YAMAHA NIKEN GT 2019 Instructieboekje (in Dutch)
Page 21 of 108
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-6
3
Bij machines met een of meer radiatorkoel-
vinnen schakelt de radiatorkoelvin automa-
tisch in of uit op basis van de
koelvloeistoftemperatuur.OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, gaat
dit lampje enkele seconden branden en
gaat het vervolgens weer uit. Als het lampje
niet gaat branden of blijft branden, vraag
dan uw Yamaha dealer om de machine te
controleren. LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
DAU79310
Waarschuwin gslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
een storing wordt gedetecteerd in de mo-
tor. Vraag in dat geval een Yamaha dealer
het boorddiagnosesysteem te controleren.
Het elektrische circuit van het waarschu-
wingslampje kan worden gecontroleerd
door de machinevoeding in te schakelen.
Het waarschuwingslampje moet enkele se-
conden oplichten en dan uitgaan. Als het waarschuwingslampje helemaal
niet gaat branden, of permanent aan blijft,
laat de machine dan nakijken door een
Yamaha dealer.
DAU69892
ABS-waarschuwin
gslampje “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de machine wordt ingeschakeld, en gaat uit
als u begint te rijden. Als het waarschu-
wingslampje tijdens het rijden gaat bran-
den, werkt het ABS-systeem mogelijk niet
goed. (Zie pagina 3-21.)OPMERKINGAls het lampje helemaal niet gaat branden
of blijft branden bij een snelheid boven 10
km/h (6 mi/h), vraag dan uw Yamaha dealer
om de machine te controleren.
WAARSCHUWING
DWA16041
Als het ABS-waarschuwin gslampje niet
uit gaat zo dra met een snelhei d van 10
km/h (6 mi/h) of ho ger wor dt g ere den, of
als het waarschuwin gslampje tij dens
het rij den gaat bran den of knipperen,
keert het remsysteem teru g naar con-
ventioneel remmen. Als een van de bo-
venstaan de gevallen zich voor doet, of
als het waarschuwin gslampje helemaal
niet gaat bran den, rij d an extra voorzich- ti
g om te voorkomen d at de remmen in
noo dsituaties blokkeren. Laat het rem-
systeem en de elektrische circuits zo
snel mo gelijk door een Yamaha d ealer
controleren.
DAU73272
Controlelampje tractiere gelin g“”
Tijdens normaal gebruik is dit controle-
lampje uit. Als de tractieregeling wordt ge-
activeerd, gaat dit controlelampje een paar
seconden knipperen en vervolgens weer
uit.
Als de tractieregeling wordt uitgeschakeld,
gaat dit controlelampje branden.
Als de tractieregeling tijdens het rijden
wordt uitgeschakeld, of als er een pro-
bleem wordt gedetecteerd in de tractiere-
geling, gaan dit controlelampje en het
waarschuwingslampje motorstoring bran-
den. (Zie pagina 3-22 voor uitleg over de
werking van de tractieregeling.)
ABS
UB5BD0D0.book Page 6 Tuesday, September 4, 2018 4:40 PM
Page 22 of 108
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-7
3
DAU74091
Schakelcontrolelampje
Dit controlelampje kan zo worden ingesteld
dat het bij geselecteerde motortoerentallen
aan- of uitgaat. (Zie pagina 3-17.)OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, moet
dit lampje enkele seconden oplichten en
dan uitgaan. Als het lampje niet gaat bran-
den of blijft branden, vraag dan uw Yamaha
dealer om de machine te controleren.
DAU73120
Controlelampje start blokkerin g“”
Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
continu te knipperen om aan te geven dat
het startblokkeersysteem is ingeschakeld. Het controlelampje stopt na 24 uur met
knipperen, maar het startblokkeersysteem
blijft ingeschakeld.
Het elektrisch circuit voor het controle-
lampje kan worden ge
controleerd door de
sleutel naar “ON” te draaien. Het controle-
lampje moet enkele seconden oplichten en
dan uitgaan.
Als het controlelampje niet gaat branden
wanneer de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, blijft branden of in een patroon
knippert, laat de machine dan nazien door
een Yamaha dealer. (Als er een probleem
wordt gedetecteerd in het startblokkeersy-
steem, gaat het controlelampje startblok-
kering in een patroon knipperen.)
OPMERKINGAls het controlelampje startblokkering
knippert in het patroon 5 keer langzaam ge-
volgd door 2 keer snel, betreft dit mogelijk
een storing in het transpondersignaal. Als
deze fout zich voordoet, probeer dan het
volgende. 1. Houd andere startblokkeersleutels uit de buurt van het contactslot. Andere
startblokkeersleutels kunnen signaal-
storing veroorzaken, waardoor de mo-
tor weigert te starten.
2. Start de motor met behulp van de co- deersleutel. 3. Als de motor start, zet deze dan weer
uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
4. Als de motor niet kan worden gestart met een of beide standaardsleutels,
breng dan de machine en alle 3 sleu-
tels naar een Yamaha dealer en laat
de standaardsleutels opnieuw code-
ren.
1. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
2. Controlelampje tractieregeling “ ”
1
2
UB5BD0D0.book Page 7 Tuesday, September 4, 2018 4:40 PM
Page 23 of 108
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-8
3
DAU84291
Cruise controlDit model is uitgerust met cruise control,
dat een ingestelde kruissnelheid handhaaft.
De cruise control werkt alleen bij het rijden
in de 4e, 5e of 6e versnelling met snelheden
tussen ongeveer 50 km/h (31 mi/h) en 160
km/h (100 mi/h).
WAARSCHUWING
DWA16341
Onjuist geb ruik van de cruise con-
trol kan lei den tot verlies van d e
controle over de machine met mo-
g elijk een on geval tot gevol g. Ge-
b ruik geen cruise control in druk
verkeer, slechte weersomstan dig -
he den of op bochti ge, gla dde, heu-
velachti ge of slechte we gen of
g rin dwe gen.
Wanneer u heuvelopwaarts of heu-
velafwaarts rij dt, kan d e cruise con-
trol de in gestel de kruissnelhei d
mo gelijk niet aanhou den.
Wanneer u d e cruise control niet
g eb ruikt, moet u deze uitschakelen
om te voorkomen dat u d eze per
on geluk inschakelt. Controleer of
het controlelampje voor cruise
control “ ” uit is.
Cruise control activeren en instellen
1. Druk op de aan-uitschakelaar van de cruise control “ ” links op het stuur.
Het controlelampje van de cruise
control “ ” gaat branden.
2. Druk op de “SET–”-zijde van de instel- schakelaar voor cruise control om de
cruise control te activeren. De huidige
rijsnelheid wordt ingesteld als de
kruissnelheid. Het controlelampje
voor de cruise-controlinstelling “SET”
gaat aan.
1. Controlelampje cruise-controlinstelling “SET”
2. Controlelampje cruise control “ ”
1. Instelschakelaar cruise control “RES+/SET–”
2. Aan-uitschakelaar cruise control “ ”
2
11
2
1. Aan-uitschakelaar cruise control “ ”
2. Controlelampje cruise control “ ”
1 2
UB5BD0D0.book Page 8 Tuesday, September 4, 2018 4:40 PM
Page 24 of 108
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-9
3
De in gestel de kruissnelhei d aanpassen
Terwijl de cruise control in werking is, drukt
u op de “RES+”-zijde van de instelschake-
laar voor cruise control om de ingestelde
kruissnelheid te verhogen of op de “SET–”-
zijde om de ingestelde kruissnelheid te ver-
lagen.OPMERKINGWanneer u de instelschakelaar eenmaal in-
drukt, wordt de snelheid in stappen van on-
geveer 2.0 km/h (1.2 mi/h) verhoogd.
Wanneer u de “RES+”- of “SET–”-zijde van
de instelschakelaar voor cruise control in- gedrukt houdt, wordt de snelheid continu
verhoogd of verlaagd totdat u de schake-
laar weer loslaat.
U kunt de rijsnelheid ook handmatig verho-
gen met de gasgreep. Nadat u gas hebt ge-
geven, kunt u een nieuwe kruissnelheid
instellen door op de “SET–”-zijde van de in-
stelschakelaar te drukken. Als u geen nieu-
we kruissnelheid instelt en gas terugneemt,
remt de machine af tot de eerder ingestelde
kruissnelheid.
Cruise control uitschakelen
Voer een van de volgende handelingen uit
om de ingestelde kruissnelheid te annule-
ren. Het controlelampje “SET” gaat uit.
Draai de gasgreep voorbij de gesloten
stand in de deceleratierichting.
Bekrachtig de voor- of achterrem.
Trek de koppelingshendel in.
Bedien het schakelpedaal.
Druk op de aan-uitschakelaar om de cruise
control uit te zetten. Het
controlelampje “ ” en controlelampje
“SET” gaan uit.
OPMERKINGDe rijsnelheid gaat dalen zodra cruise con-
trol wordt uitgeschakeld, als tenminste niet
aan de gasgreep wordt gedraaid.De hervattin gsfunctie geb ruiken
Druk op de “RES+”-zijde van de instelscha-
kelaar voor cruise control om de cruise
control opnieuw te activeren. De rijsnelheid
keert dan terug naar de eerder ingestelde
kruissnelheid. Het controlelampje “SET”
gaat aan.
WAARSCHUWING
DWA16351
Het is g evaarlijk de hervattin gsfunctie te
g eb ruiken wanneer d e eerder in gestel de
kruissnelhei d te hoo g is voor de hui dig e
omstan dig he den.OPMERKINGWanneer u op de aan-uitschakelaar drukt
terwijl de cruise control in werking is, wordt
de cruise control volledig uitgeschakeld en
1. Instelschakelaar cruise control
“RES+/SET–”
2. Controlelampje cruise-controlinstelling “SET”
1 2
1. Deceleratierichting
1
UB5BD0D0.book Page 9 Tuesday, September 4, 2018 4:40 PM
Page 25 of 108
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-10
3
wordt de eerder ingestelde kruissnelheid
gewist. U kunt de hervattingsfunctie pas
weer gebruiken nadat u een nieuwe kruis-
snelheid hebt ingesteld.Automatische uitschakeling van cruisecontrolDe cruise control voor dit model wordt
elektronisch geregeld en is gekoppeld aan
de andere regelsystemen. De cruise control
wordt onder de volgende omstandigheden
automatisch uitgeschakeld:
De cruise control kan de ingestelde
kruissnelheid niet aanhouden.
Er is een wielslip of wielspin gedetec-
teerd. (Als de tractieregeling niet is uit-
geschakeld, werkt de tractieregeling
nog.)
De startschakelaar/noodstopschake-
laar wordt in de stand “ ” gezet.
De motor slaat af.
De zijstandaard wordt omlaag gezet.
Als u rijdt met een ingestelde kruissnelheid
en de cruise control onder de bovenstaan-
de omstandigheden wordt uitgeschakeld,
gaat het controlelampje “ ” uit en knip-
pert het controlelampje “SET” gedurende 4
seconden, waarna het uitgaat.
Als u niet rijdt met een ingestelde kruissnel-
heid en de startschakelaar/noodstopscha-
kelaar in de stand “ ” wordt gezet, de motor afslaat of de zijstandaard omlaag
wordt gezet, gaat het controlelampje “ ”
uit (het controlelampje “SET” knippert niet).
Als de cruise control automatisch wordt uit-
geschakeld, moet u stoppen en controleren
of de machine in goede staat verkeert.
Voordat u de cruise control opnieuw ge-
bruikt, moet u deze inschakelen met de
aan-uitschakelaar.
OPMERKINGIn bepaalde gevallen kan de cruise control
de ingestelde kruissnelheid mogelijk niet
aanhouden wanneer u heuvelopwaarts of
heuvelafwaarts rijdt met de machine.
Wanneer u heuvelopwaarts rijdt met
de machine, kan de werkelijke rijsnel-
heid lager worden dan de ingestelde
kruissnelheid. Als dit gebeurt, accele-
reert u met de gasgreep tot de ge-
wenste rijsnelheid.
Wanneer u heuvelafwaarts rijdt met de
machine, kan de werkelijke rijsnelheid
hoger worden dan de ingestelde
kruissnelheid. Als dit gebeurt, kunt u
de instelschakelaar niet gebruiken om
de ingestelde kruissnelheid aan te
passen. Als u de rijsnelheid wilt verla-
gen, gebruikt u de remmen. Wanneer
u de remmen gebruikt, wordt de
cruise control uitgeschakeld.
DAU85710
Multifunctionele meter1. “TCS”-toets
2. “RESET”-toets
1
2
UB5BD0D0.book Page 10 Tuesday, September 4, 2018 4:40 PM
Page 26 of 108
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-11
3
WAARSCHUWING
DWA12423
Zor g d at de machine stilstaat voor dat u
wijzi gin gen in de instellin gen van de
multifunctionele meter g aat aanbren-
g en. Het aan bren gen van wijzi gin gen tij-
d ens het rij den kan u aflei den en
ver groot het risico op een on geval.
De multifunctionele meter biedt de volgen-
de voorzieningen:
snelheidsmeter
toerenteller
klok
brandstofniveaumeter
eco-controlelampje
aanduiding ingeschakelde versnelling
rijmodusweergave
TCS-weergave
QS-indicator
scherm handvatverwarming
multifunctioneel display
regelmodus van helderheid en scha-
kellampjeOPMERKINGDe multifunctionele meter kan worden in-
gesteld op kilometers of mijlen. Stel om te
wisselen tussen kilometers en mijlen de
multifunctionele meter in op de kilometer-
teller en houd dan de “RESET”-toets een
seconde lang ingedrukt.
Snelhei dsmeter
De snelheidsmeter toont de rijsnelheid.
Toerenteller
De toerenteller toont het motortoerental.
1. Aanduiding ingeschakelde versnelling
2. QS-indicator
3. Toerenteller
4. Snelheidsmeter
5. Brandstofniveaumeter
6. Eco-controlelampje “ECO”
7. Multifunctioneel display
8. Klok
9. TCS-weergave
10.Rijmodusweergave
11.Scherm handvatverwarming
3
4
5
12
6
7
8
9
10
11
1. Snelheidsmeter
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
1
1
2
UB5BD0D0.book Page 11 Tuesday, September 4, 2018 4:40 PM
Page 27 of 108
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-12
3
LET OP
DCA10032
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in de ro de zone wijst.
Ro de zone: 11200 tpm en ho gerKlok
De klok maakt gebruik van een 12-uursy-
steem.
De klok instellen1. Schakel de machine in.
2. Houd de “MENU”-schakelaar een se-
conde lang ingedrukt en de urenaan-
duiding zal gaan knipperen.
3. Druk de “SELECT”-schakelaar om- hoog of omlaag om de uren in te stel-
len. 4. Druk op de “MENU”-schakelaar en de
minutenaanduiding zal gaan knippe-
ren.
5. Druk de “SELECT”-schakelaar om- hoog of omlaag om de minuten in te
stellen.
6. Druk op de “MENU”-schakelaar om de klok aan te zetten.
Bran dstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen van “F” (vol) naar “E”
(leeg) naarmate het brandstofniveau verder
daalt. Als het laatste segment begint te
knipperen, is er nog ca. 4.0 L (1.06 US gal,
0.88 Imp.gal) brandstof over. Vul zo snel
mogelijk brandstof bij.
OPMERKINGAls er een probleem wordt gedetecteerd in
het elektrische circuit, gaan de segmenten
van de brandstofniveaumeter knipperen.
Als dit zich voordoet, vraag dan een
Yamaha-dealer de machine te controleren.Eco-controlelampje
Dit controlelampje gaat aan wanneer de
machine wordt gebruikt op een milieuvrien-
delijke, energiezuinige manier. Het contro-
lelampje gaat uit als u de machine stopt.OPMERKINGHierna volgen enkele tips om het brand-
stofverbruik te verlagen: Voer het motortoerental tijdens acce-
lereren niet te hoog op.
Rijd met een constante snelheid.
1. Klok
1
1. Brandstofniveaumeter
1
1. Eco-controlelampje “ECO”
1
UB5BD0D0.book Page 12 Tuesday, September 4, 2018 4:40 PM
Page 28 of 108
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-13
3
Selecteer de versnelling die geschikt
is voor de snelheid van de machine.Aan dui din g in geschakel de versnellin g
Deze aanduiding geeft aan welke versnel-
ling is ingeschakeld. De vrijstand wordt
aangegeven door “N” en het vrijstandcon-
trolelampje. Rijmo
dusweer gave
Deze weergave geeft aan welke rijmodus is
geselecteerd: “1”, “2” of “3”. Zie pagina
3-18 voor meer informatie over de modi en
hoe u deze kunt selecteren.
TCS-weer gave Deze weergave geeft aan welke instelling
van de tractieregeling is geselecteerd: “1”,
“2” of “OFF”. Zie voor meer informatie over
de TCS-instellingen en hoe u deze kunt se-
lecteren pagina 3-22.
QS-in
dicator
Deze indicator gaat branden als het snel-
schakelsysteem (pagina 3-20) wordt inge-
schakeld.1. Vrijstandcontrolelampje “ ”
2. Aanduiding ingeschakelde versnelling
1
2
1. Rijmodusweergave
1. TCS-weergave
1
1
1. QS-indicator1
UB5BD0D0.book Page 13 Tuesday, September 4, 2018 4:40 PM
Page 29 of 108
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-14
3
Scherm han dvatverwarmin g
De handvatverwarming kan worden ge-
bruikt wanneer de motor draait. Er zijn 4 in-
stellingen voor handvatverwarming en 10
temperatuurniveaus.
Om de handvatverwarmingsinstellingen tewijzigen1. Schakel de machine in. 2. Druk op de schakelaar “MENU” om
het scherm voor handvatverwarming
te selecteren, waarna verdwijnt.
3. Druk de schakelaar “SELECT” om- hoog of omlaag om het instelniveau te
wijzigen.
4. Druk op de schakelaar “MENU”.
OPMERKINGDe huidige instelling voor handvatverwar-
ming wordt opgeslagen wanneer de machi-
ne wordt uitgeschakeld.LET OP
DCA17932
Draa g hand schoenen wanneer u de
han dvatverwarmin g g eb ruikt.
Gebruik de han dvatverwarmin g niet
b ij warm weer.
Als het stuurhan dvat of de gashen-
d el versleten of bescha digd is, ge-
b ruik de han dvatverwarmin g dan
niet meer en vervan g hand vat en
hen del.Om de temperatuurniveaus van de hand-vatverwarming in te stellen1. Schakel de machine in.
2. Druk op de schakelaar “MENU” om
het scherm voor handvatverwarming
te selecteren, waarna verdwijnt. 3. Houd de schakelaar “MENU” een se-
conde lang ingedrukt, waarna het
scherm voor handvatverwarming en
het multifunctionele display gaan
knipperen.
4. Druk op de schakelaar “MENU” om het instelniveau te wijzigen.
5. Druk de schakelaar “SELECT” om-
hoog of omlaag om het temperatuur-
niveau in te stellen.
6. Houd de schakelaar “MENU” een se-
conde lang ingedrukt.
Multifunctioneel display
Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen: kilometerteller (ODO)
twee rittellers (TRIP 1 en TRIP 2)
een brandstofreserve-ritteller (TRIP F)
1. Scherm handvatverwarming
Weergave Instellin g
Uit
Laag
Middel Hoog
1
1. Multifunctioneel display
1
UB5BD0D0.book Page 14 Tuesday, September 4, 2018 4:40 PM
Page 30 of 108
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-15
3
huidig brandstofverbruik
gemiddeld brandstofverbruik
koelvloeistoftemperatuur
luchttemperatuurOPMERKINGDe kilometerteller wordt vergrendeld
bij 999999.
De rittellers worden teruggesteld en
gaan door met tellen nadat 9999.9 is
bereikt.Druk op de “SELECT”-schakelaar om te
wisselen tussen de kilometertellerweerga-
ve “ODO”, de rittellers “TRIP 1” en “TRIP
2”, de weergave van het huidige brandstof-
verbruik “km/L”, “L/100 km” of “MPG” en
de weergave van het gemiddelde brand-
stofverbruik “AVE – –.– km/L”, “AVE – –.–
L/100 km” of “AVE – –.– MPG”, koelvloei- stoftemperatuur “°C” en luchttemperatuur
“°C Air”. Als op “ ” wordt gedrukt, wis-
selt de weergave in de onderstaande volg-
orde.
ODO
→ TRIP 1 → TRIP 2 → km/L, L/100
km of MPG → AVE – –.– km/L, AVE – –.–
L/100 km of AVE – –.– MPG → °C (koel-
vloeistof) → °C Air → ODO
Als het laatste segment van de brandstofni-
veaumeter begint te knipperen, wisselt de
weergave naar de brandstofreserve-ritteller
“TRIP F” en wordt de afgelegde afstand
vanaf dat punt aangegeven. Druk in dat ge-
val op “ ” om de weergave te wisselen in
de onderstaande volgorde.
TRIP F → km/L, L/100 km of MPG → AVE
– –.– km/L, AVE – –.– L/100 km of AVE – –.–
MPG → °C (koelvloeistof) → °C Air → ODO
→ TRIP 1 → TRIP 2 → TRIP F
OPMERKING Druk op “ ” om de weergave in de
omgekeerde volgorde te wisselen.
Houd de “RESET”-toets een seconde
lang ingedrukt om een ritteller terug te
stellen.
U kunt de brandstofreserve-ritteller
handmatig terugstellen, maar deze
wordt ook automatisch teruggesteld
zodra u na het tanken ca. 5 km (3 mi)
hebt gereden.
Hui dig b ran dstofver bruik
De weergave van het huidige brandstofver-
bruik kan worden ingesteld op “km/L”,
“L/100 km” of “MPG”. “km/L”: de afstand die kan worden af-
gelegd op 1.0 L brandstof
“L/100 km”: de hoeveelheid brandstof
die nodig is om 100 km af te leggen
“MPG”: de afstand die kan worden af-
gelegd op 1.0 Imp.gal brandstof
1. “SELECT”-schakelaar
1
1. Weergave huidig brandstofverbruik
1
UB5BD0D0.book Page 15 Tuesday, September 4, 2018 4:40 PM