiliteit bij de
verkoper van het zitje. (→Blz. 55, 56)
1 Zet de rugleuning zo veel mogelijk
rechtop. Indien er bij het plaatsen
van een in de rijr ichting geplaatst
kinderzitje een opening aanwezig is
tussen het kinderzi tje en de rugleu-
ning, stel de rugl euning dan af tot-
dat het zitje en de rugleuning goed
contact maken.
2 Verwijder indien mogelijk de hoofd-
steun indien deze d e plaatsing van
het baby- of kinderzitje hindert. Zet
anders de hoofdsteun in de hoogste
stand. ( →Blz. 263)
3 Controleer de posities van de speci-
ale stangen en plaats het zitje op de
stoel.
De stangen bevinden zich in de opening tus-
sen de zitting en de rugleuning.
4Beweeg het baby- of kinderzitje na
het plaatsen naar a chteren en naar
voren om te controleren of het goed
vastzit. ( →Blz. 63)
■Bevestigingspunten bovenste
gordel
Voor de buitenste zitplaatsen achter
zijn bevestigingspun ten voor de boven-
ste gordel aanwezig.
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg
hebben.
●Verstel de rugleuning niet meer nadat
het baby- of kinderzitje is geplaatst.
●Controleer bij het gebruik van de onder-
ste bevestigingspunten of er geen
vreemde voorwerpen rond de bevesti-
gingspunten aanwezig zijn en of de gor-
del niet klem zit achter het zitje.
●Volg bij het plaatsen van een baby- of
kinderzitje altijd de gebruiksaanwijzing
van de fabrikant.
Met een bevestigingspunt voor
de bovenste gordel
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 64 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 66 of 642
65
1
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
Gebruik de bevestigingspunten voor de
bovenste gordel bij het vastmaken van
de bovenste gordel.
Bevestigingspunten bovenste gor-
del
Bovenste gordel
■Bovenste gordel vastmaken aan
de bevestigingspunten voor de
bovenste gordel
Plaats het baby- of kinderzitje aan de
hand van de bijgesloten handleiding.
1 Zet de hoofdsteun in de hoogste
stand.
Verwijder indien mogelijk de hoofdsteun
indien deze de plaatsing van het baby- of
kinderzitje of de bovenste gordel hindert.
(→ Blz. 263)
2 Zet de haak vast aan het bevesti-
gingspunt voor de bovenste gordel
en trek de bovenste gordel aan.
Controleer of de bovenste gordel goed vast-
zit. ( →Blz. 63)
Wanneer u het baby- of kinderzitje plaatst
terwijl de hoofdsteun omhoog staat, zorg er
dan voor dat de bovenste gordel onder de
hoofdsteun door loopt.
Haak
Bovenste gordel
A
B
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg
hebben.
●Bevestig de bovenste gordel stevig en
controleer of de gordel niet gedraaid is.
●Bevestig de bovenste gordel uitsluitend
aan de bevestigingspunten voor de
bovenste gordel.
●Verstel de rugleuning niet meer nadat
het baby- of kinderzitje is geplaatst.
●Volg bij het plaatsen van een baby- of
kinderzitje altijd de gebruiksaanwijzing
van de fabrikant.
●Wanneer u het baby- of kinderzitje
plaatst terwijl de hoofdsteun omhoog
staat, nadat de hoofdsteun omhoog is
gezet en het bevestigingspunt voor de
bovenste gordel vervolgens is vastge-
maakt, zet de hoofdsteun dan niet in
een lagere stand.
A
B
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 65 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 67 of 642
661-3. Noodoproep
1-3.Noodoproep
*1: Indien aanwezig
*2: Werkt binnen het eCall-dekkingsgebied. De systeemnaam kan per land verschil-
lend zijn.
Type A Toets SOS
*
Controlelampjes
Microfoon Luidspreker
*: Deze toets is bestemd voor communicatie
met de eCall-medewerker.
Andere SOS-toetsen van overige syste-
men van een auto hebben geen betrek-
king op het apparaat en zijn niet bestemd
voor communicatie met de eCall-mede-
werker.
Ty p e B
Toets SOS
*
Controlelampjes
Microfoon
Luidspreker
*: Deze toets is bestemd voor communicatie met de eCall-medewerker.
