YAMAHA XMAX 250 2012 Instructieboekje (in Dutch)

Page 71 of 92

DAU23291
Controleren van wiellagers
De voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalpe-
rioden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de
wielnaaf speling vertoont of het wiel niet
soepel draait, vraag dan een Yamaha
dealer de wiellagers te controleren.
DAU34225
Accu
1. Positieve accupool
2. Negatieve accupool
3. Accu
De accu bevindt zich achter stroomlijnpa-
neel A. (Zie pagina 6-8).
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld. Het is echter wel nodig om de
accukabelverbindingen te controleren en,
indien nodig, vast te zetten.
DWA10760
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk
omdat het zwavelzuur bevat, een
stof die ernstige brandwondenveroorzaakt. Vermijd contact met
de huid, ogen of kleding en
bescherm uw ogen altijd bij werk-
zaamheden nabij accu’s. Voer als
volgt EERSTE HULP uit als er
lichamelijk contact is geweest met
elektrolyt.
• UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
• INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep
direct de hulp in van een arts.
• OGEN: Spoel gedurende 15
minuten met water en roep
direct medische hulp in.
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ont-
laden raakt als de machine is uitgerust
met optionele elektrische accessoires.
WAARSCHUWING
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-25
6
37P-F819D-D4 16/11/11 07:25 Página 71
1YS-F819D-D1.indd 7131/07/12 11:11

Page 72 of 92

DCA16521
Voor het opladen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu is een spe-
ciale acculader (met constante span-
ning) vereist. Bij gebruik van een con-
ventionele acculader raakt de accu
beschadigd.
Om de accu op te bergen1. Verwijder de accu als het voertuig langer dan een maand niet wordt
gebruikt, laad hem volledig bij en zet
dan weg op een koele en droge plek.
LET OP: Draai voordat u de accu
verwijdert de sleutel naar “OFF” en
haal dan eerst de negatieve kabel
en daarna de positieve kabel los.
[DCA16302]
2. Als de accu langer dan twee maan-den wordt weggeborgen, moet deze
minstens eenmaal per maand wor-
den gecontroleerd; laad de accu dan
indien nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te installeren. LET OP: Draai voordat u
de accu plaatst de sleutel naar
“OFF” en sluit vervolgens eerst de
positieve kabel en daarna de
negatieve kabel aan.
[DCA16840]
4. Controleer na installatie of de accu- kabels correct zijn aangesloten op de
accupolen.
DCA16530
Houd de accu steeds opgeladen. Stal-
len van een ontladen accu kan leiden
tot permanente accuschade.
DAUS1880
Zekeringen vervangen
Het zekeringenkastje met de zekeringen
voor de afzonderlijke circuits bevindt zich
achter het stroomlijnpaneel A. (Zie pagina
6-8).
OPMERKING
De hoofdzekering, die zich op een andere
en moeilijk bereikbare plaats bevindt,
moet door een Yamaha dealer worden
vervangen.
Vervang een zekering voor de afzonderlij-
ke circuits als volgt als deze is doorge-
brand.1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en schakel het betreffende elektri-
sche circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampe-
rage dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische sys-
teem en mogelijk brand te voorko-
men.
[DWA15131]
LET OP
LET OP
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-26
6
37P-F819D-D4 16/11/11 07:25 Página 72
1YS-F819D-D1.indd 7231/07/12 11:11

Page 73 of 92

OPMERKING
Een zekeringtang en een tas met reserve-
zekeringen maken deel uit van de boord-
gereedschapsset. Gebruik de tang om
een zekering te verwijderen en te plaat-
sen.
Voor YP250R
1. Zekeringenkastje
2. Zekering alarmverlichtingssysteem
Voor YP250RA
1. ABS-zekering
2. Zekeringenkastje
3. Zekeringenkastje
4. Zekering alarmverlichtingssysteem
Zekeringenkastje
1. Zekering radiatorkoelvin
2. Zekering elektronische regeleenheid
3. Backup-zekering
4. Zekering signaleringssysteem
5. Koplampzekering
6. Zekering ontstekingssysteem
7. Reservezekering
8. Zekering alarmverlichtingssysteem
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-27
6
37P-F819D-D4 16/11/11 07:25 Página 73
1YS-F819D-D1.indd 7331/07/12 11:11

Page 74 of 92

Zekeringenkastje
1. Zekering ABS-motor
2. Reservezekering ABS-motor
3. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
4. Zekering ABS-regeleenheid
3. Draai de contactsleutel naar “ON” enschakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door- brandt, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch systeem te con-
troleren.
DAU34240
Koplampgloeilamp vervangen
De koplampen op dit model hebben halo-
geen gloeilampen. Als een koplampgloei-
lamp is doorgebrand, laat deze dan door
een Yamaha dealer vervangen en laat
indien nodig de koplamplichtbundel
afstellen.
Voorgeschreven zekeringen:Hoofdzekering:30,0 A
Koplampzekering: 15,0 A
Zekering signaleringssysteem: 10,0 A
Zekering ontstekingssysteem: 10,0 A
Zekering radiatorkoelvin: 7,5 A
Circuitzekering
alarmverlichtingssysteem: 10,0 A
Zekering ECU (elektronische
regeleenheid): 5,0 A
Zekering ABS-regeleenheid (voor
modellen met ABS): 5,0 A
Zekering ABS-motor (voor
modellen met ABS): 30,0 A
Zekering van de ABS-solenoïdeklep
(voor modellen met ABS): 20,0 A
Backup-zekering: 5,0 A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-28
6
37P-F819D-D4 16/11/11 07:25 Página 74
1YS-F819D-D1.indd 7431/07/12 11:11

Page 75 of 92

DAU43051
Gloeilamp in voorste
richtingaanwijzer vervangen
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Verwijder de lampfitting (samen metde gloeilamp) door deze linksom te
draaien.
1. Gloeilamp richtingaanwijzer
2. Fitting gloeilamp richtingaanwijzer
3. Verwijder de defecte gloeilamp doordeze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit- ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
DAUS2120
Vervangen van een gloeilamp in
achterlicht/remlicht of van een
gloeilamp in achterste
richtingaanwijzer
1. Zet de machine op de middenbok.
2. Open het zadel. (Zie pagina 3-17).
3. Verwijder het paneel A. (Zie pagina 6-8).
4. Verwijder de achterlicht-/remlichtunit door de schroeven los te draaien.
OPMERKING
Bij de Sport-versie wordt de rugsteun niet
weergegeven voor een beter begrip.
1. Schroef
5. Verwijder de lampfitting (samen metde gloeilamp) door deze linksom te
draaien.
1. Gloeilampfitting remlicht/achterlicht
2. Fitting gloeilamp richtingaanwijzer
6. Verwijder de defecte gloeilamp doordeze in te drukken en linksom te dra-
aien.
7. Breng een nieuwe gloeilamp aan in de fitting, druk de lamp aan en draai
rechtsom tot hij stuit.
8. Breng de lampfitting aan (samen met de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
9. Plaats de achterlicht-/remlichtunit in de oorspronkelijke positie en monte-
er dan de schroeven.
10. Monteer het paneel.
11. Sluit het zadel.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-29
6
37P-F819D-D4 16/11/11 07:25 Página 75
1YS-F819D-D1.indd 7531/07/12 11:11

Page 76 of 92

DAU47910
Gloeilamp in
kentekenverlichting vervangen
1. Verwijder het kapje over de kente-kenverlichting door de schroef los te
draaien.
1. Schroef
2. Gloeilampfitting kentekenverlichting
2. Verwijder de doorgebrande gloei-lamp door deze uit de fitting te trek-
ken.
3. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit- ting.
4. Monteer de kap over de kenteken- verlichting door de schroef aan te
brengen.
DAU43233
Parkeerlichtgloeilamp
vervangen
Dit model is voorzien van twee parkeer-
lichten. Vervang een parkeerlichtgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.1. Verwijder de parkeerlichtfitting (samen met de gloeilamp) door deze
uit te trekken.
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp
2. Verwijder de defecte gloeilamp doordeze uit te trekken.
3. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit- ting.
4. Breng de lampfitting aan (samen met de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
DAU25881
Problemen oplossen
Yamaha scooters ondergaan een grondi-
ge inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een
afname in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is
een snelle en gemakkelijke werkwijze
weergegeven om deze vitale systemen
zelf te kunnen controleren. Ga met uw
scooter echter wel naar een Yamaha
dealer als reparaties nodig zijn, hier zijn
vakkundige monteurs aanwezig die
beschikken over het benodigde gereed-
schap en de ervaring en vakkennis om het
nodige onderhoud aan de scooter correct
te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele
onderdelen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van min-
dere kwaliteit en hebben een kortere
levensduur, zodat dan later mogelijk toch
dure reparaties nodig zijn.


PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-30
6
37P-F819D-D4 16/11/11 07:25 Página 76
1YS-F819D-D1.indd 7631/07/12 11:11

Page 77 of 92

DWA15141
Rook niet tijdens het controleren van
het brandstofsysteem en let erop dat er
geen open vuur of vonken in de omge-
ving zijn, inclusief waakvlammen van
geisers of ovens. Benzine en benzine-
dampen kunnen vlam vatten of explo-
deren, met ernstig letsel of schade aan
eigendommen tot gevolg.
WAARSCHUWING
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
6
37P-F819D-D4 16/11/11 07:25 Página 77
1YS-F819D-D1.indd 7731/07/12 11:11

Page 78 of 92

DAU42701
Storingzoekschema’s
Startproblemen of slechte werking van de motor
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.
1. BrandstofEr is voldoende brandstof aanwezig.Er is geen brandstof aanwezig.Controleer de compressie.
Vul brandstof bij.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
Bedien de elektrische
startknop.
2. CompressieEr is compressie.
Er is geen compressie.Controleer de ontsteking. Vraag een Yamaha dealer de
machine te controleren.
Verwijder de bougie en
controleer de elektroden.
3. OntstekingSchoonvegen met een droge doek. Stel de
elektrodenafstand van de bougie af of vervang de bougie.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet. Vraag een
Yamaha dealer de machine te
controleren.
De motor start niet. Controleer de accu.
Bedien de elektrische
startknop.
4. AccuDe motor draait snel rond.
De motor draait langzaam rond.De accu is in orde.
Controleer de aansluitingen van de
accukabels en laad de accu indien nodig.
Droog
NatBedien de elektrische startknop.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-32
6
37P-F819D-D4 16/11/11 07:25 Página 78
1YS-F819D-D1.indd 7831/07/12 11:11

Page 79 of 92

Oververhitte motorDWAT1040
Verwijder de radiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradi\
ator nog heet zijn. Hete vloeistof en stoom kun-
nen naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
Breng een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek, aan over de radiatorvuldo\
p en draai deze dan langzaam linksom
tegen de aanslag zodat de nog aanwezige druk kan ontsnappen. Druk de dop\
omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai
deze linksom en verwijder de dop.
OPMERKING
Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorge-
schreven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde. Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.
Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
WAARSCHUWING
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-33
6
37P-F819D-D4 16/11/11 07:25 Página 79
1YS-F819D-D1.indd 7931/07/12 11:11

Page 80 of 92

DAU37833
Matkleur, let opDCA15192
Sommige modellen zijn uitgerust met
matkleurige onderdelen. Raadpleeg
een Yamaha dealer voor advies over
wat voor producten gebruikt moeten
worden om het voertuig te reinigen.
Het gebruik van een borsteltje, chemi-
sche producten of reinigingsmiddelen
tijdens het reinigen van deze onderde-
len kan het oppervlak bekrassen of
beschadigen. Ook was moet niet wor-
den aangebracht op een van de mat-
kleurige onderdelen.
DAU26094
Verzorging
De open constructie van een scooter
maakt de fraaie techniek beter zichtbaar,
maar de machine is hierdoor ook meer
kwetsbaar. Er kan roestvorming en corro-
sie optreden, ook al zijn hoogwaardige
componenten gebruikt. Een roestige uit-
laatpijp valt bij een auto niet zo op, bij een
scooter is dit echter nadelig voor de alge-
hele aanblik. Regelmatige en correcte ver-
zorging is niet alleen vereist volgens de
garantiebepalingen, maar verzekert ook
een fraai uiterlijk van de scooter, verlengt
de levensduur en verbetert de prestaties.
Alvorens te reinigen1. Dek de uitlaatdemperopening af met een plastic zak nadat de motor is
afgekoeld.
2. Controleer of alle doppen en afdek- pluggen en alle elektrische stekkers
en aansluitingen, inclusief de bougie-
doppen, stevig zijn bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling, zoals verbrande olie op het carter,
met een ontvetter en een borstel,
maar gebruik dergelijke producten
nooit op afdichtingen, pakkingen en
wielassen. Spoel vuil en ontvetter
altijd af met water. Reinigen
DCA10783
Vermijd het gebruik van sterke en
bijtende wielreinigingsmiddelen,
vooral bij spaakwielen. Als derge-
lijke producten toch worden
gebruikt om hardnekkig vuil los te
maken, laat het reinigingsmiddel
dan niet langer inwerken dan is
vermeld in de gebruiksinstructies.
Spoel vervolgens grondig na met
water, laat direct drogen en breng
daarna een corrosiewerende spray
aan.
Bij verkeerd reinigen kunnen
kunststof delen (zoals stroomlijn-
panelen, framepanelen, kuipruiten,
koplamplenzen, lenzen van de ins-
trumentenverlichting enz.) en de
uitlaatdempers beschadigd raken.
Gebruik alleen een zachte, schone
doek of een spons met water om
kunststof delen te reinigen. Als de
kunststof delen met water niet
afdoende kunnen worden gerei-
nigd, kan een mild reinigingsmid-
del met water worden gebruikt.
Spoel reinigingsmiddelresten
zorgvuldig af met grote hoeveelhe-
den water, aangezien ze de kunst-
LET OP
LET OP
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-1
7
37P-F819D-D4 16/11/11 07:25 Página 80
1YS-F819D-D1.indd 8031/07/12 11:11

Page:   < prev 1-10 ... 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 next >