YAMAHA TZR50 2010 Instructieboekje (in Dutch)

Page 21 of 88

1. Vergrendelen.
Sluiten van de tankdop
1. Druk de tankdop in positie met de
sleutel in het slot.
2. Draai de sleutel linksom naar de
oorspronkelijke positie, neem hem
uit en sluit dan het slotplaatje.
OPMERKING
De tankdop kan alleen worden gesloten
met de sleutel in het slot. Bovendien kan
de sleutel niet worden uitgenomen als de
tankdop niet correct gesloten en vergren-
deld is.
DWA11091
Na het tanken moet de tankdop goed
worden aangedraaid. Door brandsto-
flekkage ontstaat brandgevaar.
DAU13212
Brandstof
Controleer of er voldoende brandstof in
de brandstoftank aanwezig is.
DWA10881
Benzine en benzinedampen zijn zeer
brandbaar. Volg de onderstaande ins-
tructies om brand en ontploffing te
voorkomen en het letselrisico tijdens
het tanken te verlagen.
1. Zet alvorens te tanken de motor af en
zorg dat er niemand op de machine
zit. Rook nooit tijdens het tanken en
tank nooit in de nabijheid van von-
ken, open vuur of andere ontste-
kingsbronnen zoals de waakvlam-
men van geisers en kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol.
Stop met vullen zodra de brandstof
de onderkant van de vulhals heeft
bereikt. Omdat brandstof uitzet als
deze warm wordt, kan de warmte
van de motor of de zon ervoor zor-
gen dat brandstof uit de brandstof-
tank stroomt.1. Vulpijp brandstoftank
2. Brandstofniveau
3. Veeg uitgestroomde brandstof
onmiddellijk af. LET OP:Veeg
gemorste brandstof onmiddellijk
af met een schone, droge, zachte
doek, aangezien de brandstof de
gelakte oppervlakken en kunststof
delen kan aantasten.
[DCA10071]
4. Draai de tankdop stevig vast.
DWA15151
Benzine is giftig en kan letsel of overlij-
den veroorzaken. Spring zorgvuldig om
met benzine. Probeer nooit om benzine
via de mond over te hevelen. Roep
onmiddellijk medische hulp in nadat u
benzine heeft ingeslikt, veel benzine-
damp heeft ingeademd of benzine in
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
5WX-F819D-D3 14/11/08 08:07 Página 21

Page 22 of 88

uw ogen heeft gekregen. Als benzine
op uw huid terechtkomt, was deze dan
af met water en zeep. Als u benzine op
uw kleding morst, trek dan andere kle-
ding aan.
DAU13270
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 91 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen),
gebruik dan benzine van een ander merk
of gebruik loodvrije superbenzine. Door
loodvrije benzine te gebruiken gaan bou-
gies langer mee en blijven de onder-
houdskosten beperkt.
DAUB1300
Tankbeluchtingsslang/overloop
slang
1. Tankbeluchtingsslang/overloopslang
Alvorens de motorfiets te gebruiken:
●Controleer de aansluiting van de
tankbeluchtingsslang/overloopslang.
●Controleer de tankbeluchtingss-
lang/overloopslang op scheuren of
beschadiging en vervang indien
nodig.
●Controleer of het uiteinde van de
tankbeluchtingsslang/overloopslang
niet verstopt is en reinig indien nodig.
●Zorg dat het uiteinde van de tankbe-
luchtingsslang/overloopslang binnen
de klem geplaatst is.
DAU13433
Uitlaatkatalysator
Dit model is uitgerust met een uitlaatka-
talysator.
DWA10862
Het uitlaatsysteem is heet nadat de
motor heeft gedraaid. Let op het vol-
gende om brandgevaar of brandwon-
den te voorkomen:
●Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat
gemakkelijk vlam vat.
●Parkeer de machine op een plek
waar voetgangers of kinderen niet
gemakkelijk met het hete uitla-
atsysteem in aanraking kunnen
komen.
●Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoeld alvorens onderhouds-
werkzaamheden uit te voeren.
●Laat de motor niet langer dan
enkele minuten stationair draaien.
Lang stationair draaien kan leiden
tot oververhitting.
WAARSCHUWING
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE
LOODVRIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
13,8 L (3,65 US gal, 3,04 Imp.gal)
Brandstofreserve:
2,2 L (0,58 US gal, 0,48 Imp.gal)
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
5WX-F819D-D3 14/11/08 08:07 Página 22

