YAMAHA VMAX 2015 Instructieboekje (in Dutch)

Page 1 of 110

DIC183
VMX17
HANDLEIDING
2CE-F8199-D0
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u deze
machine gaat gebruiken.
[Dutch (D)]

Page 2 of 110

DAU50921
Lees deze han dlei din g aan dachti g d oor voor dat u d eze machine g aat geb ruiken. Deze han dlei din g d ient bij de
machine te b lijven als deze wor dt verkocht.
General manager of quality assurance div.
Date of issue: 1 Aug. 2002 Place of issue: Shizuoka, Japan
DECLARATION of CONFORMITY
 \b
\b\f
 

\f
\f
\f \f \f
  
Company: YAMAHA MOTOR ELECTRONICS CO., LTD. We
Address: 1450-6, Mori, Mori-Machi, Shuchi-gun, Shizuoka-Ken, 437-0292 Japan
Kind of equipment: IMMOBILIZER Hereby declare that the product:
Type-designation: 5SL-00
is in compliance with following norm(s) or documents:
R&TTE Directive(1999/5/EC)
EN300 330-2 v1.3.1(2006-01), EN300 330-2 v1.5.1(2010-02)
EN60950-1:2006/A11:2009
Two or Three-Wheel Motor Vehicles Directive(97/24/EC: Chapter 8, EMC)
1
2
3
4 Version up the norm of EN60950 to EN60950-1
To change company name
version up of the following norm:
• EN300 330-2 v1.1.1 to EN300 330-2 v1.3.1 and EN300 330-2 v1.5.1

27 Feb. 2006
1 Mar. 2007
8 Jul. 2010
Revision record
No. Contents
To change contact person and integrate type-designation. Date
9 Jun. 2005
Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheerDatum van afgifte: 1 augustus 2002 Plaats van afgifte: Shizuoka, Japan
CONFORMITEITSVERKLARING
 \b
\b\f
 

\f
\f
\f \f \f
  
Bedrijf: YAMAHA MOTOR ELECTRONICS CO., LTD. Wij,
Adres: 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan
Type apparaat: STARTBLOKKERING Verklaren hierbij dat het product:
Typeaanduiding: 5SL-00
in overeenstemming is met de volgende norm(en) of documenten:
R&TTE richtlijn(1999/5/EG)
EN300 330-2 v1.3.1(2006-01), EN300 330-2 v1.5.1(2010-02)
EN60950-1:2006/A11:2009Richtlijn betreffende motorvoertuigen op twee of drie wielen(97/24/EG: Hoofdstuk 8, EMC)1
2
3
4Overgang van norm EN60950 naar EN60950-1
Om bedrijfsnaam te wijzigen
overgang naar de volgende norm:
van EN300 330-2 v1.1.1 naar EN300 330-2 v1.3.1 en EN300 330-2 v1.5.1
27 februari 20061 maart 2007
8 juli 2010
Overzicht van wijzigingen
Nr. Inhoud
Om contactpersoon te wijzigen en typeaanduiding te integreren.
Datum
9 juni 2005
U2CED0D0.book Page 1 Friday, August 22, 2014 11:07 AM

Page 3 of 110

INLEIDING
DAU10103
Welkom in de wereld van Yamaha!
Als eigenaar van de VMX17 profiteert u van de enorme ervaring en technische kennis van Yamaha op het gebied van het ontwerpen en
fabriceren van hoogwaardige producten, waarmee Yamaha zijn reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven.
Neem rustig de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat u plezier zult hebben van alle functies van uw VMX17. D e Hand-
leiding geeft instructies voor de bediening, inspectie en het on derhoud van de machine en beschrijft hoe u uzelf en anderen kun t bescher-
men tegen persoonlijk letsel of schade.
Verder helpen allerlei tips in deze handleiding om uw machine in optimale conditie te houden. Als er ten slotte toch nog vragen zijn, aarzel
dan niet en neem contact op met de Yamaha dealer.
Het Yamaha team wenst u veilig en plezierig rijden toe. En vergeet niet, veiligheid voor alles!
Yamaha werkt voortdurend aan verbeteringen ten aanzien van producto ntwerp en kwaliteit. Om deze reden kan soms sprake zijn van
kleine tegenstrijdigheden tussen uw machine en de beschrijving er van in deze handleiding, ook al bevat de handleiding de meest recente
productinformatie ten tijde van publicatie. Als u vragen hebt over deze handleiding, neem dan contact op met uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA10032
Lees deze han dleid ing aan dachti g helemaal door voor dat u deze machine g aat geb ruiken.
U2CED0D0.book Page 1 Friday, August 22, 2014 11:07 AM

