YAMAHA XMAX 125 2006 Instructieboekje (in Dutch)

Page 21 of 80

Kilometerteller- en rittellermodus
Door indrukken van de “MODE”-toets
wisselt de weergave volgens onders-
taande volgorde tussen kilometerte-
ller “Total” en ritteller “Trip”:
Total
Trip 1 Trip 2 Trip/fuel
Total
1. Afstand
2. Tijd
3. Gemiddelde snelheid
OPMERKING:
De kilometerteller “Trip/fuel”
wordt alleen geactiveerd wanne-
er het waarschuwingslampje
brandstofniveau gaat branden.
De kilometerteller “Trip 2” wordt
automatisch op nul teruggesteld
nadat de sleutel naar “OFF” is
gedraaid en er twee uren zijn
verstreken.
Door indrukken van de “SET”-toets in
de kilometertellermodus wisselt de
weergave volgens onderstaande vol-
gorde tussen de verschillende kilome-
tertellerfuncties:
Trip 1 of Trip 2
Time 1 of 2 Gemiddelde snelheid 1 of 2 Trip 1
of Trip 2
Als het waarschuwingslampje
brandstofniveau gaat branden (Zie
pagina 3-3.), wisselt de weergave
automatisch naar brandstofreserve-
ritteller “Trip/fuel” -modus en wordt
de afgelegde afstand vanaf dat puntaangegeven. In dat geval wordt door
het indrukken van de “MODE”-toets
in de onderstaande volgorde gewis-
seld tussen de diverse weergaven van
rittellers en kilometerteller:
Trip/Fuel
Trip 1 Trip 2 Total
Trip/fuel
Als u de ritteller op nul wilt terugste-
llen, selecteert u deze met een druk
op de “MODE”-toets, waarna u de
“SET”-toets minstens 1 seconde lang
ingedrukt houdt. Wanneer u de
brandstofreserve-ritteller niet zelf met
de hand op nul terugstelt, wordt deze
automatisch teruggesteld zodra na
het tanken 5 km (3 mi) is gereden en
verschijnt de vorige weergavemodus
weer.
Klokweergave
De klok op tijd zetten:
1. Houd de “SET”-toets minstens 2
seconden lang ingedrukt terwijl
de “Total”-weergave actief is.
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
1B9-F8199-D1.qxd 11/10/06 07:06 Página 21

Page 22 of 80

2. Zodra de urenaanduiding begint
te knipperen, drukt u op de
“SET”-toets om de uren in te ste-
llen.
3. Druk op de “MODE”-toets en de
minutenaanduiding zal gaan
knipperen.
4. Druk op de “SET”-toets om de
minuten in te stellen.5. Druk op de “MODE”-toets en laat
deze dan los om de klok te star-
ten. De weergave keert weer
terug naar de “Total”-modus.
Omgevingstemperatuurweergave
1. Indicator vorstwaarschuwing
2. Minteken
3. Temperatuur
Deze weergave toont de omgevings-
temperatuur vanaf -30°C (-22°F) tot
50°C (122°F).
Het waarschuwingslampje vorst “
*”
gaat automatisch branden als de
temperatuur lager is dan 3°C (37,4°F).
1. Controlelampje olieverversingstermijn
Indicator olieverversing “OIL”
De motorolie moet worden ververst
wanneer deze indicator gaat branden.
De indicator blijft branden totdat deze
wordt teruggesteld. Nadat de motoro-
lie is ververst, stelt u de indicator als
volgt terug.
1. Houd de “MODE”-toets en de
“SET”-toets ingedrukt en draai
de sleutel naar “ON”.
2. Houd de “MODE”-toets en de
“SET”-toets nog twee tot vijf
seconden ingedrukt.
3. Laat de knoppen los. De indica-
tor olieverversing zal nu uitgaan.
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
1B9-F8199-D1.qxd 11/10/06 07:06 Página 22

