YAMAHA XMAX 250 2012 Instructieboekje (in Dutch)

Page 51 of 92

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-5
6
KILOMETERSTANDJAAR-
CONTROLE OF
LIJKSE
NR. ITEM ONDERHOUDSBEURT
1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 km
CONTROLE
(600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi)
• Controleer de lagers op speling
9* Balhoofdlagers en oppervlakteruwheid. √√ √ √ √
• Smeren met lithiumvet.
Elke 20000 km (12000 mi)
10 * Framebevestigingen • Controleer of alle moeren, bouten
en schroeven stevig zijn vastgezet. √ √√ √ √
11 Scharnieras van
voorremhendel • Smeren met siliconenvet.
√ √√ √ √
12 Scharnieras van
achterremhendel • Smeren met siliconenvet.
√ √√ √ √
13 Zijstandaard,
• Controleer de werking.
middenbok• Smeren met lithiumvet. √ √√ √ √
14 * Zijstandaardscha-
kelaar • Controleer de werking.
√√ √ √ √ √
15 * Voorvork • Controleer op een correcte
werking en olielekkage.
√ √√ √
16 * Schokdemperunits • Controleer op een correcte
werking en olielekkage.
√ √√ √
• Verversen. (Zie pagina’s 3-6 en √Wanneer de indicator olieverversing knippert [4000 km
6-10.)
(2500 mi) en daarna elke 3000 km (1800 mi)]
17 Motorolie
• Controleer het olieniveau en
controleer de machine op Elke 3000 km (1800 mi)√
olielekkage.
18 * Olie-aanzuigzeef •Reinigen. √
37P-F819D-D4 16/11/11 07:25 Página 51
1YS-F819D-D1.indd 5131/07/12 11:11

Page 52 of 92

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-6
6
KILOMETERSTANDJAAR-
CONTROLE OF
LIJKSE
NR. ITEM ONDERHOUDSBEURT
1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 km
CONTROLE
(600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi)
• Controleer het koelvloeistofniveau
19 * Koelsysteem en controleer de machine op
√ √√ √ √
vloeistoflekkage.
• Verversen. Elke 3 jaar
• Controleer de machine op
20 Versnellingsbakolie olielekkage. √√

• Verversen. √√ √
21 * V-snaar • Vervangen. Wanneer de indicator V-snaarvervanging knippert [elke 20000 km
(12000 mi)]
22 * Voor- en achterrems-
chakelaar • Controleer de werking.
√√ √ √ √ √
23 Bewegende delen
en kabels • Smeren.
√ √√ √ √
• Controleer de werking en speling.
24 * Gaskabelhuis en
• Stel indien nodig de speling af.
gaskabel • Smeer het gaskabelhuis en de √ √√ √ √
gaskabel.
Lampen, richtingaan- • Controleer de werking.
25 * wijzers en √√ √ √ √ √
schakelaars • Stel de koplamplichtbundel af.
37P-F819D-D4 16/11/11 07:25 Página 52
1YS-F819D-D1.indd 5231/07/12 11:11

Page 53 of 92

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-7
6
DAU38262
OPMERKING
Motorluchtfilter en luchtfilters van V-snaarbehuizing
• Het motorluchtfilter op dit model is voorzien van een geolied papieren filterelement. Reinig dit niet met perslucht om bescha- diging te voorkomen.
• Het motorluchtfilterelement moet vaker worden vervangen en de luchtfilterelementen van de V-snaarbehuizing moeten vaker worden gereinigd bij rijden in zeer stoffige of vochtige gebieden.
Hydraulisch remsysteem
• Ververs na het demonteren van de remhoofdcilinders en remklauwen altijd de remvloeistof. Controleer regelmatig de rem- vloeistofniveaus en vul de reservoirs indien nodig bij.
• Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinders en de remklauwen worden vervangen en de rem- vloeistof worden ververst.
• De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
37P-F819D-D4 16/11/11 07:25 Página 53
1YS-F819D-D1.indd 5331/07/12 11:11

