YAMAHA XMAX 300 2017 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2017, Model line: XMAX 300, Model: YAMAHA XMAX 300 2017Pages: 114, PDF Size: 4.01 MB
Page 11 of 114

Veiligheidsinformatie
1-5
1
de richtingaanwijzers of onderdelen
die kunnen afbreken). Kies de plaats
voor de spanbanden zorgvuldig om te
voorkomen dat deze tijdens het trans-
port schuurplekken op de lak veroor-
zaken.
Zorg indien mogelijk dat de vering iets
door de spanbanden wordt ingedrukt,
zodat de scooter tijdens het transport
niet overmatig kan stuiteren.DAU57600
Andere aan dachtspunten voor
veili g rij den
Geef duidelijk richting aan wanneer u
een bocht neemt.
Op een nat wegdek kan remmen ui-
terst lastig zijn. Vermijd te hard rem-
men, de scooter zou kunnen slippen.
Bedien de remmen rustig wanneer u
op een nat wegdek wilt stoppen.
Minder snelheid bij het naderen van
een bocht of een afslag. Trek lang-
zaam op nadat u de bocht hebt geno-
men.
Wees voorzichtig bij het passeren van
geparkeerde auto’s. Een bestuurder
merkt u mogelijk niet op en kan het
portier openslaan in uw rijrichting.
Spoorwegovergangen, tramrails, ijze-
ren platen gebruikt in de wegenbouw
en putdeksels worden in natte toe-
stand zeer glad. Minder snelheid en
passeer ze voorzichtig. Houd de
scooter recht, anders kan hij gaan
schuiven.
De remblokken of remvoeringen kun-
nen nat worden bij het wassen van de
scooter. Controleer de remmen na het
wassen van de scooter, voordat u
gaat rijden.
Draag steeds een helm, handschoe-
nen, een lange broek (taps toelopend
bij de enkel/omslag, om flapperen te
voorkomen), en een felgekleurd jack.
Vervoer op uw scooter niet te veel ba-
gage. Een overbeladen scooter is on-
stabiel. Gebruik degelijke snelbinders
om bagage aan de bagagedrager vast
te binden (indien het voertuig is voor-
zien van een bagagedrager). Losse
bagage beïnvloedt de stabiliteit van
de scooter en kan uw aandacht aflei-
den van het verkeer. (Zie pagina 1-3.)
UB74D0D0.book Page 5 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 12 of 114

Beschrijving
2-1
2
DAU63371
Aanzicht linkerzijde
41
5610812791113
23
1. Opbergcompartiment A (pagina 4-20)
2. Boordgereedschapsset (pagina 7-2)
3. Handgreep (pagina 6-3)
4. Luchtfilterelement (pagina 7-14)
5. Stelring voor veervoorspanni ng schokdemperunit (pagina 4-25)
6. Vuldop versnellingsbakolie (pagina 7-11)
7. Aftapplug versnelling sbakolie (pagina 7-11)
8. Luchtfilterelement in V-snaarbehuizing (pagina 7-14)
9. Olieaftapplug (pagina 7-9)
10.Oliefilterelement (pagina 7-9)
11.Zijstandaard (pagina 4-26)
12.Bougie (pagina 7-8)
13.Koelvloeistofreservoir (pagina 7-12)
UB74D0D0.book Page 1 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 13 of 114

Beschrijving
2-2
2
DAU63391
Aanzicht rechterzijde
2345,61
987
1. Achterste opbergcompartiment (pagina 4-20)
2. Tankdop (pagina 4-17)
3. Opbergcompartiment B (pagina 4-20)
4. Kuipruit (pagina 4-22)
5. Accu (pagina 7-28)
6. Zekeringen (pagina 7-29)
7. Middenbok (pagina 7-26)
8. Kijkglas olieniveau (pagina 7-9)
9. Olievuldop (pagina 7-9)
UB74D0D0.book Page 2 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 14 of 114

Beschrijving
2-3
2
DAU63401
Bedienin gen en instrumenten
10
1112
123987564
1. Achterremhendel (pagina 4-14)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 4-12)
3. Vloeistofreservoir achterrem (pagina 7-22)
4. Snelheidsmeter (pagina 4-2)
5. Multifunctioneel display (pagina 4-3)
6. Toerenteller (pagina 4-3)
7. Vloeistofreservoir voorrem (pagina 7-22)
8. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 4-12)
9. Voorremhendel (pagina 4-13)
10.Gasgreep (pagina 7-18)
11.Contactslot (pagina 3-8)
12.Gelijkstroom aansluitcontact voor accessoires (pagina 4-29)
UB74D0D0.book Page 3 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 15 of 114