Andere SOS-toetsen van overige syste-
men van een auto hebben geen betrek-
king op het apparaat en zijn niet bestemd
voor communicatie met de eCall-mede-
werker.
eCall*1, 2
eCall is een telematicadienst die
gebruikmaakt van gegevens van
het Global Navigation Satellite
System (GNSS) en ingebouwde
cellulaire techn ologie, waardoor
de volgende noodoproepen moge-
lijk zijn: automatische noodoproe-
pen (automatische melding van
een aanrijding) en handmatige
noodoproepen (door het indruk-
ken van de toets SOS). Deze
dienst is door regelgeving van de
Europese Unie verplicht gesteld.
Systeemonderdelen
A
B
C
D
A
B
C
D
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 66 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 68 of 642
67
1
1-3. Noodoproep
Veiligheid en beveiliging
■Automatische noodoproepen
Als een airbag wordt geactiveerd, belt
het systeem automati sch het eCall-con-
trolecentrum.
* De medewerker van het
controlecentrum ontvangt de locatie
van de auto, het tij dstip waarop het
ongeval plaatsvond en het VIN van de
auto, en probeert de inzittenden van de
auto te spreken om de ernst van de
situatie te beoordelen. Als de inzitten-
den niet in staat zijn om te communice-
ren, behandelt de medewerker de
oproep als een noodgev al, neemt hij of
zij contact op met de dichtstbijzijnde
hulpdiensten (112, enz.) en verzoekt hij
of zij om assistentie ter plaatse.
*: In sommige gevallen kan er geen oproep
worden verzonden. ( →Blz. 68)
■Handmatige noodoproepen
Druk in een noodsit uatie op de toets
SOS om het eCall-controlecentrum te
bellen.
* De medewerker van het contro-
lecentrum zal de lo catie van uw auto
bepalen, de situatie beoordelen en de
benodigde hulpdiensten sturen.
Open de afdekking voordat u op de
toets SOS drukt.
Als u per ongeluk op de toets SOS hebt
gedrukt, zeg dan tegen de medewerker dat
er geen sprake is van een noodgeval.
*: In sommige gevallen kan er geen oproep
worden verzonden. ( →Blz. 68)
Wanneer het contact AAN wordt gezet,
gaat het rode controlelampje gedu-
rende 10 seconden branden en gaat
vervolgens het groene controlelampje
branden om aan te geven dat het sys-
teem is ingeschakeld. De controlelamp-
jes geven het volgende aan:
Als het groene controlelampje gaat
branden en blijft b randen, is het sys-
teem ingeschakeld.
Als het groene controlelampje twee-
maal per seconde knippert, wordt er
een automatisc he of handmatige
noodoproep gedaan.
Als er geen controlelampjes bran-
den, is het systeem niet ingescha-
keld.
Als het rode controlelampje brandt
op een ander moment dan direct na
het AAN zetten van het contact, is er
mogelijk een storing in het systeem
aanwezig of is de back-upbatterij
mogelijk leeg.
Als het rode controlelampje gedu-
rende ongeveer 30 seconden knip-
pert tijdens een noodoproep, is de
verbinding verbroken of is het sig-
naal van het mobiele netwerk te
zwak.
De levensduur van de ba ck-upbatterij is
hooguit 3 jaar.
Noodoproepdiensten
Controlelampjes
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 67 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 69 of 642
681-3. Noodoproep
■Vrije software en opensourcesoftware
Dit product bevat vrije software/opensource-
software (FOSS).
Licentie-informatie en/of de broncode van
FOSS is beschikbaar op de volgende URL:
https://www.denso.com/global/en/
opensource/dcm/toyota/
WAARSCHUWING
■Wanneer er mogelijk geen
noodoproep wordt verstuurd
●In de volgende situaties kunnen moge-
lijk geen noodoproepen worden gedaan.
Neem in dergelijke gevallen op een
andere wijze contact op met hulpdien-
sten (112, enz.).
