YAMAHA VMAX 2015 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2015, Model line: VMAX, Model: YAMAHA VMAX 2015Pages: 110, PDF Size: 3.11 MB
Page 21 of 110
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-6
3
WAARSCHUWING
DWA16041
Als het ABS-waarschuwingslampje niet
uit gaat zo dra met een snelhei d van 10
km/h (6 mi/h) of ho ger wor dt g ere den, of
als het waarschuwin gslampje tij dens
het rij den gaat bran den of knipperen,
keert het remsysteem teru g naar con-
ventioneel remmen. Als een van d e bo-
venstaan de gevallen zich voor doet, of
als het waarschuwin gslampje helemaal
niet gaat bran den, rij d an extra voorzich-
ti g om te voorkomen dat de remmen in
noo dsituaties blokkeren. Laat het rem-
systeem en de elektrische circuits zo
snel mo gelijk door een Yamaha dealer
controleren.OPMERKINGAls de startknop wordt ingedrukt terwijl de
motor draait gaat het ABS-waarschu-
wingslampje branden, maar dit duidt niet
op een storing.
DAU48521
Controlelampje schakelmoment
Dit controlelampje kan zo worden ingesteld
dat het bij de gewenste motortoerentallen
aan- of uitgaat en wordt gebruikt om aan te
geven wanneer naar de volgende hogere
versnelling moet worden geschakeld.
Het elektrisch circuit voor het controle-
lampje kan worden gecontroleerd door de
sleutel naar “ON” te draaien. Het controle-
lampje moet enkele seconden oplichten en
dan uitgaan.
Licht het controlelampje niet meteen op
wanneer u de sleutel naar “ON” draait of
blijft het lampje branden, laat het elektrisch
circuit dan door een Yamaha dealer contro-
leren. (Zie pagina 3-9 voor een uitgebreide
uitleg over de functie van dit controlelampje
en het instellen daarvan.)
DAU38626
Controlelampje start blokkerin g
Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
te knipperen om aan te geven dat het start-
blokkeersysteem is ingeschakeld. Het con-
trolelampje stopt na 24 uur met knipperen,
maar het startblokkeersysteem blijft inge-
schakeld. Het elektrisch circuit voor het controle-
lampje kan worden gecontroleerd door de
sleutel naar “ON” te draaien. Het controle-
lampje moet enkele seconden oplichten en
dan uitgaan.
Licht het controlelampje niet meteen op
wanneer u de sleutel naar “ON” draait of
blijft het lampje branden, laat het elektrisch
circuit dan door een Yamaha dealer contro-
leren.
Het zelfdiagnosesysteem detecteert ook
storingen in de circuits van het startblok-
keersysteem. (Zie pagina 3-16 voor uitleg
over de werking van het zelfdiagnosesy-
steem.)
U2CED0D0.book Page 6 Friday, August 22, 2014 11:07 AM
Page 22 of 110
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-7
3
DAU46626
SnelheidsmeterunitSnelhei dsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
het voertuig aan.OPMERKINGVoor het Verenigd Koninkrijk
U kunt schakelen tussen de kilometer- en
mijlenweergave van de snelheidsmeter.
Houd om tussen beide weergaven te scha-
kelen de toets “SELECT” minstens twee
seconden lang ingedrukt.Op de stuurhouder bevinden zich de toet-
sen “SELECT” en “RESET”. Toerenteller
Met de toerenteller kan de bestuurder het
motortoerental controleren en dit binnen
het ideale bereik houden. Als de sleutel
naar “ON” wordt gedraaid, slaat de naald
van de toerenteller eenmaal helemaal uit tot
het hoogste aantal toeren per minuut en
keert daarna weer terug naar nul tpm om
het elektrische circuit te testen.
LET OP
DCA10032
Laat
de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in de ro de zone wijst.
Ro de zone: 9500 tpm en ho ger
Controlelampje schakelmoment
Zie pagina 3-9 voor uitleg over en instellin-
gen voor dit controlelampje.
