YAMAHA FJR1300A 2013 Instructieboekje (in Dutch)

Page 81 of 116

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-16
6
Om de cardanolie te verversen1. Zet de machine op een vlakke onder- grond.
2. Plaats een olieopvangbak onder het cardanhuis om de gebruikte olie op te
vangen.
3. Verwijder de vulplug van de cardanolie en de aftapplug van de cardanolie met
hun pakkingen om de olie uit het car-
danhuis af te tappen.
4. Monteer de aftapplug van de cardano- lie met de nieuwe pakking en zet de
plug vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment. 5. Vul de aanbevolen cardanolie bij tot
aan de rand van de vulopening.
6. Controleer de pakking van de olievul- plug op beschadiging en vervang in-
dien nodig.
7. Monteer de olievulplug met de pakking en zet de plug vast met het voorge-
schreven aanhaalmoment.
8. Controleer het cardanhuis op olielek- kage. Zoek in geval van lekkage naar
de oorzaak.
DAU20070
Koelvloeistof Voor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU54160
Controleren van het koelvloeistofniveau
1. Zet de machine op de middenbok.OPMERKING●
Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud is,
temperatuurverschillen zijn namelijk
van invloed op het niveau.

Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistofni-
veau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.
2. Verwijder het linkerventilatiepaneel van het stroomlijnpaneel. (Zie pagina
3-36.)
3. Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
1. Vulplug cardanolie
2. Pakking
3. Aftapplug cardanolie
12
3
2
Aanhaalmoment: Aftapplug cardanolie:
23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf)
Aanbevolen cardanolie: Originele Yamaha cardanolie SAE
80 API GL-5
Oliehoeveelheid:
0.20 L (0.21 US qt, 0.18 Imp.qt)
Aanhaalmoment: Vulplug cardanolie:
23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf)
U1MCD0D0.book Page 16 Tuesday, July 17, 2012 3:37 PM

Page 82 of 116

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-17
6
OPMERKINGHet koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-
niveau staan.4. Als het koelvloeistofniveau zich op ofonder de merkstreep voor minimumni-
veau bevindt, open dan de reservoird-
op. 5. Vul koelvloeistof of gedestilleerd water
bij tot aan de merkstreep voor maxi-
mumniveau en sluit de reservoirdop.
WAARSCHUWING! Verwijder alleen
de dop van het koelvloeistofreser-
voir. Probeer nooit om de radiator-
vuldop te verwijderen als de motor
koud is.
[DWA15161]
LET OP: Als er geen
koelvloeistof aanwezig is, gebruik
dan in plaats daarvan gedistilleerd
water of onthard leidingwater. Ge-
bruik geen hard water of zout water,
dit is schadelijk voor de motor. Als
er in plaats van koelvloeistof water
is gebruikt, vervang dit dan zo snel
mogelijk door koelvloeistof, anders
is het systeem niet beschermd te-
gen vorst en corrosie. Als er water
aan de koelvloeistof is toegevoegd,
laat dan een Yamaha dealer zo snel mogelijk het antivriesgehalte van
de koelvloeistof controleren om te
voorkomen dat de effectiviteit van
de koelvloeistof afneemt.
[DCA10472]
6. Monteer het paneel.
DAU33031
De koelvloeistof verversen
De koelvloeistof moet volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema ververst worden.
Laat de koelvloeistof verversen door een
Yamaha dealer. WAARSCHUWING! Pro-
beer nooit om de radiatorvuldop te ver-
wijderen als de motor warm is.
[DWA10381]
1. Merkstreep maximumniveau
2. Merkstreep minimumniveau
1
2
1. Dop koelvloeistofreservoir
1
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau): 0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
U1MCD0D0.book Page 17 Tuesday, July 17, 2012 3:37 PM

Page 83 of 116

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-18
6
DAU20473
Luchtfilterelement reinigen Het luchtfilterelement moet worden gerei-
nigd of vervangen volgens de intervalperio-
den vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema. Reinig (of vervang)
het luchtfilterelement vaker als u in zeer
stoffige of vochtige gebieden rijdt.1. Verwijder het paneel B. (Zie pagina 6-9.)
2. Verwijder de luchtinlaatkap door de
schroef en de snelsluitschroeven te
verwijderen.
3. Verwijder het luchtfilterdeksel door de schroeven te verwijderen. 4. Trek het luchtfilterelement uit.
5. Geef een paar tikjes tegen het luchtfil-
terelement om het meeste stof en vuil
te verwijderen en blaas dan het nog
achtergebleven vuil weg met perslucht
zoals afgebeeld. Vervang het luchtfil-
terelement als dit beschadigd is. 6. Steek het luchtfilterelement in het
luchtfilterhuis. LET OP: Zorg ervoor
dat het filterelement goed aanligt in
het luchtfilterhuis. Laat de motor
nooit draaien met het luchtfilterele-
ment uitgenomen, hierdoor kunnen
de zuiger(s) en/of cilinder(s) over-
matig versleten raken.
[DCA10481]
7. Monteer het luchtfilterdeksel door de schroeven aan te brengen. LET OP:
Let erop dat het ontluchtings-/over-
stroomslangetje van de brandstof-
tank niet wordt afgekneld.
[DCA15411]
1. Luchtinlaatrooster
2. Snelsluitschroef
3. Schroef
1
3
2
1. Luchtfilterdeksel
2. Schroef
1. Luchtfilterelement
2
2 1
1
U1MCD0D0.book Page 18 Tuesday, July 17, 2012 3:37 PM

Page 84 of 116

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-19
6
8. Monteer de luchtinlaatkap door deschroef en de snelsluitschroeven aan
te brengen.
9. Monteer het paneel.
DAU44734
Stationair toerental controleren Controleer het stationair toerental en laat
het indien nodig door een Yamaha dealer
bijstellen.
DAU21384
De vrije slag van de gasgreep
controleren De vrije slag van de gasgreep dient bij de
binnenrand van de gasgreep 3.0–5.0 mm
(0.12–0.20 in) te bedragen. Controleer de
vrije slag van de gasgreep regelmatig en
laat de vrije slag indien nodig afstellen door
een Yamaha dealer.
1. Tankbeluchtingsslang/overloopslang
1
Stationair toerental: 1000–1100 tpm
1. Vrije slag van gasgreep
1
U1MCD0D0.book Page 19 Tuesday, July 17, 2012 3:37 PM

Page 85 of 116

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-20
6
DAU21401
Klepspeling De klepspeling kan tijdens gebruik gaan af-
wijken, waardoor de lucht/brandstof-ver-
houding kan veranderen en/of het
motorgeluid toeneemt. Om dit te voorko-
men moet de klepspeling door een Yamaha
dealer worden afgesteld volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU21776
Banden Banden zijn het enige contact tussen de
machine en het wegdek. Veiligheid onder
alle rijomstandigheden hangt af van een re-
latief klein contactoppervlak met het weg-
dek. Het is daarom essentieel om de
banden te allen tijde in een goede conditie
te houden en deze op tijd te vervangen door
de voorgeschreven banden.
Bandenspanning
De bandenspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en indien nodig worden
bijgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10503
Rijden met deze machine met een on-
juiste bandenspanning kan leiden tot
verlies van de controle met mogelijk ern-
stig letsel of overlijden tot gevolg.●
De bandspanning moet worden ge-
controleerd en afgesteld terwijl de
banden koud zijn (wanneer de tem-
peratuur van de banden gelijk is
aan de omgevingstemperatuur).

De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid en het
totale gewicht van rijder, passagier,
bagage en accessoires dat voor dit
model is vastgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10511
Belaad uw machine nooit te zwaar. Rij-
den met een te zwaar belaste machine
kan leiden tot een ongeval.
Bandenspanning (gemeten op kou-
de banden):0–90 kg (0–198 lb): Vo o r :250 kPa (2.50 kgf/cm², 36 psi)
Achter: 290 kPa (2.90 kgf/cm², 42 psi)
90–215 kg (198–474 lb):
Vo o r :250 kPa (2.50 kgf/cm², 36 psi)
Achter:
290 kPa (2.90 kgf/cm², 42 psi)
Rijden met hoge snelheid: Vo o r :
250 kPa (2.50 kgf/cm², 36 psi)
Achter: 290 kPa (2.90 kgf/cm², 42 psi)
Maximale belasting*: 215 kg (474 lb)
* Totaal gewicht van bestuurder, pas-
sagier, bagage en accessoires
U1MCD0D0.book Page 20 Tuesday, July 17, 2012 3:37 PM

Page 86 of 116

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-21
6
Inspectie van banden
Voor elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op het
midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van de band
scheurtjes vertoont, moet de band onmid-
dellijk door een Yamaha dealer worden ver-
vangen.
OPMERKINGDe slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht.
WAARSCHUWING
DWA10471

Laat sterk versleten banden door
een Yamaha dealer vervangen. Rij-
den op een machine met versleten
banden is niet alleen verboden,
maar dit heeft ook een averechts ef-
fect op de rijstabiliteit, waardoor u
de macht over het stuur zou kunnen
verliezen.

De vervanging van onderdelen van
wielen en remmen, inclusief ban-
den, dient te worden overgelaten
aan een Yamaha dealer, die over de
nodige vakkundige kennis en erva-
ring beschikt om dit te doen.

Rijd niet te snel direct na het verwis-
selen van een band. Het bandopper-
vlak dient eerst te zijn ingereden
voordat het zijn optimale eigen-
schappen verkrijgt.
Bandeninformatie
Deze motorfiets is uitgerust met gietwielen
en tubeless banden met bandventielen.
Banden verouderen, zelfs als ze niet of
slechts sporadisch zijn gebruikt. Scheuren
in het rubber van het loopvlak en de wang
van de band, soms in combinatie met ver-
vorming van het karkas, zijn een teken van
veroudering. Oude banden moeten worden
gecontroleerd door bandenspecialisten om
na te gaan of ze geschikt zijn voor verder
gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10481

Monteer altijd voor- en achterban-
den van hetzelfde merk en type.
Verschillende banden kunnen het
1. Wang van band
2. BandprofieldiepteMinimale bandprofieldiepte (voor en
achter):1.6 mm (0.06 in)
1. Bandventiel
2. Bandventielbuis
3. Bandventieldop met afdichting
U1MCD0D0.book Page 21 Tuesday, July 17, 2012 3:37 PM

Page 87 of 116

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-22
6
weggedrag van de machine veran-
deren, wat kan leiden tot een onge-
val.

Controleer altijd of de ventieldopjes
stevig zijn bevestigd om zo lucht-
lekkage te voorkomen.

Gebruik uitsluitend de hierna ver-
melde bandventielen en luchtven-
tielbuisjes om bij hoge rijsnelheden
een te lage bandspanning te voor-
komen.
Na uitgebreide tests zijn alleen de hieronder
vermelde banden voor dit model goedge-
keurd door Yamaha Motor Co., Ltd.
WAARSCHUWING
DWA10600
Deze motorfiets is uitgerust met speciale
banden die geschikt voor zeer hoge rij-
snelheden. Let op het volgende om deze
banden zo effectief mogelijk te kunnen
gebruiken.●
Gebruik bij vervanging uitsluitend
het voorgeschreven type banden.
Bij andere banden is het risico op
een klapband bij zeer hoge rijsnel-
heden niet denkbeeldig.

Gloednieuwe banden bieden op
sommige typen wegdek relatief wei-
nig grip totdat ze zijn “ingereden”.
Het is dan ook verstandig de eerste
100 km (60 mi) nadat een nieuwe
band is aangebracht rustig te blij-
ven rijden en pas daarna de rijsnel-
heid te verhogen.

Voordat met hoge snelheid wordt
gereden moeten de banden zijn op-
gewarmd.

Pas de bandspanning steeds aan
volgens de rijomstandigheden.
DAU21962
Gietwielen Let ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw voertuig.●
Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging, kromheid of andere scha-
de. Laat in geval van schade het wiel
door een Yamaha dealer vervangen.
Probeer het wiel nooit zelf te repare-
ren, hoe klein de reparatie ook is. Ver-
vang een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.

Na het vervangen van een wiel of band
moet het wiel worden uitgebalanceerd.
Een niet uitgebalanceerd wiel zal mo-
gelijk slecht functioneren of kan een
slechte wegligging en een verkorte le-
vensduur van de banden tot gevolg
hebben.
Voorband:
Maat:120/70 ZR17M/C (58W)
Fabrikant/model:
BRIDGESTONE/BT023F F
METZELER/Roadtec Z8
Achterband:
Maat:180/55 ZR17M/C (73W)
Fabrikant/model:
BRIDGESTONE/BT023R F
METZELER/Roadtec Z8 C
VOOR en ACHTER:
Bandventiel:TR412
Luchtventielbuis:
#9100 (origineel)
U1MCD0D0.book Page 22 Tuesday, July 17, 2012 3:37 PM

Page 88 of 116

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-23
6
DAU22073
Koppelingshendel Omdat dit model is uitgerust met een hy-
draulische koppelingsbediening, hoeft de
vrije slag van de koppelingshendel niet te
worden afgesteld. Wel moeten voor elke rit
het niveau van de koppelingsvloeistof en
het hydraulisch systeem op lekkage worden
gecontroleerd. (Zie pagina 6-25.) Misschien
zit er lucht in het koppelingssysteem als de
koppelingshendel te veel vrije slag heeft en
schakelen moeizaam gaat, of als de koppe-
ling slipt en de machine slecht accelereert.
Als er lucht in het hydraulisch systeem zit,
moet het systeem door een Yamaha dealer
worden ontlucht voordat de motorfiets wordt
gebruikt.
DAU37913
Vrije slag van remhendel contro-
leren Aan het uiteinde van de remhendel mag
geen vrije slag aanwezig zijn. Als er toch
een vrije slag is, laat dan een Yamaha
dealer het remsysteem inspecteren.
WAARSCHUWING
DWA14211
Een zacht of sponzig gevoel in de rem-
hendel kan betekenen dat er lucht in het
hydraulisch systeem aanwezig is. Als er
lucht in het hydraulisch systeem zit, laat
dan het systeem door een Yamaha
dealer ontluchten voordat de machine
wordt gebruikt. Lucht in het hydraulisch
systeem heeft een negatief effect op deremwerking, waardoor u de macht over
het stuur zou kunnen verliezen met een
ongeluk als gevolg.1. Geen vrije slag remhendel
1
U1MCD0D0.book Page 23 Tuesday, July 17, 2012 3:37 PM

Page 89 of 116

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-24
6
DAU22282
Remlichtschakelaars Het remlicht, dat wordt geactiveerd door het
rempedaal en de remhendel, moet oplich-
ten nét voordat de remmen aangrijpen. Om-
dat de remlichtschakelaars deel uitmaken
van het cruise-controlsysteem, moeten
deze worden afgesteld door een Yamaha
dealer die over de benodigde vakkennis en
ervaring beschikt.
DAU22392
Controleren van voor- en achter-
remblokken De remblokken in de voor- en achterrem
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
DAU43431
Remblokken voorrem
De remklauwen van de voorrem zijn voor-
zien van twee rembloksets.
Elk voorremblok heeft een eigen slijtage-in-
dicatorgroef, zodat het remblok kan worden
gecontroleerd zonder de rem te demonte-
ren. Let op de slijtage-indicatorgroef om de
remblokslijtage te controleren. Wanneer
een remblok zover is afgesleten dat de slij-tage-indicatorgroef vrijwel is verdwenen,
vraag dan een Yamaha dealer de remblok-
ken als set te vervangen.
DAU22500
Remblokken achterrem
Controleer elk achterremblok op schade en
meet de remvoeringsdikte. Als een remblok
beschadigd is of als de remvoeringsdikte
minder is dan 0.8 mm (0.03 in), vraag dan
een Yamaha dealer de remblokken als set
te vervangen.
1. Slijtage-indicatorgroef remblok
1
1
1. Remvoeringdikte
1
U1MCD0D0.book Page 24 Tuesday, July 17, 2012 3:37 PM

Page 90 of 116

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-25
6
DAU40271
Niveaus van rem- en koppelings-
vloeistof controleren Controleer alvorens te gaan rijden of de
rem- en koppelingsvloeistof zich boven de
merkstreep voor het minimumniveau bevin-
den. Zorg bij het controleren van de niveaus
van de rem- en koppelingsvloeistof dat de
bovenzijden van de reservoirs horizontaal
staan. Vul indien nodig de rem- en koppe-
lingsvloeistof bij.
VoorremAchterrem
Koppeling
OPMERKINGHet remvloeistofreservoir voor de achter-
rem bevindt zich achter paneel C. (Zie pagi-
na 6-9.)
WAARSCHUWING
DWA16030
Onjuist uitgevoerd onderhoud kan resul-
teren in verlies van remvermogen of ver-
minderde werking van de koppeling.
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht:●
Bij een te laag rem- of koppelings-
vloeistofniveau kan lucht binnen-
dringen in het rem- of
koppelingssysteem, waardoor de
rem- of koppelingsprestaties afne-
men.

Reinig de reservoirdoppen alvo-
rens deze te verwijderen. Gebruik
uitsluitend DOT 4 remvloeistof uit
een onaangebroken verpakking.

Gebruik uitsluitend de aanbevolen
remvloeistof, anders kunnen de
rubberafdichtingen beschadigd ra-
ken met lekkage tot gevolg.

Vul bij met hetzelfde type remvloei-
stof. Toevoeging van een ander
type remvloeistof dan DOT 4 kan re-
sulteren in een schadelijke chemi-
sche reactie.
1. Merkstreep minimumniveau
1. Merkstreep minimumniveau
1. Merkstreep minimumniveau
Aanbevolen rem- en koppelings-
vloeistof:
DOT 4 remvloeistof
U1MCD0D0.book Page 25 Tuesday, July 17, 2012 3:37 PM

Page:   < prev 1-10 ... 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 120 next >