Page 54 of 92

DAU18740
Verwijderen en aanbrengen van
de stroomlijn- en framepanelen
1. Stroomlijnpaneel A
2. Paneel
1. Paneel A
Bij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden beschreven in dit
hoofdstuk moeten de hierboven afgebeel-
de stroomlijn- en framepanelen worden
verwijderd. Neem deze paragraaf door
wanneer een stroomlijn- of framepaneel
moet worden verwijderd of aangebracht.
DAUS1790
Stroomlijnpaneel A
V
erwijderen van stroomlijnpaneel
1. Verwijder het paneel door het uit het ach-terste gedeelte van het stroomlijnpaneel
te duwen, zoals in de afbeelding.
2. Verwijder de schroeven en trek het stroomlijnpaneel dan los zoals
getoond.
1. Stroomlijnpaneel A 1. Stroomlijnpaneel A
Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
1. Plaats het stroomlijnpaneel in de oor-
spronkelijke positie en breng dan de
schroeven aan.
2. Bevestig het paneel door het in te drukken.
DAUS2040
Paneel A
Om het paneel te verwijder
en
1. Open het zadel. (Zie pagina 3-17).
2. Verwijder de schroeven en trek danhet paneel naar buiten.
OPMERKING
Bij de Sport-versie wordt de rugsteun niet
weergegeven voor een beter begrip.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-8
6
37P-F819D-D4 16/11/11 07:25 Página 54
1YS-F819D-D1.indd 5431/07/12 11:11

Page 55 of 92

Om het paneel aan te brengen
1. Plaats het paneel in de oorspronkelij-ke positie en breng dan de schroe-
ven aan.
2. Sluit het zadel.
DAU19622
Bougie controleren
De bougie is een belangrijk motoronder-
deel dat periodiek moet worden gecontro-
leerd, bij voorkeur door een Yamaha
dealer. Omdat bougies door verhitting en
neerslag altijd langzaam slijten, moet de
bougie worden verwijderd en gecontro-
leerd op de tijden genoemd in het perio-
dieke smeer- en onderhoudsschema.
Bovendien kan aan het uiterlijk van de
bougie de conditie van de motor worden
afgelezen.
De porseleinen isolator rond de centrale
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin
verkleurd zijn (de ideale kleur als normaal
met de machine wordt gereden). Wanneer
de bougie een heel andere kleur vertoont,
werkt de motor mogelijk niet naar beho-
ren. Probeer dergelijke problemen niet zelf
vast te stellen. Laat in plaats daarvan uw
machine nakijken door een Yamaha
dealer.
Vervang de bougie als de elektroden blij-
ken te zijn afgesleten en als overmatige
koolaanslag of andere neerslag gevonden
wordt. Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een
draadvoelmaat worden gemeten; breng
indien nodig de elektrodenafstand op
specificatie.
1. Elektrodenafstand
Reinig het oppervlak van de bougiepak-
king en het pasvlak en verwijder eventueel
vuil uit de schroefdraad van de bougie.
Aanhaalmoment:
Bougie:17,5 Nm (1,75 m•kgf,
12,7 ft•lbf)
Elektrodenafstand: 0,8–0,9 mm (0,031–0,035 in)
1
ZAUM0037
Voorgeschreven bougie:NGK/DPR8EA-9
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-9
6
37P-F819D-D4 16/11/11 07:25 Página 55
1YS-F819D-D1.indd 5531/07/12 11:11

