YAMAHA TZR50 2010 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2010, Model line: TZR50, Model: YAMAHA TZR50 2010Pages: 88, PDF Size: 1.74 MB
Page 41 of 88
KILOMETERSTAND
CONTROLE OF JAAR-
NR. ITEM ONDERHOUDSBEURT 1000 km 6000 km 12000 km 18000 km 24000 kmLIJKSE
(600 mi) (3500 mi) (7000 mi) (10500 mi) (14000 mi)CONTROLE
8* Wiellagers • Controleer op speling of
beschadigingen. √√√ √
• Controleer op een correcte
9* Achterbrug werking en overmatige speling. √√√ √
• Smeren met lithiumvet. Elke 24000 km (14000 mi)
• Controleer de spanning, uitlijning
en conditie van de aandrijfketting.
10 Aandrijfketting • Stel de ketting af en smeer deze Elke 500 km (300 mi) en na elke wasbeurt of rit in de regen
grondig met een speciale
smering voor o-ringkettingen.
• Controleer de lagers op speling
11 * Balhoofdlagers en oppervlakteruwheid. √√ √ √ √
• Smeren met lithiumvet. Elke 50000 km (30000 mi)
• Controleer of alle moeren, bouten
12 * Framebevestigingen en schroeven stevig zijn √√√ √√
vastgezet.
13 Scharnieras van
remhendel • Smeren met siliconenvet.
√√√ √√
14 Scharnieras van
rempedaal • Smeren met lithiumvet.
√√√ √√
15 Scharnieras van
koppelingshendel • Smeren met lithiumvet.
√√√ √√
16 Scharnieras van
schakelpedaal • Smeren met lithiumvet.
√√√ √√
17 Zijstandaard • Controleer de werking.
• Smeren. √√√ √√
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-5
6
5WX-F819D-D3 27/11/08 06:14 Página 41
Page 42 of 88
KILOMETERSTAND
CONTROLE OF JAAR-
NR. ITEM ONDERHOUDSBEURT 1000 km 6000 km 12000 km 18000 km 24000 kmLIJKSE
(600 mi) (3500 mi) (7000 mi) (10500 mi) (14000 mi)CONTROLE
18 * Zijstandaardscha-
kelaar • Controleer de werking.
√√ √ √ √ √
19 * Voorvork
• Controleer op een correcte
werking en olielekkage. √√√ √
20 *Relaisarm achter-
• Controleer de werking.
√√√ √
wielophanging en
scharnierpunten • Smeren met lithiumvet. √√
verbindingsarm
21 * Autolube pomp • Controleer de werking.
• Ontlucht indien nodig. √√ √√
22
Versnellingsbakolie • Controleer het olieniveau.
√√ √ √ √ √• Verversen.√√ √
23 * Voor- en
achterremschakelaar • Controleer de werking.
√√ √ √ √ √
24 Bewegende delen
en kabels • Smeren.
√√√ √√
• Controleer de werking en speling.
25 * Gaskabelhuis en
• Stel indien nodig de speling af.
√√√ √√
gaskabel • Smeer het gaskabelhuis en de
gaskabel.
Lampen, richtingaan- • Controleer de werking.
26 * wijzers en √√ √ √ √ √
schakelaars • Stel de koplamplichtbundel af.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-6
6
5WX-F819D-D3 24/11/08 20:18 Página 42
Page 43 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-7
6
DAU18670
OPMERKING
Het luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt.
Hydraulisch remsysteem
• Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
• Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinders en de remklauwen worden vervangen en de remv- loeistof worden ververst.
• De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
5WX-F819D-D3 24/11/08 20:18 Página 43
Page 44 of 88
DAU18712
Stroomlijn- en framepanelen
verwijderen en aanbrengen
Bij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden beschreven in dit
hoofdstuk moeten de afgebeelde stroom-
lijn- en framepanelen worden verwijderd.
Neem deze paragraaf door wanneer een
stroomlijn- of framepaneel moet worden
verwijderd of aangebracht.
1. Stroomlijnpaneel A
2. Stroomlijnpaneel C1. Stroomlijnpaneel B
2. Paneel A
3. Paneel B
DAU18790
Stroomlijnpaneel A
Verwijderen van stroomlijnpaneel
Verwijder de schroeven en neem het stro-
omlijnpaneel los.
1. Stroomlijnpaneel A
2. Schroef
Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
Plaats het stroomlijnpaneel in de oors-
pronkelijke positie en breng dan de schro-
even aan.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-8
6
5WX-F819D-D3:5WX-F819D-D3 24/11/08 14:47 Página 44
Page 45 of 88
DAUS1571
Stroomlijnpaneel B
Verwijderen van stroomlijnpaneel
1. Verwijder het stroomlijnpaneel A. (Zie
pagina 6-8).
2. Verwijder de getoonde schroeven en
neem het stroomlijnpaneel los.
1. Stroomlijnpaneel B
2. Schroef
Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
1. Plaats het stroomlijnpaneel in de
oorspronkelijke positie en breng dan
de schroeven aan.
2. Breng het stroomlijnpaneel A aan.
DAU37730
Stroomlijnpaneel C
Verwijderen van stroomlijnpaneel
1. Verwijder de stroomlijnpanelen A en
B. (Zie pagina 6-8).
2. Verwijder de bouten en schroeven
zoals weergegeven en haal het stro-
omlijnpaneel los.
1. Stroomlijnpaneel C
2. Bout
3. Schroef
Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
1. Plaats het stroomlijnpaneel in de
oorspronkelijke positie en breng dan
de bouten en schroeven aan.
2. Bevestig de stroomlijnpanelen A en
B.
DAU19272
Paneel A
Verwijderen van het paneel
Verwijder de schroef en trek de afgebeel-
de gedeelten naar buiten.
1. Paneel A
2. Schroef
Aanbrengen van het paneel
Plaats het paneel in de oorspronkelijke
positie en breng dan de schroef aan.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-9
6
5WX-F819D-D3:5WX-F819D-D3 24/11/08 14:47 Página 45
Page 46 of 88
DAU19210
Paneel B
Verwijderen van het paneel
1. Verwijder de schroeven en haal het
paneel los.
1. Paneel B
2. Schroef
Aanbrengen van het paneel
Plaats het paneel in de oorspronkelijke
positie en breng dan de schroeven aan.
DAUS1580
Bougie controleren
De bougie is een belangrijk motoronder-
deel dat gemakkelijk te controleren is.
Door hitte en aanslag slijten bougies op
de lange duur. Daarom moeten bougies
worden verwijderd en gecontroleerd vol-
gens het periodieke onderhouds- en sme-
erschema. Bovendien kan aan het uiterlijk
van de bougie de conditie van de motor
worden afgelezen.
De bougie verwijderen
1. Verwijder het paneel A. (Zie pagina
6-8).
2. Verwijder de bougiedop.
1. Bougiedop
3. Verwijder de bougie zoals getoond
met behulp van de bougiesleutel uit
het opbergcompartiment. (Zie pagina
6-1).
1. Bougiesleutel
Controleren van de bougie
1. Controleer of de porseleinen isolator
rondom de centrale elektrode van de
bougie een middeldonkere tot lichte
kleur vertoont (de ideale kleur als
normaal met het voertuig wordt gere-
den).
OPMERKING
Wanneer de bougie een heel andere kleur
vertoont, werkt de motor mogelijk niet
naar behoren. Probeer dergelijke proble-
men niet zelf vast te stellen. Laat in plaats
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-10
6
5WX-F819D-D3:5WX-F819D-D3 24/11/08 14:47 Página 46
Page 47 of 88
daarvan uw machine nakijken door een
Yamaha dealer.
2. Controleer de bougie op afslijting van
de elektroden en op overmatige
koolstof- of andere aanslag. Vervang
indien nodig de bougie.
De bougie monteren
1. Meet de elektrodenafstand met een
draadvoelmaat. Stel de afstand
indien nodig af volgens de specifica-
tie.
1. Elektrodenafstand
2. Reinig het oppervlak van de bougie-
pakking en het pasvlak en verwijder
eventueel vuil uit de schroefdraad
van de bougie.
3. Breng de bougie aan met behulp van
de bougiesleutel en zet vast met het
correcte aanhaalmoment.
OPMERKING
Als geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2
slag verder te draaien. De bougie moet
echter zo snel mogelijk naar het juiste
aanhaalmoment worden aangedraaid.
4. Installeer de bougiedop.
5. Monteer het paneel.
DAUS1591
Versnellingsbakolie
Voor iedere rit moet het olieniveau in de
versnellingsbak worden gecontroleerd.
Ook moet de olie worden ververst volgens
de intervalperioden vermeld in het perio-
dieke smeer- en onderhoudsschema.
Controleren van het niveau van de
versnellingsbakolie
1. Olievuldop
2. Oliniveaucontrolebout
1. Verwijder het stroomlijnpaneel A. (Zie
pagina 6-8).
2. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.
Aanhaalmoment:
Bougie:
Elektrodenafstand:
0,6–0,7 mm (0,024–0,028 in)
1
Voorgeschreven bougie:
NGK / BR9 ES
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-11
6
5WX-F819D-D3:5WX-F819D-D3 24/11/08 14:47 Página 47
Page 48 of 88
OPMERKING
Zorg dat de machine rechtop staat bij het
controleren van het olieniveau. Wanneer
de machine iets schuin staat, kan het
niveau al foutief worden afgelezen.
3. Verwijder de olieniveaucontrolebout,
en controleer vervolgens het olieni-
veau.
OPMERKING
Het olieniveau moet zich aan de rand van
het controlegat bevinden.
4. Als het olieniveau zich onder de rand
van het controlegat bevindt, verwij-
der dan de olievuldop, voeg voldoen-
de olie van de aanbevolen soort toe
om de olie op het juiste niveau te
brengen, en breng daarna de olievul-
dop aan.
5. Breng de olieniveaucontrolebout aan
en zet deze daarna vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.Verversen van de versnellingsbakolie
1. Oliniveaucontrolebout
2. Aftapplug versnellingsbakolie
3. Ring
1. Plaats een olieopvangbak onder het
versnellingsbakoliereservoir om de
gebruikte olie op te vangen.
2. Verwijder de aftapplug voor de vers-
nellingsbakolie en de olieniveaucon-
trolebout om de olie af te tappen.
3. Breng de aftapplug en de controle-
bout aan en zet deze daarna vast
met de voorgeschreven aanhaalmo-
menten.4. Verwijder de olievuldop en vul de
voorgeschreven hoeveelheid van de
aanbevolen versnellingsbakolie bij.
Plaats daarna de olievuldop weer
terug en draai deze vast. LET OP:
Zorg ervoor dat geen vreemde
materialen in het transmissiehuis
terechtkomen.
[DCAM1021]
5. Start de motor en laat deze een paar
minuten stationair draaien, terwijl u
het versnellingsbakoliereservoir con-
troleert op lekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan
direct af en zoek de oorzaak.
Aanbevolen versnellingsbakolie:
Zie pagina 8-1
Oliehoeveelheid bij verversing:
0,75 L (0,79 US qt, 0,66 Imp.qt)
Aanhaalmoment:
Aftapplug versnellingsbakolie:
Oliniveaucontrolebout:
Aanhaalmoment:
Oliniveaucontrolebout:
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-12
6
5WX-F819D-D3:5WX-F819D-D3 24/11/08 14:47 Página 48
Page 49 of 88
DAU20070
Koelvloeistof
Voor iedere rit moet het koelvloeistofnive-
au worden gecontroleerd. Ook moet de
koelvloeistof worden ververst volgens de
intervalperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU39086
Controleren van het
koelvloeistofniveau
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud
is, temperatuurverschillen zijn name-
lijk van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat
bij het controleren van het koelvloeis-
tofniveau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.
2. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maxi-
mumniveau staan.
1. Koelvloeistofreservoir
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
3. Als het koelvloeistofniveau zich op of
onder de merkstreep voor minimum-
niveau bevindt, verwijder dan paneel
A. (Zie pagina 6-8).
4. Verwijder de dop van het koelvloeis-
tofreservoir, vul koelvloeistof bij tot
aan de merkstreep voor maximumni-
veau, en breng dan de dop van het
koelvloeistofreservoir weer aan.
WAARSCHUWING! Verwijder alle-
en de dop van het koelvloeistofre-
servoir. Probeer nooit om de radia-
torvuldop te verwijderen als de
motor koud is.
[DWA15161]. LET OP: Als
er geen koelvloeistof aanwezig is,
gebruik dan in plaats daarvan
gedistilleerd water of onthard lei-dingwater. Gebruik geen hard
water of zout water, dit is schade-
lijk voor de motor. Als er in plaats
van koelvloeistof water is gebruikt,
vervang dit dan zo snel mogelijk
door koelvloeistof, anders is het
systeem niet beschermd tegen
vorst en corrosie. Als er water aan
de koelvloeistof is toegevoegd,
laat dan een Yamaha dealer zo
snel mogelijk het antivriesgehalte
van de koelvloeistof controleren
om te voorkomen dat de effectivi-
teit van de koelvloeistof afneemt.
[DCA10472]
1. Dop koelvloeistofreservoir
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-13
6
5WX-F819D-D3:5WX-F819D-D3 24/11/08 14:47 Página 49
Page 50 of 88
5. Monteer het paneel.
DAUS1601
Om de koelvloeistof te verversen
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en laat het motorblok indien
nodig afkoelen.
2. Verwijder het stroomlijnpaneel C en
het paneel A. (Zie pagina 6-8).
3. Schuif een opvangbak onder de
motor om de gebruikte koelvloeistof
op te vangen.
4. Verwijder de borgbout voor de radia-
torvuldop, de borging voor de radia-
torvuldop en de radiatorvuldop.
WAARSCHUWING! Probeer nooit
om de radiatorvuldop te verwijde-
ren als de motor warm is.
[DWA10381]
1. Borgbout radiatorvuldop
2. Radiatorvuldop
3. Borging radiatorvuldop
5. Verwijder de aftapplug voor koelvlo-
eistof om het koelsysteem af te tap-
pen.
1. Aftapplug koelvloeistof
6. Verwijder de dop van het koelvloeis-
tofreservoir.
7. Haal de koelvloeistofreservoirslang
los aan reservoirzijde en laat de
koelvloeistof wegstromen uit het
reservoir.
1. Koelvloeistofreservoir
2. Slang koelvloeistofreservoir
8. Nadat de koelvloeistof is uitgestro-
omd moet het koelsysteem grondig
worden gespoeld met schoon kraan-
water.
9. Vervang de onderlegring van de
aftapplug als deze beschadigd is en
zet dan de aftapplug vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor
maximumniveau):
0,29 L (0,31 US qt, 0,26 Imp.qt)
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-14
6
5WX-F819D-D3:5WX-F819D-D3 24/11/08 14:47 Página 50