• Zelfs als de auto zich in het dekkingsge- bied van het mobiele-telefoonnetwerk
bevindt, kan het moeilijk zijn om contact
te leggen met het eCall-controlecentrum
als de ontvangst slecht is of de lijn bezet
is. In dergelijke geva llen krijgt u mogelijk
geen contact met het eCall-controlecen-
trum en kunt u dus geen noodoproepen
doen en kunnen hulpdiensten niet wor-
den ingeschakeld, ook al probeert het
systeem verbinding te maken met het
eCall-controlecentrum.
• Wanneer de auto zich buiten het dek- kingsgebied van het mobiele-telefoon-
netwerk bevindt, kunnen er geen
noodoproepen worden verzonden.
• Wanneer er een storing aanwezig is in de bijbehorende apparatuur (zoals het
paneel van de toets SOS, de controle-
lampjes, microfoon, luidspreker, DCM,
antenne of op de apparatuur aange-
sloten bedrading) of deze beschadigd of
kapot is, kan er geen noodoproep wor-
den geplaatst.
• Tijdens een noodoproep doet het sys- teem herhaaldelijk een poging om con-
tact op te nemen met het eCall-
controlecentrum. Als er echter als
gevolg van een slechte ontvangst geen
contact kan worden gelegd met het
eCall-controlecentrum, kan het sys-
teem mogelijk geen contact maken met
het mobiele netwerk en wordt de
noodoproep beëindigd zonder dat er
verbinding is gemaakt. Het rode contro-
lelampje knippert gedurende ongeveer
30 seconden om aan te geven dat de
verbinding is verbroken.
●Als de spanning van de 12V-accu
afneemt of als de accu is losgenomen,
kan het systeem mogelijk geen verbin-
ding maken met het eCall-controlecen-
trum.
■Als het noodoproepsysteem wordt
vervangen door een nieuw exemplaar
Het noodoproepsysteem moet worden
geregistreerd. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
■Voor uw veiligheid
●Rijd voorzichtig.
De functie van dit systeem is om u te
helpen bij het plaatsen van een
noodoproep bij ongevallen, zoals een
verkeersongeval of een plotseling
medisch noodgeval. Het systeem biedt
de bestuurder en de passagiers op
geen enkele wijze bescherming. Rijd
voorzichtig en doe voor uw veiligheid
altijd uw veiligheidsgordel om.
●Geef bij noodgevallen uw leven en de
levens van anderen topprioriteit.
●Wanneer u een branderige lucht of
anderszins een vreemde lucht ruikt, ver-
laat dan de auto en zoek onmiddellijk
een veilige plek op.
●Als de airbags worden geactiveerd ter-
wijl het systeem normaal werkt, ver-
zendt het systeem een noodoproep. Het
systeem verzendt ook een noodoproep
als de auto van achteren wordt aange-
reden of als de auto over de kop slaat,
zelfs als de airbags niet worden geacti-
veerd.
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 68 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 70 of 642
69
1
1-3. Noodoproep
Veiligheid en beveiliging
■Gegevensverwerkingsschema
WAARSCHUWING
●Plaats om veiligheidsredenen geen
noodoproep tijdens het rijden.
Wanneer u tijdens het rijden belt, kan
het zijn dat u het stuurwiel niet goed
kunt bedienen, waardoor er een onge-
val kan ontstaan.
Breng de auto tot stilstand en controleer
of de omgeving veilig is alvorens een
noodoproep te plaatsen.
●Vervang zekeringen altijd door de voor-
geschreven zekeringen. Als u andere
zekeringen gebruikt, kan er kortsluiting
in het circuit optreden en kan er brand
ontstaan.
●Wanneer u het systeem gebruikt terwijl
er rook is of sprake is van een onge-
wone geur, kan er brand ontstaan. Stop
onmiddellijk met het gebruik van het
systeem en neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
OPMERKING
■Voorkomen van schade
Voorkom dat er vloeistof op het paneel van
de toets SOS, enz. komt en sla er niet
tegenaan.
■In geval van een storing in het paneel
van de toets SOS, de luidspreker of
de microfoon tijdens een
noodoproep of een handmatige
onderhoudscontrole
Het is wellicht niet mogelijk om
noodoproepen te doen, de systeemstatus
te bevestigen of te communiceren met de
medewerker van het eCall-controlecen-
trum. Als de apparatuur beschadigd is,
neem dan contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Overzicht systeem van toegevoegde diensten
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 69 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM