YAMAHA EC-03 2011 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2011, Model line: EC-03, Model: YAMAHA EC-03 2011Pages: 78, PDF Size: 2.04 MB
Page 71 of 78

VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
9-2
2
3
4
5
6
7
89
Gebruik alleen een zachte, schone
doek of een spons met water om
kunststof delen te reinigen. Als de
kunststof delen met water niet af-
doende kunnen worden gereinigd,
kan een mild reinigingsmiddel met
water worden gebruikt. Spoel reini-
gingsmiddelresten zorgvuldig af
met grote hoeveelheden water, aan-
gezien ze de kunststof delen kun-
nen beschadigen.
Gebruik geen bijtende chemische
reinigingsmiddelen op kunststof
delen. Vermijd het gebruik van doe-
ken of sponzen die in contact zijn
geweest met bijtende of schurende
reinigingsmiddelen, oplosmiddelen
of thinner, benzine, roestverwij-
deringsmiddelen of corrosierem-
mers, remvloeistof, antivries of
elektrolyt.
Gebruik geen hogedrukreinigers of
stoomreinigers, omdat dan op de
volgende plaatsen water kan door-
dringen en zo schade kan ontstaan:
afdichtingen (van wiel- en achter-
bruglagers, voorvork en remmen),
elektrische componenten (kabel-
stekkers, messtekkers, instrumen-
ten, snelheidsregelaar, schakelaars
en verlichting), beluchtings- en ont-luchtingsslangen.
Bij scooters met een kuipruit: Ge-
bruik geen bijtende reinigingsmid-
delen of harde sponzen, deze
veroorzaken dofheid en laten kras-
jes achter. Sommige reinigingsmid-
delen voor kunststof laten
eveneens krasjes achter op de
kuipruit. Test het product op een
klein, niet-zichtbaar gedeelte van de
kuipruit om zeker te zijn dat geen
sporen achterblijven op de kuipruit.
Als de kuipruit krasjes vertoont,
breng dan na wassen een hoog-
waardige polish voor gebruik opkunststof aan.
Na normaal gebruik
Verwijder vuil met warm water, een mild rei-
nigingsmiddel en een zachte, schone spons
en spoel dan grondig met schoon water.
Gebruik een tandenborstel of flessenborstel
voor moeilijk bereikbare plekken. Hardnek-
kig vastzittend vuil en insectenresten laten
gemakkelijker los als de bewuste plek alvo-
rens te reinigen een paar minuten met een
vochtige doek wordt bedekt.Na rijden in regen, aan de kust of op bepe-
kelde wegenZilte zeelucht en wegenzout waarmee we-
gen in de winter worden bestrooid hebben
in combinatie met water een zeer corrosie-
ve werking; handel daarom als volgt na een
rit in een regenbui, nabij de kust of op bepe-
kelde wegen.OPMERKINGIn de winter gestrooid wegenzout kan nogtot in de lente aanwezig blijven.
1. Reinig de scooter met koud water en
zachte zeep nadat de motor is afge-
koeld. LET OP: Gebruik geen warm
water, dit versnelt de corrosieve
werking van het zout.
[DCA10791]
2. Breng met een spuitbus een corrosie-
werend middel aan op alle metalen de-
len, ook op verchroomde en
vernikkelde componenten, om zo cor-
rosie te voorkomen.
Na reiniging
1. Droog de scooter met een zeemleren
lap of een vochtabsorberende doek.
2. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te laten glanzen.
3. Het is aan te bevelen om met een
spuitbus een corrosiewerend middel
1CB-F8199-D0.book 2 ページ 2010年10月18日 月曜日 午後5時58分
Page 72 of 78

VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
9-3
1
2
3
4
5
6
7
89
aan te brengen op alle metalen delen,
ook op verchroomde en vernikkelde
componenten, om zo corrosie te voor-
komen.
4. Gebruik oliespray als universeel
schoonmaakmiddel om nog achterge-
bleven vuil te verwijderen.
5. Werk kleine lakbeschadigingen door
steenslag e.d. bij.
6. Zet alle gelakte oppervlakken in de
was.
7. Laat de scooter volledig drogen alvo-
rens te stallen of af te dekken.WAARSCHUWING
DWA15820
Verontreiniging van de remmen of ban-
den kan leiden tot verlies van de contro-
le over de machine.
Controleer of er geen olie of was op
de remmen of banden zit. Was de
banden indien nodig met warm wa-
ter en een mild reinigingsmiddel.
Test voordat u de scooter in ge-
bruik neemt eerst de remwerking enhet weggedrag in bochten.
LET OP
DCA10800
Breng een geringe hoeveelheid
oliespray en was aan en verwijder
overtollige hoeveelheden.
Breng oliespray of was nooit aan oprubber of kunststof delen, behandel
deze met een daartoe bestemd ver-
zorgingsmiddel.
Vermijd het gebruik van schurende
poetsmiddelen, deze tasten de lakaan.
OPMERKING
Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
Door wassen, regenachtig weer of een
vochtig klimaat kan de koplamplens
beslagen raken. Inschakelen van de
koplamp gedurende een korte periode
zal helpen bij de verwijdering van hetvocht.
DAU50842
Stalling Korte termijn
Stal uw scooter steeds op een koele en dro-
ge plek en bescherm indien nodig tegen
stof met een luchtdoorlatende stallinghoes.
Zorg dat de motor is afgekoeld voordat u de
scooter bedekt.LET OP
DCA17130
Als de scooter wordt gestald in een
slecht geventileerde ruimte of in
vochtige toestand wordt afgedekt
met een dekzeil, zullen water en
vocht kunnen binnendringen en lei-
den tot roestvorming, storing in de
voeding, elektrische lekkage of
kortsluiting.
Voorkom corrosie door de machine
niet te stallen in een vochtige kel-
der, een stal (i.v.m. de aanwezig-
heid van ammoniakdamp) en in een
opslagruimte voor sterke chemica-liën.
Lange termijn
LET OP
DCA17142
Laad de accu op als het accuniveau
daalt tot minder dan het laatste seg-
1CB-F8199-D0.book 3 ページ 2010年10月18日 月曜日 午後5時58分
Page 73 of 78

VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
9-4
2
3
4
5
6
7
89
ment. Om de levensduur van de
accu te verlengen, wordt u aanbe-
volen de accu op te laden totdat de
accuniveau-indicator of 2–3 seg-
menten toont. Een lagere of hogere
lading wordt niet aanbevolen.
Zorg dat de resterende acculading
niet minder dan 20% wordt (minder
dan het laatste segment van de ac-
cuniveau-indicator). Als de accu
langdurig wordt opgeslagen in deze
toestand, kan de accu beschadigd
raken en moet deze mogelijk wor-
den vervangen afhankelijk van de
resterende capaciteit.
Wanneer de accu eenmaal volledig
is uitgeput, kunt u deze niet meer
opladen.
Na langdurige opslag moet u de
accu opnieuw opladen voordat u de
machine gaat gebruiken. (Het opla-
den kan langer duren dan gewoon-lijk.)
Alvorens uw scooter gedurende meerdere
maanden aaneen te stallen:
1. Volg alle instructies op in de paragraaf
“Verzorging” in dit hoofdstuk.
2. Smeer alle bedieningskabels en
scharnierpunten van alle hendels en
van de middenbok.
3. Controleer de bandspanning en corri-geer deze indien nodig en breng dan
de scooter omhoog zodat beide wielen
los van de grond zijn. Een andere mo-
gelijkheid is de wielen elke maand iets
te draaien, zodat de banden niet op
één gedeelte sterker achteruitgaan.
OPMERKINGVerricht eventueel noodzakelijke reparatiesalvorens de scooter te stallen.
1CB-F8199-D0.book 4 ページ 2010年10月18日 月曜日 午後5時58分
Page 74 of 78

10-1
1
2
3
4
5
6
7
8
910
SPECIFICATIES
DAU50970
Afmetingen:Totale lengte:
1565 mm (61.6 in)
Totale breedte:
600 mm (23.6 in)
Totale hoogte:
990 mm (39.0 in)
Zadelhoogte:
745 mm (29.3 in)
Wielbasis:
1080 mm (42.5 in)
Grondspeling:
110 mm (4.33 in)
Kleinste draaicirkel:
1700 mm (66.9 in)Gewicht:Rijklaar gewicht:
56 kg (123 lb)Chassis:Type frame:
Backbone
Spoorhoek:
25.00 graad
Naspoor:
75 mm (3.0 in)Voorband:Type:
Met binnenband
Maat:
60/100-12 36J
Fabrikant/model:
INOUE RUBBER/MB80
Achterband:Type:
Met binnenband
Maat:
60/100-12 36J
Fabrikant/model:
INOUE RUBBER/MB80
Maximale belasting:
87 kg (192 lb)
* (Totaalgewicht van bestuurder, bagage en
accessoires)Bandenspanning (gemeten aan koude
banden):Voor:
200 kPa (2.00 kgf/cm
2, 29 psi)
Achter:
250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
Voorwiel:Velgmaat:
12 x 1.50Achterwiel:Velgmaat:
12 x 1.50Voorrem:Type:
Trommelrem
Bediening:
Bediening met rechterhandAchterrem:Type:
Trommelrem
Bediening:
Bediening met linkerhand
Voorwielophanging:Type:
Telescoopvork
Veer/schokdempertype:
Schroefveer
Veerweg:
50.0 mm (1.97 in)Achterwielophanging:Type:
Unit swing
Veer/schokdempertype:
Schroefveer/oliedemper
Veerweg:
55.0 mm (2.17 in)Koplamp:Type gloeilamp:
HalogeenlampGloeilampen voltage, wattage aantal:Koplamp:
12 V, 35 W/35 W 1
Achterlicht/remlicht unit:
12 V, 5.0 W/21.0 W 1
Voorste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W 2
Achterste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W 2
Warning indicator light:
LED
1CB-F8199-D0.book 1 ページ 2010年10月18日 月曜日 午後5時58分
Page 75 of 78

11-1
2
3
4
5
6
7
8
9
1011
GEBRUIKERSINFORMATIE
DAU48611
Identificatienummers Noteer het voertuigidentificatienummer en
de gegevens op de modelinformatiesticker
in onderstaande ruimtes. Deze gegevens
heeft u nodig om reserveonderdelen bij een
Yamaha dealer te bestellen of wanneer uw
voertuig is gestolen.
VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER:
MODELINFORMATIESTICKER:
DAU26400
Voertuigidentificatienummer
Het voertuigidentificatienummer is ingesla-
gen op de balhoofdbuis. Noteer dit nummer
in het daartoe bestemde vakje.OPMERKINGHet voertuigidentificatienummer is bedoeld
voor identificatie van uw motorfiets en kan
worden gebruikt om uw motor in uw landaan te melden voor kentekenregistratie.
DAU26540
Modelinformatiesticker
De modelinformatiesticker is onder het za-
del bevestigd aan het frame. (Zie
pagina 4-11.) Noteer de informatie op deze
sticker in het daartoe bestemde vakje. Deze
informatie is nodig om reserve-onderdelen
te bestellen bij een Yamaha dealer.
1. Voertuigidentificatienummer
1
1. Modelinformatiesticker
1
1CB-F8199-D0.book 1 ページ 2010年10月18日 月曜日 午後5時58分
Page 76 of 78

INDEXAAandachtspunten voor veilig rijden ............1-4
Accu, effectief gebruik van .........................3-3
Accu, laadprocedure ..................................6-3
Accu, laadtijd..............................................6-8
Accuniveau ................................................3-4
Accu, oplaadlocatie ....................................6-1
Accutype, info ............................................6-9
Accu veilig opladen ....................................1-5
Afgelegde afstand ......................................3-2BBagagehaak .............................................4-13
Banden.......................................................8-5CClaxonschakelaar ....................................4-10
Contactslot/stuurslot ..................................4-1GGloeilamp remlicht/achterlicht,
vervangen ..............................................8-12
Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen ..............................................8-13HHandgreep ...............................................4-13
Helmbevestiging ......................................4-12IIdentificatienummers ................................11-1KKabels, controleren en smeren ..................8-8
Kenmerken.................................................3-1
Koplampgloeilamp, vervangen.................8-11LLaaddisplay, voortgang ..............................6-9
Laadkabel en laadstekker controleren .....8-13
MMatkleur, let op .......................................... 9-1
Middenbok, controleren en smeren ........... 8-9
Modelinformatiesticker............................. 11-1
Motor controleren op afwijkende
geluiden................................................... 8-4
Multifunctioneel display ............................. 4-2PParkeren .................................................... 7-5
Plaats van de onderdelen .......................... 2-1
Problemen oplossen ................................ 8-14RRemhendel, achterrem ............................ 4-11
Remhendels, smeren ................................ 8-8
Remmen .................................................... 7-5
Remschoenen, controleren ....................... 8-7
Richtingaanwijzerschakelaar ................... 4-10SSmering en onderhoud, periodiek ............. 8-2
Snelheidsregelaar controleren................... 8-4
Sneller en langzamer rijden ....................... 7-4
Specificaties ............................................ 10-1
Stalling ....................................................... 9-3
Standaardmodus/powermodus.................. 3-1
Stuurschakelaars ..................................... 4-10
Stuursysteem, controleren....................... 8-10VVeiligheidsinformatie ................................. 1-1
Veiligheidsslot gebruiken ........................... 4-7
Verzorging ................................................. 9-1
Voertuigidentificatienummer .................... 11-1
Voor- en achterremhendel,
afstellen van vrije slag ............................. 8-6
Voorremhendel ........................................ 4-11Voorvork, controleren ................................ 8-9
WWegrijden .................................................. 7-3
Wegrijden, voorbereidingen ...................... 7-1
Wielen ....................................................... 8-6
Wiellagers controleren ............................ 8-10ZZadel ....................................................... 4-11
Zoemer ...................................................... 4-1
1CB-F8199-D0.book 2 ページ 2010年10月18日 月曜日 午後5時58分
Page 77 of 78

Page 78 of 78

YAMAHA MOTOR CO., LTD.
PRINTED IN THE NETHERLANDS
2010.10
YAMAHA MOTOR CO., LTD.
PRINTED IN THE NETHERLANDS
2010.10