YAMAHA EC-03 2011 Instructieboekje (in Dutch)

Page 21 of 78

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
4-2
2
345
6
7
8
9
Om het stuur te vergrendelen1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand in en
draai deze dan naar “LOCK”. Houd de
sleutel hierbij ingedrukt.
3. Neem de sleutel uit.Om het stuur te ontgrendelen
Druk de sleutel in en draai deze dan naar
“OFF”. Houd de sleutel hierbij ingedrukt.
DAU50023
Multifunctioneel display
WAARSCHUWING
DWA12312
Zet de machine stil voordat u wijzigingen
aanbrengt in de instellingen van het mul-
tifunctionele display. Het aanbrengen
van wijzigingen tijdens het rijden kan u
afleiden en vergroot het risico op eenongeval.
1. Drukken.
2. Draaien.
1
2
1. Drukken.
2. Draaien.
1 2
1CB-F8199-D0.book 2 ページ ï¼’ï¼ï¼‘ï¼å¹´ï¼‘ï¼æœˆï¼‘8日 月曜日 åˆå¾Œï¼•時58分

Page 22 of 78

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
4-3
1
2
34
5
6
7
8
9
De EC-03 is uitgerust met een zelfdia-gnosesysteem voor de accu en regeleen-
heid. Wanneer u de sleutel naar “ON”
draait, start het zelfdiagnosesysteem auto-
matisch en worden alle displaysegmenten
van de multifunctionele meter weergege-
ven. Wanneer het zelfdiagnosesysteem is
voltooid, schakelt het display automatisch
naar de stand-bymodus. In de stand-bymo-
dus gaat “PUSH” knipperen.
Druk op een van de volgende knoppen om
naar de rijmodus te gaan.Wanneer de machine in de rijmodus staat,
worden de bedrijfsstatusindicator “RUN” en
de gereed-indicatoren weergegeven.1. Powermodusindicator “POWER”
2. Waarschuwingssymbool “ ”
3. Snelheidswaarschuwingsindicator
“SPEED”
4. Ritteller/kilometerteller/temperatuurwaar-
schuwing “Trip”/“Odo”/“HEAT”
5. Regelknoppen
6. Waarschuwingslampje
7. Accuniveau-indicator
8. Bedrijfsstatusindicator “RUN”
9. Veiligheidsslotindicator “ LOCK”
10.Snelheidsmeter
1
2
3
4
5 6 7 8 9 10
1. Knop 1 “POWER”
2. Knop 2 “SET”
3. Knop 3 “SELECT”
1. Bedrijfsstatusindicator “RUN”
2. Gereed-indicatoren
12
3
12
1CB-F8199-D0.book 3 ページ ï¼’ï¼ï¼‘ï¼å¹´ï¼‘ï¼æœˆï¼‘8日 月曜日 åˆå¾Œï¼•時58分

Page 23 of 78

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
4-4
2
345
6
7
8
9
OPMERKINGWanneer de machine in de rijmodus staat,
klinkt de zoemer. De zoemer stopt wanneer
u de remhendel bedient of met de machinegaat rijden.
Regelknoppen
Knop 1 “POWER”
Knop 2 “SET”
Knop 3 “SELECT”
Met deze knoppen kunt u de volgende han-
delingen en instellingen uitvoeren.ï¬
Vanuit de stand-bymodus naar de rij-
modus gaan
ï¬
Schakelen tussen de standaardmodus
en de powermodus
ï¬
Schakelen tussen de kilometerteller
en de ritteller
ï¬
Ritteller terugstellen op nul
ï¬
Veiligheidsnummer registreren en wij-
zigen
ï¬
Veiligheidsslot vergrendelen en ont-
grendelen
Snelheidsmeter
De snelheidsmeter toont de actuele rijsnel-
heid.
Ritteller “Trip”
De rittellers tonen de afstand afgelegd sindsde tellers het laatst werden teruggesteld op
nul. Als u de ritteller op nul wilt terugstellen,
houdt u knop 3 “SELECT” enkele seconden
ingedrukt totdat “0.0” wordt weergegeven.
Kilometerteller “Odo”
Houd knop 3 “SELECT” minstens een se-
conde lang ingedrukt om het display te
schakelen naar de kilometerteller.
De kilometerteller toont de totale afgelegde
afstand. Gebruik de kilometerteller als refe-
rentie voor de intervalperioden voor het uit-
voeren van periodiek onderhoud.
Houd knop 3 minstens een seconde lang in-
gedrukt om het display te schakelen naar
de ritteller.
Temperatuurwaarschuwing “HEAT”/
“COOL”
De EC-03 is uitgerust met een temperatuur-
beveiligingsfunctie om de accu en rege-
leenheid te beschermen.
Als een probleem wordt gedetecteerd,
wordt het display met de ritteller/kilometer-
teller geannuleerd en gaat “COOL” of
“HEAT” knipperen.
ï¬
Wanneer de temperatuur van de accu
of regeleenheid een bepaalde tempe-
ratuur overschrijdt, gaat “HEAT” knip-
peren.
ï¬
Wanneer de temperatuur van de accuonder een bepaalde temperatuur
komt, gaat “COOL” knipperen.
OPMERKINGï¬
Wanneer de temperatuur van de accu
een bepaalde temperatuur over-
schrijdt, gaat “HEAT” knipperen en
wordt het rijvermogen beperkt om het
elektrisch uitgangsvermogen van de
accu te begrenzen. Dit is normaal.
ï¬
Wanneer de temperatuur van de accu
onder een bepaalde temperatuur
komt, gaat “COOL” knipperen en
wordt het rijvermogen beperkt om het
elektrisch uitgangsvermogen van de
accu te begrenzen. Dit is normaal.
ï¬
Als u gedurende lange tijd in hoge
temperaturen met de machine rijdt,
kan “HEAT” gaan knipperen en kan de
rijsnelheid worden beperkt.
ï¬
Als u met de machine gaat rijden nadat
deze op een warme locatie of in direct
zonlicht heeft gestaan, kan “HEAT”
gaan knipperen en kan de rijsnelheid
worden beperkt.
ï¬
Als u met de machine gaat rijden nadat
deze op een zeer koude locatie (lager
dan 0 ï‚°C) heeft gestaan, kan “COOL”
gaan knipperen en kan de rijsnelheid
worden beperkt.
ï¬
Wanneer de accuniveau-indicator
minder dan twee segmenten toont en
1CB-F8199-D0.book 4 ページ ï¼’ï¼ï¼‘ï¼å¹´ï¼‘ï¼æœˆï¼‘8日 月曜日 åˆå¾Œï¼•時58分

Page 24 of 78

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
4-5
1
2
34
5
6
7
8
9
de machine wordt blootgesteld aan
hoge temperaturen, kan “COOL” gaan
knipperen en kan de rijsnelheid wor-
den beperkt.
ï¬
Wanneer u lange tijd bergopwaarts
rijdt, kan “HEAT” gaan knipperen en
kan de rijsnelheid worden beperkt.
ï¬
Wanneer u lange tijd bergopwaarts
rijdt, kan de temperatuur van de rege-
leenheid stijgen en kan “HEAT” gaan
knipperen. Als u voortdurend blijft rij-
den, gaat de bedrijfsstatusindicator
“RUN” uit om de regeleenheid te be-
schermen en is verder rijden mis-
schien niet meer mogelijk. Dit is echtergeen storing.
U kunt met de machine rijden wanneer de
bedrijfsstatusindicator “RUN” in het display
wordt weergegeven. De rijsnelheid kan ech-
ter worden beperkt om het elektrisch uit-
gangsvermogen van de accu te begrenzen
vanwege de hoge accutemperatuur.Wanneer de accuniveau-indicator minder
dan twee segmenten toont of het elektrisch
uitgangsvermogen van de accu is begrensd
vanwege de accutemperatuur, wordt het rij-
vermogen sterk beperkt. Dit is echter geen
storing.
Wanneer de accu en regeleenheid weer de
normale bedrijfstemperatuur hebben be-
reikt en de bedrijfsstatusindicator “RUN”
wordt weergegeven, keert het display met
de temperatuurwaarschuwing automatisch
terug naar het display met de ritteller/kilo-
meterteller.
Als de bedrijfsstatusindicator “RUN” niet
wordt weergegeven, kunt u niet met de ma-
chine rijden.Draai de sleutel naar “OFF” en laat de accu
en regeleenheid afkoelen voordat u weer
gaat rijden.
OPMERKINGWanneer de bedrijfsstatusindicator “RUN”
verdwijnt en u kunt niet verder rijden, kunt u
de temperatuurwaarschuwing annuleren
door de sleutel naar “OFF” en vervolgens
terug naar “ON” te draaien nadat de accu enregeleenheid zijn afgekoeld.
WAARSCHUWING
DWA15630
Draai de sleutel naar “OFF” voordat u de
EC-03 gaat duwen of verplaatsen. De
machine kan plotseling gaan rijden als u
de snelheidsregelaar opendraait wan-neer de sleutel naar “ON” is gedraaid.
1. Bedrijfsstatusindicator “RUN”
2. Temperatuurindicator “HEAT”
1
2
1. Ritteller/kilometerteller
1
1CB-F8199-D0.book 5 ページ ï¼’ï¼ï¼‘ï¼å¹´ï¼‘ï¼æœˆï¼‘8日 月曜日 åˆå¾Œï¼•時58分

Page 25 of 78

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
4-6
2
345
6
7
8
9
Snelheidswaarschuwingsindicator
“SPEED”
Als de snelheid van de machine hoger is
dan 45 km/u, wordt de snelheidswaarschu-
wingsindicator weergegeven en knippert
het waarschuwingslampje.
Bedrijfsstatusindicator “RUN”
Deze indicator wordt weergegeven wan-
neer u met de machine kunt rijden.
Accuniveau-indicator
Deze indicator geeft de resterende accula-
ding aan.
Wanneer nog slechts één segment van de
accuniveau-indicator wordt weergegeven,
moet u de accu zo snel mogelijk opladen.
(Zie pagina 3-4 voor meer informatie over
het accuniveau.)
OPMERKINGControleer of de accu voldoende is opgela-den voordat u gaat rijden.
Als bij de zelfdiagnose een probleem met
de accu wordt gedetecteerd, brandt het
waarschuwingslampje, wordt het waar-
schuwingssymbool “ ” weergegeven en
knipperen alle segmenten van de accuni-
veau-indicator. Mogelijk wordt ook het elek-
trisch uitgangsvermogen van de accu
beperkt.
U kunt wel met de machine rijden, maar u
moet deze zo snel mogelijk laten controle-
ren door een Yamaha-dealer.Powermodusindicator “POWER”
Deze indicator wordt weergegeven wan-
neer de machine in de powermodus staat.
(Zie “Modus wijzigen” op pagina 3-1 voor
het schakelen van het display tussen de
standaardmodus en de powermodus.)
Waarschuwingslampje
Dit waarschuwingslampje gaat branden of
knipperen onder de volgende omstandighe-
den:
Snelheidswaarschuwingsindicator
Het waarschuwingslampje knippert als
de snelheid van de machine hoger is dan
45 km/u. Tegelijkertijd wordt de snelheids-
waarschuwingsindicator “SPEED” weerge-
geven.
FoutmeldingenAls een probleem wordt gedetecteerd, gaat
het waarschuwingslampje branden. Contro-
leer in dat geval het waarschuwingssym-
bool “ ”. Als dit symbool ook wordt
weergegeven, moet u de machine laten
controleren door een Yamaha-dealer.
Waarschuwingssymbool “ ”
Dit symbool knippert als een probleem is
gedetecteerd. Als het waarschuwingssym-
bool blijft knipperen nadat u de sleutel naar
1. Accuniveau-indicator
1
1. Accuniveau-indicator
2. Waarschuwingslampje
3. Waarschuwingssymbool “ ”
2
1
3
1CB-F8199-D0.book 6 ページ ï¼’ï¼ï¼‘ï¼å¹´ï¼‘ï¼æœˆï¼‘8日 月曜日 åˆå¾Œï¼•時58分

Page 26 of 78

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
4-7
1
2
34
5
6
7
8
9
“OFF” en vervolgens terug naar “ON” hebt
gedraaid, moet u de machine laten contro-
leren door een Yamaha-dealer.OPMERKINGNadat u de sleutel naar “ON” hebt gedraaid,
wordt het waarschuwingssymbool weerge-
geven. Als het waarschuwingssymbool na
enkele seconden uitgaat, is er geen storing.U kunt rijden.
DAU50033
Veiligheidsslot gebruiken De EC-03 is uitgerust met een veiligheids-
slot dat u kunt gebruiken door een veilig-
heidsnummer te registreren. Wanneer het
veiligheidsnummer is ingesteld, kunt u pas
met de machine rijden nadat het juiste vei-
ligheidsnummer is ingevoerd. Dit geldt ook
als u de sleutel naar “ON” draait.
Veiligheidsnummer registreren en wijzi-
gen
WAARSCHUWING
DWA15610
Zorg dat de machine stilstaat voordat u
het veiligheidsnummer gaat registreren
of wijzigen. Het aanbrengen van wijzigin-
gen tijdens het rijden kan u afleiden envergroot het risico op een ongeval.OPMERKINGAls de registratieprocedure niet binnen één
minuut wordt voltooid, wordt de registratie-/
wijzigingsmodus voor het veiligheidsnum-
mer geannuleerd. Als de modus wordt ge-annuleerd, herhaalt u de procedure.
1. Draai de sleutel naar “ON”.
Gedurende enkele seconden worden
alle displaysegmenten weergegeven.
Vervolgens gaat de machine naar de
stand-bymodus en knippert “PUSH”.
OPMERKINGWanneer het veiligheidsslot is vergrendeld,
wordt de veiligheidsslotindicator “ LOCK”
weergegeven wanneer de machine in destand-bymodus staat.
2. Druk op een van de knoppen om naar
de rijmodus te gaan.1. Veiligheidsslotindicator “ LOCK”
1
1CB-F8199-D0.book 7 ページ ï¼’ï¼ï¼‘ï¼å¹´ï¼‘ï¼æœˆï¼‘8日 月曜日 åˆå¾Œï¼•時58分

Page 27 of 78

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
4-8
2
345
6
7
8
9
Het display toont dat de machine in de
rijmodus staat.
OPMERKINGï¬
Wanneer het veiligheidsslot is ver-
grendeld, gaat u naar de rijmodus en
voert u het veiligheidsnummer in omhet veiligheidsslot te ontgrendelen.
(Zie pagina 7-1 voor meer informatie
over het ontgrendelen van het veilig-
heidsslot.)
ï¬
Wanneer de machine naar de rijmo-
dus gaat, klinkt de zoemer. De zoemer
stopt wanneer u de remhendel bedientof met de machine gaat rijden.
3. Druk tegelijkertijd op knop 2 en 3.
Het display verandert in de registratie-
modus voor het veiligheidsslot.
Veiligheidsnummer voor de eerstekeer registrerenGa door naar stap 5.
Veiligheidsnummer wijzigen“OLD” en “– – – – –” worden weerge-
geven.4. Voer het geregistreerde veilig-
heidsnummer in met de knoppen.
Ga door naar stap 5 als het juiste vei-
ligheidsnummer is ingevoerd.
Als een onjuist nummer is ingevoerd,
klinkt de zoemer, knippert “NG” gedu-
rende enkele seconden en keert de
1. Knop 1 “POWER”
2. Knop 2 “SET”
3. Knop 3 “SELECT”
12
3
1. Indicator ingevoerd nummer “– – – – –”
2. Indicator geregistreerd nummer “OLD”
2
1
1CB-F8199-D0.book 8 ページ ï¼’ï¼ï¼‘ï¼å¹´ï¼‘ï¼æœˆï¼‘8日 月曜日 åˆå¾Œï¼•時58分

Page 28 of 78

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
4-9
1
2
34
5
6
7
8
9
machine terug naar de rijmodus. Her-
haal de procedure vanaf stap 3.
5. “NEW” en “– – – – –” worden weerge-
geven.Voer een nieuw veiligheidsnummer in.
Het veiligheidsnummer bestaat uit een
viercijferig nummer. Voer een nummer
in met de knoppen.
OPMERKINGHet nummer “1111” kunt u niet gebruikenals veiligheidsnummer.
Wanneer een viercijferig veilig-
heidsnummer is ingevoerd, wordt “OK
or NG” weergegeven.6. Druk op knop 3 “SELECT” om “OK”
weer te geven.
7. Druk op knop 2 “SET”. Het veilig-
heidsnummer knippert gedurende en-
kele seconden en vervolgens gaat de
machine naar de rijmodus.
1. Indicator onjuist nummer “NG”
1. Indicator ingevoerd nummer “– – – – –”
2. Indicator nieuw nummer “NEW”
1
2 1
1. Indicator nummerbevestiging “OK”
1
1CB-F8199-D0.book 9 ページ ï¼’ï¼ï¼‘ï¼å¹´ï¼‘ï¼æœˆï¼‘8日 月曜日 åˆå¾Œï¼•時58分

Page 29 of 78

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
4-10
2
345
6
7
8
9
OPMERKINGï¬
Zorg dat u het veiligheidsnummer no-
teert en op een veilige plaats bewaart.
ï¬
Als u op knop 3 “SELECT” drukt, wordt
het display geschakeld tussen “OK” en
“NG”.
ï¬
Als u het geregistreerde veilig-
heidsnummer wilt wijzigen, schakelt u
het display naar “NG” door op knop 3
“SELECT” en vervolgens op knop 2
“SET” te drukken. Herhaal de proce-dure vanaf stap 5.
Veiligheidsslot vergrendelen en ont-
grendelen
Veiligheidsslot vergrendelen
Houd knop 2 “SET” gedurende enkele se-
conden ingedrukt. Wanneer het veiligheids-
slot is vergrendeld, wordt deveiligheidsslotindicator “ LOCK” weerge-
geven.
OPMERKINGVergrendel het veiligheidsslot niet wanneer
reparatie of onderhoud aan de machinewordt uitgevoerd door een Yamaha-dealer.
Veiligheidsslot ontgrendelenDruk op een van de knoppen om naar de
stand-bymodus te gaan en voer vervolgens
het veiligheidsnummer in. (Zie “Voorberei-
dingen voordat u wegrijdt” op pagina 7-1.)
DAU12348
Stuurschakelaars Links
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de richtin-
gaanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU12500
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
1. Veiligheidsslotindicator “ LOCK”
1
1. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
2. Claxonschakelaar “ ”
1
2
1CB-F8199-D0.book 10 ページ ï¼’ï¼ï¼‘ï¼å¹´ï¼‘ï¼æœˆï¼‘8日 月曜日 åˆå¾Œï¼•時58分

Page 30 of 78

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
4-11
1
2
34
5
6
7
8
9
DAU12900
Voorremhendel De voorremhendel bevindt zich aan de
rechterstuurgreep. Trek deze hendel naar
het stuur toe om de voorrem te bekrachti-
gen.
DAU12950
Achterremhendel De achterremhendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek deze hendel naar het
stuur toe om de achterrem te bekrachtigen.
DAUT3170
Zadel Openen van het zadel
1. Zet de machine op de middenbok.
2. Steek de sleutel in het slot en draai
rechtsom.
3. Klap het zadel omhoog.
1. Voorremhendel
1
1. Achterremhendel
1
1. Ontgrendelen.
1
1CB-F8199-D0.book 11 ページ ï¼’ï¼ï¼‘ï¼å¹´ï¼‘ï¼æœˆï¼‘8日 月曜日 åˆå¾Œï¼•時58分

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 80 next >