Page 4 of 110

BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
DAU10134
Bijzonder belangrijke informatie is in deze handleiding gemarkeerd met de volgende aanduidingen:
*Product en specificaties kunnen zonder voorafgaande aankondiging worden gewijzigd.Dit is het Safety Alert-sym
bool. Het wor dt geb ruikt om u te waarschuwen voor risico’s op
persoonlijk letsel. Vol g alle veili ghei dsaanwijzin gen bij dit sym bool op om mo gelijk letsel of
overlij den te voorkomen.
Een WAARSCHUWING d uidt een gevaarlijke situatie aan die, in dien niet verme den, kan re-
sulteren in ernsti g letsel of overlijd en.
De aan dui din g LET OP staat bij speciale voorzor gen die moeten wor den genomen om scha-
d e aan d e machine of an dere ei gen dommen te voorkomen.
De aanduiding OPMERKING staat bij belangrijke informatie die procedures kan vergemakkelijken
of verhelderen.
WAARSCHUWING
LET OPOPMERKING
U2CED0D0.book Page 1 Friday, August 22, 2014 11:07 AM

Page 5 of 110

BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
DAU36391
VMX17
HANDLEIDING
©2014 d oor Yamaha Motor Co., Lt d.
1e uit gave, juli 2014
Alle rechten voor behou den.
Elke vorm van her druk
of on bevoe gd g eb ruik
zon der schriftelijke toestemmin g van
Yamaha Motor Co., Lt d.
is uit drukkelijk ver bod en.
Ge drukt in Ne derlan d.
U2CED0D0.book Page 2 Friday, August 22, 2014 11:07 AM

Page 6 of 110

INHOUDSOPGAVEVEILIGHEIDSINFORMATIE.............. 1-1
BESCHRIJVING ................................ 2-1
Aanzicht linkerzijde ......................... 2-1
Aanzicht rechterzijde ...................... 2-2
Bedieningen en instrumenten......... 2-3
WERKING VAN DE
BEDIENINGSELEMENTEN EN
INSTRUMENTEN .............................. 3-1
Startblokkeersysteem..................... 3-1
Contactslot/stuurslot ...................... 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ............... 3-3
Snelheidsmeterunit......................... 3-7
Multifunctioneel display.................. 3-8
Stuurschakelaars .......................... 3-17
Koppelingshendel......................... 3-18
Schakelpedaal .............................. 3-19
Remhendel ................................... 3-19
Rempedaal ................................... 3-19
ABS .............................................. 3-20
Tankdop ....................................... 3-21
Brandstof ...................................... 3-22
Tankbeluchtingsslang en overloopslang............................ 3-23
Uitlaatkatalysatoren ...................... 3-24
Zadels ........................................... 3-24
Voorvork afstellen ......................... 3-26
Schokdemperunit afstellen ........... 3-28
Bagageriembevestiging ................ 3-30 EXUP-systeem .............................. 3-30
Zijstandaard .................................. 3-30
Startspersysteem .......................... 3-31
VOOR UW VEILIGHEID –
CONTROLES VOOR HET RIJDEN ... 4-1
GEBRUIK EN BELANGRIJKE
RIJ-INFORMATIE .............................. 5-1
Starten van de motor ...................... 5-1
Schakelen ....................................... 5-2
Tips voor een zuinig brandstofverbruik ........................ 5-3
Inrijperiode ...................................... 5-3
Parkeren .......................................... 5-4
PERIODIEK ONDERHOUD EN
AFSTELLINGEN ................................ 6-1
Boordgereedschapssets ................. 6-2
Periodiek onderhoudsschema voor het uitstootcontrolesysteem ........ 6-3
Algemeen smeer- en onderhoudsschema ..................... 6-4
Verwijderen en aanbrengen van de stroomlijn- en framepanelen ........ 6-8
Controleren van de bougies.......... 6-10
Motorolie en oliefilterpatroon ........ 6-11
Cardanolie ..................................... 6-14
Koelvloeistof.................................. 6-16
Luchtfilterelement ......................... 6-19
Stationair toerental controleren..... 6-20 De vrije slag van de gasgreep
controleren ................................ 6-20
Klepspeling ................................... 6-20
Banden ........................................ 6-21
Gietwielen ..................................... 6-23
Koppelingshendel ......................... 6-23
Vrije slag van remhendel controleren ................................ 6-24
Remlichtschakelaars..................... 6-24
Controleren van voor- en achterremblokken ..................... 6-25
Controleren van remvloeistofniveau .................... 6-25
Rem- en koppelingsvloeistof
verversen ................................... 6-27
Kabels controleren en smeren...... 6-27
Controleren en smeren van gasgreep en gaskabel ............... 6-27
Rem- en schakelpedalen controleren en smeren .............. 6-28
Rem- en koppelingshendels controleren en smeren .............. 6-28
Zijstandaard controleren en
smeren ...................................... 6-29
Achterbrugscharnierpunten smeren ...................................... 6-29
Voorvork controleren .................... 6-30
Stuursysteem controleren ............ 6-30
Controleren van wiellagers ........... 6-31
Accu.............................................. 6-31
Zekeringen vervangen .................. 6-34U2CED0D0.book Page 1 Friday, August 22, 2014 11:07 AM

