TOYOTA YARIS HYBRID 2015 Instructieboekje (in Dutch)
Page 71 of 492
711-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
YARIS_HV_EE_OM52F30E
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
Volg de aanwijzingen in de montagehandleiding van het baby- of kinderzitje
en zet het kinderzitje goed vast.
Als het baby- of kinderzitje niet goed wordt vastgezet, kan het kind of een
andere passagier bij plotseling remmen, een uitwijkmanoeuvre of een aan-
rijding ernstig letsel oplopen.
● Als het kinderzitje niet goed gemon-
teerd kan worden omdat de bestuur-
dersstoel in de weg zit, moet het
kinderzitje rechts achterin (auto's met
linkse besturing) of links achterin (auto's
met rechtse besturing) worden gemon-
teerd.
● Verstel de voorpassagiersstoel zodanig
dat deze geen contact maakt met het
baby- of kinderzitje.
● Als er een in de rijrichting geplaatst
baby- of kinderzitje op de voorpassa-
giersstoel wordt geplaatst, moet de
stoel zo ver mogelijk naar achteren wor-
den geschoven.
Als dat niet gedaan wordt, kan er ern-
stig letsel ontstaan als de airbags geac-
tiveerd worden.
YARIS_HV_OM_OM52F30E.book Page 71 Friday, March 27, 2015 11:49 AM
Page 72 of 492
721-1. Voor een veilig gebruik
YARIS_HV_EE_OM52F30E
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
● Gebruik nooit een tegen de rijrichting in
geplaatst baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel als de aan/uit-
schakelaar voor de airbag ON staat.
(Blz. 52)
Bij een ongeval kan het kind ernstig let-
sel oplopen door de kracht waarmee de
voorpassagiersairbag wordt opgeblazen.
●Een waarschuwingslabel op de zonne-
klep aan passagierszijde geeft aan dat
het niet is toegestaan om een tegen de
rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje
op de voorpassagiersstoel te plaatsen.
In onderstaande afbeelding is het label
in detail te zien.
YARIS_HV_OM_OM52F30E.book Page 72 Friday, March 27, 2015 11:49 AM
Page 73 of 492
731-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
YARIS_HV_EE_OM52F30E
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
● Als er in het land waarin u woont regels zijn voor baby- en kinderzitjes,
neem dan contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige voor het plaatsen van het baby- of kinderzitje.
●
Controleer als er een zitkussen geplaatst is altijd of de schoudergordel over
het midden van de schouder van het kind loopt. De gordel mag niet langs de
nek van het kind lopen, maar mag ook niet van de schouder van het kind
vallen. Als de gordel niet goed over de schouder ligt, kan het kind bij plotse-
ling remmen of uitwijken of bij een aanrijding ernstig letsel oplopen.
● Controleer of de gesp goed in de gordelsluiting is vergrendeld en of de vei-
ligheidsgordel niet gedraaid is.
● Beweeg het baby- of kinderzitje naar links en naar rechts en naar voren en
naar achteren om te controleren of het goed is geplaatst.
● Verstel de rugleuning niet meer nadat het baby- of kinderzitje is geplaatst.
● Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de gebruiksaanwij-
zing van de fabrikant.
● Plaats de hoofdsteun niet wanneer er een baby- of kinderzitje met een lus
aan de bovenzijde is geplaatst. De hoofdsteun kan de bovenste lus belem-
meren, waardoor het baby- of kinderzitje niet goed vastgezet kan worden.
● Berg de verwijderde hoofdsteun op een veilige plaats op wanneer u een
baby- of kinderzitje op de achterstoel plaatst.
■ Het correct vastzetten van het zitje aan de bevestigingspunten
Controleer bij het gebruik van de onderste bevestigingspunten of er geen
vreemde voorwerpen rond de bevestigingspunten aanwezig zijn en of de
gordel niet klem zit achter het baby- of kinderzitje. Controleer of het zitje
goed vastzit. Als het zitje niet stevig vastzit, kan het kind of een andere pas-
sagier bij plotseling remmen of uitwijk en of bij een aanrijding ernstig letsel
oplopen.
●Laat niemand plaatsnemen op de mid-
delste zitplaats als de rechter achterstoel
voor een kinderzitje wordt gebruikt. De
werking van de veiligheidsgordel kan
verminderd zijn omdat deze bijvoorbeeld
te hoog geplaatst is of te los zit, hetgeen
bij plotseling remmen of bij een aanrij-
ding ernstig letsel kan veroorzaken.
YARIS_HV_OM_OM52F30E.book Page 73 Friday, March 27, 2015 11:49 AM
Page 74 of 492
741-1. Voor een veilig gebruik
YARIS_HV_EE_OM52F30E
Belangrijke voorschriften in verband met
uitlaatgassen
Uitlaatgassen bevatten stoffen die schadelijk zijn bij inademing.
WAARSCHUWING
Uitlaatgassen bevatten het schadelijke koolmonoxide (CO). Dit is een kleur-
loos en reukloos gas. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u deze voorschriften niet in acht neemt, kunnen er uitlaatgassen in de
auto terechtkomen waardoor de bestuurder duizelig kan worden en een onge\
-
val kan veroorzaken, of waardoor de gezondheid van de inzittenden ernstig
kan worden geschaad.
■Belangrijke punten tijdens het rijden
● Zorg ervoor dat de achterklep gesloten is.
● Als u uitlaatgassen ruikt in de auto, zelfs als de achterklep gesloten is,
moet u de ruiten openzetten en de auto zo snel mogelijk laten nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Tijdens het parkeren
●
Als de auto zich in een slecht geventileerde omgeving of een afgesloten
ruimte bevindt, zoals een garage, moet u het hybridesysteem uitschakelen.
●Laat bij stilstaande auto het hybridesysteem niet langdurig ingeschakeld.
Als dat niet anders kan, parkeer de auto dan op een open plek en zorg
ervoor dat er geen uitlaatgassen in het interieur terecht kunnen komen.
● Laat het hybridesysteem niet draaien op een plaats waar sneeuw de
afvoer van de uitlaatgassen zou kunnen hinderen. Als sneeuw de afvoer
van uitlaatgassen hindert wanneer het hybridesysteem draait, kunnen er
uitlaatgassen in de auto terechtkomen.
■ Uitlaatpijp
Het uitlaatsysteem dient regelmatig te worden gecontroleerd. Laat uw auto
nakijken en repareren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
bij gaten of scheuren als gevolg van corrosie of beschadigingen aan verbin-
dingsstukken, of bij een abnormaal geluid aan het uitlaatsysteem.
YARIS_HV_OM_OM52F30E.book Page 74 Friday, March 27, 2015 11:49 AM
Page 75 of 492
75
1
1-2. Hybridesysteem
Veiligheid en beveiliging
YARIS_HV_EE_OM52F30E
Kenmerken hybridesysteem
De afbeelding dient slechts ter illustratie en wijkt mogelijk af van de
werkelijkheid.
Benzinemotor
Elektromotor (tractiemotor)
Uw auto is een hybridevoertuig. De eigenschappen van uw auto
zijn anders dan die van conventi onele auto's. Zorg ervoor dat u
de eigenschappen van uw auto goed leert kennen en gebruik de
functies voorzichtig.
Bij het hybridesysteem werken een benzinemotor en een elek-
tromotor (tractiemotor) samen, afhankelijk van de rijomstandig-
heden, om het brandstofverbrui k en de uitstoot van uitlaat-
gassen te verminderen.
1
2
YARIS_HV_OM_OM52F30E.book Page 75 Friday, March 27, 2015 11:49 AM
Page 76 of 492
761-2. Hybridesysteem
YARIS_HV_EE_OM52F30E
◆Bij stilstand/tijdens wegrijden
Wanneer de auto stilstaat, wordt de benzinemotor uitgeschakeld
*.
Bij het wegrijden wordt de auto aa ngedreven door de elektromotor
(tractiemotor). Bij het rijden met lage snelheid of bij het afrijden van
een flauwe helling wordt de b enzinemotor uitgeschakeld
* en wordt
de elektromotor (tractiemotor) ingeschakeld.
Wanneer de selectiehendel in stand N staat, wordt het batterijpak-
ket (tractiebatterij) niet opgeladen.
*: Wanneer het batterijpakket (tractiebatterij) moet worden opgeladen of wanneer de motor aan het opwarmen is, enz., wordt de benzinemotor niet
automatisch uitgeschakeld. ( Blz. 77)
◆Tijdens normaal rijden
De auto wordt voornamelijk aangedreven door de benzinemotor.
De elektromotor (tractiemotor) laadt zo nodig het batterijpakket
(tractiebatterij) op.
