YAMAHA XMAX 300 2017 Instructieboekje (in Dutch)
Page 51 of 114
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-25
4
DAU46833
Stan d van het stuur
Het stuur kan in twee verschillende standen
worden gezet, al naar gelang de voorkeur
van de bestuurder. Laat de stand van het
stuur aanpassen bij een Yamaha-dealer.
DAU14893
Afstellen van d e schokdem-
perunits
WAARSCHUWING
DWA10211
Geef bei de vorkpoten stee ds dezelf de
afstellin g, an ders kan slecht we ggedra g
en vermin der de rijsta biliteit het g evolg
zijn.
Elke schokdemperunit is uitgerust met een
stelring voor veervoorspanning.
LET OP
DCA10102
Pro beer nooit voor bij de maximum- of
minimuminstellin gen te d raaien om
scha de aan het mechanisme te voorko-
men.
Stel de veervoorspanning als volgt af.
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
ring op beide schokdemperunits in de rich-
ting (a). Draai om de veervoorspanning te
verlagen en zo de vering zachter te maken
de stelring op beide schokdemperunits in
de richting (b). Zet de gewenste inkeping in de stel-
ring tegenover de positie-indicator op
de schokdemper.
Verricht de afstelling met het afstelge-
reedschap voor veervoorspanning in
de boordgereedschapsset.
1. Stuur
1
1. Stelring veervoorspanning
2. Speciale sleutel
3. Positie-indicator
1
2345
2
1
(a)(b)
3
UB74D0D0.book Page 25 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 52 of 114
Functies van instrumenten en bed iening selementen
4-26
4
DAU15306
Zijstan daar d
De zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.
OPMERKING
De ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor een
uitleg over het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10242
Met de machine ma g nooit wor den gere-
d en terwijl d e zijstandaar d omlaa g staat
of niet behoorlijk kan wor den op getrok-
ken (of niet omhoo g b lijft), an ders kan d e
zijstan daar d d e gron d raken en zo d e
b estuur der aflei den, waar door de ma-
chine mo gelijk on bestuur baar wor dt.
Het Yamaha startspersysteem is ont-
worpen om d e bestuur der te helpen b ij
zijn verantwoor delijkhei d de zijstan-
d aar d op te trekken alvorens we g te rij-
d en. Controleer d it systeem daarom
re gelmati g en laat het repareren d oor
een
Yamaha dealer als de werkin g niet
naar behoren is.
Afstellin g veervoorspannin g:
Minimum (zacht):
1
Standaard: 3
Maximum (hard): 5
UB74D0D0.book Page 26 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 53 of 114
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-27
4
DAU78690
Start blokkerin gssysteem
Het startblokkeringssysteem werkt met be-
hulp van zijstandaardschakelaar en rem-
lichtschakelaars. Het heeft de volgende
functies.
Het verhindert starten van de motor
als de zijstandaard omlaag staat.
Het verhindert starten van de motor
als de remmen niet worden bediend.
Het zet een draaiende motor af als de
zijstandaard omlaag wordt gezet.
Controleer de werking van het startblokke-
ringssysteem regelmatig volgens de onder-
staande procedure.
UB74D0D0.book Page 27 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 54 of 114
Functies van instrumenten en bed iening selementen
4-28
4
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. Zet het contact aan.
3. Knijp de voor- of achterrem in en
houd deze vast.
4. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog uit:
5. Beweeg de zijstandaard omhoog.
6. Knijp de voor- of achterrem in en houd deze vast.
7. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
8. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Het systeem is in orde. De machine
mag worden gebruikt.
De zijstandaardschakelaar werkt
mogelijk niet goed.
Rijd niet met de machine voordat deze
is nagekeken door een Yamaha dealer.
De remschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de machine voordat deze
is nagekeken door een Yamaha dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt
mogelijk niet goed.
Rijd niet met de machine voordat deze
is nagekeken door een Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
Bij deze inspectie moet de machine op de middenbok worden gezet.
Als zich een storing voordoet, vraag dan alvorens te gaan rijden
een Yamaha dealer het systeem te
controleren.
NEE JA
JANEE
JANEE
UB74D0D0.book Page 28 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 55 of 114
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-29
4
DAU78213
Gelijkstroom aansluitcontact
voor accessoires
WAARSCHUWING
DWA14361
Om een elektrische schok of kortsluitin g
te voorkomen, d ient u te controleren of
d e dop op het gelijkstroom aansluitcon-
tact is aan geb racht als het contact niet
wor dt geb ruikt.
LET OP
DCA15432
Het accessoire dat is aan gesloten op het
g elijkstroom aansluitcontact voor ac-
cessoires ma g niet wor den geb ruikt ter-
wijl de motor uit staat en de belastin g
ma g niet meer bed ra gen dan 12 W (1 A),
an ders kan de zekerin g d oor bran den of
d e accu ontla den raken.
Deze machine is uitgerust met een gelijk-
stroom aansluitcontact voor accessoires,
dat zich in opbergcompartiment A bevindt.
Een 12V-accessoire dat is aangesloten op
dit gelijkstroom aansluitcontact voor ac-
cessoires, kan worden gebruikt wanneer
het contactslot in de stand “ON” staat,
maar mag alleen worden gebruikt wanneer
de motor draait.
Ge bruiken van het gelijkstroom aansluit-
contact voor accessoires 1. Open opbergcompartiment A. (Zie pa-
gina 3-9.)
2. Zet het contact uit.
3. Verwijder het deksel van het aansluit- contact. 4. Zet het accessoire uit.
5. Plaats de stekker van het accessoire
in het aansluitcontact.
6. Zet het contact aan en start de motor. (Zie pagina 6-2.)
7. Zet het accessoire aan.
1. Dop gelijkstroom aansluitcontact
1. Gelijkstroom aansluitcontact voor accessoi- res
1
1
UB74D0D0.book Page 29 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 56 of 114
Voor uw veilighei d – controles voor het rij den
5-1
5
DAU63440
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werken-
de staat is. Volg altijd de schema’s en procedures voor inspectie en onderhoud in de ge-
bruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11152
Onvol doen de inspectie of on derhou d van de machine ver groot het risico op on geval
of scha de. Rij d niet met de machine als u een pro bleem he bt g evon den. Als een pro-
b leem niet kan wor den op gelost via de proce dures in d eze handlei din g, laat d e ma-
chine dan nazien door een Yamaha d ealer.
Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLESPAGINA
Bran dstof • Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
• Vul indien nodig brandstof bij.
• Controleer de brandstofleiding op lekkage.
• Controleer de tankoverloopslang op obstakels, scheu-
ren of beschadiging en controleer de slangaansluiting. 4-18,
4-19
Motorolie • Controleer het olieniveau in de motor.
• Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het
voorgeschreven niveau.
• Controleer de machine op olielekkage. 7-9
Versnellin gsb akolie • Controleer de machine op olielekkage. 7-11
Koelvloeistof • Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan
het voorgeschreven niveau.
• Controleer het koelsysteem op lekkage. 7-12
Voorrem • Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan
een Yamaha dealer het hydraulisch systeem te ontluch-
ten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 7-21,
7-22, 7-22
Achterrem • Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan
een Yamaha dealer het hydraulisch systeem te ontluch-
ten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 7-21,
7-22, 7-22
UB74D0D0.book Page 1 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 57 of 114
Voor uw veilighei d – controles voor het rij den
5-2
5
Gas greep • Controleer of de werking soepel is.
• Controleer de vrije slag van de gasgreep.
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag
van de gasgreep af te stellen en de kabel en het kabel-
huis te smeren. 7-18,
7-25
Be dienin gska bels • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig.
7-24
Wielen en b anden • Controleer op schade.
• Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig. 7-19,
7-21
Remhen dels • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten. 7-25
Mi dd enbok, zijstan-
d aar d • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de scharnierpunten.
7-26
Frame bevesti gin gen • Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig
zijn vastgezet.
• Zet indien nodig vast. —
Instrumenten, verlich-
tin g, si gnalering ssy-
steem en schakelaars • Controleer de werking.
• Corrigeer indien nodig.
—
Zijstan daar dschake-
laar • Controleer de werking van het startspersysteem.
• Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een
Yamaha dealer de machine te controleren. 4-26
ITEM CONTROLES PAGINA
UB74D0D0.book Page 2 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 58 of 114
Gebruik en belan grijke rij-informatie
6-1
6
DAU15952
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvol doen de vertrouw dhei d met de
b ed ienin gselementen kan lei den tot ver-
lies van de controle, met mo gelijk een
on geval of letsel tot gevol g.
DAU78221
OPMERKING
Dit model is uitgerust met een hellings-
hoeksensor, waarbij de motor afslaat bij
kanteling. In dat geval gaat ook het waar-
schuwingslampje motorstoring branden,
maar dit is geen storing. Zet alvorens de
motor opnieuw te starten het contactslot uit
en weer aan om het waarschuwingslampje
motorstoring te resetten. Wanneer u dit
niet, doet zal de motor niet aanslaan, ook al
probeert de startmotor de motor op gang te
brengen na het indrukken van de startknop.
UB74D0D0.book Page 1 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 59 of 114
Gebruik en belan grijke rij-informatie
6-2
6
DAU78231
De motor starten
LET OP
DCA10251
Zie pa gina 6-5 voor instructies over het
inrij den van d e motor alvorens de machi-
ne in geb ruik wor dt genomen.
Het startblokkeringssysteem staat starten
alleen toe als de zijstandaard omhoog is
geklapt. (Zie pagina 4-27.)
1. Schakel het contactslot in en contro-
leer of de stop/run/start-schakelaar
op “ ” staat.
De volgende waarschuwingslampjes
en controlelampjes moeten enkele se-
conden oplichten en dan uitgaan. Waarschuwingslampje motor-
storing
Controlelampje tractieregeling
Controlelampje Smart-sleutelsy-
steem
OPMERKING
Het ABS-waarschuwingslampje moet gaan
branden en aan blijven tot de machine een
snelheid van 10 km/h (6 mi/h) of hoger be-
reikt.
LET OP
DCA22510
Als een waarschuwin gs- of controle-
lampje niet werkt zoals hier boven be-
schreven, zie d an pagina 4-1 voor een
controle van het circuit van het betref-
fen de waarschuwin gs- of controlelamp-
je.
2. Draai het gas dicht.
3. Druk terwijl u de voor- of achterrem bedient op de “ ”-zijde van de
stop/run/start-schakelaar. Laat de
schakelaar los zodra de motor aan-
slaat.
OPMERKING
Als de motor niet start, laat de startknop
dan na 5 seconden los. Wacht alvorens de
startknop opnieuw in te drukken 10 secon-
den om weer voldoende accuspanning te
laten opbouwen.
LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor no g
kou d is, d it verkort de levensd uur van de
motor!
UB74D0D0.book Page 2 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 60 of 114
Gebruik en belan grijke rij-informatie
6-3
6
DAU45093
We grij den
1. Houd met uw linkerhand de achter-
remhendel ingedrukt, houd met uw
rechterhand de rechterhandgreep
vast en duw de scooter van de mid-
denbok af.
2. Ga schrijlings op het zadel zitten en stel de achteruitkijkspiegels af.
3. Zet de richtingaanwijzers aan.
4. Controleer op tegemoetkomend ver- keer en draai voorzichtig aan de gas-
greep (rechts) om weg te rijden.
5. Schakel de richtingaanwijzers uit.
DAU16782
Sneller en lan gzamer rij den
De rijsnelheid wordt geregeld door de gas-
greep open of dicht te draaien. Draai de
gasgreep richting (a) om sneller te gaan rij-
den. Draai de gasgreep richting (b) om
langzamer te gaan rijden.
1. Handgreep
1
(b)
(a)
ZAUM0199
UB74D0D0.book Page 3 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM