YAMAHA DT125R 2002 Instructieboekje (in Dutch)
Page 11 of 96
2-1
DAU00026
BESCHRIJVING
2
1. Koplampt (blz. 6-36)
2. Radiateurdop (blz. 6-14)
3. Benzinekraan (blz. 3-9)
4. Luchtfilter (blz. 6-16)
5. Koelvloeistof-reservoirtank (blz. 6-12)6. Helmhouder (blz. 3-12)
7. Chokehendel (choke) (blz. 3-10)
8. Versnellingspedaal (blz. 3-4, 5-2)
9. YEIS (blz. 3-14)
10. YPVS (blz. 3-14)
1
23 4 5 6
7 8
9 10
Aanzicht linkerzijde
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 10
Page 12 of 96
2-2
BESCHRIJVING
2
11. Gereedschapsset (blz. 6-1)
12. Zekering (blz. 6-35)
13. Accu (blz. 6-33)
14. Motorolietank (blz. 3-8)
15. Achterrempedaal (blz. 3-5, 6-23)16. Afsteller de voorbelasting van
de achterschokbreker (blz. 3-12)
11 12 14
15 1613
Aanzicht rechterzijde
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 11
Page 13 of 96
2-3
BESCHRIJVING
2
1. Koppelingshendel (blz. 3-4, 6-22)
2. Linker stuurschakelaars (blz. 3-3)
3. Snelheidsmeter (blz. 3-2)
4. Motortemperataur-meter (blz. 3-3)
5. Toerenteller (blz. 3-2)6. Rechter stuurschakelaars (blz. 3-4)
7. Voorremhendel (blz. 3-5, 6-23)
8. Gashendel (blz. 6-18, 6-29)
9. Tankdop (blz. 3-5)
10. Kontaktslot-schakelaar (blz. 3-1)
12 34 5
67
8 9
10
Schakelaars en instrumenten
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 12
Page 14 of 96
3-1
DAU00027
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU00028
ContactslotVia het contactslot worden het ontste-
kingssysteem en de verlichtingssystemen
bediend. De diverse standen van het con-
tactslot worden hierna beschreven.
DAU00036
ON
Alle elektrische systemen worden elek-
trisch gevoed en de motor kan worden
gestart. De sleutel kan niet worden uitge-
nomen.
DAU00038
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
DAU00061
Controlelampje “N” voor vrijstand
Dit controlelampje brandt wanneer de
versnellingsbak in de vrijstand staat.
DAU04258
Waarschuwingslampje 2-takt injectie-
smering “
7
”
Dit waarschuwingslampje gaat branden
als het olieniveau voor 2-takt injectiesme-
ring laag is.
Het elektrisch circuit van het waarschu-
wingslampje kan via de volgende proce-
dure worden getest.
1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Schakel de versnellingsbak in de
vrijstand.
3. Als het waarschuwingslampje niet
gaat branden, vraag dan een
Yamaha dealer het elektrisch circuit
te testen.
OPMERKING:Bij een voldoende hoog olieniveau voor
2-takt injectiesmering kan het waarschu-
wingslampje soms toch knipperen bij rij-
den op een helling of bij plotseling afrem-
men of optrekken, er is dan echter geen
sprake van een storing.
ON
OFF
DAU03034
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes
DAU00057
Controlelampje “5” richtingaanwij-
zers
Dit controlelampje knippert wanneer de
schakelaar voor richtingaanwijzers naar
de linker- of rechterstand is gedrukt.
DAU00063
Controlelampje grootlicht “&”
Dit controlelampje gaat branden wanneer
het grootlicht van de koplamp is inge-
schakeld.
1
2
3
4
1. Controlelampje “5” richtingaanwijzers
2. Controlelampje grootlicht “&”
3. Controlelampje “N” voor vrijstand
4. Waarschuwingslampje 2-takt
injectiesmering “
7
”
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 13
Page 15 of 96
3-2
DAU01087
SnelheidsmeterunitDe snelheidsmeterunit is voorzien van
een snelheidsmeter, een kilometerteller
en een ritteller. De snelheidsmeter toont
de actuele rijsnelheid. De kilometerteller
toont de totale afgelegde afstand. De rit-
teller toont de afstand afgelegd sinds de
teller het laatst via de terugstelknop werd
teruggesteld op nul. De ritteller kan wor-
den gebruikt om de afstand te schatten
die met een volle brandstoftank kan wor-
den afgelegd. Deze informatie stelt u in
staat de volgende tankstops te plannen.
OPMERKING:Alleen voor het Duitse model uitgerust
met een rijsnelheidsbegrenzer:
De rijsnelheidsbegrenzer zorgt dat de
motor een rijsnelheid van 80 km/u niet
kan overschrijden.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
4
2
3
1
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller
3. Dagteller
4. Nulstelknop
DAU00102
ToerentellerMet de toerenteller kan de motorrijder het
motortoerental controleren en dit binnen
het ideale bereik houden.
DC000003
<>Laat de motor niet draaien terwijl de
toerenteller aanwijst in de rode zone.
Rode zone: 10.500 tpm en hoger
1
2
1. Toerenteller
2. Rode zone
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 14
Page 16 of 96
3-3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU01652
Temperatuurmeter koelvloeistofMet de contactsleutel in de stand “ON”
geeft de temperatuurmeter koelvloeistof
de temperatuur van de koelvloeistof aan.
De koelvloeistoftemperatuur is afhankelijk
van de weersomstandigheden en de
motorbelasting. Als de naald bij of in de
rode zone staat, zet de machine dan stil
en laat de motor afkoelen. (Zie pagina
6-45 voor nadere instructies.)
DC000002
<>Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
DAU03889
Richtingaanwijzerschakelaar “4/6”
Druk deze schakelaar naar “6” om
afslaan naar rechts aan te geven. Druk
deze schakelaar naar “4” om afslaan
naar links aan te geven. Na loslaten keert
de schakelaar terug naar de midden-
stand. Om de richtingaanwijzers uit te
schakelen wordt de schakelaar ingedrukt
nadat hij is teruggekeerd in de midden-
stand.
DAU00129
Claxonschakelaar “*”
Druk deze schakelaar in om een claxon-
signaal te geven.
1
2
1. Temperatuurmeter koelvloeistof
2. Rode zone
DAU00118
Stuurschakelaars
DAU03898
Lichtschakelaar “9/
'
/:”
Zet deze schakelaar in de stand “
'
”
om het parkeerlicht, het achterlicht en de
instrumentenverlichting in te schakelen.
Zet de schakelaar in de stand “:” om
ook de koplamp in te schakelen. Zet de
schakelaar in de stand “9” om alle ver-
lichting uit te schakelen.
DAU03888
Dimlichtschakelaar “&/%”
Zet deze schakelaar op “&” voor groot-
licht en op “%” voor dimlicht.
2
1
3
4
1. Lichtschakelaar “9/
'
/:”
2. Dimlichtschakelaar “&/%”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “4/6”
4. Claxonschakelaar “*”
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 15
Page 17 of 96
3-4
DAU03890
Noodstopschakelaar “#/$”
Zet deze schakelaar op “#” alvorens de
motor te starten. Zet deze schakelaar op
“$” om in een noodgeval de motor direct
uit te schakelen, zoals wanneer de
machine omslaat of als de gaskabel blijft
hangen.FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
1
1. Noodstopschakelaar “#/$”
DAU00155
KoppelingshendelDe koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de koppeling te ontkoppe-
len. Laat de hendel los om de koppeling
te laten aangrijpen. Voor een soepele
werking van de koppeling moet de hendel
snel ingetrokken worden en langzaam
worden losgelaten.
1
1. Koppelingshendel
DAU00157
SchakelpedaalHet schakelpedaal bevindt zich aan de
linkerzijde van de motor en wordt in com-
binatie met de koppelingshendel gebruikt
bij het schakelen van de versnellingen
van de 6-traps constant-mesh versnel-
lingsbak op deze motorfiets.
1
1. Schakelpedaal
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 16
Page 18 of 96
3-5
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU00158
RemhendelDe remhendel bevindt zich aan de rech-
terstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de voorrem te bekrachtigen.
1
1. Remhendel
DAU00162
RempedaalHet rempedaal bevindt zich aan de rech-
terzijde van de motorfiets. Trap op het
rempedaal om de achterrem te bekrachti-
gen.
1
1. Rempedaal
DAU00177
Vuldop brandstoftankVerwijderen van de tankdop
1. Steek de sleutel in het slot en draai
een kwartslag linksom.
2. Draai de tankdop 1/3 slag linksom
en trek hem los.
31
2
1. Benzinetankdop
2. Ontsluiten
3. Openen
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 17
Page 19 of 96
3-6
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
Aanbrengen van de tankdop
1. Breng de tankdop aan in de vulope-
ning van de brandstoftank met de
sleutel in het slot, en draai dan de
dop 1/3 slag rechtsom.
2. Draai de sleutel 1/4 slag rechtsom
en neem hem dan uit.OPMERKING:De tankdop kan alleen worden aange-
bracht met de sleutel in het slot.
Bovendien kan de sleutel niet worden uit-
genomen als de tankdop niet correct aan-
gebracht en vergrendeld is.
DW000023
X@Kontroleer altijd of de benzinetankdop
goed op de bezinetank zit, alvorens
weg te rijden.
DAU03753
Brandstof(Behalve voor Zwitserland en
Oostenrijk)
Controleer of voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is. Vul de brand-
stoftank tot onderaan de vulpijp zoals
getoond.
DW000130
X@8Overvul de brandstoftank niet,
anders zal benzine uitstromen
zodra deze warm wordt en uitzet.
8Mors geen brandstof op een heet
motorblok.
21
1. Vulslang
2. Brandstonivo
DAU03754
Brandstof(Voor Zwitserland en Oostenrijk)
Controleer of voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is. Steek om te
tanken het mondstuk van de pompslang
in de vulopening van de brandstoftank en
vul tot onderaan de vulpijp, zoals getoond
in de afbeelding.
1
3
5 42
1. Pompslang
2. Vulopening brandstoftank
3. Vulslang
4. Brandstonivo
5. Bladklep
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 18
Page 20 of 96
3-7
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DW000130
X@8Overvul de brandstoftank niet,
anders zal benzine uitstromen
zodra deze warm wordt en uitzet.
8Mors geen brandstof op een heet
motorblok.
DAU00185
<>Veeg gemorste brandstof direct af met
een schone, droge en zachte doek, de
brandstof kan immers schade toebren-
gen aan de lak of aan kunststof onder-
delen.
DAU04206
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine
met een octaangetal van RON 91 of
hoger. Als de motor gaat detoneren (pin-
gelen), gebruik dan brandstof van een
ander merk of gebruik loodvrije superben-
zine. Door loodvrije benzine te gebruiken
gaan bougies langer mee en blijven de
onderhoudskosten beperkt.
DAU01084
Uitlaatkatalysator(Voor Zwitserland en Oostenrijk)
Deze motorfiets is uitgerust met een uit-
laatkatalysator.
DW000128
X@Het uitlaatsysteem is heet nadat de
motor heeft gedraaid. Controleer of het
uitlaatsysteem is afgekoeld alvorens
onderhoudswerkzaamheden uit te voe-
ren.
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE
LOODVRIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
Totale hoeveelheid:
10,0 L
Reservehoeveelheid:
1,8 L
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 19