Page 23 of 80

OPMERKING:
De indicator olieverversing gaat
branden na de eerste 1000 km
(600 mi) en daarna om de 6000
km (3600 mi).
Als de motorolie werd ververst
voordat de indicator olieverver-
sing brandde (dus voordat de
intervalperiode voor olieverver-
sing was verstreken), moet de
indicator na de olieverversing
worden teruggesteld zodat het
eerstvolgende tijdstip voor olie-
verversing weer correct wordt
aangegeven. Na het terugstellen
brandt de indicator gedurende
twee seconden. Als de indicator
niet gaat branden, herhaalt u de
procedure.
DAU12331
Antidiefstal-alarmsysteem
(optie)
Dit model kan door een Yamaha dea-
ler worden uitgerust met een optione-
el antidiefstal-alarmsysteem. Neem
contact op met een Yamaha dealer
voor nadere informatie.
DAU12343
StuurschakelaarsDAUS1300
Lichtsignaalschakelaar “PASSING”
1. Schakelaar belichtingsregelaar "j/k"
2. Schakelaar lichtvlagen
3. Knipperlichtschakelaar "c/d"
4. Claxonschakelaar "a"
1. Startschakelaar "g"
2. Schakelaar noodknipperlichten " "
12
1
2
3
43
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
1B9-F8199-D1.qxd 11/10/06 07:06 Página 23

Page 24 of 80

Druk deze schakelaar in om de
koplamp een lichtsignaal te laten
afgeven.
DAUS1020
Dimlichtschakelaar “j/k”
Zet deze schakelaar op “
j” voor
grootlicht en op “
k” voor dimlicht.
Druk de schakelaar in de dimlichts-
tand omlaag om een lichtsignaal te
geven met de koplamp.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar “c/d”
Druk deze schakelaar naar “
d” om
afslaan naar rechts aan te geven.
Druk deze schakelaar naar “
c” om
afslaan naar links aan te geven. Na
loslaten keert de schakelaar terug
naar de middenstand. Om de richtin-
gaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is
teruggekeerd in de middenstand.
DAU12500
Claxonschakelaar “a”
Druk deze schakelaar in om een cla-
xonsignaal te geven.
DAUM1131
Startknop “g”
1. Startschakelaar "g"
2. Schakelaar noodknipperlichten " "
Druk op deze knop terwijl u de voor-
of achterrem bekrachtigt om de motor
te starten met de startmotor.
DCA10050
LET OP:
Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start.
DAUM1990
Schakelaar alarmverlichting “ ”,
“h”
Met de contactsleutel in de stand
“f” zet u deze schakelaar op “ ”
voor het inschakelen van de alarmver-
lichting (gelijktijdig knipperen van alle
richtingaanwijzers). Zet deze schake-laar op “h” en draai de sleutel naar
“e” om de alarmverlichting uit te
schakelen.
OPMERKING:
Zelfs wanneer u de sleutel draait van
“f” naar “e” met ingeschakelde
alarmverlichting, blijft deze verlichting
knipperen, ongeacht de stand van de
schakelaar van de alarmverlichting.
Als u de alarmverlichting wilt uitscha-
kelen, moet u de sleutel in de stand
“f” zetten en de schakelaar van de
alarmverlichting in de stand “h”.
De alarmverlichting wordt gebruikt in
een noodgeval of om andere verke-
ersdeelnemers te waarschuwen als
uw scooter stilstaat in een mogelijk
gevaarlijke verkeerssituatie.
DCA10060
LET OP:
Gebruik de alarmverlichting niet
gedurende langere tijd, anders kan
de accu ontladen raken.
12
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
1B9-F8199-D1.qxd 11/10/06 07:06 Página 24

Page 25 of 80

DAU12900
Voorremhendel
1. Remhendel voorin
De voorremhendel bevindt zich aan
de rechterstuurgreep. Trek deze hen-
del naar het stuur toe om de voorrem
te bekrachtigen.
DAU12950
Achterremhendel
1. Remhendel achterin
De achterremhendel bevindt zich aan
de linkerstuurgreep. Trek deze hendel
naar het stuur toe om de achterrem te
bekrachtigen.
DAU13161
Tankdop
Openen van de tankdop
1. Open het paneel door de hendel
naar voren te schuiven en trek
dan de hendel omhoog.
2. Steek de sleutel in het slot en
draai hem rechtsom. Het slot
wordt ontgrendeld en de tankdop
kan worden verwijderd.
Aanbrengen van de tankdop
1. Zet de uitlijnmerktekens tegeno-
ver elkaar, steek de tankdop in de
tankopening en druk de dop
omlaag.
2. Draai de sleutel linksom naar de
oorspronkelijke positie en neem
hem dan uit.
3. Sluit het paneel.
11
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
1B9-F8199-D1.qxd 11/10/06 07:06 Página 25

Page 26 of 80

DWA11120
s s
WAARSCHUNG
Controleer voor u gaat rijden of de
tankdop correct is aangebracht en
vergrendeld.
DAU13230
Brandstof
Controleer of voldoende brandstof in
de brandstoftank aanwezig is.
1. Vulpijp
2. Benzinepeil
DWA10990
s s
WAARSCHUNG
Vanwege de ontvlambaarheid van
benzine moeten de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht worden
genomen.
Zet de motor af alvorens te tan-
ken.
Vul de tank van de scooter
nooit bij terwijl u rookt of in de
nabijheid van open vuur.
Let op en mors tijdens bijvullen
geen benzine op de motor of
de uitlaatdemper als deze
direct na gebruik nog heet zijn.
Veeg eventuele op motor of
uitlaatdemper gemorste benzi-
ne af alvorens te starten.
DCA10070
LET OP:
Veeg gemorste brandstof direct af
met een schone, droge en zachte
doek, de brandstof kan immers
schade toebrengen aan de lak of
aan kunststof onderdelen.
DAU33500
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE LOODV-
RIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
12,5 L (2,75 US gal) (11 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof (als
het waarschuwingslampje brands-
tofniveau gaat branden):
2 L (0,44 US gal) (1,76 Imp.gal)
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
1B9-F8199-D1.qxd 11/10/06 07:06 Página 26

Page 27 of 80

DCA11400
LET OP:
Gebruik uitsluitend loodvrije benzi-
ne. Loodhoudende benzine veroor-
zaakt ernstige schade aan inwendi-
ge motoronderdelen als kleppen en
zuigerveren en ook aan het uitla-
atsysteem.
Uw Yamaha motorblok is gebouwd
op het gebruik van normale loodvrije
benzine met een octaangetal van
RON 91 of hoger. Als de motor gaat
detoneren (pingelen), gebruik dan
benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door
loodvrije benzine te gebruiken gaan
bougies langer mee en blijven de
onderhoudskosten beperkt.
DAU13431
Uitlaatkatalysator
Dit model is uitgerust met een uitlaat-
katalysator.
DWA10860
s s
WAARSCHUNG
Het uitlaatsysteem is heet nadat de
motor heeft gedraaid. Controleer of
het uitlaatsysteem is afgekoeld
alvorens onderhoudswerkzaamhe-
den uit te voeren.
DCA10700
LET OP:
De volgende voorzorgsmaatrege-
len moeten worden genomen om
brand of andere schaderisico’s te
voorkomen.
Gebruik uitsluitend loodvrije
benzine. Bij gebruik van lood-
houdende benzine zal onhers-
telbare schade worden toege-
bracht aan de
uitlaatkatalysator.
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals
op gras of op ander materiaal
dat gemakkelijk vlamvat.
Laat de motor niet te lang
aaneen stationair draaien.
DAU13931
Zadel
Openen van het zadel
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Steek de sleutel in het contacts-
lot en draai hem dan linksom.
OPMERKING:
Druk de sleutel niet in terwijl u deze
draait.
3. Klap het zadel omhoog.
Sluiten van het zadel.
1. Klap het zadel omlaag en druk
dan aan om te vergrendelen.
2. Neem de sleutel uit het contacts-
lot als de scooter onbeheerd
wordt achtergelaten.
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
1B9-F8199-D1.qxd 11/10/06 07:06 Página 27

Page 28 of 80

OPMERKING:
Controleer of het zadel stevig is ver-
grendeld alvorens te gaan rijden.DAU14540
Opbergcompartiment
1. Slot
Om het opbergcompartiment te
openen
Steek de sleutel in het slot, draai een
kwartslag rechtsom, en trek er dan
aan om het deksel van het opberg-
compartiment te openen.
1. Opbergvak voorin
Om het opbergcompartiment te
sluiten
Duw het deksel van het opbergcom-
partiment in de originele positie, en
verwijder dan de sleutel.
DWA10960
s s
WAARSCHUNG
Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van 1 kg (2,205 lb) voor
het opbergcompartiment niet.
Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van 189 kg (416,75 lb)
voor de machine niet.
1
1
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
1B9-F8199-D1.qxd 11/10/06 07:06 Página 28

Page 29 of 80

DAU14451
Opbergcompartiment
1. Opbergvak achterin
Het opbergcompartiment bevindt zich
onder het zadel. (Zie pagina 3-12.)
DWA10961
s s
WAARSCHUNG
Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van 5 kg (11,02 lb) voor
het opbergcompartiment niet.
Overschrijd het maximumge-
wicht van 189 kg (416,75 lb)
voor het voertuig niet.
Als de handleiding of andere docu-
mentatie in het opbergcompartiment
wordt opgeborgen, doe ze dan in een
plastic zak om nat worden te voorko-men. Zorg bij het wassen van de
machine dat geen water het opberg-
compartiment kan binnendringen.
DAU14880
Afstellen van de
schokdemperunits
Elke schokdemperunit is uitgerust
met een stelring voor veervoorspan-
ning.
DCA10100
LET OP:
Probeer nooit een stelmechanisme
voorbij de maximum- of minimu-
minstelwaarden te verdraaien.
DWA10210
s s
WAARSCHUNG
Geef beide vorkpoten steeds
dezelfde afstelling, anders kan
slecht weggedrag en verminderde
rijstabiliteit het gevolg zijn.
Stel de veervoorspanning als volgt af.
1
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
1B9-F8199-D1.qxd 11/10/06 07:06 Página 29

Page 30 of 80

1. Regelaar veervoorspanning
2. Standindicator
Draai om de veervoorspanning te ver-
hogen en zo de vering stugger te
maken de stelring op beide schok-
demperunits in de richting (a). Draai
om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de
stelring op beide schokdemperunits
in de richting (b).
OPMERKING:
Zet de gewenste inkeping in de stel-
ring tegenover de positie-indicator op
de schokdemper.
DAU15301
Zijstandaard
De zijstandaard bevindt zich aan de
linkerzijde van het frame. Trek of druk
de zijstandaard met uw voet omhoog
of omlaag terwijl u de machine rech-
top houdt.
1. Schakelaar zijbok
2. Zijbok
OPMERKING:
De ingebouwde sperschakelaar voor
de zijstandaard maakt deel uit van het
startspersysteem, dat in bepaalde
situaties de werking van het ontste-
kingssysteem blokkeert. (Zie hierna
voor een nadere uitleg over het starts-
persysteem.)
DWA10240
s s
WAARSCHUNG
Met de machine mag nooit worden
gereden terwijl de zijstandaard
omlaag staat of niet behoorlijk kan
worden opgetrokken (of niet omho-
og blijft), anders kan de zijstanda-
ard de grond raken en zo de bes-
tuurder afleiden, waardoor de
machine mogelijk onbestuurbaar
wordt. Het Yamaha startspersyste-
em is ontworpen om de bestuurder
te helpen bij zijn verantwoordelijk-
heid de zijstandaard op te trekken
alvorens weg te rijden. Controleer
dit systeem daarom regelmatig
zoals hierna beschreven en laat het
repareren door een Yamaha dealer
als de werking niet naar behoren is.
12
Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
1
Standaard:
1
Maximum (hard):
4
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
1B9-F8199-D1.qxd 11/10/06 07:06 Página 30

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 80 next >