YAMAHA TDR 125 2000 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2000, Model line: TDR 125, Model: YAMAHA TDR 125 2000Pages: 104, PDF Size: 4.9 MB
Page 11 of 104

BESCHRIJVING
Linker aanzicht ................................................................................................2-1
Rechter aanzicht .............................................................................................2-2
Bedieningselementen/instrumenten ................................................................2-3
2
5AE-9-D3 1~5 4/13/0 1:07 AM Page 9
Page 12 of 104

DAU00026
BESCHRIJVING
1
2
3
4
5
6
7
8
9
2-1
1. Dubbele Koplamp (blz. 3-6)
2. Benzinekraan (blz. 3-12)
3. Motorolietank (blz. 3-12)
4. Helmhouder (blz. 3-12)
5. Chokehendel “
1” (blz. 3-13)6. Y.E.I.S. (blz. 3-15)
7. Y.P.V.S. (blz. 3-16)
1234
5
6 7
Linker aanzicht
5AE-9-D3 1~5 4/13/0 1:07 AM Page 10
Page 13 of 104

BESCHRIJVING
1
2
3
4
5
6
7
8
9
2-2
8. Gereedschapsset (blz. 6-1)
9. Zekering (blz. 6-32)
10. Luchtfilter (blz. 6-15)
11. Radiateurdop (blz. 6-11)
12. Achterrempedaal (blz. 3-9, 6-22)
13. Koelvloeistof-reservoirtank (blz. 6-10)14. Afsteller de voorbelasting van de
achterschokbreker (blz. 3-14)
8 9 10 11
12
13 14
Rechter aanzicht
5AE-9-D3 1~5 4/13/0 1:07 AM Page 11
Page 14 of 104

1
2
3
4
5
6
7
8
9
BESCHRIJVING
2-3
15. Koppelingshendel (blz. 3-8, 6-20)
16. Linker stuurschakelaars (blz. 3-5)
17. Snelheidsmeter (blz. 3-4)
18. Motortemperataur-meter (blz. 3-5)
19. Toerenteller (blz. 3-5)20. Rechter stuurschakelaars (blz. 3-6)
21. Voorremhendel (blz. 3-9, 6-21)
22. Gashendel (blz. 6-17)
23. Tankdop (blz. 3-9)
24. Kontaktslot-schakelaar/Stuurslot (blz. 3-1)
15 16 17 18 19 20 21
22 23 24
Bedieningselementen/instrumenten
5AE-9-D3 1~5 4/13/0 1:07 AM Page 12
Page 15 of 104

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
Kontaktslot-schakelaar/Stuurslot .....................................3-1
Kontrolelampjes ...............................................................3-2
Kontroleren van het circuit voor het
oliepeil-kontrolelampje .....................................................3-3
Snelheidsmeter ................................................................3-4
Toerenteller ......................................................................3-4
Motortemperatuur-meter ..................................................3-5
Stuurschakelaars .............................................................3-5
Regelbare lichtbundel koplamp........................................3-6
Koppelingshendel ............................................................3-8
Versnellingspedaal...........................................................3-8
Voorremhendel ................................................................3-8
Achterrempedaal..............................................................3-9
Benzinetankdop ...............................................................3-9
Benzine ..........................................................................3-10
Katalysator (Voor Zwitserland en Oostenrijk)..................3-11
Tweetakt-motorolie ........................................................3-12
Benzinekraan .................................................................3-12
Chokeknop (choke) “1” ................................................3-13
Zadel ..............................................................................3-13
Helmhouder ...................................................................3-14
Afstelling van de achterschokbreker ..............................3-14
Opmerking over het Yamaha
energie-induktiesysteem (Y.E.I.S.)....................................3-15
Y.P.V.S. (Yamaha Power Valve System =
Yamaha kleppensysteem) .............................................3-16Zijstandaard ...................................................................3-16
Kontrole van de zijstandaard/koppelings-
onderbrekingsschakelaar ...............................................3-17
3
5AE-9-D3 1~5 4/13/0 1:07 AM Page 13
Page 16 of 104

3-1
OFFON
LOCKP
PUSH
YM-8
IGNITION
ON
OFF
LOCK
PARKING
DAU00029Kontaktslot-schakelaar/
Stuurslot
De kontaktslot-schakelaar (hoofdschake-
laar) dient voor het in- en uitschakelen
van de ontsteking en van de verlichting.
Hieronder volgt de beschrijving van de
bediening.
DAU00036ON
De elektrische circuits worden ingescha-
keld en de motor kan nu gestart worden.
Als de kontaktslot-schakelaar in deze
stand staat, kan de sleutel niet verwijderd
worden.
DAU00038OFF
Alle elektrische circuits zijn uitgeschakeld.
Als de kontaktslot-schakelaar
in deze stand staat, kan de sleutel verwij-
derd worden.
DAU00042Stuurslot
Het stuur is vergrendeld als u de kontakt-
slot-schakelaar op “LOCK” zet en alle
elektrische circuits zijn dan uitgeschakeld.
In deze stand kunt u de sleutel verwijde-
ren.
Om het stuur te vergrendelen, draait u het
geheel naar links.
Terwijl u de sleutel dieper in het kontakt-
slot-schakelaar drukt, draait u de sleutel
linkson van “OFF” naar “LOCK” en verwij-
dert u de sleutel.
Om het stuur te ontgrendelen draait u de
sleutel naar “OFF”.
DW000016
X@
Draai nooit het kontaktsleuteltje in de
“OFF” of “LOCK” stand terwijl de
motor nog rijdt. De elektrische circuits
worden dan uitgeschakeld zodat
bepaalde bedieningsfunkties niet meer
werken, hetgeen gevaar voor ongeluk-
ken kan opleveren. Zorg dat de motor-
fiets geheel tot stilstand is gekozen,
vorrdat u het kontaktsleuteltje naar
“OFF” of “LOCK” draait.
DAU00048*.(Parkeren)
Het stuur staat op slot en het achterlicht
en het voorste parkeerlicht staan aan
maar verder zijn alle elektrische circuits
uitgeschakeld. Als de kontaktslot-schake-
laar in deze stand staat, kan de sleutel
verwijderd worden.
Voor het gebruik van de parkeerstand
vergrendelt u eerst het stuur en dan
draait u de sleutel naar “
.”.
Deze stand mag u niet te lang achtereen
gebruiken, anders kan de accu leegra-
ken.
DAU00027
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
1. Indrukken 2. Draaien
5AE-9-D3 1~5 4/13/0 1:07 AM Page 14
Page 17 of 104

3-2
0
0
0100
01000140
180 120 100 80
1 2 3456
7
8
9
10
1
112~1 000r/minkm/h
CH
12
43
DAU00056Kontrolelampjes
DAU00057
Richtingsaanwijzer-kontrolelampje
“5”
Dit kontrolelampje knippert als de rich-
tingaanwijzer naar links of naar rechts
wordt gezet.
DAU00061Vrijstand-kontrolelampje “N”
Dit kontrolelampje licht op als de versnel-
ling in zijn vrij staat.
DAU00063
Grootlicht-kontrolelampje “&”
Dit kontrolelampje licht op als het groot-
licht wordt ingeschakeld.
DAU01313
Oliepeil-controlelampje “7”
Dit controlelampje licht op als het oliepeil
te laag is. Dit elektrische circuit kan
gekontroleerd worden volgens de proce-
dure op blz. 3-3.
DC000000
<>
Let op dat u nooit met de motorfiets
rijdt als er niet voldoende olie in het
carter aanwezig is.
OPMERKING:
Ook al is er olie tot het voorgeschreven
peil bijgevuld, dan nog kan het oliepeil-
controlelampje op een helling of tijdens
plotseling accelereren of remmen wel
eens gaan flikkeren, maar dit is normaal.
1.Richtingaanwijzer-kontrolelampje “5”
2. Grootilicht-kontrolelampje “&”
3. Vrijstand-kontrolelampje “N”
4. Oliepeil-kontrolelampje “
7”
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
5AE-9-D3 1~5 4/13/0 1:07 AM Page 15
Page 18 of 104

3-3
DAU00071
Kontroleren van het circuit voor
het oliepeil-kontrolelampje
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Zet de kontaktslot-schakelaar op “ON”
en de motorstop-schakelaar op “#”.
Het oliepeil-
kontrolelampje licht op.
Kontroleer het
oliepeil. Het oliepeil-
kontrolelampje licht
Druk op de startschakelaar met de
versnelling in vrij of met de
koppelingshendel ingetrokken.
Het oliepeil-
kontrolelampje licht op.Het oliepeil-
kontrolelampje licht op.Het oliepeil is
voldoende.Het oliepeil is
te laag.
Het oliepeil en het
elektrische circuit zijn
in orde. U kunt met de
motorfiets rijden.
Vraag uw Yamaha dealer
om het elektrische circuit
te inspekteren.Vul motorolie
bij.
5AE-9-D3 1~5 4/13/0 1:07 AM Page 16
Page 19 of 104

3-4
0
0
0100
01000140
180 120 100 80
60
40
20
km/h
CH
3
2
4
1
DAU01087Snelheidsmeter
De snelheidsmeter geeft de snelheid van
de motorfiets aan. Deze snelheidsmeter
is tevens uitgerust met een kilometerteller
en een dagteller. De dagteller kan op nul
teruggezet worden met de nulstelknop.
Gebruik deze dagteller om te kijken hoe-
veel kilometer u met één volle tank kunt
afleggen, zonder op reserve te hoeven
overgaan. Als u dit enkele malen doet,
zult u in de toekomst beter kunnen plan-
nen waar en wanneer u moet stoppen om
te tanken.
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller
3. Dagteller
4. Nulstelknop
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
01 2 3456
7
8
9
10
11
12
~1 000r/min
CH1
2
OPMERKING:
(alleen voor het Duitse model met snel-
heidsbegrenzer)
Deze motorfiets is voorzien van een snel-
heidsbegrenzer die zorgt dat de maxi-
mumsnelheid van 80 km/uur niet over-
schreden kan worden.
1. Toerenteller
2. Rode gebied
DAU00102Toerenteller
Dit model is uitgerust met een elektrische
toerenteller zodat de bestuurder het
motortoerental goed kan aflezen, en
zodoende de motorbelasting binnen de
vereiste grenzen kan houden.
DC000003
<>
Zorg dat de toerenteller nooit in het
rode gebied komt.
Rode gebied: 10,000 tpm en hoger
5AE-9-D3 1~5 4/13/0 1:07 AM Page 17
Page 20 of 104

3-5
01
140 120 100
3456 CH
1
2
1. Motortemperatuur-meter
2. Rode gebied
DAU00114
Motortemperatuur-meter
Deze meter geeft de temperatuur van de
koelvloeistof aan, als de kontaktslot-scha-
kelaar op “ON” staat. De temperatuur van
de motor is afhankelijk van de weersom-
standigheden en van de mate waarin de
motor belast wordt. Als de naald van de
meter in het rode gebied komt, stop de
motorfiets dan onmiddellijk en laat de
motor afkoelen. (Zie blz. 6-10 voor meer
details.)
DC000002
<>
Als de motor oververhit is, stop dan
onmiddellijk met rijden.
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1
2
3
4
DAU00118Stuurschakelaars
DAU00134Lichtschakelaar
Door de lichtschakelaar naar “
'” te
draaien zal het dimlicht, de meterverlich-
ting en de achterverlichting ingeschakeld
worden. Door de lichtschakelaar naar
“:” te draaien zal de koplamp ook inge-
schakeld worden.
DAU00121Grootlicht/dimlicht-schakelaar
Draai de schakelaar naar “&” voor
grootlicht en naar “%” voor dimlicht.
DAU00127Richtingaanwijzer-schakelaar
Om de rechter-richtingaanwijzer in te
schakelen, duwt u de schakelaar naar
“6”. Om de linker-richtingaanwijzer in te
schakelen, duwt u de schakelaar naar
“4”. Als u de schakelaar loslaat, keert
deze terug naar de middenpositie. Om de
richtingaanwijzer weer uit te zetten, drukt
u de schakelaar in, terwijl deze in de mid-
denpositie staat.
DAU00129Klaxon-schakelaar “*”
Druk de schakelaar in om te klaxoneren.
1. Lichtschakelaar
2. Grootlicht/dimlicht-schakelaar
3. Richtingaanwijzer-schakelaar
4. Klaxon-schakelaar “*”
5AE-9-D3 1~5 4/13/0 1:07 AM Page 18