YAMAHA XJR 1300 2001 Instructieboekje (in Dutch)

Page 61 of 100

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-18
6
DW000109
WAARSCHUWING
_ Als het rempedaal zacht of sponzig aan-
voelt, wijst dat erop dat er lucht in het
hydraulisch systeem zit. Als er lucht in
het hydraulisch systeem zit, moet het
systeem door een Yamaha dealer wor-
den ontlucht voordat de motorfiets
wordt gebruikt. Lucht in het hydraulisch
systeem heeft een negatief effect op de
remwerking, waardoor u de macht over
het stuur zou kunnen verliezen met een
ongeluk als gevolg. _
DAU01756
Afstellen van remlichtschakelaar
achterrem De remlichtschakelaar voor de achterrem,
die wordt geactiveerd door het rempedaal,
is correct afgesteld wanneer het remlicht
gaat branden vlak voordat de remwerking
intreedt. Stel zo nodig de remlichtschake-
laar als volgt af.
1. Verwijder het paneel A. (Zie pagina
6-5 voor het verwijderen en aanbren-
gen van het paneel.)
2. Draai de stelmoer terwijl de remlicht-
schakelaar op zijn plaats wordt gehou-
den. Draai om het remlicht eerder te
laten branden de stelmoer richting
a.
Draai om het remlicht later te laten
branden de stelmoer richting
b.
3. Monteer het paneel.
1. Remlichtschakelaar achterrem
2. Stelmoer remlichtschakelaar achterrem
D_5ea.book Page 18 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM

Page 62 of 100

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-19
6
DAU00715
Controleren van de remblokken
voor- en achter De remblokken in de voor- en achterrem
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema. Elk remblok heeft een eigen
slijtage-indicator zodat het remblok kan
worden gecontroleerd zonder de rem te de-
monteren. Bekrachtig de rem en let op de
stand van de slijtage-indicator om de rem-
blokslijtage te controleren. Wanneer een
remblok zover is afgesleten dat de slijtage-
indicator de remschijf bijna raakt, vraag dan
een Yamaha dealer de remblokken als set
te vervangen.
DAU03742
Controleren van
remvloeistofniveau Bij een tekort aan remvloeistof kan lucht de
rem- of koppelingsystemen binnendringen,
waarna deze mogelijk minder effectief zul-
len werken.
Controleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor mi-
nimumniveau staat en vul zo nodig bij. Een
laag remvloeistofniveau wijst mogelijk op
verregaande remblokslijtage en/of lekkage
in het remsysteem. Als het remvloeistofni-
veau laag is, controleer dan de remblokken
op slijtage en het remsysteem op lekkage.
OPMERKING:_ Het remvloeistofreservoir voor de achter-
rem bevindt zich achter paneel A. (Zie pagi-
na 6-5 voor het verwijderen en aanbrengen
van het paneel). _Neem de volgende voorzorgsmaatregelen:l
Zorg bij controle van het remvloeistof-
niveau dat het bovenvlak van het rem-
vloeistofreservoir horizontaal is door
het stuur te draaien.
l
Gebruik uitsluitend de voorgeschre-
ven kwaliteit remvloeistof, anders kun-
nen de rubber afdichtingen verslech-
teren en zo lekkage en slechte
werking van rem of koppeling teweeg-
brengen.
1. Slijtage-indicatorgroef remblokVoor
Achter
1. Merkstreep minimumniveauVoorrem
1. Merkstreep minimumniveau
Aanbevolen remvloeistof: DOT 4Achterrem
D_5ea.book Page 19 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM

Page 63 of 100

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-20
6
l
Vul bij met hetzelfde type remvloeistof.
Bij vermengen van verschillende ty-
pen remvloeistof kunnen schadelijke
chemische reacties optreden en kan
de werking van rem of koppeling ver-
slechteren.
l
Pas op en zorg dat tijdens bijvullen
geen water het remvloeistofreservoir
kan binnendringen. Water zal het
kookpunt van de remvloeistof aan-
zienlijk verlagen zodat dampbelvor-
ming kan optreden.
l
Remvloeistof kan gelakte of kunststof
onderdelen aantasten. Veeg gemor-
ste remvloeistof steeds direct af.
l
Naarmate de remblokken afslijten, zal
het remvloeistofniveau geleidelijk ver-
der dalen. Vraag echter wel een
Yamaha dealer om een inspectie als
het remvloeistofniveau plotseling sterk
is gedaald.
DAU03792
Verversen van remvloeistof Vraag een Yamaha dealer de remvloeistof
te verversen volgens de intervalperioden
voorgeschreven in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema. Laat bovendien de
olie-afdichtingen van de hoofdremcilinder
en de koppelingshoofdcilinder, de rem-
klauw en de remslangen vervangen vol-
gens de hierna vermelde intervalperioden
of wanneer ze lekken of zijn beschadigd.l
Olie-afdichtingen: Vervang elke twee
jaar.
l
Remslang: Vervang elke vier jaar.
1. Merkstreep minimumniveauKoppeling
D_5ea.book Page 20 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM

Page 64 of 100

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-21
6
DAU00745
Doorbuiging aandrijfketting De doorbuiging van de aandrijfketting moet
voorafgaand aan elke rit worden gecontro-
leerd en eventueel worden bijgesteld.
Aandrijfketting controleren op doorbui-
ging
1. Zet de motorfiets op de middenbok.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand.
3. Draai het wiel enkele malen rond en
zoek de stand waarin de ketting het
meest strak staat.
4. Meet de doorbuiging van de aandrijf-
ketting zoals getoond.
5. Stel de doorbuiging van de ketting als
volgt bij als deze niet correct is.
DAU03608
Doorbuiging aandrijfketting bijstellen
1. Draai de wielasmoer los en draai dan
de borgmoeren los aan beide zijden
van de swingarm.
2. Draai om de aandrijfketting strakker te
stellen de stelbout aan beide uiteinden
van de swingarm richting
a. Draai om
de aandrijfketting losser te stellen de
stelbout aan beide uiteinden van de
swingarm richting
b en druk vervol-
gens het achterwiel naar voren.
a. Doorbuiging aandrijfketting
Doorbuiging aandrijfketting:
20–30 mm
1. Stelbout van de doorbuiging aandrijfketting
2. Borgmoer
3. Wielasmoer
4. Uitlijnmerktekens
D_5ea.book Page 21 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM

Page 65 of 100

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-22
6
OPMERKING:_ Gebruik voor een goede wieluitlijning de uit-
lijnmerktekens aan beide zijden van de
swingarm, om zeker te zijn dat beide stel-
moeren dezelfde positie hebben. _
DC000096
LET OP:_ Een slecht gespannen aandrijfketting
overbelast de motor en andere vitale de-
len van de motorfiets, waardoor de ket-
ting kan slippen of breken. Om dit te
voorkomen moet de spanning van de
aandrijfketting binnen het voorgeschre-
ven bereik blijven. _3. Draai de borgmoeren vast en zet dan
de wielasmoer vast met het voorge-
schreven aanhaalmoment.
DAU03006
Smeren van de aandrijfketting De aandrijfketting moet worden gereinigd
en gesmeerd volgens de intervalperioden
zoals voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema, anders zal
de ketting snel slijten, met name in vochtige
of stoffige gebieden. Onderhoud de ketting
als volgt.
DC000097
LET OP:_ De aandrijfketting moet worden ge-
smeerd nadat de motorfiets is gewassen
of ermee in de regen is gereden. _1. Reinig de aandrijfketting met petro-
leum en een zacht borsteltje.
DCA00053
LET OP:_ Om beschadiging van de o-ringen te
voorkomen, mag de aandrijfketting niet
worden gereinigd met een stoomreini-
ger of hogedrukreiniger of met niet-ge-
schikte ontvetters. _2. Wrijf de aandrijfketting droog.
3. Smeer de aandrijfketting grondig met
speciale smering voor O-ring kettin-
gen.
DCA00052
LET OP:_ Gebruik geen motorolie of andere
smeermidelen voor de aandrijfketting,
deze bevatten mogelijk toevoegingen
die de o-ringen kunnen beschadigen. _
Aanhaalmoment:
Wielasmoer:
150 Nm (15,0 m·kg)
D_5ea.book Page 22 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM

Page 66 of 100

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-23
6
DAU02962
Controleren en smeren van de
kabels De werking van alle bedieningskabels en
de conditie van de kabels moeten vóór ie-
dere rit worden gecontroleerd. De kabels
en de kabeleinden dienen zo nodig te wor-
den gesmeerd. Vraag een Yamaha dealer
een kabel te controleren of te vervangen
wanneer deze is beschadigd of niet soepel
beweegt.
DW000112
WAARSCHUWING
_ Bij een beschadiging van de buitenkabel
kan de kabelbediening verslechteren en
de binnenkabel gaan roesten. Vervang
een beschadigde kabel zo snel mogelijk
om onveilige condities te voorkomen. _
DAU03209
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel De werking van de gasgreep en de conditie
van de gaskabel moet voorafgaand aan
elke rit worden gecontroleerd, en de kabel
moet zo nodig worden gesmeerd of vervan-
gen.OPMERKING:_ Omdat de gasgreep moet worden verwij-
derd om het uiteinde van de gaskabel te
smeren, horen de gasgreep en de gaskabel
steeds tegelijkertijd te worden gesmeerd. _1. Verwijder de gasgreep door de
schroeven te verwijderen.
2. Maak de gaskabel los, houd deze om-
hoog en breng dan enkele druppels
olie aan op het kabeluiteinde, zodanig
dat de olie in de buitenkabel kan drui-
pen.
3. Sluit de gaskabel aan en vet dan het
gaskabelhuis in aan de binnenzijde.
4. Vet de metaal-op-metaal contactvlak-
ken van de gasgreep in en monteer
dan de gasgreep door de schroeven
aan te brengen. Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
Aanbevolen smeermiddel:
Gaskabel:
Motorolie
Gaskabelhuis en gasgreep:
Lithiumvet (universeel vet)
D_5ea.book Page 23 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM

Page 67 of 100

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-24
6
DAU03370
Controleren en smeren van rem-
en schakelpedalen De werking van het rem- en het schakelpe-
daal moet voorafgaand aan elke rit worden
gecontroleerd en de pedaalscharnierpun-
ten moeten zo nodig worden gesmeerd.
DAU03164
Controleren en smeren van de
rem- en koppelingshendel De werking van de rem- en de koppe-
lingshendel moet voorafgaand aan elke rit
worden gecontroleerd en de hendelschar-
nierpunten moeten zo nodig worden ge-
smeerd.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet) Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
D_5ea.book Page 24 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM

Page 68 of 100

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-25
6
DAU03371
Controleren en smeren van
middenbok en zijstandaard De werking van de middenbok en de zij-
standaard moet voorafgaand aan elke rit
worden gecontroleerd en de scharnierpun-
ten en de metaal-op-metaal contactvlakken
moeten zo nodig worden gesmeerd.
DW000114
WAARSCHUWING
_ Als de middenbok of de zijstandaard
niet soepel omhoog en omlaag beweegt,
vraag dan een Yamaha dealer deze te
controleren of te repareren. _
DAU02939
Controleren van de voorvork De conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt te worden gecontroleerd
op de aangegeven tijden in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
Controleren van de conditie
DW000115
WAARSCHUWING
_ Ondersteun de motorfiets goed, zodat
deze niet kan omvallen. _Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
D_5ea.book Page 25 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM

Page 69 of 100

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-26
6
Controleren van de werking
1. Plaats de motorfiets op een horizonta-
le ondergrond en houd hem verticaal.
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
DC000098
LET OP:_ Als u beschadigingen aantreft of wan-
neer de voorvork niet soepel functio-
neert, laat deze dan door een Yamaha
dealer nakijken of repareren. _
DAU00794
Controle van stuursysteem Losse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuur
moet als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden voorgeschreven
in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
1. Plaats een standaard onder de motor
zodat het voorwiel los is van de grond.
DW000115
WAARSCHUWING
_ Ondersteun de motorfiets goed, zodat
deze niet kan omvallen. _
2. Houd de voorvorkpoten beet bij het
ondereinde en probeer ze naar voren
en achteren te bewegen. Als speling
kan worden gevoeld, vraag dan een
Yamaha dealer het stuursysteem te
testen.
D_5ea.book Page 26 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM

Page 70 of 100

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-27
6
DAU01144
Controleren van wiellagers De voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAU01271
Accu Deze motorfiets is uitgerust met een per-
manent-dichte accu (onderhoudsvrij type)
waarvoor geen onderhoud vereist is. De
elektrolyt hoeft niet te worden gecontro-
leerd en er hoeft geen gedistilleerd water te
worden bijgevuld.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
DW000116
WAARSCHUWING
_ l
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk
doordat dit zwavelzuur bevat, een
stof die ernstige brandwonden ver-
oorzaakt. Vermijd contact met de
huid, ogen of kleding en bescherm
uw ogen altijd bij werkzaamheden
nabij accu’s. Voer als volgt EER-
STE HULP uit als er lichamelijk con-
tact is geweest met elektrolyt.
• UITWENDIG: Spoel met rijkelijk
veel water.
• INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
• OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.
l
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
l
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
_
D_5ea.book Page 27 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 100 next >