YAMAHA TRICITY 300 2020 Instructieboekje (in Dutch)

Page 91 of 112

Periodiek onderhoud en afstelling
8-32
8
ogen altijd bij werkzaamheden na-
bij accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.
zAccu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
zHOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
LET OP
DCA16522
Voor het opladen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu is een speci-
ale acculader (met constante spanning)
vereist. Bij gebruik van een conventione-
le acculader raakt de accu beschadigd.Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als het voertuig lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek. LET
OP: Zet alvorens de accu te verwij-
deren het contactslot uit en haal
eerst de negatieve kabel en daarna
de positieve kabel los.
[DCA16304]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren. LET OP: Zet alvorens de
accu te plaatsen het contactslot uit
en sluit eerst de positieve kabel en
daarna de negatieve kabel aan.
[DCA16842]
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de
accupolen.
LET OP
DCA16531
Houd de accu steeds opgeladen. Stallen
van een ontladen accu kan leiden tot
permanente accuschade.
UBX9D0D0.book Page 32 Tuesday, January 21, 2020 5:05 PM

Page 92 of 112

Periodiek onderhoud en afstelling
8-33
8
DAU89081
De zekeringen vervangenDe hoofdzekeringhouder en de kastjes met
zekeringen voor afzonderlijke circuits be-
vinden zich achter paneel A. (Zie pagina
8-9.)OPMERKINGOm toegang te krijgen tot de hoofdzekering
verwijdert u de kap van het startmotorrelais
zoals getoond.
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Schakel het contactslot uit en schakel
het betreffende elektrische circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampe-
rage dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.
[DWA15132]
1. Kap van startmotorrelais
2. Reservehoofdzekering
3. Hoofdzekering
22
32
3
1
1. Backup-zekering
2. Zekering radiatorkoelvinmotor
3. Zekering ontstekingssysteem
4. Zekering ABS-regeleenheid
5. Zekering signaleringssysteem
6. Zekering handvatverwarming
7. Reservezekering
8. Koplampzekering
9. Zekering ABS-motor
10.Zekering van de ABS-solenoïdeklep
11.Zekering alarmverlichtingssysteem
12.Circuitzekering aansluitcontact voor acces-
soires
13.Antwoordzekering
14.Accuzekering stahulp
15.Stahulpzekering
14157
910111213
7
123465
7
8
UBX9D0D0.book Page 33 Tuesday, January 21, 2020 5:05 PM

Page 93 of 112

Periodiek onderhoud en afstelling
8-34
8
3. Schakel het contactslot in en schakel
het betreffende elektrische circuit in
om te zien of de apparatuur werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAUN2261
VoertuigverlichtingDit model is uitgerust met LED-lampen
voor de koplampen, parkeerlichten en het
remlicht/achterlicht. Als een lamp niet gaat
branden, controleer dan de zekeringen en
laat vervolgens een Yamaha dealer de ma-
chine controleren.LET OP
DCA16581
Plak geen kleurfolie of stickers op de
koplamplens.
Voo rgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
20.0 A
Zekering handvatverwarming:
7.5 A
Koplampzekering:
7.5 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
7.5 A
Zekering radiatorkoelvin:
7.5 A
Backup-zekering:
7.5 A
Circuitzekering alarmverlichtingssy-
steem:
7.5 A
Zekering ABS-regeleenheid:
7.5 A
Zekering ABS-motor:
30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep:
20.0 A
Antwoordzekering:
2.0 A
Circuitzekering aansluitcontact voor
accessoires:
2.0 A
Stahulpzekering:
7.5 A
Accuzekering stahulp:
20.0 A
1. Koplamp
2. Parkeerlicht
11 1
2 2
UBX9D0D0.book Page 34 Tuesday, January 21, 2020 5:05 PM

Page 94 of 112

Periodiek onderhoud en afstelling
8-35
8
DAU62590
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen1. Verwijder de lamplens van de richting-
aanwijzer door de schroef te verwijde-
ren.
2. Verwijder de fitting van de gloeilamp
van de richtingaanwijzer (samen met
de gloeilamp) door deze linksom te
draaien.3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
6. Monteer de lamplens van de richting-
aanwijzer door de schroef aan te bren-
gen. LET OP: Draai de schroef niet
te vast, hierdoor kan de lens bre-
ken.
[DCA11192]DAU89380
De gloeilamp van de kenteken-
verlichting vervangen1. Verwijder het kapje over de kenteken-
verlichting door de schroeven los te
draaien.
2. Verwijder de gloeilampfitting van de
kentekenverlichting (samen met de
gloeilamp) door deze uit te trekken.
1. Lamplens richtingaanwijzer
2. Schroef
2
1
1. Fitting gloeilamp richtingaanwijzer
1
1. Afdekking van kentekenverlichting
2. Schroef
2 1
UBX9D0D0.book Page 35 Tuesday, January 21, 2020 5:05 PM

Page 95 of 112

Periodiek onderhoud en afstelling
8-36
8
3. Verwijder de doorgebrande gloeilamp
door deze uit de fitting te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.6. Monteer het kapje over de kenteken-
verlichting door de schroeven aan te
brengen.
DAU60701
Problemen oplossenYamaha voertuigen ondergaan een grondi-
ge inspectie voordat ze vanaf de fabriek op
transport gaan, maar tijdens gebruik kun-
nen toch storingen optreden. Problemen in
de brandstof-, compressie- of ontstekings-
systemen kunnen bijvoorbeeld de oorzaak
zijn van slecht starten of een afname in mo-
torvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga als er reparaties nodig
zijn echter met uw machine naar een
Yamaha dealer, waar vakkundige monteurs
aanwezig zijn die beschikken over het ver-
eiste gereedschap, de ervaring en vakken-
nis om de werkzaamheden aan de machine
correct uit te voeren.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
1. Gloeilampfitting kentekenverlichting
1. Gloeilamp kentekenverlichting
1
1
UBX9D0D0.book Page 36 Tuesday, January 21, 2020 5:05 PM

Page 96 of 112

Periodiek onderhoud en afstelling
8-37
8
WAARSCHUWING
DWA15142
Rook niet tijdens het controleren van het
brandstofsysteem en let erop dat er
geen open vuur of vonken in de omge-
ving zijn, inclusief waakvlammen van
geisers of ovens. Benzine en benzine-
dampen kunnen vlam vatten of explode-
ren, met ernstig letsel of schade aan
eigendommen tot gevolg.
DAU76551
Probleemoplossing voor het Smart-
sleutelsysteem
Controleer de volgende items als het
Smart-sleutelsysteem niet werkt.
zIs de Smart-sleutel ingeschakeld? (Zie
pagina 3-4.)
zIs de batterij van de Smart-sleutel ont-
laden? (Zie pagina 3-6.)
zIs de batterij van de Smart-sleutel cor-
rect geplaatst? (Zie pagina 3-6.)
zWordt de Smart-sleutel gebruikt op
een locatie met sterke radiogolven of
andere elektromagnetische ruis? (Zie
pagina 3-1.)
zGebruikt u de Smart-sleutel die bij de
machine is geregistreerd?zIs de voertuigaccu ontladen? Als de
voertuigaccu ontladen is, zal het
Smart-sleutelsysteem niet werken.
Laat de voertuigaccu opladen of ver-
vangen. (Zie pagina 8-31.)
Als het Smart-sleutelsysteem na controle
van de bovenstaande items nog steeds niet
werkt, laat dan een Yamaha dealer het
Smart-sleutelsysteem controleren.
OPMERKINGZie Noodmodus op pagina 8-40 voor infor-
matie over het starten van de motor zonder
de Smart-sleutel.
UBX9D0D0.book Page 37 Tuesday, January 21, 2020 5:05 PM

Page 97 of 112

Periodiek onderhoud en afstelling
8-38
8
DAU86350
Storingzoekschema
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.1. Brandstof
Er is voldoende brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof aanwezig.
Controleer de accu.
Vul brandstof bij.
De motor start niet.
Controleer de accu.
Probeer de motor te starten.4. Compressie
Er is compressie.
Er is geen compressie.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.De motor start niet.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
Verwijder de bougie en
controleer de elektroden.3. Ontsteking
Veeg schoon met een droge doek en corrigeer de
elektrodenafstand of vervang de bougie(s).
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
DroogNat
Probeer de motor te starten.
De motor start niet.
Controleer de ontsteking.
Bedien de startmotor.2. Accu
De motor draait snel rond.
De motor draait langzaam rond.
De accu is in orde.Controleer de aansluitingen van de
accukabels en laad de accu zo nodig op.
UBX9D0D0.book Page 38 Tuesday, January 21, 2020 5:05 PM

Page 98 of 112

Periodiek onderhoud en afstelling
8-39
8
DAU86420
Motor raakt oververhit
WAARSCHUWING
DWAT1041
zVerwijder de radiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en stoom kunnen
naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
zBreng een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek, aan over de radiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen
de aanslag zodat de nog aanwezige druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze links-
om en verwijder d
e dop.
OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde. Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
UBX9D0D0.book Page 39 Tuesday, January 21, 2020 5:05 PM

Page 99 of 112

Periodiek onderhoud en afstelling
8-40
8
DAU76561
Noodmodus Ook wanneer de Smart-sleutel kwijt of be-
schadigd is of als de batterij leeg is, kunt u
het contact inschakelen en de motor star-
ten. U hebt daarvoor het identificatienum-
mer van het Smart-sleutelsysteem nodig.
De machine in noodmodus gebruiken
1. Zet de machine op een veilige plaats
stil en zet het contactslot op “OFF”.
2. Druk de knop van het contactslot ge-
durende 5 seconden in totdat het con-
trolelampje van het Smart-
sleutelsysteem één keer knippert en
laat de knop vervolgens los. Herhaal
dit nog twee keer. Het controlelampje
van het Smart-sleutelsysteem gaat
gedurende drie seconden branden
om de overgang naar de noodmodus
aan te geven.3. Voer nadat het controlelampje van het
Smart-sleutelsysteem is uitgegaan
het identificatienummer als volgt in.4. Het invoeren van het identificatienum-
mer vindt plaats door het aantal knip-
persignalen van het controlelampje
van het Smart-sleutelsysteem te tel-
len.
In het volgende voorbeeld is het iden-
tificatienummer 123456:
Druk de knop in en houd deze inge-
drukt.

Het controlelampje van het Smart-
sleutelsysteem zal gaan knipperen.

Laat de knop los nadat het controle-
lampje van het Smart-sleutelsysteem
één keer heeft geknipperd.

Het eerste cijfer van het identificatie-
nummer is ingesteld als “1”.

Druk de knop nogmaals in en houd
deze ingedrukt.

1. Controlelampje Smart-
sleutelsysteem “ ”
1. Identificatienummer1
123456
1
UBX9D0D0.book Page 40 Tuesday, January 21, 2020 5:05 PM

Page 100 of 112

Periodiek onderhoud en afstelling
8-41
8
Laat de knop los nadat het controle-
lampje van het Smart-sleutelsysteem
twee keer heeft geknipperd.

Het tweede cijfer is ingesteld als “2”.

Herhaal de bovenstaande procedure
totdat alle cijfers van het identificatie-
nummer zijn ingesteld. Het controle-
lampje van het Smart-sleutelsysteem
knippert gedurende 10 seconden als
het juiste identificatienummer is inge-
voerd.
OPMERKINGIn de volgende situaties wordt de noodmo-
dus uitgeschakeld en knippert het controle-
lampje van het Smart-sleutelsysteem snel
gedurende 3 seconden. Begin in dat geval
opnieuw vanaf stap 2.
zAls de knop gedurende 10 seconden
niet wordt bediend tijdens het invoer-
proces voor het identificatienummer.
zAls u het controlelampje van het
Smart-sleutelsysteem negen keer of
meer laat knipperen.zHet identificatienummer is niet correct
ingevoerd.
5. Druk terwijl het controlelampje van het
Smart-sleutelsysteem brandt de knop
nogmaals in om de toegang tot de
noodmodus te voltooien. Het contro-
lelampje van het Smart-sleutelsy-
steem gaat eerst uit en vervolgens
weer gedurende ongeveer 4 secon-
den aan.
6. Zet terwijl het controlelampje van het
Smart-sleutelsysteem brandt het con-
tactslot op “ON”. De machine kan nu
normaal worden gebruikt.
UBX9D0D0.book Page 41 Tuesday, January 21, 2020 5:05 PM

Page:   < prev 1-10 ... 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 next >