YAMAHA XJR 1300 2016 Instructieboekje (in Dutch)

Page 71 of 98

Periodiek on derhoud en afstelling
6-27
6
DAU23203
Zijstandaar d controleren en
smerenDe werking van de zijstandaard moet voor-
afgaand aan elke rit worden gecontroleerd
en het scharnierpunt en de metaal-op-me-
taal contactvlakken moeten indien nodig
worden gesmeerd.
WAARSCHUWING
DWA10732
Als de zijstan daar d niet soepel omhoo g
en omlaa g beweeg t, vraa g dan een
Yamaha dealer deze te controleren of te
repareren. Een slecht functioneren de
zijstan daar d kan het wegdek raken en u
aflei den, waar door u d e controle over de
machine kunt verliezen.
DAUM1653
Achter bru gscharnierpunten
smerenDe achterbrugscharnierpunten moeten
worden gesmeerd door een Yamaha dealer
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
DAU23273
Voorvork controlerenDe conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden vermeld in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de con ditie te controleren
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Om de werkin g te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! On dersteun de
machine zor gvul dig om omvallen
en mo gelijk letsel te voorkomen.
[DWA10752]
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
Aan bevolen smeermi ddel:
Lithiumvet
Aan bevolen smeermi ddel:
Lithiumvet
U2PND1D0.book Page 27 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM

Page 72 of 98

Periodiek on derhou d en afstelling
6-28
6
LET OP
DCA10591
Als scha de wor dt gevon den of de voor-
vork niet soepel beweeg t, vraag d an een
Yamaha dealer te repareren of te con-
troleren.
DAU23285
Stuursysteem controlerenLosse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuursy-
steem moet als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema. 1. Breng het voorwiel van de grond. (Zie
pagina 6-35.) WAARSCHUWING!
On dersteun de machine zor gvul dig
om omvallen en mo gelijk letsel te
voorkomen.
[DWA10752]
2. Houd de voorvorkpoten aan het on- derste uiteinde beet en probeer ze
naar voren en achteren te bewegen.
Als speling wordt gevoeld, vraag dan
een Yamaha dealer het stuursysteem
te inspecteren of repareren.
DAU23292
Controleren van wiella gersDe voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperi-
oden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
U2PND1D0.book Page 28 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM

Page 73 of 98

Periodiek on derhoud en afstelling
6-29
6
DAU50291
AccuDe accu bevindt zich onder het zadel. (Zie
pagina 3-15.)
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld. Het is echter wel nodig om de ac-
cukabelverbindingen te controleren en, in-
dien nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10761
Elektrolyt is g iftig en g evaarlijk om-
d at het zwavelzuur bevat, een stof
d ie ernstig e bran dwon den veroor-
zaakt. Vermij d contact met de hui d,
o gen of kled ing en b escherm uw o
gen altij d b ij werkzaamhed en na-
b ij accu’s. Voer als vol gt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloe dig
met water.
INWENDIG: Drink g rote hoeveel-
he den water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel ged uren de 15 mi-
nuten met water en roep direct
me dische hulp in.
 Accu’s pro duceren het explosieve
waterstof gas. Hou d daarom von-
ken, open vuur, si garetten e. d. uit
d e buu rt van d
e a
ccu en zorg voor
vol doen de ventilatie bij acculad en
in een af gesloten ruimte.
 HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te la den
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
LET OP
DCA16522
Voor het opla den van een VRLA (Valve
Re gulate d Lea d Acid )-accu is een speci-
ale acculad er (met constante spannin g)
vereist. Bij geb ruik van een conventione-
le accula der raakt de accu b eschadigd.Om de accu op te b ergen
1. Verwijder de accu als het voertuig lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek. LET
OP: Draai voor dat u d e accu verwij-
d ert de sleutel naar “OFF” en haal
d an eerst d e negatieve ka bel en
d aarna de positieve ka bel los.
[DCA16303]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te installeren. LET OP: Draai voor dat u
d e accu plaatst d e sleutel naar
“OFF” en sluit vervol gens eerst d e
positieve ka bel en d aarna de neg a-
tieve kab el aan.
[DCA16841]
1. Negatieve accukabel (zwart)
2. Accu
3. Positieve accukabel (rood)
3
21
U2PND1D0.book Page 29 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM

Page 74 of 98

Periodiek on derhou d en afstelling
6-30
6
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de
accupolen.LET OP
DCA16531
Hou d d e accu stee ds op gelad en. Stallen
van een ontla den accu kan lei den tot
permanente accuscha de.
DAU43274
Zekerin gen vervan genDe hoofdzekering bevindt zich onder het
zadel. (Zie pagina 3-15.)
Het zekeringenkastje met de zekeringen
voor afzonderlijke circuits bevindt zich ach-
ter paneel B. (Zie pagina 6-9.)
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Geb ruik geen
zekerin gen met een ho gere ampe-
ra ge dan aan bevolen om ernsti ge1. Hoofdzekering
1
1. Koplampzekering
2. Zekering signaleringssysteem
3. Zekering ontstekingssysteem
4. Zekering achterlichtcircuit
5. Zekering brandstofinjectiesysteem
6. Backup-zekering (voor klok en startblok-
keersysteem)
7. Reservezekering
123
4
5
6
7
U2PND1D0.book Page 30 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM

Page 75 of 98

Periodiek on derhoud en afstelling
6-31
6
schade aan het elektrische systeem
en mo gelijk bran d te voorkomen.[DWA15132]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU63180
Koplamp gloeilamp vervan genDe koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10661
Raak het g las van de koplamp gloeilamp
niet aan zo dat dit vetvrij blijft, an ders kan
d e doorzichti ghei d van het glas, de lich-
tintensiteit en de levensd uur nadeli g
wor den beïnvloed . Wrijf eventuele ver-
ontreini gin gen en vin geraf drukken op
het gloeilamp glas we g met een d oekje
g ed renkt in alcohol of thinner.1. Verwijder de koplampunit door de
schroeven los te halen. 2. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.
3. Haak de gloeilamphouder los en ver- wijder dan de defecte gloeilamp.
Voo r
geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering: 15.0 A
Zekering achterlichtcircuit: 7.5 A
Zekering signaleringssysteem:
7.5 A
Zekering ontstekingssysteem: 15.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 15.0 A
Backup-zekering:
7.5 A1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Schroef
1. Koplampstekker
2. Gloeilampkap
2
1
U2PND1D0.book Page 31 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM

Page 76 of 98

Periodiek on derhou d en afstelling
6-32
6
4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
5. Breng de gloeilampkap aan en sluit dan de stekker aan.OPMERKINGZorg er bij het aanbrengen van de gloei-
lampkap voor dat “TOP” naar boven wijst.
6. Monteer de koplampunit door deschroeven aan te brengen.
7. Vraag indien nodig een Yamaha dea-
ler de koplamplichtbundel af te stel-
len.
DAU65440
Parkeerlicht gloeilamp vervan genVervang een parkeerlichtgloeilamp als volgt
als deze is doorgebrand.
1. Verwijder de koplampunit door de
schroeven los te halen.
2. Trek de kap omhoog zoals getoond.
1. Gloeilamphouder
1
1. Merkteken “TOP”
1
1. Schroef
1. Kap
1
U2PND1D0.book Page 32 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM

Page 77 of 98

Periodiek on derhoud en afstelling
6-33
6
3. Verwijder de parkeerlichtfitting (samen
met de gloeilamp) door deze uit te
trekken.
4. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te draai-
en.
5. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit- ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.
6. Breng de lampfitting aan (samen met de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
7. Monteer de kap in de oorspronkelijke positie.
8. Monteer de koplampunit door de
schroeven aan te brengen.
DAU70540
Remlicht/achterlichtDit model is uitgerust met een rem-
licht/achterlicht van het LED-type.
Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha-dealer om het
na te kijken.
DAU24205
Gloeilamp in richtin gaanwijzer
vervan gen1. Verwijder de lamplens van de richting-
aanwijzer door de schroeven te verwij-
deren.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te draai-
en.
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp
1
1. Lamplens richtingaanwijzer
2. Schroef
1
2
U2PND1D0.book Page 33 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM

Page 78 of 98

Periodiek on derhou d en afstelling
6-34
6
3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroef aan te brengen. LET OP: Draai de
schroef niet te vast, hier door kan de
lens breken.
[DCA11192] DAU65451
Gloeilamp kentekenverlichtin
g
vervan gen1. Verwijder de reflector door de moer
los te halen.
2. Verwijder de kentekensteun door de bouten en flensbussen los te halen. 3. Verwijder de kentekenverlichting door
de bouten te verwijderen.
1. Gloeilamp richtingaanwijzer
1
1. Reflector
2. Moer
2
1
1. Bout
2. Flensbus
3. Kentekenverlichtingsunit
4. Kentekensteun
1. Bout
1
2
2
12
3
4
2
11
U2PND1D0.book Page 34 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM

Page 79 of 98

Periodiek on derhoud en afstelling
6-35
6
4. Verwijder de gloeilampfitting van de
kentekenverlichting (samen met de
gloeilamp) door deze eerst linksom te
draaien en daarna eruit te trekken.
5. Verwijder de defecte gloeilamp door deze uit te trekken.
6. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit- ting. 7. Breng de fitting (samen met de gloei-
lamp) aan door deze eerst in te druk-
ken en daarna rechtsom te draaien
totdat hij stuit.
8. Monteer de kentekenverlichting door
de bouten aan te brengen.
9. Monteer de kentekensteun door de flensbussen en bouten aan te bren-
gen.
10. Monteer de reflector door de moer aan te brengen.
DAU24351
Ondersteunen van de motorfietsDit model is niet voorzien van een midden-
bok, neem daarom de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht bij het verwijderen van
het voor- en achterwiel of bij het uitvoeren
van ander onderhoud waarbij de motorfiets
rechtop moet staan. Controleer of de mo-
torfiets stabiel en horizontaal staat alvorens
onderhoud te verrichten. Onder het motor-
blok kan een stevige houten kist gezet wor-
den voor extra stabiliteit.
On derhou d aan het voorwiel
1. Stabiliseer de achterzijde van de mo-
torfiets met een motorstandaard of,
als geen andere standaard voorhan-
den is, door een krik te plaatsen onder
het frame aan de voorzijde van het
achterwiel.
2. Breng het voorwiel los van de grond
met gebruik van een motorfietsstan-
daard.
Verwij deren van het achterwiel
Breng het achterwiel los van de grond met
een motorfietsstandaard of, als deze niet
voorhanden is, door een krik te plaatsen
onder beide zijden van het frame aan de
voorzijde van het achterwiel, of onder beide
uiteinden van de achterbrug.
1. Gloeilampfitting kentekenverlichting
1. Gloeilamp kentekenverlichting
1
1
U2PND1D0.book Page 35 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM

Page 80 of 98

Periodiek on derhou d en afstelling
6-36
6
DAU24361
Voorwiel
DAU65461
Om het voorwiel te verwij deren
WAARSCHUWING
DWA10822
Zor g d at de machine veili g wor dt ond er-
steun d, zo dat deze niet kan omvallen.1. Draai de klembout van de voorwielas
los en draai dan de wielas en de rem-
klauwbouten los. 2. Licht het voorwiel van de grond vol-
gens de werkwijze in de vorige para-
graaf “Ondersteunen van de
motorfiets”.
3. Verwijder aan beide zijden de rem-
slanghouders door de bouten los te
halen.
4. Verwijder aan beide zijden de rem-
klauwen door de bouten los te halen.
LET OP: Bekrachti g d e rem niet na-
d at de remklauwen zijn verwij der d,
hier door wor den de rem blokken te-
g en elkaar geknepen.
[DCA11052]
5. Verwijder de wielas en verwijder dan
het wiel. Aan
bren gen van het voorwiel
1. Breng het wiel omhoog tussen de vorkpoten.
2. Steek de wielas naar binnen.
3. Laat het voorwiel tot op de grond zak- ken en klap daarna de zijstandaard
omlaag.
4. Monteer de remklauwen door de bou-
ten aan te brengen.
OPMERKINGKijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauwen over de
remschijven worden gemonteerd.5. Monteer de remslanghouders door debouten aan te brengen.
6. Zet de wielas, de voorwielasklembout,
de remklauwbouten en de remslang-
houderbouten vast met de voorge-
schreven aanhaalmomenten.
1. Remklauwbout
2. Klembout voorwielas
3. Wielas
3
2
1
1. Bout
2. Remslanghouder
3. Remklauw
4. Remklauwbout
1
4
23
1
4
23
Aanhaalmomenten:
Wielas:72 Nm (7.2 m·kgf, 52 ft·lbf)
Klembout voorwielas:
20 Nm (2.0 m·kgf, 14 ft·lbf)
Remklauwbout: 40 Nm (4.0 m·kgf, 29 ft·lbf)
Remslanghouderbout: 7 Nm (0.7 m·kgf, 5.1 ft·lbf)
U2PND1D0.book Page 36 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM

Page:   < prev 1-10 ... 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 next >