Smart-sleutelsysteem
3-1
3
DAU76444
Smart-sleutelsysteem
Dankzij het Smart-sleutelsysteem kunt u de
machine bedienen zonder gebruik van een
mechanische sleutel. Daarnaast heeft de
sleutel een ’begroetingsfunctie’ waarmee u
de machine op een parkeerplaats kunt te-
rugvinden. (Zie pagina 3-5.)
WAARSCHUWING
DWA14704
Hou d g eïmplanteer de pacemakers
of hart defi brillators, alsme de an de-
re elektrische med ische apparaten
uit de buurt van d e op het voertui g
g emonteer de antenne (zie af beel-
d in g).
Door de antenne uit gezon den ra-
d io golven kunnen d e werking van
d er gelijke apparaten beïnvloe den
in dien deze in de nab ijheid zijn.
Als u dra ger bent van een elektrisch
me disch apparaat, raa dplee g d an
een arts of d e fabrikant van het ap-
paraat voor dat u d it voertuig g aat
g eb ru
iken.
LET OP
DCA24080
Het Smart-sleutelsysteem geb ruikt
zwakke ra dio golven. Het Smart-sleutel-
systeem werkt in de vol gen de situaties
mo gelijk niet.
De Smart-sleutel is geplaatst in een
locatie die is bloot gestel d aan ster-
ke ra dio golven of an dere elektro-
ma gnetische ruis
Er bevin den zich faciliteiten in de
b uurt die sterke ra dio golven uitzen-
d en (televisie- of ra diotorens, ener-
g iecentrales, uitzen dstations,
luchthavens, etc.)
U draa gt of g eb ruikt communicatie-
apparaten zoals ra dio’s of mo biele
telefoons dicht bij uw Smart-sleutel
De Smart-sleutel maakt contact
met of wor dt bed ekt door een me-
talen voorwerp
Andere
voertui gen die zijn uit gerust
met een Smart-sleutelsysteem be-
vin den zich in de nab ijheid
1. Smart-sleutel
2. Smart-sleuteltoets
1. Contactslot
2. Knop contactslot
1
2
2
1
1. Antenne op de machine
1
UB74D0D0.book Page 1 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 16 of 114

Smart-sleutelsysteem
3-2
3
Verplaats de Smart-sleutel in zulke situ-
aties naar een an dere locatie en voer de
b ewerkin g opnieuw uit. Als het no g
stee ds niet werkt, b ed ien de machine
d an in de noo dmo dus. (Zie pa gina 7-37.)
OPMERKING
Om het ontladen van de voertuigaccu te
voorkomen, wordt het Smart-sleutelsy-
steem ongeveer 9 dagen na het laatste ge-
bruik van de machine uitgeschakeld (de
begroetingsfunctie wordt gedeactiveerd).
Om het Smart-sleutelsysteem weer in te
schakelen, hoeft u slechts op de knop van
het contactslot te drukken.
DAU76450
Bereik van het Smart-sleutelsy-
steem
Het ontvangstbereik van het Smart-sleutel-
systeem bedraagt ongeveer 80 cm (31.5 in)
vanaf het contactslot.
OPMERKING
Aangezien het Smart-sleutelsysteem
gebruikmaakt van zwakke radiogol-
ven, kan het ontvangstbereik ervan
worden beïnvloed door de omgeving.
Als de batterij van de Smart-sleutel
ontladen raakt, werkt de Smart-sleutel
mogelijk niet of kan het bereik ervan
zeer klein worden.
Als de Smart-sleutel is uitgeschakeld,
zal de machine de Smart-sleutel niet
herkennen, ook niet als deze zich bin-
nen het ontvangstbereik bevindt. Als
het Smart-sleutelsysteem niet werkt,
zie pagina 3-5 en controleer of de
Smart-sleutel is ingeschakeld.
UB74D0D0.book Page 2 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 17 of 114