Page 7 of 110

INHOUDSOPGAVE
Koplampgloeilamp vervangen .......6-35
Parkeerlichtgloeilamp vervangen ..................................6-37
Achterlicht/remlichtunit .................6-37
Gloeilamp in richtingaanwijzer vervangen ..................................6-38
Gloeilamp van kentekenverlichting vervangen ..................................6-38
Ondersteunen van de motorfiets...6-39
Problemen oplossen .....................6-40
Storingzoekschema’s ....................6-41
VERZORGING EN STALLING VAN
DE MOTORFIETS ..............................7-1
Matkleur, let op ...............................7-1
Verzorging .......................................7-1
Stalling.............................................7-4
SPECIFICATIES .................................8-1
GEBRUIKERSINFORMATIE ..............9-1
Identificatienummers .......................9-1
INDEX ...............................................10-1
U2CED0D0.book Page 2 Friday, August 22, 2014 11:07 AM

Page 8 of 110

1-1
1
VEILIGHEIDSINFORMATIE
DAU1028B
Wees een verantwoordelijke ei genaar
Als eigenaar van de machine bent u verant-
woordelijk voor de veilige en juiste bedie-
ning ervan.
Motorfietsen zijn tweewielige voertuigen.
Voor een veilig gebruik zijn de toepassing
van de juiste rijtechnieken en de ervaring
van de bestuurder van belang. Elke be-
stuurder moet bekend zijn met de volgende
vereisten alvorens me t deze motorfiets te
gaan rijden.
Hij of zij moet:  Door een competente informatiebron
grondig zijn ingelicht over alle aspec-
ten van het motorrijden.
 Zich houden aan de waarschuwingen
en onderhoudseisen zoals vermeld in
deze Gebruikershandleiding.
 Grondig getraind zijn in veilige en cor-
recte rijtechnieken.
 Gebruikmaken van professionele
technische service, zoals aangegeven
in deze Gebruikershandleiding en/of
wanneer de mechanische condities
dit vereisen.
 Ga nooit rijden met een motorfiets
zonder passende rijopleiding of in-
structies. Neem rijlessen. Beginners
moeten les krijgen van een gediplo- meerd instructeur. Neem contact op
met een bevoegde motorfietsdealer
voor informatie over rijlessen bij u in
de buurt.
Veili g rij den
Voer vóór elke rit de controles voor het rij-
den uit om u ervan te verzekeren dat de
machine in veilige staat verkeert. Onvol-
doende inspectie of onderhoud van de ma-
chine vergroot het risico op ongeval of
schade. Zie pagina 4-1 voor een lijst met
controles voor het rijden.  Deze motorfiets is gebouwd voor het
vervoer van de bestuurder plus een
passagier.
 Het niet opmerken en herkennen van
motorfietsen door andere weggebrui-
kers vormt de belangrijkste oorzaak
van auto-/motorongevallen. Vaak
worden ongevallen veroorzaakt door-
dat een autobestuurder de motor niet
heeft gezien. Zorg dat u opvalt, dat
blijkt het meest effectief om het risico
op een dergelijk type ongeval te ver-
minderen.
Dus:
• Draag een jack in felle kleuren. • Wees extra voorzichtig bij het nade-
ren en passeren van kruisingen,
daar doen ongelukken met motor-
fietsen zich namelijk het meest
voor.
• Ga daar rijden waar andere wegge- bruikers u kunnen zien. Ga niet rij-
den in de dode zichthoek van een
andere weggebruiker.
• Pleeg nooit onderhoud aan een motorfiets zonder voldoende ken-
nis. Neem contact op met een be-
voegde motorfietsdealer voor
informatie over het basisonderhoud
van een motorfiets. Bepaalde on-
derhoudswerkzaamheden kunnen
alleen worden uitgevoerd door ge-
diplomeerd personeel.
 Bij veel ongevallen zijn onervaren be-
stuurders betrokken. Veelal zijn be-
stuurders die bij een ongeval
betrokken waren zelfs niet in het bezit
van een geldig motorrijbewijs.
• Zorg dat u bekwaam bent om te rij- den en leen uw motorfiets alleen uit
aan ervaren motorrijders.
• Weet wat u wel en niet aankunt. Door rekening te houden met uw
beperkingen helpt u ongelukken
voorkomen.U2CED0D0.book Page 1 Friday, August 22, 2014 11:07 AM