1. Toerenteller
2. Controlelampje schakelmoment
3. Rode zone toerenteller
4. Snelheidsmeter
1 2
4
3
1. “SELECT”-toets
2. “RESET”-toets
12
U2CED0D0.book Page 7 Friday, August 22, 2014 11:07 AM
Page 23 of 110
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-8
3
DAU4658E
Multifunctioneel display
WAARSCHUWING
DWA12313
Zet de machine stil voor dat u wijzi gin-
g en aan bren gt in d e instellin gen van het
multifunctionele display. Het aan bren-
g en van wijzi gin gen tij dens het rij den
kan u aflei den en ver groot het risico op
een on geval.Op de stuurhouder bevinden zich de toet-
sen “SELECT” en “RESET”. Met deze toet-
sen kunt u de instellingen in het
multifunctionele display beheren of wijzi-
gen. Telkens wanneer de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid, wordt het multifunctionele
display ingesteld op de normale modus.
Normale mo
dus
De volgende functies zijn beschikbaar in de
normale modus:
een kilometerteller
een klok
twee rittellers (die de afgelegde af-
stand aangeven sinds de tellers het
laatst werden teruggesteld op nul)
een ritteller voor brandstofreserve (die
de afgelegde afstand aangeeft sinds
het waarschuwingslampje brandstof-
reserve aanging)
een brandstofniveaumeter
een indicator voor de ingeschakelde
versnelling
een temperatuurmeter koelvloeistof
een voorziening voor zelfdiagnose
OPMERKINGAlleen Verenigd Koninkrijk:
U kunt schakelen tussen de kilometer- en
mijlenweergave van de snelheidsmeter en
de kilometerteller/ritteller. Houd “SELECT”
ten minste twee seconden ingedrukt om te
1. Multifunctioneel display
1
1. “SELECT”-toets
2. “RESET”-toets
12
1. Kilometerteller
2. Klok
3. Ritteller/ritteller brandstofreserve
4. Waarschuwingsindicator
koelvloeistoftemperatuur “ ”
5. Temperatuurmeter koelvloeistof
6. Indicator ingeschakelde versnelling
7. Waarschuwingsindicator brandstofniveau “ ”
8. Brandstofniveaumeter
123
865
7
4
U2CED0D0.book Page 8 Friday, August 22, 2014 11:07 AM
Page 24 of 110
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-9
3
schakelen tussen de weergaven van de
snelheidsmeter en de kilometerteller/rittel-
ler.RittellersDraai de sleutel naar “ON”. Druk op “SE-
LECT” om de weergave te schakelen tus-
sen de rittellers “TRIP-1” en “TRIP-2”, in de
onderstaande volgorde:
TRIP-1 → TRIP-2 → TRIP-1
Als de hoeveelheid brandstof in de brand-
stoftank afneemt tot 3.9 L (1.03 US gal,
0.86 Imp.gal), gaat het waarschu-
wingslampje brandstofniveau branden en
schakelt de ritteller automatisch naar de
brandstofreserve-rittellermodus “TRIP-F”,
waarop de afgelegde afstand vanaf dat
punt wordt aangegeven. Druk in dat geval
op “SELECT” om in de onderstaande volg-
orde te schakelen tussen de diverse rittel-
lers:
TRIP-F → TRIP-1 → TRIP-2 → TRIP-F
Als u met het voertuig blijft rijden na ver-
schijning van de brandstofreserve-ritteller
“TRIP-F”, beginnen de brandstofniveau-
meter en de waarschuwingsindicator
brandstofniveau “ ” te knipperen.
Als u een ritteller op nul wilt terugstellen,
selecteert u deze door op “SELECT” te
drukken en vervolgens “RESET” ten minste
1 seconde lang ingedrukt te houden. Wan- neer u de brandstofreserve-ritteller niet zelf
met de hand op nul terugstelt, wordt deze
automatisch teruggesteld zodra na het tan-
ken 5 km (3 mi) is gereden en wordt de vo-
rige ritteller weergegeven.
Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. Het
weergegeven brandstofniveau daalt naar
“E” (Empty) naarmate
het brandstofniveau
daalt. Als de hoeveelheid brandstof in de
brandstoftank daalt naar 3.9 L (1.03 US gal,
0.86 Imp.gal), gaat het waarschu-
wingslampje brandstofniveau branden. Vul
in dat geval zo snel mogelijk brandstof bij.
Als u met het voertuig blijft rijden na ver-
schijning van de brandstofreserve-ritteller
“TRIP-F”, beginnen de brandstofniveau-
meter en de waarschuwingsindicator
brandstofniveau “ ” te knipperen.
Indicator ingeschakelde versnellingDeze indicator geeft aan welke versnelling
is ingeschakeld. De vrijstand wordt aange-
geven door “ ” en door het vrijstandcon-
trolelampje. Temperatuurmeter koelvloeistof
Met de contactsleutel in de stand “ON”
geeft de temperatuurmeter voor koelvloei-
stof de temperatuur van de koelvloeistof
aan. De koelvloeistoftemperatuur is afhan-
kelijk van de weersomstandigheden en de
motorbelasting. Als het waarschu-
wingslampje koelvloeistoftemperatuur gaat
branden en het bovenste segment en de
waarschuwingsindicator voor koelvloei-
stoftemperatuur knipperen, stop de machi-
ne dan en laat de motor afkoelen. (Zie
pagina 6-42.)LET OP
DCA10022
Laat
de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.Selectiemo dus
De verschillende functies van dit multifunc-
tionele display worden aangepast in de se-
lectiemodus.OPMERKING De versnellingsbak moet in de vrij-
stand staan als u instellingen in deze
modus wilt wijzigen.
Als een versnelling wordt ingescha-
keld worden alle gemaakte instellin-
gen opgeslagen. Vervolgens wordt de
U2CED0D0.book Page 9 Friday, August 22, 2014 11:07 AM
Page 25 of 110
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-10
3
selectiemodus geannuleerd en wordt
de normale modus weergegeven op
alle schermen.
Afhankelijk van het scherm worden
door het indrukken van “RESET” in-
stellingen opgeslagen of verandert de
selectiemodus in de normale modus.
Houd “SELECT” en “RESET” tegelijkertijd
ten minste drie seconden ingedrukt om de
selectiemodus te openen.
In deze modus kunnen de volgende items
worden ingesteld/aangepast:
helderheid
controlelampje schakelmoment
klok
stopwatch
aftelklok
systeemstatus
onderhoudstellersOPMERKINGAls u wilt terugkeren naar de normale mo-
dus, drukt u op “SELECT” om te bladeren
naar “ ” en drukt u vervolgens op “RE-
SET”.
De helderheid instellenMet deze functie regelt u de helderheid van
het toerentellerpaneel en snelheidsmeter
(“Meter panel”) (tellerpaneel), de naald van
de toerenteller (“Needle”) (naald) en het
multifunctionele display (“Display”) in over-
eenstemming met het aanwezige daglicht.
1. Druk op “SELECT” om “Brightness”
(Helderheid) te markeren.
2. Druk op “RESET”, druk vervolgens op “SELECT” om door de functies te bla-
deren en een item te markeren.
3. Druk op “RESET”. De segmenten van het helderheidsniveau voor het gese-
lecteerde item gaan knipperen.
4. Druk op “SELECT” om het gewenste helderheidsniveau te markeren.
5. Druk op “RESET” om het helderheids- niveau in te stellen. 6. Druk “SELECT” om te bladeren
naar “ ”, druk vervolgens op “RE-
SET” om terug te keren naar het vori-
ge menu.
De instellingen van het controlelampje
schakelmoment selecterenMet deze functie kiest u of het controle-
lampje schakelmoment wordt geactiveerd
en of het bij activering knippert of continu
brandt. 1. Druk op “SELECT” om “Shift light” (Schakellampje) te markeren.
2. Druk op “RESET”.1. Controlelampje schakelmoment
1
U2CED0D0.book Page 10 Friday, August 22, 2014 11:07 AM
Page 26 of 110
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-11
3
3. Druk op “SELECT” om “Operation se-lection” (Werkingsselectie) te marke-
ren.
4. Druk op “RESET”. Druk op “SELECT” en markeer “On”
(Aan) om het controlelampje te active-
ren. Het controlelampje brandt conti-
nu na activering.
Druk op “SELECT” en markeer
“Flash” (Knipperen) om het controle-
lampje te activeren. Het controlelamp-
je gaat knipperen na activering.
Druk op “SELECT” en markeer “Off”
(Uit) om het controlelampje te deacti-
veren. Het controlelampje brandt niet
en gaat niet knipperen.
OPMERKINGHet controlelampje knippert elke twee se-
conden eenmaal om aan te geven dat het is
gedeactiveerd. Het controlelampje gaat uit
wanneer dit menu wordt afgesloten.5. Druk op “RESET” om de activiteit vanhet controlelampje schakelmoment in
te stellen.
6. Druk nogmaals op “RESET” om terug
te keren naar het vorige menu.
Het toerental in relatie tot het controlelamp-je schakelmoment instellenMet deze functie kiest u het motortoerental
waarbij het controlelampje wordt geacti-
veerd en gedeactiveerd. U kunt alle ver-
snellingen op hetzelfde activerings-
/deactiveringstoerental instellen of u kunt
de versnellingen afzonderlijk instellen.
Druk op “SELECT” om “r/min setting” (Toe-
rentalinstelling) te markeren en druk vervol-
gens op “RESET”.
OPMERKINGHet controlelampje schakelmoment kan
worden ingesteld om te worden geacti-
veerd tussen 3000 tpm en 10500 tpm en
om te worden gedeactiveerd tussen 3500
tpm en 11000 tpm in stappen van 500 tpm.Alle versnellingen op hetzelfde toerental in-
stellen: 1. Druk op “SELECT” om “All” (Alle) te
markeren.
2. Druk op “RESET”; “On” (Aan) wordt weergegeven.
3. Druk op “RESET” zodat de toerental- cijfers gaan knipperen.
U2CED0D0.book Page 11 Friday, August 22, 2014 11:07 AM
Page 27 of 110
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-12
3
4. Druk op “SELECT” om het motortoe-
rental te markeren waarbij het contro-
lelampje schakelmoment wordt
geactiveerd.
5. Druk op “RESET” om het geselecteer-
de motortoerental in te stellen. “Off”
(Uit) wordt gemarkeerd en de cijfers
van het toerental gaan knipperen.
6. Druk op “SELECT” om het motortoe- rental te markeren waarbij het contro-
lelampje schakelmoment wordt
gedeactiveerd.
7. Druk op “RESET” om het geselecteer- de motortoerental in te stellen.
8. Druk nogmaals op “RESET” om terug te keren naar het vorige menu.
Het toerental voor elke versnelling afzon-
derlijk instellen:
1. Druk op “SELECT” om versnellingen van “1st” (1e) tot en met “5th” (5e) te
markeren, en druk vervolgens op “RE-
SET”.
2. Als u drukt op “RESET” gaan de toe- rentalcijfers voor de gemarkeerde ver-
snelling knipperen. Voer vervolgens
de stappen 4–8 onder “Alle versnellin- gen op hetzelfde toerental instellen:”
uit om het toerental voor de afzonder-
lijke versnellingen in te stellen.
OPMERKINGAls u het toerental voor de afzonderlijke
versnellingen hebt ingesteld en u kiest “All”
(Alle), worden alle eerder ingestelde toeren-
tallen voor afzonderlijke versnellingen te-
ruggezet naar de standaardinstellingen
9000 (activering) en 11000 (deactivering).3. Druk “SELECT” om te bladeren
naar “ ”, druk vervolgens op “RE-
SET” om terug te keren naar het vori-
ge menu.
De helderheid van het controlelampje scha-kelmoment instellenMet deze functie regelt u de helderheid van
het controlelampje schakelmoment. 1. Druk op “SELECT” om “Brightness”
(Helderheid) te markeren.
2. Druk op “RESET” zodat de segmen- ten van het helderheidsniveau gaan
knipperen. 3. Druk op “SELECT” om het gewenste
helderheidsniveau te markeren.
4. Druk op “RESET” om het gewenste
helderheidsniveau in te stellen.
5. Druk op “RESET” om terug te keren naar het vorige menu.
6. Druk op “SELECT” om te bladeren naar “ ” en druk vervolgens op “RE-
SET”. Op deze wijze kunt u een ander
item in het menu selecteren.
De klok instellen
1. Druk op “SELECT” om “Display” te markeren.
2. Druk op “RESET”. Het volgende scherm wordt weergegeven.
U2CED0D0.book Page 12 Friday, August 22, 2014 11:07 AM
Page 28 of 110
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-13
3
3. Druk op “RESET” zodat de uuraandui-ding gaat knipperen.
4. Druk op “SELECT” om de uuraandui- ding te verhogen.
5. Druk op “RESET” zodat de minuten-
aanduiding gaat knipperen.
6. Druk op “SELECT” om de minuten- aanduiding te verhogen.
7. Druk op “RESET” om de klok te star- ten.
8. Druk nogmaals op “RESET” om terug
te keren naar het vorige menu.
Alle functies voor helderheid en controle-lampje schakelmoment terugstellenHiermee worden alle instellingen van de
functies voor de helderheid en het controle-
lampje schakelmoment teruggesteld. 1. Druk op “SELECT” om “Display” te markeren.
2. Druk op “RESET”.
3. Druk op “SELECT” om “All reset” (Alle terugstellen) te markeren. 4. Druk op “RESET” en druk vervolgens
op “SELECT” om “Yes” (Ja) te marke-
ren.
5. Druk op “RESET” om de waarden voor de helderheid en het controle-
lampje schakelmoment terug te stel-
len op de fabrieksinstelling. De
weergave keert terug naar de normale
modus.
OPMERKINGAls u verdere instellingen voor het multi-
functionele display wilt uitvoeren, opent u
de selectiemodus opnieuw door “SELECT”
en “RESET” tegelijkertijd ten minste drie
seconden ingedrukt te houden.De stopwatch gebruikenU kunt de stopwatch als volgt activeren.1. Druk op “SELECT” om “Stopwatch”
te markeren. 2. Druk op “RESET”.
3. Druk op “SELECT” om “Stopwatch”
te markeren.
4. Druk op “RESET”. Het multifunctionele display verandert
in de normale modus en in plaats van
de klok wordt nu de stopwatch weer-
gegeven.
5. Druk op “SELECT” om de stopwatch te starten.
6. Druk op de startknop “ ” of op “SE- LECT” om de stopwatch te stoppen.
7. Druk op “RESET” om de stopwatch terug te stellen op nul.
U2CED0D0.book Page 13 Friday, August 22, 2014 11:07 AM
Page 29 of 110
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-14
3
OPMERKINGAls gedurende een minuut noch op
“SELECT” noch op “RESET” wordt
gedrukt, verandert het scherm auto-
matisch in de normale modus.
Houd “RESET” ten minste twee se-
conden ingedrukt om het scherm te
wijzigen in de normale modus.
Als u verdere instellingen voor het
multifunctionele display wilt uitvoeren,
opent u de selectiemodus opnieuw
door “SELECT” en “RESET” tegelij-
kertijd ten minste drie seconden inge-
drukt te houden.De aftelklok gebruikenU kunt de aftelklok als volgt activeren.
1. Druk op “SELECT” om “Stopwatch” te markeren.
2. Druk op “RESET”.
3. Druk op “SELECT” om “Countdown” (Aftelling) te markeren.
4. Druk op “RESET”. Het multifunctione- le display verandert in de normale mo-
dus, in plaats van de klok wordt nu de stopwatch weergegeven en de indica-
tor voor de ingeschakelde versnelling
verandert in de aftelklok.
5. Als u drukt op “SELECT” of in een ver- snelling schakelt, begint de aftelklok
af te tellen vanaf “5”. Tegelijkertijd
knippert het controlelampje schakel-
moment afhankelijk van het weerge-
geven aantal (als bijvoorbeeld “5”
wordt weergegeven, knippert het con-
trolelampje vijf maal, wanneer “4”
wordt weergegeven, knippert het con-
trolelampje vier maal, enzovoort). De
stopwatch begint te tellen wanneer de
aftelklok het aftellen afrondt.
6. Druk op de startknop “ ” of “SE- LECT” om de aftelklok te stoppen.
7. Druk op “RESET” om de aftelklok en
stopwatch terug te stellen op nul.
8. Herhaal de stappen 5–7, of houd “RE-
SET” weer ten minste twee seconden
ingedrukt om de normale modus te
openen.
OPMERKINGZorg om verdere instellingen van het multi-
functionele display uit te voeren dat de ver-
snellin gsb ak in de vrijstan d staat en keer
terug naar de selectiemodus door “SE-
LECT” en “RESET” ten minste drie secon-
den ingedrukt te houden.De systeemstatus controleren en terugstel-len op nulDe status/stand van de volgende items
wordt weergegeven en u kunt de rittellers
terugstellen op nul. rittellers en kilometerteller
brandstofverbruik
luchtaanzuigtemperatuur
stand van gasklepopeningOPMERKINGU kunt het menu “System status” (Sy-
steemstatus) niet bekijken als het
waarschuwingslampje brandstofni-
veau of koelvloeistoftemperatuur
brandt.
Als het waarschuwingslampje brand-
stofniveau of koelvloeistoftempera-
tuur gaat branden terwijl de motor
loopt en het systeemstatusmenu
U2CED0D0.book Page 14 Friday, August 22, 2014 11:07 AM
Page 30 of 110
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-15
3
wordt weergegeven, wordt automa-
tisch de normale modus weergege-
ven.
1. Druk op “SELECT” om “System sta-tus” (Systeemstatus) te markeren en
druk vervolgens op “RESET”.
2. Druk op “SELECT” om “Yes” (Ja) te markeren en druk vervolgens op “RE-
SET”. (Markeer “No” (Nee) en druk op
“RESET” om terug te keren naar het
vorige menu.)
De weergave verandert in het status-
scherm. Druk op “SELECT” en de diverse rittellers
en kilometerteller worden in de onderstaan-
de volgorde weergegeven:
(TRIP-F)
→ TRIP-1 → TRIP-2 → ODO →
(TRIP-F)
Druk op “RESET” om een ritteller terug te
stellen op nul.
OPMERKING Alleen Verenigd Koninkrijk: Houd “SE-
LECT” ten minste twee seconden in-
gedrukt om te schakelen tussen
kilometers en mijlen.
Druk op “RESET” om de normale mo-
dus gedurende vijf seconden weer te
geven. Houd “SELECT” en “RESET”
tegelijkertijd ten minste drie seconden
ingedrukt om de weergave te wijzigen
in de normale modus.
Als u verdere instellingen voor het
multifunctionele display wilt uitvoeren,
opent u de selectiemodus opnieuw
door “SELECT” en “RESET” tegelij-
kertijd ten minste dr ie seconden inge-
drukt te houden.
De onderhoudstellers terugstellen op nulMet deze functie kunt u de onderhoudstel-
lers voor de banden, de olie en een item
naar keuze terugstellen op nul. 1. Druk op “SELECT” om “Maintenance”
(Onderhoud) te markeren.
2. Druk op “RESET”.
3. Druk op “SELECT” om het item te markeren dat u wilt terugstellen op
nul.
1. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofre-serve
2. Klok
3. Huidig brandstofverbruik
4. Weergave gasklepopening
5. Indicator ingeschakelde versnelling
6. Weergave luchtaanzuigtemperatuur
12 3
654
U2CED0D0.book Page 15 Friday, August 22, 2014 11:07 AM