Page 23 of 88

DCA10701
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Bij gebruik van loodhoudende benzine
zal onherstelbare schade worden toe-
gebracht aan de uitlaatkatalysator.
DAUS1550
2-takt injectiesmering
Controleer of voldoende 2-takt injecties-
mering aanwezig is in het oliereservoir. Vul
indien nodig de voorgeschreven 2-takt
injectiesmering bij.
Het oliereservoir voor 2-takt injectiesme-
ring bevindt zich onder het zadel. (Zie
pagina 3-11).
1. Oliereservoir voor 2-takt injectiesmering
2. Dop oliereservoir voor 2-takt injectiesmering
1. Verwijder de dop van het oliereser-
voir voor 2-takt injectiesmering door
deze los te trekken.2. Breng de dop van het reservoir voor
2-takt injectiesmering weer aan door
deze in de reservoiropening te druk-
ken.
LET OP
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
5WX-F819D-D3:5WX-F819D-D3 24/11/08 14:42 Página 23

Page 24 of 88

OPMERKING
Controleer of de dop van het reservoir
voor 2-takt injectiesmering correct is
geplaatst alvorens met de machine te
gaan rijden.DAU13561
Brandstofkraan
Via de brandstofkraan wordt de benzine
vanuit de brandstoftank toegevoerd en
bovendien gefilterd.
De brandstofkraan kent drie standen:
OFF
1. Puntig uiteinde op “OFF”
Met de kraanhendel in deze stand stroomt
de benzine niet door. Zet de kraanhendel
steeds in deze stand als de motor niet
draait.ON
1. Puntig uiteinde op “ON”
Met de kraanhendel in deze stand stroomt
de benzine door naar de carburateur. Tij-
dens normaal rijden hoort de kraanhendel
in deze stand te staan.
RES
1. Puntig uiteinde op “RES”
Aanbevolen olie:
Zie pagina 8-1
Oliehoeveelheid:
1,40 L (1,48 US qt, 1,23 Imp.qt)
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
3-10
5WX-F819D-D3:5WX-F819D-D3 24/11/08 14:42 Página 24

Page 25 of 88

Dit is de reservestand. Zet de kraanhendel
in deze stand wanneer u tijdens een rit
zonder brandstof komt te staan. Vul de
brandstoftank zodra de gelegenheid zich
voordoet. Vergeet na het tanken niet de
kraanhendel weer op “ON” te zetten!DAU13590
Chokehendel “ ”
1. Chokehendel “ ”
Voor het starten van een koude motor is
een rijker lucht/brandstof mengsel nodig;
via de choke wordt dit mengsel geleverd.
Beweeg de hendel in richting (a) om de
choke aan te zetten.
Beweeg de hendel in richting (b) om de
choke uit te zetten.
DAU13900
Zadel
Verwijderen van het zadel
1. Steek de sleutel in het zadelslot en
draai hem dan zoals afgebeeld.
1. Zadelslot
2. Openen.
2. Trek het zadel los.
Aanbrengen van het zadel
1. Steek het uitsteeksel aan de voorzij-
de van het zadel in de zadelbevesti-
ging, zoals getoond in de afbeelding.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
5WX-F819D-D3:5WX-F819D-D3 24/11/08 14:42 Página 25

Page 26 of 88

1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
2. Druk het zadel aan de achterzijde
omlaag om te vergrendelen.
3. Neem de sleutel uit.
OPMERKING
Controleer of het zadel stevig is vergren-
deld alvorens te gaan rijden.
DAUM1941
Slotcompartiment
Het slotcompartiment, dat zich in het
opbergcompartiment onder het zadel
bevindt, is ontworpen voor een origineel
CYCLELOK-slot van Yamaha. (Zie pagina
3-11 voor het openen en sluiten van het
zadel.) Bij het opbergen van een CYCLE-
LOK-slot in het opbergcompartiment
moet dit stevig met de riemen worden
bevestigd. Als het CYCLELOK-slot niet in
het opbergcompartiment is opgeborgen,
maak dan de riemen vast om het niet te
verliezen.
OPMERKING
Sommige U-sloten passen niet in het slot-
compartiment vanwege hun grootte of
vorm.
DAU39671
Achteruitkijkspiegels
De achteruitkijkspiegels van dit voertuig
kunnen naar voren of naar achteren wor-
den ingeklapt om het parkeren in smalle
ruimten te vergemakkelijken. Klap de
spiegels terug in hun oorspronkelijke
stand voordat u gaat rijden.
DWA14371
Vergeet niet de achteruitkijkspiegels in
hun oorspronkelijk stand terug te klap-
pen alvorens weg te rijden.
WAARSCHUWING
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
5WX-F819D-D3:5WX-F819D-D3 24/11/08 14:42 Página 26

Page 27 of 88

DAU15301
Zijstandaard
1. Zijstandaard
De zijstandaard bevindt zich aan de lin-
kerzijde van het frame. Trek of druk de
zijstandaard met uw voet omhoog of
omlaag terwijl u de machine rechtop
houdt.
OPMERKING
De ingebouwde sperschakelaar voor de
zijstandaard maakt deel uit van het starts-
persysteem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie hierna voor een nadere uitleg
over het startspersysteem.)
DWA10240
Met de machine mag nooit worden
gereden terwijl de zijstandaard omlaag
staat of niet behoorlijk kan worden
opgetrokken (of niet omhoog blijft),
anders kan de zijstandaard de grond
raken en zo de bestuurder afleiden,
waardoor de machine mogelijk onbes-
tuurbaar wordt. Het Yamaha starts-
persysteem is ontworpen om de bes-
tuurder te helpen bij zijn
verantwoordelijkheid de zijstandaard
op te trekken alvorens weg te rijden.
Controleer dit systeem daarom regel-
matig zoals hierna beschreven en laat
het repareren door een Yamaha dealer
als de werking niet naar behoren is.
DAU15314
Startspersysteem
Het startspersysteem (waarvan de zijstan-
daardschakelaar, de koppelingshendels-
chakelaar en de vrijstandschakelaar deel
uitmaken) heeft de volgende functies.
Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling is
geschakeld en de zijstandaard is
opgeklapt, terwijl de koppelingshen-
del niet is ingetrokken.
Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling is
geschakeld en de koppelingshendel
is ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.
Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het starts-
persysteem regelmatig volgens de
onderstaande procedure.
OPMERKING
Deze controle is vooral betrouwbaar als hij
wordt uitgevoerd met een warme motor.
WAARSCHUWING
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
5WX-F819D-D3:5WX-F819D-D3 24/11/08 14:42 Página 27

Page 28 of 88

Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. De motorstopknop moet in de stand staan.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12. Druk op de startknop.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt.De vrijstandschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De koppelingsschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
JA NEE JA NEE JA NEE
Als zich een storing voordoet, vraag dan alvorens
te gaan rijden een Yamaha dealer het systeem te
controleren.
WAARSCHUWING
“ ”
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
3
5WX-F819D-D3:5WX-F819D-D3 24/11/08 14:42 Página 28

Page 29 of 88

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-1
4
DAU15591
De eigenaar is verantwoordelijk voor de
conditie van zijn voertuig. Vitale onderde-
len kunnen bijvoorbeeld bij blootstelling
aan weer en wind vrij snel en onverwachts
achteruitgaan, ook als de machine niet
wordt gebruikt. Eventuele schade, vloeis-
toflekkage of het wegvallen van de bands-
panning kan ernstige gevolgen hebben.
Het is daarom van belang om voorafga-
and aan elke rit een visuele inspectie uit te
voeren en bovendien de volgende punten
te controleren.
OPMERKING
Voordat de machine wordt gebruikt moet
telkens een korte algemene controle wor-
den uitgevoerd. Zo’n inspectie neemt
maar weinig tijd in beslag en de hiermee
gegarandeerde veiligheid is die tijd alles-
zins waard.
DWA11150
Als een onderdeel uit de Controlelijst
voor gebruik niet naar behoren werkt,
laat het dan controleren en repareren
alvorens de machine te gebruiken.
WAARSCHUWING
5WX-F819D-D3:5WX-F819D-D3 24/11/08 14:46 Página 29

Page 30 of 88

DAU15596
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en pro-
cedures voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
DWA11151
Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval of schade. Rijd niet met de machine als
u een probleem hebt gevonden. Als een probleem niet kan worden opgelost via de procedures in deze handleiding, laat de
machine dan nazien door een Yamaha dealer.
Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
WAARSCHUWING
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-2
4ITEM CONTROLES PAGINA

Brandstof 3-7


2-takt injectiesmering 3-9


Koelvloeistof
6-13
niveau.



het hydraulisch systeem te ontluchten.


Voorrem 6-20 ~ 6-22



voorgeschreven niveau.

5WX-F819D-D3:5WX-F819D-D3 24/11/08 14:46 Página 30

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 90 next >