TOYOTA YARIS HATCHBACK 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Page 391 of 568
391
7
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
1Verwijder de afdekplaat en het
afdekpaneel van de bodemplaat.
(→Blz. 295) 2
Verwijder het deksel.
3 Haak de rubberen band los en ver-
wijder de krik.
1 Verwijder de afdekplaat en het
afdekpaneel van de bodemplaat.
(→Blz. 295)
2 Verwijder de gereedschapstas.
WAARSCHUWING
●Zet de krik op de juiste wijze onder het
kriksteunpunt.
●Zorg ervoor dat er zich geen lichaams-
delen bevinden onder een auto die
alleen door een krik wordt ondersteund.
●Start de motor niet en ga niet met de
auto rijden als deze door de krik wordt
ondersteund.
●Krik de auto niet op als er nog iemand in
de auto aanwezig is.
●Plaats niets op of onder de krik als de
auto wordt opgekrikt.
●Krik de auto niet verder op dan voor het
verwisselen van het wi el noodzakelijk is.
●Plaats de auto op bokken als u onder de
auto moet zijn.
●Zorg wanneer u de auto laat zakken dat
er niemand onder komt. Breng mensen
in de buurt op de hoogte van het laten
zakken.
Verwijderen van de krik
Verwijderen van het
reservewiel
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 391 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 392 of 568
392
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
3Verwijder het rubber van het reser-
vewiel.
4 Draai de bevestiging van het reser-
vewiel los.
1 Plaats wielblokken. 2
Auto's met stalen velgen: Verwijder
de wieldop met een sleutel.
Steek de sleutel in de uitsparing en ver-
wijder de wieldop.
Plaats, om de wieldop te beschermen, een
doek tussen de sleutel en de wieldop.
3Draai de wielmoeren iets los (één
slag).
4 Draai het krikgedeelte met de
hand aan totdat de uitsparing in de
kop van de krik in contact komt met
het kriksteunpunt.
WAARSCHUWING
■Bij het opbergen van het reservewiel
Zorg ervoor dat er geen vingers of andere
lichaamsdelen tussen het reservewiel en
de carrosserie bekneld raken.
Vervangen van een wiel met
een lekke band
Lekke bandPositie wielblok
Links voorAchter het rechter
achterwiel
Rechts voorAchter het linker
achterwiel
Links achterVoor het rechter
voorwiel
Rechts achterVoor het linker
voorwiel
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 392 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 393 of 568
393
7
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
5Monteer het verlengstuk van de
krikslinger.
6 Draai de krik vervolgens verder
omhoog totdat het wiel vrij van de
grond is. 7
Verwijder alle wielmoeren en het
wiel.
Leg het wiel met de buitenzijde omhoog op
de grond, om krassen op de velg te voorko-
men.
WAARSCHUWING
■Vervangen van een wiel met een
lekke band
●Raak de wielen of het gedeelte rond de
remmen niet aan direct nadat met de
auto is gereden. Nadat met de auto is
gereden, zijn de wielen en het gedeelte
rond de remmen mogelijk zeer heet.
Wanneer u deze delen tijdens het ver-
wisselen van een wiel , enz. met uw han-
den, voeten of andere lichaamsdelen
aanraakt, kan dit leiden tot brandwon-
den.
●Het niet opvolgen van deze voorzorgs-
maatregelen kan ertoe leiden dat de
wielmoeren losraken, waardoor het wiel
van de auto af kan lopen, wat kan leiden
tot ernstig letsel.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 393 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 394 of 568
394
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
1Verwijder eventueel aanwezige ver-
ontreinigingen van het contactvlak
van de velg.
Als er verontreinigingen op het contactvlak
aanwezig zijn, kunnen tijdens het rijden de
wielmoeren los lopen, waardoor het wiel los
kan raken.
2Plaats het wiel en draai elke wiel-
moer met de hand ongeveer in
dezelfde mate vast.
Draai bij het vervangen van een wiel met
een stalen velg (inclusief een compact reser-
vewiel) de wielmoeren verder tot het tapse
gedeelte aan ligt tegen de velg .
Draai bij het vervangen van een wiel met
een lichtmetalen velg door een wiel met een
stalen velg (inclusief een compact reserve-
wiel) de wielmoeren verder tot het tapse
gedeelte aan ligt tegen de velg .
WAARSCHUWING
• Laat zo spoedig mogelijk na het vervan-
gen van een wiel de moeren met een
aanhaalmoment van 103 Nm vastzet-
ten.
