YAMAHA FJR1300A 2013 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2013, Model line: FJR1300A, Model: YAMAHA FJR1300A 2013Pages: 116, PDF Size: 3.27 MB
Page 71 of 116

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-6
6
8*Banden Controleer op slijtage en bescha-
digingen.
Vervang indien nodig.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig. √√√√√
9 *Wiellagers Controleer op speling of bescha-
digingen. √√√√
10 *Achterbrug Controleer op een correcte wer-
king en overmatige speling. √√√√
Smeren met lithiumvet. Elke 50000 km (30000 mi)
11 *Balhoofdlagers Controleer de lagers op speling
en oppervlakteruwheid. √√√√√
Smeren met lithiumvet. Elke 20000 km (12000 mi)
12 *Framebevestigin-
gen Controleer of alle moeren, bouten
en schroeven stevig zijn vastge-
zet. √√√√√
13 Scharnieras van
remhendel
Smeren met siliconenvet.
√√√√√
14 Scharnieras van
rempedaal
Smeren met lithiumvet.
√√√√√
15 Scharnieras van
koppelingshendel Smeren met siliconenvet.
√√√√√
16 Scharnieras van
schakelpedaal
Smeren met lithiumvet.
√√√√√
17 Zijstandaard, mid-
denbok Controleer de werking.
Smeren met lithiumvet.
√√√√√
NR. ITEM
CONTROLE OF ONDER-
HOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
U1MCD0D0.book Page 6 Tuesday, July 17, 2012 3:37 PM
Page 72 of 116

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-7
6
18*Zijstandaardscha-
kelaar Controleer de werking.
√√√√√√
19 *Voorvork Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage. √√√√
20 *Schokdemperunit Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage. √√√√
21 *Relaisarm achter-
wielophanging en
scharnierpunten
verbindingsarm Controleer de werking.
√√√√
Smeren met lithiumvet. √√
22 Motorolie Verversen.
Controleer het olieniveau en con-
troleer de machine op olielekka-
ge. √√√√√√
23 Oliefilterpatroon Vervangen. √√√
24 *Koelsysteem Controleer het koelvloeistofniveau
en controleer de machine op
vloeistoflekkage. √√√√√
Vervang koelvloeistof. Elke 3 jaar
25 Cardanolie Controleer het olieniveau en con-
troleer de machine op olielekka-
ge.
Verversen. √√√√√
26 *Voor- en achterrem-
schakelaar Controleer de werking.
√√√√√√
27 Bewegende delen
en kabels
Smeren.
√√√√√
NR. ITEM
CONTROLE OF ONDER-
HOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)U1MCD0D0.book Page 7 Tuesday, July 17, 2012 3:37 PM
Page 73 of 116

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-8
6
DAU17670
OPMERKING●
Het luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt.
●
Onderhoud aan hydraulisch rem- en koppelingssysteem Controleer regelmatig het rem- en koppelingsvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
Vervang de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinders en remklauwen en van de koppelingshoofdcilinder en -werkcilinder na elke twee jaar en ververs dan ook de rem- en de koppelingsvloeistof.
Vervang de rem- en koppelingsslangen na elke vier jaar of als ze zijn gescheurd of beschadigd.
28 *Gasgreep Controleer de werking.
Controleer de vrije slag van de
gasgreep en stel deze indien no-
dig af.
Smeer de kabel en het kabelhuis. √√√√√
29 *Lampen, richtin-
gaanwijzers en
schakelaars Controleer de werking.
Stel de koplamplichtbundel af.
√√√√√√
NR. ITEM
CONTROLE OF ONDER-
HOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
U1MCD0D0.book Page 8 Tuesday, July 17, 2012 3:37 PM
Page 74 of 116

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-9
6
DAU18771
Panelen verwijderen en aanbren-
gen Bij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden die in dit hoofdstuk
worden beschreven, moeten de afgebeelde
panelen worden verwijderd. Neem deze pa-
ragraaf telkens door om een paneel te ver-
wijderen of aan te brengen.
DAU54130
Paneel A
Om het paneel te verwijderen1. Verwijder beide stelknoppen voor dekoplamplichtbundel door de schroe-
ven los te halen.
2. Verwijder de bouten en de drukclips.
1. Paneel A
1
1. Paneel B
1. Paneel C
11
1. Schroef
2. Knop koplamphoogteverstelling
1 2
U1MCD0D0.book Page 9 Tuesday, July 17, 2012 3:37 PM
Page 75 of 116

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-10
6
3. Verwijder de voorkuip zoals getoond.4. Verwijder de bout, schroef en drukclip
en haal vervolgens het paneel los. Om het paneel aan te brengen
1. Plaats het paneel in de oorspronkelijke
positie en breng vervolgens de bout,
schroef en drukclip aan.
2. Plaats de voorkuip in de oorspronkelij- ke positie en breng vervolgens de bou-
ten en drukclips aan.
3. Monteer beide stelknoppen voor de
koplamplichtbundel door de schroe-
ven aan te brengen.
4. Stel de koplamplichtbundel indien no-
dig af. (Zie pagina 3-35.)
Panelen B en C
Verwijderen van een paneel1. Verwijder de zadels. (Zie pagina 3-30.)
2. Verwijder de bouten en de snelsluit- schroeven.
1. Voorste stroomlijnpaneel
2. Bout
3. Drukclip
2
2
1
3
1. Schroef
2. Paneel A
3. Bout
4. Drukclip
1
32
4
U1MCD0D0.book Page 10 Tuesday, July 17, 2012 3:37 PM
Page 76 of 116

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-11
6
3. Trek de onderzijde van het paneelnaar buiten, trek de voorzijde van het
paneel naar beneden en schuif het pa- neel dan naar voren om het aan de
achterzijde los te maken zoals ge-
toond.
Aanbrengen van een paneel
1. Plaats het paneel in de oorspronkelijke positie en breng dan de bouten en
snelsluitschroeven aan. 2. Breng de zadels aan.
1. Paneel B
2. Snelsluitschroef
3. Bout
1. Paneel C
2. Snelsluitschroef
3. Bout
1
2
2
3
3
2
3
1
2 2
2 3
3
1. Paneel B
1. Paneel B
11
U1MCD0D0.book Page 11 Tuesday, July 17, 2012 3:37 PM
Page 77 of 116

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-12
6
DAU19652
Controleren van de bougies Bougies vormen belangrijke onderdelen
van de motor die periodiek moeten worden
gecontroleerd, bij voorkeur door een
Yamaha dealer. Omdat bougies door verhit- ting en neerslag altijd langzaam slijten,
moeten de bougies worden verwijderd en
gecontroleerd volgens de tijden genoemd in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. De conditie van de bougies kan daar-
naast veel duidelijk maken over de conditie
van de motor.
De porseleinen isolator rond de centrale
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin ver-
kleurd zijn (de ideale kleur als normaal met
de machine wordt gereden), en alle bougies
in de motor horen dezelfde verkleuring te
hebben. Wanneer een bougie een heel an-
dere kleur vertoont, werkt de motor mogelijk
niet naar behoren. Probeer dergelijke pro-
blemen niet zelf vast te stellen. Laat in
plaats daarvan uw machine nakijken door
een Yamaha dealer.
Vervang een bougie als de elektroden blij-
ken te zijn afgesleten en als overmatige
koolaanslag of andere neerslag gevonden
wordt. Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; breng indien
nodig de elektrodenafstand op specificatie.
Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.
OPMERKINGAls geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slag verder te draaien. De bougie moet echter zo
snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid.
LET OP
DCA10840
Gebruik geen gereedschap om de bou-
giedop te verwijderen of aan te brengen,
om de bobinekabel niet te beschadigen.
De bougiedop is mogelijk lastig te ver-
wijderen omdat de rubber afdichting aan
het uiteinde stevig vastzit. Haal de bou-
giedop los door hem heen en weer te
draaien en tegelijkertijd los te trekken;
breng de bougiedop aan door heen en
weer te draaien en tegelijkertijd aan te
drukken.
Voorgeschreven bougie:
NGK/CPR8EA-9
1. Elektrodenafstand
Elektrodenafstand:0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)
Aanhaalmoment: Bougie:13 Nm (1.3 m·kgf, 9.4 ft·lbf)
U1MCD0D0.book Page 12 Tuesday, July 17, 2012 3:37 PM
Page 78 of 116

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-13
6
DAU19886
Motorolie en oliefilterpatroon Vóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon wor-
den vervangen volgens de intervalperioden
vermeld in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
Om het motorolieniveau te controleren1. Zet de machine op de middenbok. Wanneer de machine iets schuin
staat, kan het niveau al foutief worden
afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten tot de olie tot rust is gekomen en controleer dan het
olieniveau via het kijkglas linksonder in
het carter.OPMERKINGHet motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
4. Als de motorolie beneden de merk-
streep voor minimumniveau staat, vul
dan voldoende olie, van de aanbevo-
len soort, bij tot het correcte niveau.
Om de motorolie te verversen (met of
zonder vervanging van oliefilterpatroon) 1. Zet de machine op een vlakke onder- grond.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Zet een olieopvangbak onder de motor om de gebruikte olie op te vangen.
4. Verwijder de olievuldop en de olieaf- tapplug met de pakking om de olie uit
het carter te laten stromen.
OPMERKINGSla de stappen 5–7 over als de oliefilterpa-
troon niet wordt vervangen.5. Verwijder de oliefilterpatroon met eenoliefiltersleutel.
1. Kijkglas olieniveau
2. Olievuldop
3. Merkstreep maximumniveau
4. Merkstreep minimumniveau
31
4
2
1. Olieaftapplug
2. Pakking
1. Oliefiltersleutel
2. Oliefilterpatroon
12
12
U1MCD0D0.book Page 13 Tuesday, July 17, 2012 3:37 PM
Page 79 of 116

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-14
6
OPMERKINGDe Yamaha dealer kan een oliefiltersleutel
leveren.6. Smeer een dun laagje schone motoro-lie op de O-ring van de nieuwe oliefil-
terpatroon.OPMERKINGZorg dat de o-ring correct aanligt.7. Plaats de nieuwe oliefilterpatroon enzet deze dan met een momentsleutel
vast met het voorgeschreven aanhaal-
moment. 8. Monteer de olieaftapplug met een
nieuwe pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
9. Vul bij met de voorgeschreven hoe- veelheid van de aanbevolen motorolie,
breng dan de olievuldop aan en zet
deze vast.
OPMERKINGVeeg enige gemorste olie af nadat de motor
en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.LET OP
DCA11620
●
Om het slippen van de koppeling te
voorkomen (de motorolie smeert
immers ook de koppeling) mogen
geen chemische additieven worden
toegevoegd. Gebruik geen oliën
met een “CD” dieselspecificatie of
oliën met een hogere kwaliteit dan
gespecificeerd. Gebruik ook geen
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of hogere aanduiding.
●
Zorg dat er geen verontreinigingen
in het carter terecht komen.
1. O-ring
1. Momentsleutel
Aanhaalmoment:Oliefilterpatroon:17 Nm (1.7 m·kgf, 12 ft·lbf)
Aanhaalmoment: Olieaftapplug:
43 Nm (4.3 m·kgf, 31 ft·lbf)1
Aanbevolen motorolie:Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid: Zonder vervanging van oliefilterpa-
troon:
3.80 L (4.02 US qt, 3.34 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterpatroon: 4.00 L (4.23 US qt, 3.52 Imp.qt)
U1MCD0D0.book Page 14 Tuesday, July 17, 2012 3:37 PM
Page 80 of 116

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-15
6
10. Start de motor, laat deze een paar mi-nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.OPMERKINGNadat de motor is gestart moet het waar-
schuwingslampje olieniveau uitgaan als het
olieniveau correct is.LET OP
DCA10401
Zet de motor direct af als het waarschu-
wingslampje olieniveau knippert of blijft
branden en laat het voertuig controleren
door een Yamaha dealer, zelfs als het
olieniveau in orde is.11. Zet de motor af, controleer dan hetolieniveau en corrigeer indien nodig.
DAU20016
Cardanolie Vóór elke rit moet het cardanhuis worden
gecontroleerd op olielekkage. In geval van
lekkage dient u de machine door een
Yamaha dealer te laten nakijken en repare- ren. Controleer verder als volgt het niveau
van de cardanolie en ververs de olie vol-
gens de intervaltijden vermeld in het perio-
dieke smeer- en onderhoudsschema.
WAARSCHUWING
DWA10370
●
Zorg ervoor dat geen verontreini-
gingen het cardanhuis kunnen bin-
nendringen.
●
Zorg dat er geen olie op de banden
of wielen terechtkomt.
Controleren van het olieniveau in het
cardanhuis 1. Zet de machine op de middenbok.OPMERKINGZorg dat de machine rechtop staat bij het
controleren van het olieniveau. Wanneer de
machine iets schuin staat, kan het niveau al
foutief worden afgelezen.2. Verwijder de vulplug van de cardanolie met de pakking en controleer het olie-
niveau in het cardanhuis.
OPMERKINGHet olieniveau moet bij de rand van de vulo-
pening staan.3. Als de olie onder de rand van de vulo-
pening staat, vul dan genoeg olie van
de aanbevolen soort bij tot het correcte
niveau.
4. Controleer of de pakking beschadigd is en vervang indien nodig.
5. Monteer de vulplug van de cardanolie met de pakking en zet de plug vast met
het voorgeschreven aanhaalmoment.1. Vulplug cardanolie
2. Pakking
3. Correct olieniveauAanhaalmoment:Vulplug cardanolie:23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf)
3
21
U1MCD0D0.book Page 15 Tuesday, July 17, 2012 3:37 PM