Smart-sleutelsysteem
3-3
3
Als de Smart-sleutel wordt opgebor-
gen in het voorste of achterste op-
bergcompartiment, kan dit de
communicatie tussen de Smart-sleu-
tel en de machine belemmeren. Als
het achterste opbergcompartiment is
vergrendeld met de Smart-sleutel erin,
wordt het Smart-sleutelsysteem mo-
gelijk uitgeschakeld. U dient de
Smart-sleutel altijd bij u te dragen.
Als u de machine achterlaat, vergren-
del dan het stuurslot en neem de
Smart-sleutel mee. Aanbevolen wordt
om de Smart-sleutel uit te schakelen.DAU78623
De Smart-sleutel en mechani-
sche sleutels geb ruiken
WAARSCHUWING
DWA17952
U dient de Smart Key bij u te dra-
g en. Bewaar deze niet in het voer-
tui g.
Wees erop alert dat wanneer d e
Smart Key zich binnen het wer-
kin gsb ereik bevin dt, an dere perso-
nen die de Smart Key niet dra gen
d e motor kunnen starten en het
voertui g kunnen bed ienen.
1. Smart-sleutel
2. Mechanische sleutel
1. Identificatienummerkaart
2. Smart-sleutel (binnenzijde)
3. Identificatienummer
12
868588
868588
1
3 2
UB74D0D0.book Page 3 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 18 of 114

Smart-sleutelsysteem
3-4
3
De machine wordt geleverd met één
Smart-sleutel, twee mechanische sleutels
en een kaart met het identificatienummer.
Het identificatienummer staat ook vermeld
op de Smart-sleutel zelf.
Als de voertuigaccu ontladen is, kunt u met
de mechanische sleutel het zadel openen.
Draag naast d e Smart-sleutel stee ds één
mechanische sleutel bij u.
Als de Smart-sleutel verloren is of de batte-
rij ervan ontladen is, kan het identificatie-
nummer worden gebruikt om de machine in
de noodmodus te bedienen. (Zie pagina
7-37.) Noteer het id entificatienummer
voor noodgevallen.
Als de Smart-sleutel verloren is en het iden-
tificatienummer van het Smart-sleutelsy-
steem onbekend is, moet het Smart-
sleutelsysteem in zijn geheel worden ver-
vangen. Dit brengt aanzienlijke kosten met
zich mee. Bewaar de kaart met het i den-
tificatienummer op een veili ge plaats.
LET OP
DCA21573
De Smart-sleutel bevat elektronische
precisieon der delen. Neem d e volgen de
voorzor gsmaatre gelen om storin gen of
scha de te voorkomen.
Plaats of bewaar de Smart-sleutel
niet in een op ber gcompartiment.
De Smart-sleutel kan beschad igd
raken door rijtrillin gen of overmati-
g e hitte.
Laat de Smart-sleutel niet vallen,
b ui g deze niet en stel deze niet
b loot aan har de schokken.
Dompel de Smart-sleutel niet on der
in water of an dere vloeistoffen.
Plaats geen zware voorwerpen op
d e Smart-sleutel en stel deze niet
b loot aan overmati ge druk.
Plaats de Smart-sleutel niet in een
om gevin g met direct zonlicht, ho ge
temperaturen of een ho ge voch
ti g-
hei dsg raa d.
Pro beer niet om de Smart-sleutel te
slijpen of te wijzi gen.
Hou d d e Smart-sleutel uit de buurt
van sterke mag netische velden en
ma gnetische voorwerpen zoals
sleutelhou ders, televisies en com-
puters.
Hou d d e Smart-sleutel uit de buurt
van elektrische me dische appara-
tuur.
Laat de Smart-sleutel niet in con-
tact komen met olie, polijstmi ddel
of a gressieve chemische stoffen.
Hier door kan de behuizin g van d e
Smart-sleutel verkleuren of bar-
sten.
OPMERKING
De levensduur van de batterij van de
Smart-sleutel is ongeveer twee jaar,
maar dit kan variëren naargelang de
gebruiksomstandigheden.
Vervang de batterij van de Smart-
sleutel als het controlelampje van het
Smart-sleutelsysteem na het inscha-
kelen van het contact ongeveer 20 se-
conden blijft knipperen of wanneer het
controlelampje van het Smart-sleutel-
systeem na het indrukken van de knop
op de Smart-sleutel niet gaat bran-
den. (Zie pagina 3-6.) Als het Smart-
sleutelsysteem na het vervangen van
de batterij van de Smart-sleutel nog
steeds niet werkt, controleer dan de
voertuigaccu en laat de machine con-
troleren door een Yamaha dealer.
Als de Smart-sleutel doorlopend ra-
diogolven ontvangt, zal de batterij van
de Smart-sleutel snel ontladen raken.
(Bijvoorbeeld als de Smart-sleutel in
de omgeving van elektrische appara-
ten zoals televisies, radio’s of compu-
ters wordt bewaard.)
UB74D0D0.book Page 4 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 19 of 114