Page 56 of 92

OPMERKING
Als geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2
slag verder te draaien. De bougie moet
echter zo snel mogelijk naar het juiste
aanhaalmoment worden aangedraaid.DAUS1711
Motorolie
Vóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de
olie worden ververst volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema en wanneer het
controlelampje olieverversingstermijn
gaat branden.
Om het motorolieniveau te controleren1. Zet de scooter op de middenbok. Wanneer de machine iets schuin
staat, kan het niveau al foutief wor-
den afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar minuten warmdraaien en zet hem
dan af.
3. Wacht een paar minuten om de olie tot rust te laten komen, verwijder de
olievuldop, veeg de peilstok schoon,
steek deze weer in de vulopening
(zonder vast te draaien) en neem dan
weer uit om het olieniveau te contro-
leren.
OPMERKING
Het motorolieniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maxi-
mumniveau staan.
1. Olievuldop
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
4. Als de motorolie beneden de merks-treep voor minimumniveau staat, vul
dan voldoende olie, van de aanbevo-
len soort, bij tot het correcte niveau.
5. Steek de peilstok in de vulopening en draai dan de olievuldop vast.
Verversen van de motorolie 1. Start de motor, laat deze een paar minuten warmdraaien en zet hem
dan af.
2. Zet een olieopvangbak onder de motor om de gebruikte olie op te
vangen.
3. Verwijder de olievuldop en de aftap- plug om de olie uit het carter te laten
stromen.
1
3
2
1
ZAUM0685
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-10
6
37P-F819D-D4 16/11/11 07:25 Página 56
1YS-F819D-D1.indd 5631/07/12 11:11

Page 57 of 92

1. Olieaftapplug
4. Controleer of de ring beschadigd isen vervang indien nodig.
1. Olieaftapplug
2. Ring
5. Breng de onderlegring en de olieaf-tapplug aan en zet de plug dan vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
OPMERKING
Controleer of de onderlegring correct aan-
ligt.
6. Vul bij met de voorgeschreven hoe-veelheid van de aanbevolen motoro-
lie, breng dan de olievuldop aan en
zet deze vast.
DCA11670
Gebruik geen olie met een “CD”-
dieselspecificatie of een hogere
kwaliteit dan gespecificeerd.
Gebruik ook geen olie met een
“ENERGY CONSERVING II” of hogere aanduiding.
Zorg dat er geen verontreinigingen
in het carter terecht komen.
7. Start de motor, laat deze een paar
minuten stationair draaien en contro-
leer daarbij op olielekkage. Als er
sprake is van olielekkage, zet de
motor dan direct af en zoek de oor-
zaak.
8. Stel de indicator olieverversing terug.
Terugstellen van de indicator
olieverversing 1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Houd de “OIL CHANGE”-knop 15 tot 20 seconden ingedrukt.
1. “OIL CHANGE”-knop
LET OP
Aanbevolen motorolie:Zie pagina 8-1
Oliehoeveelheid bij verversing: 1,30 L (1,37 US qt, 1,14 Imp.qt)
Aanhaalmoment:Olieaftapplug:20 Nm (2,0 m•kgf, 14 ft•lbf)
1 2ZAUM0129
11
ZAUM0686
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-11
6
37P-F819D-D4 16/11/11 07:25 Página 57
1YS-F819D-D1.indd 5731/07/12 11:11

Page 58 of 92

1. “OIL CHANGE”-knop
3. Laat de “OIL CHANGE”-knop los, deindicator olieverversing zal nu uit-
gaan.
OPMERKING
Als de motorolie werd ververst voordat
de indicator olieverversing brandde
(dus voordat de intervalperiode voor
olieverversing was verstreken), moet
de indicator na de olieverversing wor-
den teruggesteld zodat het eerstvol-
gende tijdstip voor olieverversing weer
correct wordt aangegeven. Volg de
hierboven beschreven werkwijze om de
indicator olieverversing terug te stellen
voordat de olieverversingstermijn is
verstreken, maar kijk wel of de indica-
tor ca. 1.4 seconde brandt nadat de “OIL CHANGE”-knop is losgelaten; zo
niet, herhaal dan de procedure.
DAU20065
Eindoverbrengingsolie
Het eindoverbrengingshuis moet voor
elke rit worden gecontroleerd op olielek-
kage. In geval van lekkage dient u de
scooter door een Yamaha dealer te laten
nakijken en repareren. Bovendien dient de
eindoverbrengingsolie als volgt te worden
ververst op de tijdstippen vermeld in het
periodieke onderhouds- en smeersche-
ma.
1. Start de motor, warm de eindover- brengingsolie op door enkele minu-
ten te rijden en zet dan de motor af.
2. Zet de scooter op de middenbok.
3. Plaats een olieopvangbak onder het eindoverbrengingshuis om de
gebruikte olie op te vangen.
4. Verwijder de vuldop van de eindover- brengingsolie met de o-ring uit het
eindoverbrengingshuis.
5. Verwijder de aftapplug van de eind- overbrengingsolie met de pakking
om de olie uit het eindoverbrengings-
huis te laten stromen.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-12
6
37P-F819D-D4 16/11/11 07:25 Página 58
1YS-F819D-D1.indd 5831/07/12 11:11

Page 59 of 92

1. Vuldop versnellingsbakolie
2. O-ring
6. Monteer de aftapplug van de eind-overbrengingsolie met de nieuwe
pakking en zet de bout vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
1. Aftapplug versnellingsbakolie
7. Vul met de aangegeven hoeveelheidvan de aanbevolen eindoverbren-
gingsolie. WAARSCHUWING! Zorg
ervoor dat geen vreemde materia-
len in het eindoverbrengingshuis
terechtkomen. Zorg ervoor dat
geen olie op de band of het wiel
terechtkomt.
[DWA11311]
8. Plaats de vuldop van de eindover- brengingsolie met de nieuwe o-ring
en draai de vuldop vast.
9. Controleer het eindoverbrengings- huis op olielekkage. Zoek in geval
van lekkage naar de oorzaak.
DAU20070
Koelvloeistof
Voor iedere rit moet het koelvloeistofni-
veau worden gecontroleerd. Ook moet de
koelvloeistof worden ververst volgens de
intervalperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAUS1670
Controleren van het
koelvloeistofniveau1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud
is, temperatuurverschillen zijn name-
lijk van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat
bij het controleren van het koelvloei-
stofniveau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.
2. Controleer het koelvloeistofniveauvia het kijkglas.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maxi-
mumniveau staan.
Aanbevolen
eindoverbrengingsolie:Zie pagina 8-1
Oliehoeveelheid: 0,25 L (0,26 US qt, 0,22 Imp.qt)
Aanhaalmoment:Aftapplug eindoverbrengingsolie:22 Nm (2,2 m•kgf, 16 ft•lbf)
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-13
6
37P-F819D-D4 16/11/11 07:25 Página 59
1YS-F819D-D1.indd 5931/07/12 11:11

Page 60 of 92

1. Merkstreep maximumniveau
2. Merkstreep minimumniveau
3. Kijkglas koelvloeistofniveau
3. Als de koelvloeistof op of benedende merkstreep voor minimumniveau
staat, til dan de voetplaatmat aan de
rechterzijde omhoog zoals getoond.
1. Mat op de voetplaat
4. Open de dop van het koelvloeistofre-servoir, en vul koelvloeistof bij tot aan
de merkstreep voor maximumniveau.
WAARSCHUWING! Verwijder
alleen de dop van het koelvloei-
stofreservoir. Probeer nooit om de
radiatorvuldop te verwijderen als
de motor koud is.
[DWA15161]
LET OP: Als er geen koelvloeistof
aanwezig is, gebruik dan in plaats
daarvan gedistilleerd water of ont-
hard leidingwater. Gebruik geen
hard water of zout water, dit is
schadelijk voor de motor. Als er in
plaats van koelvloeistof water is
gebruikt, vervang dit dan zo snel
mogelijk door koelvloeistof,
anders is het systeem niet
beschermd tegen vorst en corro-
sie. Als er water aan de koelvloei-
stof is toegevoegd, laat dan een
Yamaha dealer zo snel mogelijk
het antivriesgehalte van de koel-
vloeistof controleren om te voor-
komen dat de effectiviteit van de
koelvloeistof afneemt.
[DCA10472]
1. Dop koelvloeistofreservoir
5. Sluit de dop van het koelvloeistofre-servoir
6. Plaats de voetplaatmat in de oor- spronkelijke positie en druk deze
vast.
Inhoud koelvloeistofreservoir:0,25 L (0,26 US qt, 0,22 Imp.qt)
FULL
LOW
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-14
6
37P-F819D-D4 16/11/11 07:25 Página 60
1YS-F819D-D1.indd 6031/07/12 11:11

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 100 next >