Page 9 of 110

VEILIGHEIDSINFORMATIE
1-2
1
• We raden aan om het motorrijden teoefenen op plekken waar geen ver-
keer is, totdat u grondig bekend
bent met de motor en zijn bedie-
ning.
 Ongelukken worden vaak veroorzaakt
door een fout van de motorbestuur-
der. Veel bestuurders houden bij het
ingaan van een bocht een te hoge rij-
snelheid aan of gaan onvoldoende
schuinliggen voor de rijsnelheid,
waardoor ze wijd uit de bocht komen.
• Neem altijd de maximumsnelheid in acht en rijd nooit sneller dan de
wegcondities en het verkeer toe-
staan.
• Geef altijd richting aan voordat u af-
slaat of van rijstrook wisselt. Zorg
dat andere weggebruikers u kun-
nen zien.
 De zithouding van de bestuurder en
de passagier is belangrijk voor een
goede besturing.
• De bestuurder moet tijdens het rij- den beide handen aan het stuur
houden en beide voeten op de be-
stuurdersvoetsteunen, om zo de
macht over het stuur te behouden.
• De passagier hoort steeds de be-
stuurder, de zadelband of de hand-
greep, indien aanwezig, met beide handen vast te houden en beide
voeten op de passagiersvoetsteu-
nen te houden. Neem nooit een
passagier mee die niet in staat is
om beide voeten stevig op de pas-
sagiersvoetsteunen te zetten.
 Rijd nooit onder invloed van alcohol of
andere drugs.
 Deze motorfiets is uitsluitend ontwor-
pen voor gebruik op verharde wegen.
De machine is niet bedoeld voor off-
roadgebruik.
Beschermen de uitrustin g
Motorongelukken met dodelijke afloop be-
treffen meestal hoofdletsel. Het dragen van
een helm is de belangrijkste factor bij het
voorkomen of reduceren van hoofdletsel.
 Draag altijd een goedgekeurde helm.
 Draag ook een vizier of een veilig-
heidsbril. Zonder oogbescherming
kan uw zicht door de rijwind verslech-
teren, waardoor u gevaren mogelijk te
laat opmerkt.
 Door een jack, stevige schoenen, een
lange broek, handschoenen e.d. te
dragen verkleint u de kans op schaaf-
wonden of ontvellingen. 
Draag nooit loszittende kleding, deze
kan blijven haken aan bedienings-
handgrepen of door de wielen worden
gegrepen en zo een ongeval of letsel
veroorzaken.
 Draag altijd beschermende kleding
die uw benen, enkels en voeten be-
dekt. De motor en het uitlaatsysteem
kunnen tijdens en na het rijden zeer
heet zijn en brandwonden veroorza-
ken.
 De hierboven vermelde voorzorgs-
maatregelen gelden ook voor passa-
giers.
Voorkom koolmonoxi dever gifti gin g
De uitlaatgassen van verbrandingsmotoren
bevatten koolmonoxide, een dodelijk gas.
Inademing van koolmonoxide kan hoofd-
pijn, duizeligheid, sufheid, misselijkheid,
verwarring en uiteindelijk de dood veroor-
zaken.
Koolmonoxide is een kleurloos, reukloos,
smaakloos gas dat ook aanwezig kan zijn
als u geen uitlaatgassen ziet of ruikt. Het
koolmonoxideniveau kan zeer snel oplo-
pen, waardoor u het bewustzijn kunt verlie-
zen en uzelf niet meer kunt redden. In
afgesloten of slecht geventileerde ruimtes
kunnen dodelijke hoeveelheden koolmo-
noxide dagenlang blijven hangen. Als u
U2CED0D0.book Page 2 Friday, August 22, 2014 11:07 AM

Page 10 of 110

VEILIGHEIDSINFORMATIE
1-3
1
symptomen van koolmonoxidevergiftiging
ervaart, verlaat de ruimte dan onmiddellijk,
ga naar de open lucht en ROEP MEDISCHE
HULP IN. Laat de motor niet binnen draaien.
Zelfs als u ventileert met ventilatoren
of open ramen en deuren kan de hoe-
veelheid koolmonoxide snel oplopen
tot gevaarlijke niveaus.
 Laat de motor niet draaien in slecht
geventileerde of deels afgesloten
ruimtes zoals schuren of garages.
 Laat de motor niet buiten draaien op
plaatsen waar de uitlaatgassen in een
gebouw kunnen worden getrokken via
openingen zoals ramen en deuren.
Bela den
Het monteren van accessoires of het ver-
voer van bagage kan een negatief effect
hebben op de rijstabiliteit en het wegge-
drag als hierdoor de gewichtsverdeling van
de motor verandert. Wees uiterst voorzich-
tig bij het monteren van accessoires of het
beladen van uw motor, om zo mogelijke
ongevallen te vermijden. Pas extra op wan-
neer u op een motor rijdt die beladen is of
waaraan accessoires zijn gemonteerd.
Hieronder volgen naast de informatie over
accessoires enkele richtlijnen voor het be-
laden van uw motorfiets: Het totale gewicht van de bestuurder, pas-
sagier, accessoires en bagage mag de
maximale gewichtslimiet niet overschrij-
den.
Rijden met een te zwaar belaste
machine kan lei den tot een on geval.
Let op het volgende wanneer u tot deze ge-
wichtslimiet belaadt:  Het zwaartepunt van bagage en ac-
cessoires moet zo laag mogelijk lig-
gen en zo dicht mogelijk bij de motor.
Bevestig zware goederen zo dicht
mogelijk bij het midden van de machi-
ne en verdeel het gewicht zo gelijkma-
tig mogelijk over beide zijden om
onbalans of instabiliteit te minimalise-
ren.
 Als gewicht gaat schuiven kan zich
een plotselinge onbalans voordoen.
Controleer voordat u gaat rijden of ac-
cessoires en bagage stevig aan de
motor zijn bevestigd. Controleer de
bevestigingspunten voor accessoires
en bagage regelmatig.
• Pas de vering aan de te vervoeren bagage aan (alleen voor modellen
met instelbare vering) en controleer
de toestand en spanning van uw
banden. • Bevestig nooit omvangrijke of zwa-
re goederen aan het stuur, de voor-
vork of het voorwielspatbord.
Dergelijke voorwerpen, inclusief
bagage als slaapzakken, plunjezak-
ken of tenten, kunnen een instabiel
weggedrag of een te trage reactie
op het stuur veroorzaken.
 Deze machine is niet ontworpen
voor het trekken van een aanhan ger
of bevesti gin g van een zijspan.
Orig inele Yamaha accessoires
De keuze van accessoires voor uw machi-
ne vormt een belangrijke beslissing. Origi-
nele Yamaha accessoires, die alleen
verkrijgbaar zijn bij de Yamaha dealer, zijn
door Yamaha ontwikkeld, getest en goed-
gekeurd voor gebruik op uw machine.
Veel bedrijven die niet zijn gelieerd aan
Yamaha produceren onderdelen en acces-
soires of bieden aanpassingssets voor
Yamaha voertuigen. Yamaha kan niet alle producten testen die deze bedrijven produ-
ceren. Om die reden kan Yamaha acces-
soires die niet door Yamaha zijn verkocht of
wijzigingen die niet door zijn Yamaha zijn
aangeraden niet goedkeuren of aanbeve-
len, zelfs niet als deze zijn verkocht en
geenstalleerd door een Yamaha dealer.
Maximale
belastin g:
190 kg (419 lb)U2CED0D0.book Page 3 Friday, August 22, 2014 11:07 AM

Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 ... 110 next >