TOYOTA YARIS CROSS 2022 Instructieboekje (in Dutch)
Page 191 of 618
189
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-2. Rijprocedures
Rijden
Activeert het Brake Hold-systeem
Het controlelampje voor de stand-bystand 
van het Brake Hold-systeem (groen)   
gaat branden. Als het systeem de remmen 
vasthoudt, gaat het controlelampje Brake 
Hold-systeem in werking (geel)   branden.
■Voorwaarden voor werking Brake Hold-
systeem
Het Brake Hold-systeem kan onder de 
volgende omstandigheden niet geactiveerd 
worden:
●Het bestuurdersportier is niet gesloten.
●De bestuurder draagt geen veiligheids-
gordel.
●De parkeerrem is geactiveerd.
Als onder een van de bovenstaande omstan-
digheden het Brake Hold-systeem is inge-
schakeld, wordt het systeem uitgeschakeld 
en gaat het controlelampje voor de stand-
bystand van het Brake Hold-systeem uit. 
Wanneer een van deze omstandigheden zich 
voordoet terwijl het systeem de remmen vast-
houdt, klinkt een waarschuwingszoemer en 
wordt een melding weergegeven op het 
multi-informatiedisplay. De parkeerrem wordt 
dan automatisch geactiveerd.
■Brake Hold-functie
●Nadat het systeem ongeveer 3 minuten de 
remmen heeft vastgehouden en het rem-
pedaal niet ingetrapt wordt, wordt automa-
tisch de parkeerrem geactiveerd. In dat 
geval klinkt een zoemer en verschijnt er 
een waarschuwingsmelding op het multi-
informatiedisplay.
●Trap het rempedaal krachtig in en druk 
opnieuw op de schakelaar om het systeem 
te deactiveren.
●De Brake Hold-functie kan de auto moge-
lijk niet stilhouden op een steile helling. In 
deze situatie kan het nodig zijn dat de 
bestuurder zelf het rempedaal ingetrapt 
houdt. Er klinkt een waarschuwingszoemer 
en het multi-informatiedisplay zal de 
bestuurder over de situatie informeren. 
Lees de op het multi-informatiedisplay 
weergegeven waarschuwingsmelding en 
volg de aanwijzingen op.
Brake Hold
 Auto's met Multidrive CVT: 
Het Brake Hold-systeem houdt na 
activering de remmen vast wan-
neer de selectiehendel in stand D, 
M of N staat en het rempedaal 
ingetrapt werd om de auto tot stil-
stand te brengen. Het systeem 
laat de rem los wanneer het gas-
pedaal ingetrapt wordt en de 
selectiehendel in stand D of M 
staat om zo voor soepel wegrijden 
te zorgen.
Auto's met handgeschakelde 
transmissie: 
Het Brake Hold-systeem houdt na 
activering de remmen vast wan-
neer de selectiehendel niet in 
stand R staat en het rempedaal 
ingetrapt werd om de auto tot stil-
stand te brengen. Het systeem 
laat de rem los wanneer het gas-
pedaal wordt ingetrapt en de 
selectiehendel in een vooruitver-
snelling staat om zo voor soepel 
wegrijden te zorgen.
Inschakelen van het systeem
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book  Page  189  Monday, September 6, 2021  11:13 AM 
Page 192 of 618
190
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-2. Rijprocedures
■Wanneer de parkeerrem automatisch 
geactiveerd wordt terwijl het systeem 
de remmen vasthoudt
Voer een van de volgende handelingen uit 
om de parkeerrem te deactiveren.
●Trap het gaspedaal in. (De parkeerrem zal 
niet automatisch gedeactiveerd worden als 
de veiligheidsgordel niet is vastgemaakt.)
●Bedien de parkeerremsc hakelaar terwijl u 
het rempedaal intrapt.
Controleer of het waarschuwingslampje van 
de parkeerrem uitgaat. ( Blz. 186)
■Wanneer een controle door een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of 
een andere naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige nodig is
Als het controlelampje stand-bystand Brake 
Hold-systeem (groen) niet brandt terwijl de 
Brake Hold-schakelaar wordt ingedrukt en 
aan de werkingsvoorwaarden van het Brake 
Hold-systeem is voldaan, is het systeem 
mogelijk defect. Laat de auto nakijken door 
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Als “Brake Hold Malfunction Press 
Brake to Deactivate Visit Your Dealer” 
(Storing in Brake Hold-functie. Trap 
rempedaal in om te deactiveren. Ga 
naar uw dealer) of “Brake Hold Malfunc-
tion Visit Your Dealer” (Storing in Brake 
Hold-functie. Ga naar uw dealer) op het 
multi-informatiedisplay wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een 
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Waarschuwingsmeldingen en zoemers
Waarschuwingsmeldingen en zoemers wor-
den gebruikt om een systeemstoring aan te 
geven of om de bestuurder te informeren dat 
hij extra moet opletten. Lees de op het multi-
informatiedisplay weergegeven waarschu-
wingsmelding en volg de aanwijzingen op.
■Als het controlelampje Brake Hold-sys-
teem in werking knippert
 Blz. 410
WAARSCHUWING
■Als de auto op een steile helling staat
Wees voorzichtig wanneer u het Brake 
Hold-systeem gebruikt op een steile hel-
ling. De Brake Hold-functie kan de rem-
men in een dergelijke situatie mogelijk niet 
vasthouden.
Mogelijk wordt het systeem ook niet geac-
tiveerd, afhankelijk van de hoek van de 
helling.
■Wanneer u stilhoudt op een glad 
wegdek
Het systeem kan de auto niet stilhouden 
wanneer de banden hun grip hebben ver-
loren. Gebruik het systeem niet wanneer u 
stilhoudt op een glad wegdek.
OPMERKING
■Bij het parkeren
Het Brake Hold-systeem is niet ontworpen 
voor langdurig gebruik bij het parkeren van 
de auto. Als u het contact UIT zet terwijl 
het systeem de remmen vasthoudt, wor-
den de remmen mogelijk gelost, waardoor 
de auto in beweging komt. Trap het rem-
pedaal in, zet de selectiehendel in stand P 
en activeer de parkeerrem wanneer u de 
startknop bedient.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book  Page  190  Monday, September 6, 2021  11:13 AM 
Page 193 of 618
191
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
4-3.Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Bedien de schakelaar   om de 
verlichting als volgt in te schakelen:
Type A
1  De koplampen, de dagrijver-
lichting ( Blz. 191) en alle verlich-
ting die hieronder genoemd is, wor-
den automatisch in- en uitgescha-
keld.
2  De parkeerlichten voor, achter-
lichten, kentekenplaat- en dash-
boardverlichting gaan branden.
3  De koplampen en alle hierbo-
ven genoemde lichten (behalve de 
dagrijverlichting) gaan branden.
Ty p e  B
1 De koplampen, de dagrijverlich-
ting (
Blz. 191) en alle verlichting 
die hieronder genoemd is, worden 
automatisch in- en uitgeschakeld.
2  De parkeerlichten voor, achter-
lichten, kentekenplaat- en dash-
boardverlichting gaan branden.
3  De koplampen en alle hierbo-
ven genoemde lichten (behalve de 
dagrijverlichting) gaan branden.
4  De dagrijverlichting wordt inge-
schakeld ( Blz. 191)
■De AUTO-modus kan worden gebruikt 
als
Het contact AAN staat.
■Dagrijverlichting
Om uw auto overdag beter zichtbaar te 
maken voor andere weggebruikers, wordt de 
dagrijverlichting autom atisch ingeschakeld 
als de motor wordt gestart en de parkeerrem 
wordt gedeactiveerd met de lichtschakelaar 
in de stand   of  . Dagrijverlichting is 
niet ontworpen voor gebruik in het donker.
Lichtschakelaar
De koplampen kunnen handmatig 
of automatisch worden bediend.
Bedieningsinstructies
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book  Page  191  Monday, September 6, 2021  11:13 AM 
Page 194 of 618
192
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
■Sensor koplampregeling
De werking van de sensor kan in negatieve 
zin beïnvloed worden als er iets over de sen-
sor heen geplaatst wordt of als er iets op de 
ruit wordt aangebracht waardoor de sensor 
wordt afgeschermd.
Hierdoor kan de sensor niet op de juiste 
manier de hoeveelheid omgevingslicht signa-
leren, waardoor het automatische koplamp-
systeem mogelijk onjuist functioneert.
■Automatisch uitschakelsysteem ver-
lichting
●Wanneer de lichtschakelaar in de stand   of   staat: De koplampen en mist-
lampen voor (indien aanwezig) worden 
automatisch uitgeschakeld als het contact 
in stand ACC of UIT wordt gezet.
●Wanneer de lichtschakelaar in stand   
staat: De koplampen en alle verlichting 
worden automatisch ui tgeschakeld als het 
contact in stand ACC of UIT wordt gezet.
Zet, om de verlichting weer in te schakelen, 
het contact AAN of zet de lichtschakelaar een 
keer in stand   of   en daarna terug in 
stand  of .
■Zoemer verlichting
Er klinkt een zoemer als het contact UIT of in 
stand ACC wordt gezet en het bestuur-
dersportier wordt geopend terwijl de verlich-
ting is ingeschakeld.
■Automatische verticale koplampverstel-
ling (indien aanwezig)
De koplamphoogte wordt automatisch gere-
geld op basis van het aant al passagiers in de 
auto en de mate van belading om verblinding 
van andere weggebruikers door de koplam-
pen te voorkomen.
■Bij het ontgrendelen van de portieren 
(verlichting Welcome Light-systeem) 
(auto's met led-koplampen)
Wanneer de portieren worden ontgrendeld 
met de instapfunctie of de afstandsbediening, 
gaan de parkeerlichten voor automatisch 
branden.
Wanneer de lichtschakelaar in de stand 
AUTO staat en de omgeving donker is, treedt 
deze functie in werking.
■Energiebesparende functie
Om te voorkomen dat de accu van de auto 
ontladen raakt wanneer de lichtschakelaar in 
de stand   of   staat terwijl het contact 
UIT wordt gezet, schakelt de energiebespa-
rende functie van de accu alle verlichting na 
ongeveer 20 minuten automatisch uit. Wan-
neer het contact AAN wordt gezet, wordt de 
energiebesparende functie uitgeschakeld.
Onder de volgende omstandigheden wordt 
de energiebesparende functie van de accu 
eenmaal uitgeschakeld  en vervolgens weer 
geactiveerd. Alle verlichting gaat 20 minuten 
nadat de energiebesparende functie van de 
accu weer is geactiveerd automatisch uit:
●Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend
●Wanneer een portier wordt geopend of 
gesloten
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast 
aan de persoonlijke voorkeur. ( Blz. 457)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de 
accu
Laat de verlichting niet langer branden dan 
noodzakelijk is als de  motor niet draait.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book  Page  192  Monday, September 6, 2021  11:13 AM 
Page 195 of 618
193
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
1Druk bij ingeschakelde koplampen 
de hendel van u af om  het grootlicht 
in te schakelen.
Door de hendel weer in de middenstand te 
zetten, wordt het grootlicht weer uitgescha-
keld.
2 Trek de hendel naar u toe en laat 
deze meteen weer los om één keer 
met het grootlicht te knipperen.
U kunt lichtsignalen  geven met de koplam-
pen in- of uitgeschakeld.
Dankzij dit systeem kunnen de koplam-
pen gedurende 30 seconden worden 
ingeschakeld wanneer het contact UIT 
staat.
Trek, nadat u het contact UIT hebt 
gezet, de hendel naar u toe en laat hem 
los terwijl de lichtschakelaar in de stand 
 of   staat.
De lichten doven onder de volgende 
omstandigheden:
 Het contact wordt AAN gezet.
 De lichtschakelaa r wordt ingescha-
keld.
 U trekt de lichtschakelaar naar u toe 
en laat hem los.
Inschakelen van het grootlichtExtended Headlight Lighting-
functie (indien aanwezig)
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book  Page  193  Monday, September 6, 2021  11:13 AM 
Page 196 of 618
194
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
De koplamphoogte kan worden afge-
stemd op het aantal passagiers in de 
auto en de mate van belading.
1Verhogen van de koplamphoogte
2 Verlagen van de koplamphoogte
■Aanwijzing voor instellen van de 
koplamphoogte
Auto's met halogeenkoplampen 
(type A
*1)
Auto's met halogeenkoplampen 
(type B
*4)
Auto's met led-koplampen (type A*1)
Draaiknop koplampverstelling 
(indien aanwezig)
Aantal inzittenden en 
hoeveelheid bagage
Stand knop
InzittendenHoeveelheid 
bagage
BestuurderGeen0
Bestuurder 
en voorpas-
sagier
Geen0,5
Alle zitplaat-
sen bezetGeen1,5
Alle zitplaat-
sen bezetMaximale 
belading3
BestuurderMaximale 
belading4
Aantal inzittenden en 
hoeveelheid bagage
Stand knop
InzittendenHoeveelheid 
bagage
BestuurderGeen0
Bestuurder 
en voorpas-
sagier
Geen0,5
Alle zitplaat-
sen bezetGeen1,5
Alle zitplaat-
sen bezetMaximale 
belading2,5
BestuurderMaximale 
belading3,5
Aantal inzittenden en 
hoeveelheid bagage
Stand knop
InzittendenHoeveelheid 
bagage
BestuurderGeen0
Bestuurder 
en voorpas-
sagier
Geen0,5
Alle zitplaat-
sen bezetGeen2
Alle zitplaat-
sen bezetMaximale 
belading3,5
BestuurderMaximale 
belading4,5
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book  Page  194  Monday, September 6, 2021  11:13 AM 
Page 197 of 618
195
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
Auto's met led-koplampen (type B*7)
*1: Uitvoering MXPB10R-BHFRBW, MXPB10L-BHFRBW, MXPB10R-BHF-
NBW
*2, MXPB10L-BHFNBW*2, 
MXPB10R-BHXNBW*3 en MXPB10L-
BHXNBW*3.
*2: Bij een voertuiggewicht van 1.155 kg*8 of 
lager.
*3: Bij een voertuiggewicht van 1.170 kg*8 of 
lager.
*4: Uitvoering MXPB10R-BHFNBW*5, 
MXPB10L-BHFNBW*5, MXPB10R-
BHXNBW*6 en MXPB10L-BHXNBW*6.
*5: Bij een voertuiggewicht van 1.155 kg*8 of 
hoger.
*6: Bij een voertuiggewicht van 1.170 kg*8 of 
hoger.
*7: Uitvoering MXPB10R-BHFGBW,  MXPB10R-BHXGBW, MXPB10L-BHF-
GBW, MXPB10L-BHXGBW, MXPB10R-
BHFNBW
*5, MXPB10L-BHFNBW*5, 
MXPB10R-BHXNBW*6 en MXPB10L-
BHXNBW*6.
*8: Als het gewicht van de auto niet kan wor- den bepaald, neem dan contact op met 
uw Toyota-dealer.
■Voertuiginformatie
Voertuiginformatie, zoals uitvoering, enz., 
kan worden gecontroleerd m.b.v. het label. 
Neem bij onduidelijkheden contact op met uw 
Toyota-dealer.
Aantal inzittenden en 
hoeveelheid bagage
Stand knop
InzittendenHoeveelheid 
bagage
BestuurderGeen0
Bestuurder 
en voorpas-
sagier
Geen0,5
Alle zitplaat-
sen bezetGeen2
Alle zitplaat-
sen bezetMaximale 
belading3
BestuurderMaximale 
belading4,5
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book  Page  195  Monday, September 6, 2021  11:13 AM 
Page 198 of 618
196
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
*: Indien aanwezig
Past de helderheid en het verlichte 
gebied van het grootlicht aan op 
basis van de rijsnelheid.
 Past de intensiteit van het grootlicht 
tijdens het rijden in bochten aan, 
zodat het gebied in de richting 
waarin de auto draait helderder 
wordt verlicht dan andere gebieden.
 Regelt het variabel afgeschermde 
grootlicht zo, dat het gebied rond 
tegenliggers en voorliggers gedeel-
telijk niet wordt verlicht terwijl andere 
gebieden wel verlicht worden door 
het grootlicht.
Het variabel afgeschermde grootlicht helpt 
het zicht naar voren te verbeteren terwijl 
tegenliggers en voorliggers minder worden 
verblind.
Verlicht gedeelte door grootlicht
Verlicht gedeelte door dimlicht
 Past het stralingsbereik van de dim-
lichten aan in overeenstemming met 
de afstand tot een voorligger.
AHS (Adaptive High 
Beam-systeem)*
Het Adaptive Hi gh Beam-systeem 
gebruikt een camera aan de 
bovenzijde van de voorruit om de 
helderheid van de verlichting van 
tegenliggers en voorliggers, 
straatverlichting, enz. te beoorde-
len en, indien nodig, automatisch 
de verspreiding van het licht van 
de koplampen te regelen.
WAARSCHUWING
■Beperkingen van het Adaptive High 
Beam-systeem
Vertrouw niet blindelings op het Adaptive 
High Beam-systeem. Rijd altijd voorzichtig 
en houd hierbij de omgeving in de gaten 
en schakel indien nodig handmatig het 
grootlicht in of uit.
■Voorkomen van onjuiste werking van 
het Adaptive High Beam-systeem
Voorkom overbelading van uw auto.
Systeemfuncties
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book  Page  196  Monday, September 6, 2021  11:13 AM 
Page 199 of 618
197
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
1Druk op de schakelaar van het 
Adaptive High Beam-systeem.
2 Zet de lichtschakelaar in de stand 
 of  .
Wanneer de lichtschakelaar in de stand dim-
licht staat, wordt het AHS-systeem inge-
schakeld en gaat het controlelampje AHS 
branden.
■Werkingsvoorwaarden voor het Adap-
tive High Beam-systeem
●Als aan alle onderstaande voorwaarden 
wordt voldaan, wordt het grootlicht automa-
tisch ingeschakeld en werkt het systeem:
• De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of hoger.
• Het gebied voor de auto is niet verlicht.
●Als aan alle onderstaande voorwaarden 
wordt voldaan, wordt het variabel afge-
schermde grootlicht ingeschakeld en wordt 
het stralingsbereik van het dimlicht auto-
matisch aangepast, afhankelijk van de 
locatie van tegenliggers en voorliggers:
• De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of hoger.• Het gebied voor de auto is niet verlicht.
• Er zijn tegenliggers of voorliggers met  ingeschakelde koplampen of achterlichten.
●Als aan een van onderstaande voorwaar-
den wordt voldaan, wordt automatisch 
geschakeld van grootlicht of variabel afge-
schermd grootlicht naar dimlicht:
• De rijsnelheid is lager dan ongeveer  15 km/h.
• Het gebied voor de auto is verlicht.
• Er zijn veel tegenliggers en/of voorliggers.
• De positie van tegenliggers of voorliggers  verandert snel en het grootlicht kan de 
bestuurders van de andere voertuigen ver-
blinden.
■Detectie-informatie camera voor
●In de volgende situaties wordt mogelijk niet 
automatisch geschakeld van grootlicht 
naar variabel afgeschermd grootlicht:
• Als plotseling een tegenligger uit een bocht  opdoemt
• Als plotseling een andere auto voor de  eigen auto invoegt
• Als tegenliggers of voorliggers aan het  zicht zijn onttrokken als gevolg van een 
reeks bochten, wegafscheidingen of 
bomen langs de weg
• Wanneer tegenliggers opdoemen uit de  rechter tegemoetkomende rijstrook op een 
brede weg
• Wanneer er tegenliggers of voorliggers  met uitgeschakelde verlichting zijn
●Er wordt mogelijk niet geschakeld van 
grootlicht naar variabel afgeschermd groot-
licht als een tegenligger wordt gesigna-
leerd die zijn mistlampen aan heeft terwijl 
de koplampen uit zijn.
Het Adaptive High 
Beam-systeem activeren
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book  Page  197  Monday, September 6, 2021  11:13 AM 
Page 200 of 618
198
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
●Door de aanwezigheid van huisverlichting, 
straatverlichting, verkeerslichten of ver-
lichte billboards en andere reflecterende 
objecten wordt mogelijk geschakeld van 
grootlicht naar variabel afgeschermd groot-
licht, wordt mogelijk niet geschakeld van 
grootlicht naar variabel afgeschermd groot-
licht of wordt het niet verlichte gebied 
mogelijk gewijzigd.
●De volgende factoren kunnen van invloed 
zijn op de reactietijd voor het in- of uitscha-
kelen van het grootlicht of op de snelheid 
waarmee de niet verlichte gebieden veran-
deren:
• De helderheid van koplampen, mistlampen  en achterlichten van tegenliggers en voor-
liggers
• De beweging en richting van tegenliggers  en voorliggers
• Als de verlichting van een tegenligger of  voorligger slechts aan één kant werkt
• Als een tegenligger of voorligger een voer- tuig op twee wielen betreft
• De toestand van de weg (stijgingspercen- tage, bochten, toestand van het wegdek, 
enz.)
• Het aantal inzittenden en de hoeveelheid  bagage
●De regeling van de lichtverspreiding van de 
koplampen kan onverwacht veranderen.
●Fietsen of vergelijkbare objecten worden 
mogelijk niet gesignaleerd.
●In de volgende situaties kan het systeem 
de helderheid van het omgevingslicht 
mogelijk niet juist signaleren. Hierdoor blij-
ven de dimlichten mogelijk branden of gaat 
het grootlicht knipperen of worden voet-
gangers, tegenliggers of voorliggers ver-
blind. Als dat het geval is, moet handmatig 
geschakeld worden tussen grootlicht en 
dimlicht.
• Bij rijden in slecht weer (zware regenval,  mist, sneeuw, zandstormen, enz.)
• Als het zicht door de voorruit wordt belem- merd door damp, wasem, ijs, vuil, enz.
• Als de voorruit gebarsten of beschadigd is
• Als de camera voor vervormd of vuil is
• Als de temperatuur van de camera voor  extreem hoog is
• Als de helderheid van het omgevingslicht  overeenkomt met die van koplampen, ach-
terlichten of mistlampen
• Als de koplampen of achterlichten van  tegenliggers of voorli ggers zijn uitgescha-
keld, vuil zijn, een andere kleur hebben of 
niet correct zijn afgesteld • Als de auto wordt geraakt door water, 
sneeuw, stof, enz. van een voorligger
• In gebieden waar lichte en donkere stuk- ken elkaar afwisselen.
• Als geregeld en herhaaldelijk over stij- gende en dalende wegen wordt gereden, 
of over wegen met een slecht of oneffen 
wegdek (zoals klinkerwegen, grindwegen, 
enz.)
• Als geregeld en herhaaldelijk over boch- tige wegen wordt gereden.
• Als er zich een sterk spiegelend voorwerp,  zoals een verkeersbord of spiegel, voor de 
auto bevindt
• Als de achterzijde van een voorligger sterk  spiegelend is, zoals een container op een 
truck
• Als de koplampen van de auto beschadigd  of vuil zijn, of niet correct zijn afgesteld
• Als de auto naar één kant overhelt door bij- voorbeeld een lekke band, of aan de ach-
terzijde wat lager ligt doordat een aan-
hangwagen is aangekoppeld, enz.
• Als herhaaldelijk op een abnormale manier  wordt geschakeld tussen grootlicht en dim-
licht
• Als de bestuurder meent dat het grootlicht  mogelijk knippert of voetgangers of andere 
bestuurders verblindt
• Als de auto wordt gebruikt in een gebied  waar men aan de andere kant van de weg 
rijdt. Bijvoorbeeld, een auto bestemd voor 
rechtsrijdend verkeer in een gebied voor 
linksrijdend verkeer  of vice versa■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast 
aan de persoonlijke voorkeur. ( Blz. 457)
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book  Page  198  Monday, September 6, 2021  11:13 AM