◆Tijdens sterk accelereren
Wanneer het gaspedaal volledig wordt ingetrapt, wordt de energie
van het batterijpakket (tractiebatterij) toegevoegd aan de energie
die de benzinemotor levert vi a de elektromotor (tractiemotor).
◆Tijdens het remmen (regeneratief remmen)
De wielen drijven de elektromotor (tractiemotor) aan, waardoor
energie wordt opgewekt en het batter ijpakket (tractiebatterij) wordt
opgeladen.
YARIS_HV_OM_OM52F30E.book Page 76 Friday, March 27, 2015 11:49 AM
Page 77 of 492
771-2. Hybridesysteem
1
Veiligheid en beveiliging
YARIS_HV_EE_OM52F30E
■Regeneratief remmen
In de volgende situaties wordt kinetische energie omgezet in elektrische
energie en wordt er een afremmingskracht gegenereerd terwijl tegelijkertijd
het batterijpakket (tractiebatterij) wordt opgeladen.
●Het gaspedaal wordt losgelaten terwijl de selectiehendel in stand D of B
staat.
● Het rempedaal wordt ingetrapt terwijl de selectiehendel in stand D of B
staat.
■ Controlelampje EV-modus
■ Omstandigheden waarin de benzinemot or mogelijk niet wordt uitgescha-
keld
De benzinemotor wordt automatisch gestart en uitgeschakeld. De benzine-
motor stopt echter mogelijk niet automatisch onder de volgende omstandig-
heden:
● Tijdens de opwarmfase van de benzinemotor
● Tijdens het opladen van het batterijpakket (tractiebatterij)
● Als de temperatuur van het batterijpakket (tractiebatterij) hoog of laag is
● Als de verwarming is ingeschakeld
■ Opladen van het batterijpakket (tractiebatterij)
Omdat het batterijpakket (tractiebatterij) indien nodig door de benzinemotor
wordt opgeladen, hoeft deze niet door een externe bron te worden opgela-
den. Als de auto echter gedurende lange tijd wordt geparkeerd, wordt het bat-
terijpakket (tractiebatterij) langzaam ontladen. Daarom moet u ervoor zorgen
dat er elke paar maanden gedurende minimaal 30 minuten of 16 km met de
auto gereden wordt. Als het batterijpakket (tractiebatterij) volledig ontladen
raakt en u het hybridesysteem niet meer kunt starten, neem dan contact op
met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Opladen van de 12V-accu
Blz. 445 Het controlelampje EV gaat branden
wanneer de auto alleen door de elektro-
motor (tractiemotor) wordt aangedreven
of de benzinemotor niet draait.
YARIS_HV_OM_OM52F30E.book Page 77 Friday, March 27, 2015 11:49 AM
Page 78 of 492
781-2. Hybridesysteem
YARIS_HV_EE_OM52F30E■
Als de 12V-accu leeg is, vervangen is of verwijderd is geweest.
De benzinemotor stopt mogelijk niet, ook niet als de auto door het batterijpak-
ket (tractiebatterij) wordt aangedreven. Als dit een paar dagen aanhoudt,
neem dan contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Geluiden en trillingen die kenme rkend zijn voor een hybrideauto
Mogelijk zijn er geen motorgeluiden hoorbaar of trillingen voelbaar terwijl de
auto wel kan rijden en het controlelampje READY brandt. Activeer na het par-
keren uit veiligheidsoverwegingen de parkeerrem en zet de selectiehendel in
stand P.
De volgende geluiden of trillingen kunnen hoorbaar of voelbaar zijn als het
hybridesysteem in werking is en deze duiden niet op een defect:
● Er kunnen motorgeluiden hoorbaar zijn uit het motorcompartiment.
● Bij het inschakelen of uitschakelen van het hybridesysteem kan er geluid
hoorbaar zijn dat afkomstig is van het batterijpakket (tractiebatterij) achter
de achterstoelen.
● Bij het inschakelen of uitschakelen van het hybridesysteem zijn er mogelijk
werkingsgeluiden van het relais te horen, zoals een klik of een vaag geram-
mel, dat afkomstig is van het batterijpakket (tractiebatterij) achter de achter-
stoelen.
● Als de achterklep open is, kunnen er geluiden van het hybridesysteem hoor-
baar zijn.
● Als de benzinemotor start of stopt, bij rijden met lage snelheden of als de
motor met stationair toerental draait, kunnen er geluiden hoorbaar zijn van
de transmissie.
● Bij sterk accelereren kunnen er motorgeluiden hoorbaar zijn.
● Als het rempedaal wordt ingetrapt of het gaspedaal wordt losgelaten, kun-
nen er geluiden hoorbaar zijn die worden veroorzaakt door het regeneratief
remmen.
● Als de benzinemotor start of stopt, kunnen trillingen voelbaar zijn.
● U kunt via de ventilatieopening onder aan de zijkant van de linker achter-
stoel geluid horen dat afkomstig is van de koelventilator.
■ Onderhoud, reparatie, recycling en afvoer
Neem voor onderhoud, reparatie, recycling en afvoer contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Sloop de auto niet zelf.
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijvoorbeeld het in- of uitschakelen van het controlelampje
EV-modus) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
Blz. 467)
YARIS_HV_OM_OM52F30E.book Page 78 Friday, March 27, 2015 11:49 AM
Page 79 of 492
79
1
1-2. Hybridesysteem
Veiligheid en beveiliging
YARIS_HV_EE_OM52F30E
Voorzorgsmaatregelen hybridesysteem
De afbeelding dient slechts ter illustratie en wijkt mogelijk af van de
werkelijkheid.
Wees voorzichtig met het hybridesysteem, aangezien dit een
hoogspanningssysteem (max. ongeveer 520 V) bevat, evenals
onderdelen die extreem heet word en als het hybridesysteem in
werking is. Volg de aanwijzinge n op de waarschuwingslabels op.
Waarschuwingslabel
Servicestekker
Aircocompressor
Elektromotor (tractiemotor) Vermogensregeleenheid
Batterijpakket (tractiebatterij)
Hoogspanningskabels
(oranje)1
2
3
4
5
6
7
YARIS_HV_OM_OM52F30E.book Page 79 Friday, March 27, 2015 11:49 AM
Page 80 of 492
801-2. Hybridesysteem
YARIS_HV_EE_OM52F30E
Onder aan de zijkant van de linker
achterstoel zit een ventilatieopening
voor de koeling van het batterijpak-
ket (tractiebatterij). Als deze ventila-
tieopening wordt afgedekt, kan het
batterijpakket oververhit raken,
waardoor het door het batterijpakket
geleverde vermogen afneemt.
Het uitschakelsysteem voor noodgevallen zorgt ervoor dat het hoog-
spanningssysteem en de brandstofpomp worden uitgeschakeld als de
botsingssensor een aanrijding met een kracht boven een bepaalde
drempelwaarde heeft gesignaleerd, om de kans op een elektrische
schok en brandstoflekkage tot een minimum te beperken. Als het uit-
schakelsysteem voor noodgevallen in werking is getreden, kunt u uw
auto niet meer starten. Neem voor het herstarten van het hybridesys-
teem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Als een waarschuwingslampje gaat br anden of de 12V-accu wordt losge-
nomen
Mogelijk start het hybridesysteem niet. Probeer in dit geval het systeem
opnieuw te starten. Neem als het controlelampje READY niet gaat branden
contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Als de brandstof opraakt
Als de brandstof op is en het hybridesysteem niet kan worden gestart, vult u
de tank met ten minste de hoeveelheid brandstof die nodig is om het waar-
schuwingslampje laag brandstofniveau ( Blz. 400) uit te laten gaan. Als er
slechts een kleine hoeveelheid brandstof in de tank zit, kan het hybridesys-
teem mogelijk niet worden gestart. (De standaardhoeveelheid brandstof is
ongeveer 7,0 liter, als de auto op een vlakke ondergrond staat. Deze waarde
kan afwijken als de auto op een helling staat. Vul brandstof bij wanneer de
auto schuin staat.)
■ Elektromagnetische golven
●De hoogspanningsonderdelen en -kabels van hybrideauto's zijn voorzien
van een afscherming voor elektr omagnetische golven en zenden ongeveer
net zo veel elektromagnetische golven uit als conventionele auto's met een
benzinemotor of elektronische huishoudapparatuur.
● Uw auto kan storingen veroorzaken in niet-originele audio-onderdelen.
Ventilatieopening batterijpakket (tractiebatterij)
Uitschakelsysteem voor noodgevallen
YARIS_HV_OM_OM52F30E.book Page 80 Friday, March 27, 2015 11:49 AM