Smart-sleutelsysteem
3-5
3
U kunt maximaal zes Smart-sleutels
registreren voor dezelfde machine.
Neem voor extra Smart-sleutels con-
tact op met uw Yamaha dealer.
Als u een Smart-sleutel kwijtraakt,
neem dan onmiddellijk contact op met
een Yamaha dealer om diefstal van de
machine te voorkomen.DAU76471
Smart-sleutel
De Smart-sleutel in- en uitschakelen
Houd de knop op de Smart-sleutel onge-
veer 1 seconde ingedrukt om de Smart-
sleutel in of uit te schakelen. Als de Smart-
sleutel is uitgeschakeld, is gebruik van de
machine niet mogelijk, zelfs niet als de
Smart-sleutel zich binnen het ontvangstbe-
reik van het Smart-sleutelsysteem bevindt.
Schakel de Smart-sleutel in en breng deze
binnen het ontvangstbereik om de machine
te kunnen gebruiken.
Controleren of Smart-sleutel is in- of uit-
geschakel d
Druk op de knop op de Smart-sleutel om
de huidige bedieningsstatus van de Smart-
sleutel te bepalen.
Als het controlelampje van de Smart-sleutel
gaat branden:
Kort knippersignaal (0.1 seconde): De
Smart-sleutel is ingeschakeld.
Lang knippersignaal (0.5 seconde): De
Smart-sleutel is uitgeschakeld.
Be groetin gsfunctie op afstan d
Druk op de knop op de Smart-sleutel om
de begroetingsfunctie op afstand te active-
ren. Er klinken twee piepsignalen en alle
richtingaanwijzers knipperen twee keer.
1. Controlelampje Smart-sleutel
2. Smart-sleuteltoets
1
2
UB74D0D0.book Page 5 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 20 of 114

Smart-sleutelsysteem
3-6
3
Deze functie is handig om uw machine te-
rug te vinden, bijvoorbeeld op een parkeer-
plaats.
Piepsignaal beg roetin gsfunctie in- of
uitschakelen
Het piepsignaal dat klinkt bij activeren van
de begroetingsfunctie kan worden in- of
uitgeschakeld met behulp van de volgende
procedure.
1. Schakel de Smart-sleutel in en breng deze binnen het ontvangstbereik van
het Smart-sleutelsysteem.
2. Zet het contactslot op “OFF” en druk vervolgens één keer op de knop van
het contactslot.
3. Druk daarna binnen 9 seconden nog- maals op de knop en houd deze 5 se-
conden ingedrukt.
4. Als het piepsignaal klinkt, is het instel- len voltooid.
Als het piepsignaal:
Twee keer klinkt: Het piepsignaal
is uitgeschakeld.
Eén keer klinkt: Het piepsignaal
is ingeschakeld.DAU76481
De batterij van de Smart-sleutel
vervan gen
Vervang de batterij in de volgende situaties.
Als het controlelampje van het Smart-
sleutelsysteem ongeveer 20 secon-
den knippert nadat het contact wordt
ingeschakeld.
Als de begroetingsfunctie niet werkt
wanneer de knop op de Smart-sleutel
wordt ingedrukt.
WAARSCHUWING
DWA14724
De batterij en an dere verwij der bare
on der delen kunnen b ij inslikken
scha delijk zijn. Hou d d e batterij en
an dere verwij der bare on der delen
we g van kin deren.
Stel de batterij niet bloot aan direct
zonlicht of an dere warmte bronnen.
LET OP
DCA15784
Gebruik een doek wanneer u de be-
huizin g van de Smart-sleutel opent
met een schroeven draaier. Bij
rechtstreeks contact met har de
voorwerpen kan de Smart-sleutel
b eschad igd of bekrast raken.
Voorkom dat de water dichte af-
d ichtin g bescha digd of vervuil d
raakt.
1. Controlelampje Smart-sleutelsysteem “ ”
1
UB74D0D0.book Page 6 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM