YAMAHA XT660Z 2015 Instructieboekje (in Dutch)

Page 41 of 98

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-1
5
DAU15952
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvoldoende vertrouwdheid met de
bedieningselementen kan leiden tot ver-
lies van de controle, met mogelijk een
ongeval of letsel tot gevolg.
DAU48021
OPMERKINGDit model is uitgerust met een hellings-
hoeksensor, waarbij de motor afslaat bij
kanteling. In dat geval wordt op het multi-
functionele display foutcode 30 weergege-
ven, maar dit betreft geen storing. Draai de

om de foutcode te wissen. Als u dat niet
doet zal de motor niet starten, ondanks dat
de motor wordt aangezwengeld als u op de
startknop drukt.
DAUS1952
Starten van de motorDoor het startspersysteem is starten alleen
mogelijk als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan:
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
WAARSCHUWING
DWA10291
Controleer voor het starten van de
motor de werking van het startsper-
systeem en volg daarbij de werkwij-
ze beschreven op pagina 3-19.
Ga nooit rijden terwijl de zijstan-
daard omlaag staat.1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “ ” is gezet.LET OP
DCAS0041
De volgende waarschuwingslampjes en
controlelampjes moeten enkele secon-
den oplichten en dan uitgaan.
Vrijstandcontrolelampje
Controlelampje richtingaanwijzers
Controlelampje grootlicht
U2BDD1D0.book Page 1 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM

Page 42 of 98

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-2
5
Waarschuwingslampje motorsto-
ring
Waarschuwingslampje koelvloei-
stoftemperatuur
Controlelampje startblokkering
ABS-waarschuwingslampje (voor
model met ABS)
Als een waarschuwings- of controle-
lampje niet dooft, zie dan pagina 3-3
voor een controle van het circuit van het
betreffende waarschuwings- of contro-
lelampje.2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand.OPMERKINGAls de versnellingsbak in de vrijstand staat,
moet het vrijstandcontrolelampje branden;
zo niet, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.3. Start de motor door de startknop in te
drukken.OPMERKINGAls de motor niet wil starten, laat dan de
startknop los, wacht een paar seconden en
probeer het dan opnieuw. Iedere startpo-ging moet zo kort mogelijk duren om de
accu te sparen. Laat de startmotor nooit
langer dan 10 seconden achtereen draaien.
OPMERKINGDe motor is voldoende warm als deze snel
reageert op de gasbediening.LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor nog
koud is, dit verkort de levensduur van de
motor!
DAU16673
SchakelenDoor de versnellingen te schakelen kunt u
het beschikbare motorvermogen doseren
bij het wegrijden, optrekken, tegen een hel-
ling oprijden etc.
De schakelstanden worden getoond in de
afbeelding.OPMERKINGOm de versnellingsbak in de vrijstand te
schakelen wordt het schakelpedaal enkele
malen ingetrapt totdat het einde van de
slag bereikt is, waarna het pedaal iets
wordt opgetrokken.1. Schakelpedaal
2. VrijstandZAUM12612
U2BDD1D0.book Page 2 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM

Page 43 of 98

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-3
5
LET OP
DCA10261
Rijd niet lange tijd met afgezette
motor, ook niet met de versnel-
lingsbak in de vrijstand, en sleep de
motorfiets niet over lange afstan-
den. De versnellingsbak wordt al-
leen afdoende gesmeerd terwijl de
motor draait. Door onvoldoende
smering kan de versnellingsbak
worden beschadigd.
Gebruik altijd de koppeling om de
versnellingsbak te schakelen om zo
schade aan de motor, de versnel-
lingsbak en d
e aandrijving te voor-
komen; door hun constructie zijn
deze niet bestand tegen de schok-
ken die optreden bij belast schake-
len.
DAU16811
Tips voor een zuinig brandstof-
verbruikHet brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips om
het brandstofverbruik te verlagen:
Schakel snel en soepel door en ver-
mijd hoge toerentallen terwijl u accele-
reert.
Geef geen gas tijdens het terugscha-
kelen en voorkom dat de motor onbe-
last met een hoog toerental draait.
Laat de motor niet langdurig stationair
draaien maar zet hem af (bijvoorbeeld
in files, bij stoplichten of bij spoorweg-
overgangen).
DAU16842
InrijperiodeDe belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1600 km (1000 mi). Lees daarom de vol-
gende informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag
dit de eerste 1600 km (1000 mi) niet te
zwaar worden belast. De verschillende on-
derdelen van de motor slijten op elkaar in
totdat de juiste bedrijfsspelingen zijn be-
reikt. Rijd tijdens deze periode nooit lang-
durig volgas en vermijd ook andere
manoeuvres die tot oververhitting van de
motor kunnen leiden.
DAU17103
0–1000 km (0–600 mi)
Laat de motor niet langer dan 4500 tpm
achtereen draaien. LET OP: Na 1000 km
(600 mi) moet de motorolie worden ver-
verst en moet het oliefilterelement wor-
den vervangen.
[DCA11152]
1000–1600 km (600–1000 mi)
Laat de motor niet langer dan 6000 tpm
achtereen draaien.
U2BDD1D0.book Page 3 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM

Page 44 of 98

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-4
5
1600 km (1000 mi) en verder
De machine kan nu normaal worden ge-
bruikt.LET OP
DCA10311
Voer het toerental niet zover op dat
de toerenteller in de rode zone
wijst.
Als tijdens de inrijperiode motor-
schade optreedt, vraag dan direct
een Yamaha dealer de machine te
controleren.
DAU17214
ParkerenZet om te parkeren de motor af en neem
dan de sleutel uit het contactslot.
WAARSCHUWING
DWA10312
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet worden, parkeer
dus op een plek waar voetgangers
of kinderen niet gemakkelijk met
deze onderdelen in aanraking kun-
nen komen en brandwonden kun-
nen oplopen.
Parkeer nooit op een helling of een
zachte ondergrond, hierdoor kan
de machine kantelen met mogelijk
brandstoflekkage en brand tot ge-
volg.
Parkeer niet nabij gras of andere
brandbare materialen die vlam zou-
den kunnen vatten.
U2BDD1D0.book Page 4 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM

Page 45 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-1
6
DAU17245
Door periodiek inspecties, afstellingen en
smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u
ervoor dat uw machine in zo veilig en effi-
ciënt mogelijke conditie blijft. De eige-
naar/bestuurder van de machine is
verplicht de optimale veiligheid te waarbor-
gen. Op de volgende pagina’s wordt de be-
langrijkste informatie met betrekking tot
inspecties, afstellingen en smeerbeurten
gegeven.
De intervalperioden vermeld in de periodie-
ke onderhoudsschema’s moeten worden
beschouwd als een algemene richtlijn on-
der normale rijcondities. Het is echter mo-
gelijk dat de intervalperioden voor
onderhoud moeten worden verkort afhan-
kelijk van het weer, het terrein, de geografi-
sche locatie en individueel gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10322
Het niet of onjuist uitvoeren van onder-
houd aan de machine vergroot het risico
op letsel of overlijden tijdens het uitvoe-
ren van onderhoud of het rijden met de
machine. Als u niet bekend bent met
voertuigonderhoud, laat het onderhoud
dan uitvoeren door uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA15123
Zet voor het uitvoeren van onderhoud de
motor af tenzij anders aangegeven.
Een draaiende motor heeft bewe-
gende delen die lichaamsdelen of
kleding kunnen grijpen en elektri-
sche onderdelen die schokken of
brand kunnen veroorzaken.
Het laten draaien van de motor tij-
dens het uitvoeren van onderhoud
kan leiden tot oogletsel, brandwon-
den, brand of koolmonoxidevergif-
tiging, mogelijk met de dood tot
gevolg. Zie pagina 1-2 voor meer in-
formatie over koolmonoxid
e.
WAARSCHUWING
DWA15461
Remschijven, -klauwen, -trommels en
-voeringen kunnen tijdens het gebruik
zeer heet worden. Laat onderdelen van
het remsysteem afkoelen alvorens deze
aan te raken.
DAU17303
Emissiecontroles zorgen niet alleen voor
een betere luchtkwaliteit, maar zijn ook zeer
belangrijk voor een juiste werking van de
motor en om maximale prestaties te beha-
len. In de volgende periodieke onderhouds-
schema’s is het emissiecontrole-
onderhoud apart gegroepeerd. Dit onder-
houd vereist gespecialiseerde gegevens,
kennis en gereedschap. Onderhoud, ver-
vanging, of reparatie van emissiecontrole-
apparatuur en -systemen kan door elke
gecertificeerde reparateur worden uitge-
voerd (indien van toepassing). Yamaha
dealers beschikken over de training en het
gereedschap om dit onderhoud uit te voe-
ren.
U2BDD1D0.book Page 1 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM

Page 46 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-2
6
DAU17382
BoordgereedschapssetDe boordgereedschapsset is te vinden on-
der het zadel. (Zie pagina 3-15.)
De onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het gereedschap in de boordge-
reedschapsset zijn bedoeld om u te
ondersteunen bij het uitvoeren van preven-
tief onderhoud en kleinere reparaties. Voor
de correcte uitvoering van bepaalde onder-
houdswerkzaamheden kan echter het ge-
bruik van extra gereedschap zoals een
momentsleutel vereist zijn.OPMERKINGLaat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het gereed-
schap of de ervaring die voor bepaalde
werkzaamheden vereist zijn.1. BoordgereedschapssetU2BDD1D0.book Page 2 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM

Page 47 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-3
6
DAU46862
OPMERKINGDe jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onderhouds-
beurt op kilometerbasis of, voor Groot-Brittannië, op mijlbasis wordt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km (30000 mi), beginnend vanaf 10000 km (6000 mi).
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal ge-
reedschap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
DAU46911
Periodiek onderhoudsschema voor het uitstootcontrolesysteemNR. ITEMCONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-
TROLE 1000 km
(600 mi)10000 km
(6000 mi)20000 km
(12000 mi)30000 km
(18000 mi)40000 km
(24000 mi)
1*Brandstofleiding• Controleer de brandstofslangen
op scheurtjes of beschadigingen.√√√√√
2Bougie• Controleer de conditie.
• Reinigen en elektrodenafstand af-
stellen.√√
• Vervangen.√√
3*Ventielen• Controleer de klepspeling.
• Afstellen.√√
4*Brandstofinjectie• Stel het stationair toerental af.√√√√√√
5*Uitlaatdempers en
uitlaatpijpen• Controleer of de schroefklem-
men goed vastzitten.√√√√√
6*Luchtinlaatsysteem• Controleer de luchtafsluitklep, de
membraanklep en de slang op
beschadiging.
• Vervang beschadigde onderde-
len indien nodig.√√√√√
U2BDD1D0.book Page 3 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM

Page 48 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-4
6
DAU1770M
Algemeen smeer- en onderhoudsschemaNR. ITEMCONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-
TROLE 1000 km
(600 mi)10000 km
(6000 mi)20000 km
(12000 mi)30000 km
(18000 mi)40000 km
(24000 mi)
1 Luchtfilterelement• Vervangen.√√
2 Koppeling• Controleer de werking.
•Afstellen.√√√√√
3*Voorrem• Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.√√√√√√
• Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
4*Achterrem• Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.√√√√√√
• Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
5*Remslangen• Controleer op scheurtjes en be-
schadigingen.
• Zorg voor een correcte plaatsing
van slang(en) en klem(men).√√√√√
• Vervangen. Elke 4 jaar
6*Wielen• Controleer de speling en de
spaakspanning en controleer op
beschadigingen.
• Trek indien nodig de spaken aan.√√√√√
7*Banden• Controleer op slijtage en bescha-
digingen.
• Vervang indien nodig.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.√√√√√
U2BDD1D0.book Page 4 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM

Page 49 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-5
6
8*Wiellagers• Controleer de lagers op speling of
beschadigingen.√√√√
9*Achterbrug• Controleer op een correcte wer-
king en overmatige speling.√√√√
• Smeren met lithiumvet. Elke 50000 km (30000 mi)
10 Aandrijfketting• Controleer de spanning, uitlijning
en conditie van de aandrijfketting.
• Stel de ketting af en smeer deze
grondig met een speciale smering
voor o-ringkettingen.Elke 500 km (300 mi) en nadat de motorfiets is gewassen of ermee in de regen
of vochtige gebieden is gereden
11*Balhoofdlagers• Controleer de lagers op speling
en oppervlakteruwheid.√√√√√
• Smeren met lithiumvet. Elke 20000 km (12000 mi)
12*Framebevestigin-
gen• Controleer of alle moeren, bouten
en schroeven stevig zijn vastge-
zet.√√√√√
13Scharnieras van
remhendel• Smeren met siliconenvet.√√√√√
14Scharnieras van
rempedaal• Smeren met siliconenvet.√√√√√
15Scharnieras van
koppelingshendel• Smeren met lithiumvet.√√√√√
16 Zijstandaard• Controleer de werking.
• Smeren met lithiumvet.√√√√√
17*Zijstandaardscha-
kelaar• Controleer de werking.√√√√√√ NR. ITEMCONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-
TROLE 1000 km
(600 mi)
10000 km
(6000 mi)20000 km
(12000 mi)30000 km
(18000 mi)40000 km
(24000 mi)
U2BDD1D0.book Page 5 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM

Page 50 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-6
6
18*Voorvork• Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage.√√√√
19*Schokdemperunit• Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage.√√√√
20*Relaisarm achter-
wielophanging en
scharnierpunten
verbindingsarm• Controleer de werking.√√√√
• Smeren met lithiumvet.√√
21 Motorolie• Verversen.
• Controleer het olieniveau en con-
troleer de machine op olielekka-
ge.√√√√√√
22 Oliefilterelement• Vervangen.√√√
23*Koelsysteem• Controleer het koelvloeistofni-
veau en controleer de machine
op vloeistoflekkage.√√√√√
• Vervang koelvloeistof. Elke 3 jaar
24*Voor- en achterrem-
schakelaar• Controleer de werking.√√√√√√
25Bewegende delen
en kabels•Smeren.√√√√√
26*Gasgreep• Controleer de werking.
• Controleer de vrije slag van de
gasgreep en stel deze indien no-
dig af.
• Smeer de kabel en het kabelhuis.√√√√√ NR. ITEMCONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-
TROLE 1000 km
(600 mi)10000 km
(6000 mi)20000 km
(12000 mi)30000 km
(18000 mi)40000 km
(24000 mi)U2BDD1D0.book Page 6 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 ... 100 next >