• Plaats een beschadigde wieldop niet opnieuw, omdat deze tijdens het rijden
los kan raken.
• Gebruik bij het aanbrengen van een wiel uitsluitend wielmoeren die speciaal zijn
ontworpen voor het desbetreffende wiel.
• Bij gescheurde of vervormde bouten, schroefdraad van moeren of boutgaten
van het wiel, dient de auto te worden
gecontroleerd door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
• Plaats de wielmoeren met de schuine kant naar het wiel toe. ( →Blz. 394)
Plaatsen van het reservewiel
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 394 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 395 of 568
395
7
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
3Laat de auto zakken.
4 Draai iedere moer twee of drie keer
aan in de volgorde die in de afbeel-
ding is aangeven.
Aanhaalmoment:
103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf)
5Berg het wiel met de lekke band, de
krik en het gereedschap op.
■Volwaardig reservewiel (indien aanwe-
zig)
●Het volwaardige reservewiel heeft een
aanduiding “Temporary use only” (alleen
voor tijdelijk gebruik) op de buitenzijde van
het wiel. Gebruik het volwaardige reserve-
wiel alleen tijdelijk en alleen in noodgeval-
len.
●Controleer de bandenspanning van het
volwaardige reservewiel. ( →Blz. 417)
■Het compacte reservewiel (indien aan-
wezig)
●Op de band van het compacte reservewiel
staat aan de zijkant de aanduiding TEM-
PORARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk
gebruik). Gebruik het compacte reserve-
wiel alleen tijdelijk en alleen in noodgeval-
len.
●Controleer de bandenspanning van het
compacte reservewiel. ( →Blz. 417)
■Als het compacte reservewiel (indien
aanwezig) is gemonteerd
De auto ligt lager op de weg als het com-
pacte reservewiel is gemonteerd dan wan-
neer er gereden wordt met de
standaardbanden.
■Gebruik van het compacte reservewiel
(indien aanwezig)
Het compacte reservewiel is niet voorzien
van een bandenspanningssensor en -zender,
waardoor een te lage bandenspanning hier-
van niet wordt aangegeven door het banden-
spanningswaarschuwingssysteem. Verder
zal, als u het compacte reservewiel monteert
nadat het waarschuwingslampje voor een
lage bandenspanning is gaan branden, dit
lampje blijven branden.
■Als uw auto een lekke voorband krijgt
op een weg die bedekt is met sneeuw of
ijs (auto's met een compact reserve-
wiel)
Vervang een van de achterwielen van de
auto door het compacte reservewiel. Voer
onderstaande stappen uit en monteer
sneeuwkettingen op de voorwielen:
1 Vervang het wiel links of rechts achter
door het compacte reservewiel.
2 Vervang het wiel met de lekke voorband
door het wiel dat van de achterzijde
afkomstig is.
3 Monteer sneeuwkettingen op de voorwie-
len.
■Monteren wieldop (stalen velgen,
behalve compact reservewiel)
Breng de uitsparing in de wieldop in lijn met
het ventieldopje zoals aangegeven in de
afbeelding.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 395 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 396 of 568
396
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van het volwaardige
reservewiel (indien aanwezig)
●Vervang het reservewiel zo snel moge-
lijk door een wiel met een standaard-
band.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
■Gebruik van het compacte reserve-
wiel (indien aanwezig)
●Houd er rekening mee dat het reserve-
wiel speciaal ontworpen is voor gebruik
onder uw auto. Gebruik uw reservewiel
daarom niet onder een andere auto.
●Monteer niet gelijktijdig meer dan één
compact reservewiel onder uw auto.
●Vervang het reservewiel zo snel moge-
lijk door een wiel met een standaard-
band.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
■Als het compacte reservewiel (indien
aanwezig) is gemonteerd
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet
goed wordt weergegeven en dat de vol-
gende systemen niet goed werken:
• ABS en Brake Assist
• VSC
•TRC
• Automatic High Beam-systeem (indien aanwezig)
• Cruise control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control (indien aanwezig)
• EPS
• Trailer Sway Control (indien aanwezig)
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien aanwezig)
• LTA (Lane Tracing Assist) (indien aan- wezig)
• Bandenspanningswaarschuwingssys- teem
• Toyota Parking Assist-sensor (indien aanwezig)
• PKSB (Parking Support Brake) (indien aanwezig)
• BSM (Blind Spot Monitor) (indien aan- wezig)
• Rear View Monitor-systeem (indien aan- wezig)
• S-IPA (Simple Intelligent Parking Assist- systeem) (indien aanwezig)
• Navigatiesysteem (indien aanwezig)
■Snelheidsbeperking bij gebruik van
het compacte reservewiel (indien
aanwezig)
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een
compact reservewiel onder de auto is
gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontwor-
pen voor gebruik bij hoge snelheden. Het
niet opvolgen van deze voorzorgsmaatre-
gel kan leiden tot een ongeval en ernstig
letsel.
■Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereed-
schap en de krik weer goed zijn opgebor-
gen en bevestigd. Dit om te voorkomen
dat een van deze voorwerpen bij een aan-
rijding of bij hard remmen letsel veroor-
zaakt.
OPMERKING
■Rijd voorzichtig over oneffenheden
in het wegdek heen als het compacte
reservewiel (indien aanwezig) onder
de auto gemonteerd is.
De auto ligt lager op de weg als het com-
pacte reservewiel is gemonteerd dan wan-
neer er gereden wordt met de
standaardbanden. Wees voorzichtig bij het
rijden over slechte wegen.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 396 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 397 of 568
397
7
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Een van de onderstaande punten kan
het probleem veroorzaken:
Er is mogelijk onvoldoende brand-
stof aanwezig in de tank. Vul de
brandstoftank.
De motor kan verzopen zijn. Probeer
nogmaals de motor te starten en
volg daarbij de juiste startprocedu-
res. ( →Blz. 158, 159)
Er kan een storing aanwezig zijn in
de startblokkering. (→Blz. 76)
Een van de onderstaande punten kan
het probleem veroorzaken:
De accu kan te ver ontladen zijn.
(→Blz. 401)
De accuklemmen kunnen loszitten of
gecorrodeerd zijn. ( →Blz. 325)
OPMERKING
■Rijden met sneeuwkettingen en het
compacte reservewiel (indien aanwe-
zig)
Monteer geen sneeuwketting op het com-
pacte reservewiel. De sneeuwketting kan
de carrosserie beschadigen en het rijge-
drag in negatieve zin beïnvloeden.
■Bij het vervangen van banden
Neem voor het verwijderen en plaatsen
van wielen, banden of bandenspannings-
sensoren en -zenders contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgerus te deskundige, omdat
de bandenspanningssensoren en -zen-
ders beschadigd kunnen raken als er niet
voorzichtig mee wordt omgegaan.
■Voorkomen van schade aan de ban-
denspanningssensoren en -zenders
(behalve compact reservewiel)
Als een band is gerepareerd met banden-
reparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet
goed. Neem wanneer bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt zo snel mogelijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Vervang bij het vervangen
van de band de bandenspanningssensor
en -zender. ( →Blz. 334)
Als de motor niet wil
aanslaan
Als de motor niet wil aanslaan ter-
wijl wel de juiste startprocedures
zijn gevolgd ( →Blz. 158, 159), kan
dat de volgende oorzaken hebben:
De motor slaat niet aan terwijl
de startmotor wel normaal
werkt.
De startmotor draait langzaam
rond, de interieurverlichting en
de koplampen gaan zwakker
branden of de claxon maakt
geen of weinig geluid.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 397 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 398 of 568
398
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Het startsysteem van de motor is
mogelijk defect als gevolg van een
elektrische storing, zoals een ontladen
batterij van de elektronische sleutel of
een defecte zekering. Er bestaat echter
een tijdelijke maatregel om de motor te
starten. ( →Blz. 398)
Een van de onderstaande punten kan
het probleem veroorzaken:
De accu kan te ver ontladen zijn.
(→Blz. 401)
Een of beide accuklemmen zit(ten)
los. ( →Blz. 325)
Er is mogelijk een storing in het
stuurslot (auto's met Smart entry-
systeem en startknop).
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als het probleem niet verholpen
kan worden of als de reparatieprocedure
niet bekend is.
Als de motor niet start maar de start-
knop normaal werkt, kan de motor aan
de hand van de volgende stappen voor-
lopig worden gestart. Gebruik deze startprocedure alleen in
noodgevallen.
1
Activeer de parkeerrem.
2 Controleer of de selectiehendel in
stand P (Multidrive CVT) of de neu-
traalstand (handgeschakelde trans-
missie) staat.
3 Zet het contact in stand ACC.
4 Houd de startknop ongeveer 15
seconden ingedrukt terwijl u het
rempedaal (Multidrive CVT) of het
koppelingspedaal (handgescha-
kelde transmissie) stevig ingetrapt
houdt.
Ook als de auto aan de hand van deze stap-
pen kan worden gestart, kan er een storing
in het systeem zijn. Laat de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De startmotor draait niet
(auto's met Smart entry-
systeem en startknop)
De startmotor draait niet,
de interieurverlichting en de
koplampen gaan niet aan of de
claxon maakt geen geluid.
Noodstartfunctie (auto's
met Smart entry-systeem en
startknop)
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 398 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 399 of 568
399
7
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Als de elektronische sleutel niet goed
werkt
●Controleer of het Smart entry-systeem met
startknop niet is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeursins tellingen. Is de func-
tie uitgeschakeld, schakel hem dan in.
(Systemen met mogelijkheden voor per-
soonlijke voork eursinstellingen:
→ Blz. 422)
●Controleer of de energiebespaarmodus is
ingeschakeld. Is de functie ingeschakeld,
schakel hem dan uit. ( →Blz. 124)
Als u uw sleutels verliest
Een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige kan nieuwe
originele sleutels maken met
behulp van de andere sleutel
(auto's zonder Smart entry-sys-
teem en startknop) of de mechani-
sche sleutel (auto's met Smart
entry-systeem en startknop) en
het sleutelnummer op uw plaatje
met sleutelnummer.
Bewaar het plaatj e met het sleutel-
nummer op een veilige plaats bui-
ten de auto, bijvoorbeeld in uw
portemonnee.
OPMERKING
■Bij verlies van een elektronische
sleutel (auto's met Smart entry-sys-
teem en startknop)
Als de elektronische sl eutel zoek blijft,
wordt het risico aanzienlijk groter dat de
auto wordt gestolen. Ga onmiddellijk met
alle overgebleven el ektronische sleutels
die bij uw auto zijn geleverd naar een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de elektronische
sleutel niet goed werkt
(auto's met Smart
entr y-systeem en
startknop)
Als de communicatie tussen de
elektronische sleutel en de auto is
verbroken ( →Blz. 124) of de elek-
tronische sleutel niet kan worden
gebruikt omdat de batterij leeg is,
werken het Smart entry-systeem
met startknop en de afstandsbe-
diening niet. In dat geval kunnen
de portieren worden geopend of
kan de motor worden gestart door
de onderstaande procedure te vol-
gen.
OPMERKING
■In geval van storingen in het Smart
entry-systeem met startknop of
andere problemen met de sleutel
Breng uw auto, inclusief alle elektronische
sleutels die bij uw auto zijn geleverd, naar
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 399 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 400 of 568
400
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Gebruik de mechanische sleutel
(→Blz. 115) om de volgende handelin-
gen uit te voeren:
1Vergrendelen van alle portieren
2 Ontgrendelen van alle portieren
■Aan de sleutel gekoppelde functies
1 Sluiten van de ruiten (draaien en vast-
houden)
*
2Openen van de ruiten (draaien en vast-
houden)
*
*
: Deze instellingen moeten aan de persoon- lijke voorkeur worden aangepast door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
1 Multidrive CVT: Zorg ervoor dat de
selectiehendel in stand P staat en
trap het rempedaal in.
Auto's met handgeschakelde trans-
missie: Zet de selectiehendel in
stand N en trap het koppelingspe-
daal in.
2 Houd de elektronische sleutel met
de achterzijde van de vergrendel-
toets en ontgrendeltoets tegen de
startknop.
Wanneer de elektronische sleutel wordt
gesignaleerd, klinkt er een zoemer en wordt
het contact AAN gezet.
Wanneer het Smart entry-systeem met start-
knop is uitgeschakeld via de persoonlijke
voorkeursinstellingen, wordt het contact in
stand ACC gezet.
Vergrendelen en ontgrendelen
van de portierenWAARSCHUWING
■Bij het gebruik van de mechanische
sleutel en het bedienen van de elek-
trisch bedienbare ruiten
Bedien de elektrisch bedienbare ruit nadat
u hebt gecontroleerd of er geen risico is
dat een passagier met een lichaamsdeel
bekneld kan raken tussen de ruit.
Laat tevens de mechanische sleutel niet
bedienen door kinderen. Het kan gebeu-
ren dat een lichaamsdeel van een kind of
een andere passagier klem komt te zitten
door het bedienen van de elektrisch
bedienbare ruit.
Starten van de motor
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 400 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM