YAMAHA TDR 125 2000 Instructieboekje (in Dutch)

Page 51 of 104

6-6
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1
1. Stroomlijnkap B
1
1. Paneel A
DAU01139
Verwijderen en aanbrengen van
stroomlijnkappen en panelen
De stroomlijnkappen en panelen die hier-
bij staan afgebeeld, moeten voor bepaal-
de onderhoudswerkzaamheden in dit
hoofdstuk eerst worden verwijderd.
Zie de bijgaande beschrijving, telkens
wanneer u een stroomlijkap/paneel moet
verwijderen of weer aanbrengen.
1
1. Stroomlijnkap A
5AE-9-D3 6~9 4/13/0 1:08 AM Page 7

Page 52 of 104

6-7
2
1
1
12
DAU01088Stroomlijnkap A,B
Afnemen
1. Verwijder het zadel.
2. Draai de schroeven uit het radiateur-
deksel en verwijder het radiateur-
deksel.
1. Radiateur-afdekkap
1. Schroef (´2)1. Schroef (´10) 1. Schroef (´2)
2. Paneel A
3. Verwijder de montageschroeven en
trek buitenwaarts op de aangegeven
punten.
Aanbrengen
1. Breng de stroomlijnkap weer op zijn
plaats en draai de schroeven vast.
2. Breng het radiateurdeksel op zijn
plaats en draai de schroeven vast.
3. Installeer het zadel.DAU01691Paneel A
Verwijderen
1. Eerst het zadel afnemen. (Zie blz.
3-13 voor het verwijderen en weer
installeren van het zadel.)
2. Verwijder de schroef.
Installeren
1. In de oorspronkelijke stand brengen
en de schroef weer aandraaien.
2. Het zadel op zijn plaats brengen.
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
5
6
7
8
9
5AE-9-D3 6~9 4/13/0 1:08 AM Page 8

Page 53 of 104

6-8
1
DAU01651Inspektie van de bougies
De bougie is een belangrijk onderdeel
van de motor en is gemakkelijk te inspec-
teren, bij voorkeur door een Yamaha
dealer. De staat van de bougie geeft
informatie over de algehele toestand van
de motor.
De ideale kleur voor de witte isolator rond
de midden-elektrode van de bougie is
lichtbruin, bij een motorfiets waar normaal
mee gereden wordt.
Probeer niet zelf een diagnose te maken
voor bougie-problemen, maar breng uw
motorfiets naar een Yamaha dealer. De
bougie dient regelmatig geïnspecteerd te
worden, aangezien de hitte en de aanslag
de bougie langzaam aantast. Als de elek-trode te ver versleten is of als er zich veel
koolaanslag of andere aanslag op de
bougie heeft afgezet, vervang de bougie
dan door een nieuwe, van het voorge-
schreven type.
Meet, alvorens een bougie te installeren,
de elektroden-afstand met behulp van
een voelermaatje. Stel de elektroden-
afstand in op de voorgeschreven afstand.Als u een nieuwe bougie plaatst, maak
het oppervlak waar de pakkingring tegen-
aan komt dan altijd goed schoon en
gebruik een nieuwe pakkingring. Maak de
schroefdraad goed schoon, draai de bou-
gie recht in de cilinderkop en draai deze
aan met het voorgeschreven aantrekkop-
pel.OPMERKING:
Als u tijdens het installeren van de nieu-
we bougies geen momentsleutel tot uw
beschikking heeft, kunt u het volgende als
vuistregel aanhouden: Draai de bougie
met uw vingers zo strak mogelijk aan en
draai deze hierna nog 1/4 à 1/2 slag aan
met een bougiesleutel. Laat echter wel zo
snel mogelijk de bougie met het voorge-
schreven aantrekkoppel vastdraaien.
1. Bougiesleutel
1
1. Elektroden-afstand
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Standaard bougie:
BR9ES (NGK)
Elektroden-afstand:
0,7 ~ 0,8 mm
Voorgeschreven aantrekkoppel:
Aantrekkoppel bougie:
20 Nm (2,0 m
0kg)
5AE-9-D3 6~9 4/13/0 1:08 AM Page 9

Page 54 of 104

6-9
1
1. Versnellingsbak-olievuldop
2. Zet de motor af en kontroleer het
oliepeil, door het kijkglas rechtson-
der in de afdekkap van het carter.
OPMERKING:
Wacht, na het afzetten van de motor,
enkele minuten met het kontroleren van
het oliepeil.
3. Het oliepeil dient zich boven het
minimumpeilteken op het kijkglas te
bevinden. Als er zich te weinig olie in
de versnellingsbak bevindt, vul dan
olie bij tot aan het juiste peil.Verversen van de versnellingsbakolie
1. Start de motor en laat deze enkele
minuten warmdraaien.
2. Stop de motor, plaats een opvang-
bak onder het motorblok en verwij-
der de olievuldop.
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
DAU01080Versnellingsbak-olie
Kontroleren van het oliepeil
1. Plaats de motorfiets op de midden-
standaard en zorg dat deze recht
staat. Laat de motor enkele minuten
warmdraaien.
OPMERKING:
Let op dat de motorfiets horizontaal staat
als u het oliepeil kontroleert. Als de
motorfiets iets overhelt, kan dit leiden tot
een verkeerde aflezing.
1. Oliepeil-afleesglas
2. Minimum-merkteken
5AE-9-D3 6~9 4/13/0 1:08 AM Page 10

Page 55 of 104

6-10
1
3. Verwijder de aftapbout en laat de
olie uit de versnellingsbak lopen.
4. Monteer de aftapbout en trek deze
met het voorgeschreven koppel aan.
5. Vul de motor met motorolie. Plaats
de olievuldop weer en draai deze
stevig aan.
DC000078
<>
8Voeg geen chemische middelen
aan de olie toe. De motorolie zorgt
ook voor het smeren van de kop-
peling en bepaalde chemische
middelen kunnen leiden tot slip-
pen van de koppeling.
8Let op dat er geen voorwerpen in
het motorcarter terecht komen.
6. Start de motor en laat deze enkele
minuten lang warmdraaien.
Kontroleer in de tussentijd het
motorblok op olielekkage. Mocht u
ergens een lek ontdekken, stop de
motor dan en probeer de oorzaak te
achterhalen.
1. Aftapbout
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Aantrekkoppel:
Aftapbout:
15 Nm (1,5 m
0kg)
Aanbevolen motorolie:
Zie blz. 8-1
Hoeveelheid motorolie:
Totale hoeveelheid: 0,8 L
Periodieke verversing: 0,75 L
1
2
1. Merkteken voor maximum-niveau
2. Merkteken voor minimum-niveau
DAU01621*Koelsysteem
1. Controleer het koelvloeistofpeil in de
expansietank, terwijl de motor koud
is, want het peil van de koelvloeistof
hangt af van de motortemperatuur.
Het koelvloeistofpeil dient zich tus-
sen de minimum- en maximum-
merktekens op de tank te bevinden.
2. Als het peil onder het minimum-
merkteken komt, vul de tank dan bij
met (zacht) kraanwater totdat het
peil tot het voorgeschreven peil.
Ververs de koelvloeistof om de twee
jaar.
3. Als oververhitting optreedt, zie dan
blz. 6-38 voor nadere bijzonderhe-
den.
5AE-9-D3 6~9 4/13/0 1:08 AM Page 11

Page 56 of 104

DAU01622*Koelvloeistof verversen
1. Zet de motorfiets op een vlakke
ondergrond.
2. Verwijder het zadel. (Zie blz. 3-13
voor het verwijderen en weer instal-
leren van het zadel.)
3. Verwijder de stroomlijnkap B en het
radiateurdeksel (Zie blz. 6-7 voor het
verwijderen en installeren.)
6-11
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
5
6
7
8
9
4. Verwijder de radiateurdop.
DW000067
X@
Verwijder de radiateurdop nooit als de
motor nog heet is.
DC000080
<>
Te hard water (te veel kalk) of zout
water zal de motor beschadigen. Als u
geen zacht water kunt vinden, kunt u
gedestilleerd water gebruiken.
1
1. Radiateurdop
5AE-9-D3 6~9 4/13/0 1:08 AM Page 12

Page 57 of 104

6-12
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1
5. Plaats een opvangbak onder de
motor en verwijder de koelvloeistof-
aftapbout.
1. Aftapbout
1
6. Maak de koelvloeistofslang los van
de koelvloeistof-expansietank en
laat de koelvloeistof uit de tank weg-
lopen.
7. Laat alle koelvloeistof weglopen en
spoel het koelsysteem grondig door
met kraanwater.
8. Vervang de sluitring van de koel-
vloeistof-aftapbout als deze bescha-
digd is en draai de aftapbout vast
met het voorgeschreven aantrekkop-
pel.
1. Slang van de expansietank
Aantrekkoppel:
Koelvloeistof-aftapplug:
8 Nm (0,8 m
0kg)
9. Maak de koelvloeistofslang weer
vast.
10. Giet de aanbevolen koelvloeistof in
de radiateur, totdat deze vol is.
DC000080
<>
Te hard water (te veel kalk) of zout
water zal de motor beschadigen. Als u
geen zacht water kunt vinden, kunt u
gedestilleerd water gebruiken.
Aanbevolen koelvloeistof:
Hoogkwalitatieve
ethyleen-glycol antivries met
anti-corrosie middel voor
aluminium motoren.
Mengverhouding koelvloeistof/water:
1:1
Totale hoeveelheid:
1,05 L
Inhoud expansietank:
0,35 L
5AE-9-D3 6~9 4/13/0 1:08 AM Page 13

Page 58 of 104

6-13
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
5
6
7
8
9
2
1
4
5
3
1. Dop van het expansievat
2. Stopper
3. Stopperbout
4. Merkteken voor maximum-niveau
5. Merkteken voor minimum-niveau
11. Breng de radiateurdop weer aan en
draai deze vast.
12. Laat de motor enkele minuten draai-
en. Stop de motor en controleer het
koelvloeistofpeil in de radiateur. Als
het peil aan de lage kant is, vul dan
koelvloeistof bij tot aan de vulhals
van de radiateur.
13. Vul de expansietank met koelvloei-
stof tot het voorgeschreven peil.
14. Doe de dop weer op de expansiet-
ank en controleer het koelsysteem
op lekkage.
OPMERKING:
Als u sporen van lekkage vindt, vraag dan
een Yamaha dealer om het koelsysteem
te inspecteren.
15. Breng de stroomlijnkap, het radia-
teurdeksel en het zadel weer aan.
1
DAU01476*Luchtfilter
Het luchtfilter dient op de aangegeven
tijdstippen te worden gereinigd. Als u veel
op stoffige wegen of in erg natte gebie-
den rijdt, reinig dit dan vaker dan aanbe-
volen.
1. Verwijder het zadel.
2. Verwijder de stroomlijnkap A en B.
(Zie blz. 6-7 voor het verwijderen en
installeren van de stroomlijnkap.)
3. Verwijder de bout van de benzine-
tank.
4. Til de voorkant van de benzinetank
omhoog en verschuif deze zo dat u
bij de behuizing van het luchtfilter
kunt. (Koppel de benzineslangen
niet los.)
1. Bout
5AE-9-D3 6~9 4/13/0 1:08 AM Page 14

Page 59 of 104

6-14
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DW000071
X@
8Ondersteun de brandstoftank
zorgvuldig tijdens deze procedu-
re.
8Til de brandstoftank niet te ver op
en trek er niet te hard aan want de
brandstofslang-aansluitingen
kunnen in zulke gevallen los
raken waardoor brandstoflekka-
ges kunnen optreden.
1
2
2
1. Relais (´2)
2. Schroef (´7)
5. Verwijder de relais en de schroeven
waarmee het deksel van de luchtfil-
ter-behuizing vast zit.
1
1. Luchtfilter
6. Verwijder het luchtfilter element uit
de behuizing en reinig dit met een
oplosmiddel. Verwijder, na het reini-
gen, al het oplosmiddel uit het lucht-
filter door dit voorzichtig tussen uw
beide handen samen te drukken.
7. Breng de aanbevolen olie aan op het
gehele oppervlak van het luchtfilter
en pers de overtollige olie uit het
luchtfilter. Het luchtfilter dient nat te
zijn maar niet te druipen.
8. Plaats het luchtfilter element weer in
de behuizing.
9. Breng de onderdelen die u verwijdert
heeft voor toegang tot het luchtfilter
weer aan. Aanbevolen olie: 2-takt motorolie
5AE-9-D3 6~9 4/13/0 1:08 AM Page 15

Page 60 of 104

6-15
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DC000082
<>
8Zorg dat het luchtfilter naar beho-
ren in de luchtfilter-behuizing zit.
8Laat de motor nooit lopen zonder
dat het luchtfilter geïnstalleerd is.
Dit kan leiden tot bijzonder snelle
slijtage van cilinders en/of zui-
gers.
DW000131
X@
Let op dat de brandstofslangen en de
vacuümslang juist zijn aangesloten en
goed vastzitten, zonder knik of wrin-
ging in de slang. Als er een slang
beschadigd is, dient u die te vervan-
gen.
DAU00629
Afstelling van de carburateur
De carburateur is een bijzonder belangrijk
onderdeel van de motor. De afstelling
ervan dient bijzonder nauwkeurig te
geschieden. Het verdient aanbeveling om
deze afstelling over te laten aan uw
Yamaha dealer die de nodige kennis van
zaken heeft en over ruime ervaring
beschikt. Het hieronder beschreven routi-
ne-onderhoudswerk kunt u echter zelf uit-
voeren.
DC000094
<>
De carburateur is na vele tests in de
Yamaha fabrieken afgesteld.
Veranderen van de afstellingen kan lei-
den tot slecht lopen van de motor en
zelfs tot beschadiging hiervan.
ba
1
DAU00632
Afstelling stationair toerental
1. Start de motor en laat deze enkele
minuten lang warmdraaien met een
toerental van 1.000 à 2.000 tpm.
Laat de motor af en toe met een wat
hoger toerental lopen 4.000 à 5.000
tpm. De motor is warm als deze snel
op de beweging van de gasgreep
reageert.
2. Stel het stationair toerental nu op het
voorgeschreven toerental af, door de
gasstopschroef te verdraaien. Draai
de schroef in de richting aom het
toerental te verhogen en draai de
schroef naar bom het toerental te
verlagen.
1. Gasstopschroef
5AE-9-D3 6~9 4/13/0 1:08 AM Page 16

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 110 next >