TOYOTA YARIS HATCHBACK 2021 Instructieboekje (in Dutch)

Page 191 of 568

191
4
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Als in de volgende situaties de situatie is gewijzigd (of enige tijd met de auto is gereden) en
wordt gesignaleerd dat weer aan de normale werkingsvoorwaarden wordt voldaan, verdwijnt
de melding en werkt het systeem weer normaal.
Neem, als de melding niet verdwijnt, contact op met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren ge kwalificeerde en uitgeruste deskundige.
• Als de temperatuur rondom de camera voor niet binnen het werkingsbereik ligt, bijvoorbeeld
doordat de auto in de zon of een zeer koude omgeving staat
• Als de camera voor geen objecten voor de auto kan detecteren, zoals 's nachts op een onverlichte weg, bij sneeuw, bij mist of al s er fel licht in de camera voor schijnt
• Afhankelijk van de omstandigheden in de om geving van de auto oordeelt de radar mogelijk
dat de omgeving niet goed kan worden herkend. In dat geval wordt “Pre-Collision System
Unavailable See Owner’s Manual” (Pre-Crash Safety-systeem niet beschikbaar, zie handlei-
ding) weergegeven.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 191 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM

Page 192 of 568

192
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
Het systeem kan de volgende zaken
signaleren (de waarneembare zaken
verschillen afhankelijk van de functie):
Voertuigen
 Fietsers
 Voetgangers
■Pre-Crash-waarschuwing
Wanneer het systeem oordeelt dat een
aanrijding aan de voorzijde waarschijn-
lijk is, klinkt er een zoemer en wordt er
een waarschuwingsmelding weergege-
ven op het multi-informatiedisplay om
de bestuurder aan te sporen om uit te
wijken.
■Pre-Crash Brake Assist
Wanneer het systeem oordeelt dat een
aanrijding aan de voorzijde waarschijn-
lijk is, past het een grotere remkracht
toe in relatie tot de kracht waarmee het
rempedaal wordt ingetrapt.
■Pre-Crash Brake-functie
Wanneer het systeem oordeelt dat de
kans op een frontale aanrijding zeer
groot is, worden de remmen automa-
tisch bekrachtigd om te helpen een
aanrijding te voorkomen of de snelheid
van de aanrijding te verlagen.
PCS (Pre-Crash
Safety-systeem)*
Het Pre-Crash Safety-systeem
maakt gebruik van een radarsen-
sor en een camera voor om objec-
ten ( →Blz. 192) vóór de auto te
signaleren. Wanneer het systeem
oordeelt dat de kans op een fron-
tale aanrijding met een object
groot is, wordt een waarschuwing
geactiveerd om de bestuurder aan
te sporen om uit te wijken en
wordt de potentiële remdruk ver-
hoogd om de bestuurder te helpen
een aanrijding te voorkomen.
Wanneer het systeem oordeelt dat
de kans op een frontale aanrijding
met een object zeer groot is, wor-
den de remmen automatisch
bekrachtigd om te helpen een aan-
rijding te voorkomen of om de
impact van een aanrijding te hel-
pen verminderen.
Het Pre-Crash Safety-systeem kan
worden in-/uitgeschakeld en het
waarschuwingstijdstip kan wor-
den gewijzigd. ( →Blz. 195)
Signaleerbare objecten
Systeemfuncties
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 192 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM

Page 193 of 568

193
4
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Emergency Steering Assist
Wanneer het systeem oordeelt dat een
aanrijding met een voetganger zeer
waarschijnlijk is en de bestuurder bezig
is een uitwijk- of stuurmanoeuvre uit te
voeren, helpt de Emergency Steering
Assist bij het sturen. Op die manier
wordt gezorgd voor een betere voer-
tuigstabiliteit en wordt er voorkomen
dat de rijstrook wordt verlaten.
■Assistentie bij het rechts/links
afslaan op een kruispunt
Wanneer het systeem in de onder-
staande situaties oordeelt dat een aan-
rijding zeer waarschijnlijk is, geeft het
een Pre-Crash-waarschuwing en wordt
indien nodig de Pre-Crash Brake-func-
tie uitgevoerd.
Afhankelijk van hoe het kruispunt eruit
ziet, is assistentie wellicht niet mogelijk.
 Wanneer u rechts/links afslaat op
een kruispunt en het pad van een
tegenligger kruist
 Wanneer u rechts/links afslaat, er
vóór u een voetganger wordt gesig-
naleerd en het systeem inschat dat
deze uw pad zal kruisen (fietsers
worden niet gesignaleerd).
WAARSCHUWING
■Beperkingen van het Pre-Crash
Safety-systeem
●De bestuurder is zelf verantwoordelijk
voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig
en houd rekening met de omgeving.
Gebruik het Pre-Crash Safety-systeem
nooit in plaats van normaal remmen. Dit
systeem voorkomt niet in alle gevallen
een aanrijding en vermindert ook niet
altijd de schade of het letsel bij de aan-
rijding. Vertrouw niet uitsluitend op dit
systeem. Als u dat wel doet, kan dat lei-
den tot een ongeval, met ernstig letsel
tot gevolg.
●Hoewel dit systeem is ontworpen om
aanrijdingen te helpen voorkomen of de
impact van een aanrijding te helpen ver-
minderen, is het effect afhankelijk van
allerlei omstandigheden. Hierdoor
bereikt het systeem m ogelijk niet altijd
hetzelfde prestatieniveau.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen
aandachtig door. Vertrouw niet blinde-
lings op dit systeem en rijd altijd voor-
zichtig.
• Omstandigheden waaronder het sys- teem mogelijk werkt, zelfs als er geen
kans op een aanrijding is: →Blz. 198
• Omstandigheden waaronder het sys- teem mogelijk niet juist werkt:
→Blz. 199
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 193 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM

Page 194 of 568

194
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
●Probeer niet zelf de werking van het
Pre-Crash Safety-systeem te testen.
Afhankelijk van de objecten die voor het
testen worden gebruikt (dummy's, kar-
tonnen imitaties van signaleerbare
objecten, enz.) werkt het systeem
mogelijk niet goed, hetgeen kan leiden
tot een ongeval.
■Pre-Crash Brake-functie
●Als de Pre-Crash Brake-functie in wer-
king is, wordt er veel remkracht toege-
past.
●Als de auto wordt stilgezet door de wer-
king van de Pre-Crash Brake-functie,
wordt de werking van de functie na
ongeveer 2 seconden uitgeschakeld.
Trap indien nodig het rempedaal in.
●De Pre-Crash Brake-functie werkt
mogelijk niet, afhankelijk van de bedie-
ning van de auto door de bestuurder.
Als het gaspedaal diep wordt ingetrapt
of het stuurwiel wordt gedraaid, oordeelt
het systeem mogelijk dat de bestuurder
een uitwijkactie uitvoert en werkt het
Pre-Crash Brake-systeem mogelijk niet.
●Terwijl het Pre-Crash Brake-systeem is
ingeschakeld, wordt in sommige geval-
len de werking ervan mogelijk uitge-
schakeld, wanneer het gaspedaal diep
wordt ingetrapt of het stuurwiel wordt
gedraaid en het systeem oordeelt dat de
bestuurder een uitwijkactie uitvoert.
●Als het rempedaal wordt ingetrapt, oor-
deelt het systeem mogelijk dat de
bestuurder een uitwijkactie uitvoert en
stelt het mogelijk het werkingstijdstip
van de Pre-Crash Brake-functie uit.
■Emergency Steering Assist
●De werking van de Emergency Steering
Assist wordt uitgeschakeld wanneer het
systeem vaststelt dat is voorkomen dat
de rijstrook is verlaten.
●In de volgende gevallen werkt Emer-
gency Steering Assist mogelijk niet of
wordt het mogelijk uitgeschakeld, aan-
gezien het systeem mogelijk vaststelt
dat de bestuurder handelend optreedt.
• Als het gaspedaal diep wordt ingetrapt, er een ruk aan het stuurwiel wordt gege-
ven, het rempedaal wordt ingetrapt of
de bestuurder richting aangeeft. In dit
geval stelt het systeem mogelijk vast dat
de bestuurder een uitwijkmanoeuvre uit-
voert en werkt de Emergency Steering
Assist mogelijk niet.
• Terwijl de Emergency Steering Assist in werking is, wordt in sommige gevallen
de werking ervan mogelijk uitgescha-
keld wanneer het gaspedaal diep wordt
ingetrapt, er een ruk aan het stuurwiel
wordt gegeven of het rempedaal wordt
ingetrapt en het systeem oordeelt dat de
bestuurder een uitwijkmanoeuvre uit-
voert.
• Wanneer de Emergency Steering Assist in werking is en het stuurwiel stevig
wordt vastgehouden of de andere kant
op wordt gedraaid dan die waarin het
systeem koppel genereert, wordt de
functie mogelijk uitgeschakeld.
■Wanneer moet het Pre-Crash Safety-
systeem worden uitgeschakeld
Schakel in de volgende situaties het sys-
teem uit, omdat het mogelijk niet juist
werkt, hetgeen kan leiden tot een ongeval
waarbij ernstig letsel kan ontstaan:
●Als de auto wordt gesleept
●Bij het slepen van een andere auto
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 194 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM

Page 195 of 568

195
4
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■In-/uitschakelen van het Pre-
Crash Safety-systeem
Het Pre-Crash Safety-systeem kan
worden ingeschakeld/uitgeschakeld via
(→Blz. 422) van het multi-informa-
tiedisplay.
Het systeem wordt iedere keer wanneer het
contact AAN wordt gezet automatisch inge-
schakeld.
Als het systeem wordt uitgeschakeld,
gaat het waarschuwingslampje PCS
branden en wordt er een melding weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay.
■Wijzigen van de timing van de
Pre-Crash-waarschuwing
De timing van de Pre-Crash-waarschu-
wing kan worden gewijzigd via
(→Blz. 422) van het multi-informatiedis-
play.
De instelling van de timing van de waarschu-
wing blijft behouden als het contact UIT
wordt gezet. Als het Pre-Crash Safety-sys-
teem echter is uitgeschakeld en weer is
ingeschakeld, wordt de timing weer inge-
steld op de standaardinstelling (gemiddeld).
WAARSCHUWING
●Bij het vervoeren van de auto op een
vrachtwagen, boot, trein of vergelijkbaar
transportmiddel
●Wanneer de auto wordt opgetakeld ter-
wijl de motor aan staat en de wielen vrij
kunnen draaien
●Bij het controleren van de auto op een
rollenbank, bijvoorbeeld een vermo-
gensbank of een snelheidsmetertester,
of bij het balanceren van de wielen op
de auto
●Als er veel kracht wordt uitgeoefend op
de voorbumper of de grille door een
aanrijding of een andere oorzaak
●Als niet op een stabiele wijze kan wor-
den gereden met de auto, bijvoorbeeld
als hij betrokken is geweest bij een
ongeval of als er storingen zijn
●Als met een sportieve rijs tijl of in het ter-
rein wordt gereden
●Als de banden niet de juiste banden-
spanning hebben
●Als de banden zeer versleten zijn
●Als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
●Als er sneeuwkettingen zijn aange-
bracht
●Wanneer er een compact reservewiel is
gemonteerd of een bandenreparatieset
is gebruikt
●Als er tijdelijk uitrusting (sneeuwploeg,
enz.) die de radarsensor of de camera
voor kan hinderen op de auto is
geplaatst
Wijzigen van in stellingen van
het Pre-Crash Safety-systeem
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 195 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM

Page 196 of 568

196
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
1Vroeg
2 Gemiddeld
Dit is de standaardinstelling.
3Laat
■Wijzigen van het waarschuwings-
tijdstip van de voetgangerdetectie
Als de timing van de Pre-Crash-waar-
schuwing wordt gewijzigd, wordt dien-
overeenkomstig ook de timing van de
Emergency Steering Assist gewijzigd.
Wanneer laat is geselecteerd, werkt de
Emergency Steering Assist niet in een
noodgeval.
■Werkingsvoorwaarden voor elke Pre-Crash Safety-functie
Het Pre-Crash Safety-systeem wordt ingeschakeld en het systeem oordeelt dat de kans op een
frontale aanrijding met een obstakel groot is.
Het systeem werkt in de volgende situaties mogelijk niet:
• Als de accuklem is losgenomen en weer is aangesloten en er daarna een bepaalde tijd niet
met de auto gereden is
• Als de selectiehendel in stand R staat
• Als het controlelampje VSC OFF brandt (all een de Pre-Crash-waarschuwingsfunctie werkt)
Hieronder staan de snelheden vermeld waarbij el ke functie werkt en de omstandigheden waar-
onder de werking wordt geannuleerd.
●Pre-Crash-waarschuwing
●Pre-Crash Brake Assist
Signaleerbare objectenRijsnelheidSnelheidsverschil tussen uw
auto en het object
VoertuigenOngeveer 10 - 180 km/hOngeveer 10 - 180 km/h
Fietsers en voetgangersOngeveer 10 - 80 km/hOngeveer 10 - 80 km/h
Signaleerbare objectenRijsnelheidSnelheidsverschil tussen uw auto en het object
VoertuigenOngeveer 30 - 180 km/hOngeveer 30 - 180 km/h
Fietsers en voetgangersOngeveer 30 - 80 km/hOngeveer 30 - 80 km/h
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 196 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM

Page 197 of 568

197
4
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Pre-Crash Brake-systeem
Als zich een van de volgende situaties voordoet terw ijl het Pre-Crash Brake-systeem in werking
is, wordt dit systeem uitgeschakeld:
• Het gaspedaal wordt diep ingetrapt.
• Er wordt een scherpe stuurbeweging gemaakt of het stuurwiel wordt plotseling gedraaid.
●Emergency Steering Assist
Wanneer de richtingaanwijzers knipperen, werkt de Emergency Steering Assist niet in een
noodgeval.
Als zich een van de volgende situaties voordoet terwijl de Emergency Steering Assist in wer-
king is, wordt dit sy steem uitgeschakeld:
• Het gaspedaal wordt diep ingetrapt.
• Er wordt een scherpe stuurbeweging gemaakt of het stuurwiel wordt plotseling gedraaid.
• Het rempedaal is ingetrapt.
●Assistentie bij het rechts/links afslaan op een kruispunt (Pre-Crash-waarschuwing)
Wanneer de richtingaanwijzer niet in werking is, werkt de assisten tie bij het rechts/links afslaan
op een kruispunt gericht op tegenliggers niet.
Signaleerbare objectenRijsnelheidSnelheidsverschil tussen uw
auto en het object
VoertuigenOngeveer 10 - 180 km/hOngeveer 10 - 180 km/h
Fietsers en voetgangersOngeveer 10 - 80 km/hOngeveer 10 - 80 km/h
Signaleerbare objectenRijsnelheidSnelheidsverschil tussen uw auto en het object
VoetgangersOngeveer 40 - 80 km/hOngeveer 40 - 80 km/h
Signaleer-
bare objectenRijsnelheidSnelheid tegenliggerSnelheidsverschil tussen uw auto en het object
VoertuigenOngeveer 10 - 25 km/hOngeveer 30 - 55 km/hOngeveer 40 - 80 km/h
VoetgangersOngeveer 10 - 25 km/h-Ongeveer 10 - 25 km/h
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 197 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM

Page 198 of 568

198
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●Assistentie bij het rechts/links afslaan op een kruispunt (Pre-Crash Brake-functie)
Wanneer de richtingaanwijzer niet in werking is, werkt de assisten tie bij het rechts/links afslaan
op een kruispunt gericht op tegenliggers niet.
■Objectdetectiefunctie
Het systeem signaleert obstakels op basis
van hun formaat, vorm, beweging, enz.
Afhankelijk van de helderheid van het omge-
vingslicht en de beweging, het postuur en de
hoek van het gesignaleerde object wordt een
object mogelijk niet gesignaleerd, waardoor
het systeem niet goed werkt. ( →Blz. 199)
De afbeelding geeft aan welke objecten
gesignaleerd kunnen worden.
■Omstandigheden waaronder het sys-
teem mogelijk werkt, zelfs als er geen
kans op een aanrijding is
●In bepaalde situaties, zoals de onder-
staande, oordeelt het systeem mogelijk dat
een aanrijding aan de voorzijde waar-
schijnlijk is en treedt het in werking.
• Wanneer een signaleerbaar object wordt gepasseerd
• Bij het veranderen van rijstrook om een signaleerbaar object in te halen
• Wanneer het signaleerbare object dat wordt genaderd zich op een naastliggende
rijstrook of langs de weg bevindt, bijvoor-
beeld bij het veranderen van koers of bij
het rijden op een bochtige weg • Wanneer u een signaleerbaar object snel
nadert
• Bij het naderen van objecten in de berm, zoals signaleerbare objecten, vangrails,
telefoonpalen, bomen of muren
• Als er een signaleerbaar object of ander object langs de weg staat aan het begin
van een bocht
• Als er (geverfde) patronen vóór uw auto aanwezig zijn die ten onrechte aangezien
kunnen worden voor een signaleerbaar
object
• Als de voorzijde van de auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz.
• Bij het inhalen van een signaleerbaar object dat van rijstrook verandert of een
bocht naar rechts/links maakt
Signaleer-
bare objectenRijsnelheidSnelheid tegenliggerSnelheidsverschil tussen uw auto en het object
VoertuigenOngeveer 15 - 25 km/hOngeveer 30 - 45 km/hOngeveer 45 - 70 km/h
VoetgangersOngeveer 10 - 25 km/h-Ongeveer 10 - 25 km/h
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 198 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM

Page 199 of 568

199
4
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
• Bij het passeren van een signaleerbaar object dat stilstaat op de rijstrook voor het
tegemoetkomend verkeer om rechtsaf of
linksaf te slaan
• Als een signaleerbaar object uw auto zeer dicht nadert en vervolgens stopt voordat
het zich in de rijrichting van uw auto
bevindt
• Als de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag gaat, bijvoorbeeld op een oneffen
of golvend wegdek
• Bij het rijden op een weg omringd door een
constructie, zoals een tunnel of een stalen
brug
• Als er zich metalen objecten (putdeksel,
staalplaat, enz.), opstaande randen of uit-
stekende delen voor uw auto bevinden
• Wanneer onder een object (verkeersbord,
billboard, enz.) door wordt gereden
• Bij het naderen van een slagboom van een elektronische tolpoort, slagboom bij een
parkeerterrein of andere afscheiding die
open en dicht gaat
• Bij het wassen van de auto in een was- straat
• Bij het rijden door of onder objecten die in contact kunnen komen met uw auto, zoals
hoog gras, boomtakken of een spandoek • Bij het rijden door stoom of rook
• Wanneer dicht bij een object wordt gere-
den dat radiogolven weerkaatst, zoals een
grote vrachtwagen of een vangrail
• Als wordt gereden in de buurt van een tele- visiezendmast, radiozender , elektriciteits-
centrale, met radar uitgeruste auto's of
andere locatie waar mogelijk sterke radio-
golven of elektromagnetische velden aan-
wezig zijn
• Wanneer er allerlei zaken zijn die de radio- golven van de radar in de buurt kunnen
reflecteren (tunnels, vakwerkbruggen,
onverharde wegen, besneeuwde wegen
met sporen, enz.)
• Wanneer tijdens het rechts/links afslaan een tegenligger of overstekende voetgan-
ger het pad van uw auto al heeft verlaten
• Wanneer u vlak voor een tegenligger of overstekende voetganger rechts/links
afslaat
• Wanneer tijdens het rechts/links afslaan een tegenligger of overstekende voetgan-
ger stopt voordat deze het pad van uw
auto kruist
• Wanneer tijdens het rechts/links afslaan een tegenligger voor uw auto rechts/links
afslaat
• Wanneer u in de richting van tegenliggend verkeer stuurt
■Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
●In sommige situaties, zoals onderstaande,
wordt een object mogel ijk niet gesigna-
leerd door de radarsensor en de camera
voor, waardoor het systeem niet goed
werkt:
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 199 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM

Page 200 of 568

200
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
• Wanneer een signaleerbaar object uw auto nadert
• Wanneer uw auto of een signaleerbaar object een schommelende beweging
maakt
• Als een signaleerbaar object een abrupte beweging maakt (zoals een uitwijkma-
noeuvre, plotseling versnellen of afrem-
men)
• Wanneer uw auto een signaleerbaar object snel nadert
• Wanneer een signaleerbaar object zich niet direct voor uw auto bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object zich vlak bij bijvoorbeeld een muur, hek, vang-
rail, putdeksel, voertuig of stalen rijplaat
bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object zich onder een constructie bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object gedeel- telijk verborgen is ac hter een object zoals
een groot stuk bagage, een paraplu of een
vangrail
• Wanneer er allerlei zaken zijn die de radio- golven van de radar in de buurt kunnen
reflecteren (tunnels, vakwerkbruggen,
onverharde wegen, besneeuwde wegen
met sporen, enz.)
• Wanneer de radiogolven van de radar in een andere auto uw auto beïnvloeden
• Wanneer zich meerdere signaleerbare objecten dicht bij elkaar bevinden
• Als de zon of ander licht rechtstreeks op een signaleerbaar object schijnt
• Wanneer een signaleerbaar object wit is en er extreem licht uitziet
• Wanneer een signaleerbaar object bijna dezelfde kleur heeft of ev en licht is als zijn
omgeving
• Wanneer een signaleerbaar object uw auto afsnijdt of plotseling opduikt voor uw auto
• Als de voorzijde van de auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz.
• Wanneer een zeer fel licht aan de voor- zijde, bijvoorbeeld de zon of de koplampen
van tegemoetkomend verkeer, recht-
streeks in de camera voor schijnt • Bij het naderen van de zijkant of voorkant
van een voorligger
• Als de voorligger een motorfiets is
• Als de voorligger smal is, zoals een scoot-
mobiel
• Als de achterzijde van de voorligger smal is, zoals een lege truck
• Als de voorligger een lage achterzijde heeft, zoals een oprijwagen
• Als de voorligger een extreem grote bodemvrijheid heeft
• Als de voorligger een lading vervoert die uitsteekt voorbij de achterbumper
• Als een voorligger een onregelmatige vorm heeft, zoals een tractor of een zijspan
• Als de voorligger een kinderfiets, een fiets met bepakking, een fiets met iemand ach-
terop of een fiets met een bijzondere vorm
(fiets met een kinderzitje, tandem, enz.) is
• Als een voetganger of de rijhoogte van een fietser korter is dan ongeveer 1 m of langer
is dan ongeveer 2 m
• Als een voetganger of fietser breed val- lende kleding (regenjas, lange rok, enz.)
draagt, waardoor zijn of haar silhouet
onduidelijk wordt
• Als een voetganger vooroverbuigt of gehurkt zit of een fietser vooroverbuigt
• Als een voetganger of fietser zich snel voortbeweegt
• Als een voetgangers een wandelwagentje, rolstoel, fiets of ander voertuig voortduwt
• Bij slecht weer zoal s bij hevige regen, mist,
sneeuw of een zandstorm
• Bij het rijden door stoom of rook
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 200 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM

Page:   < prev 1-10 ... 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 ... 570 next >