YAMAHA XT660Z 2015 Instructieboekje (in Dutch)

Page 61 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-17
6
WAARSCHUWING
DWA10512
Belaad uw machine nooit te zwaar. Rij-
den met een te zwaar belaste machine
kan leiden tot een ongeval.Inspectie van banden
Voor elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op
het midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van deband scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer wor-
den vervangen.
OPMERKINGDe slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht.Bandeninformatie
Dit model is uitgerust met binnenbanden.
Banden verouderen, zelfs als ze niet of
slechts sporadisch zijn gebruikt. Scheuren
in het rubber van het loopvlak en de wang
van de band, soms in combinatie met ver-
vorming van het karkas, zijn een teken van
veroudering. Oude banden moeten worden
gecontroleerd door bandenspecialisten om
na te gaan of ze geschikt zijn voor verder
gebruik. Bandenspanning (gemeten op kou-
de banden):
Belading tot 90 kg (198 lbs):
Voor:
210 kPa (2.10 kgf/cm2, 30 psi)
Achter:
230 kPa (2.30 kgf/cm2, 33 psi)
90 kg (198 lbs) tot maximumbela-
ding:
Voor:
XT660Z 210 kPa (2.10 kgf/cm2,
30 psi)
XT660ZA 230 kPa (2.30
kgf/cm2, 33 psi)
Achter:
XT660Z 230 kPa (2.30 kgf/cm2,
33 psi)
XT660ZA 250 kPa (2.50
kgf/cm2, 36 psi)
Off-road rijden:
Voor:
XT660Z 200 kPa (2.00 kgf/cm2,
29 psi)
Achter:
XT660Z 200 kPa (2.00 kgf/cm2,
29 psi)
Rijden met hoge snelheid:
Voor:
210 kPa (2.10 kgf/cm2, 30 psi)
Achter:
230 kPa (2.30 kgf/cm2, 33 psi)
Maximale belasting*:
190 kg (419 lb)
* Totaal gewicht van bestuurder, pas-
sagier, bagage en accessoires
1. Wang van band
2. Bandprofieldiepte
Minimale bandprofieldiepte (voor en
achter):
1.6 mm (0.06 in)
U2BDD1D0.book Page 17 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM

Page 62 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-18
6
WAARSCHUWING
DWA10462
Monteer altijd voor- en achterbanden
van hetzelfde merk en type. Verschillen-
de banden kunnen het weggedrag van
de machine veranderen, wat kan leiden
tot een ongeval.Na uitgebreide tests zijn alleen de hieron-
der vermelde banden door Yamaha goed-
gekeurd voor dit model.
WAARSCHUWING
DWA10572
Laat sterk versleten banden door
een Yamaha dealer vervangen. Rij-
den op een motor met versleten
banden is niet alleen verboden,
maar dit heeft ook een averechtseffect op de rijstabiliteit, waardoor
u de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
De vervanging van onderdelen van
wielen en remmen, inclusief ban-
den, dient te worden overgelaten
aan een Yamaha dealer, die over de
nodige vakkundige kennis en erva-
ring beschikt.
Het is sterk af te raden een lekke
binnenband te plakken. Als het niet
anders kan, moet de band zeer
zorgvul
dig worden geplakt en dan
zo snel mogelijk worden vervangen
door een nieuwe band van goede
kwaliteit.
Rijd niet te snel direct na het ver-
wisselen van een band. Het band-
oppervlak dient eerst te zijn
ingereden voordat het zijn optimale
eigenschappen verkrijgt.
Voorband:
Maat:
XT660Z 90/90-21 M/C 54S
(METZELER)-54T(MICHELIN)
XT660ZA 90/90-21 M/C 54S
(PIRELLI)
Fabrikant/model:
XT660Z METZELER/TOURANCE
FRONT
XT660ZA PIRELLI/SCORPION
TRAIL
XT660Z MICHELIN/SIRAC
Achterband:
Maat:
XT660Z 130/80-17 M/C
65S(METZELER)-65T(MICHELIN)
XT660ZA 130/80-17 M/C 65S
(PIRELLI)
Fabrikant/model:
XT660Z METZELER/TOURANCE
FRONT
XT660ZA PIRELLI/SCORPION
TRAIL
XT660Z MICHELIN/SIRAC
U2BDD1D0.book Page 18 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM

Page 63 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-19
6
DAU21944
Spaakwielen
WAARSCHUWING
DWA10611
De wielen van dit model zijn niet ontwor-
pen voor gebruik met tubeless banden.
Gebruik geen tubeless banden voor dit
model.Let ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw motorfiets.
Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging, kromheid of andere scha-
de en de spaken op losheid of be-
schadiging. Laat in geval van schade
het wiel door een Yamaha dealer ver-
vangen. Probeer het wiel nooit zelf te
repareren, hoe klein de reparatie ook
is. Vervang een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.
Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
wiel zal mogelijk slecht functioneren of
kan een slechte wegligging en een
verkorte levensduur van de banden
tot gevolg hebben.
DAU22045
Vrije slag van koppelingshendel
afstellenDe vrije slag van de koppelingshendel dient
10.0–15.0 mm (0.39–0.59 in) te bedragen,
zoals weergegeven. Controleer de vrije slag
van de koppelingshendel regelmatig en stel
indien nodig als volgt af.
1. Schuif de rubber afdekking terug naar
de koppelingshendel.
2. Draai de borgmoer los.
3. Draai de stelbout van de koppelings-
speling richting (a) voor meer vrije slag
van de koppelingshendel. Draai de
stelbout richting (b) voor minder vrije
slag van de koppelingshendel.
OPMERKINGAls de voorgeschreven vrije slag van de
koppelingshendel wordt gehaald, zoals
hierboven beschreven, kunt u de stappen
4…7 overslaan.4. Draai de stelbout bij de koppelings-
hendel richting (a) om de koppelings-
kabel losser te stellen.
5. Draai de borgmoer bij het carter los.
6. Draai de stelmoer van de koppelings-
speling richting (a) voor meer vrije slag
van de koppelingshendel. Draai de
stelmoer richting (b) voor minder vrije
slag van de koppelingshendel.
7. Draai de borgmoer bij het carter vast.
1. Borgmoer (koppelingshendel)
2. Stelbout voor vrije slag koppelingshendel
3. Vrije slag van koppelingshendel
1. Borgmoer (carter)
2. Stelmoer voor vrije slag remhendel (carter)
U2BDD1D0.book Page 19 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM

Page 64 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-20
6
8. Draai de borgmoer bij de koppelings-
hendel vast en schuif de rubber afdek-
king weer naar de oorspronkelijke
positie.
DAU22393
Controleren van voor- en achter-
remblokkenDe remblokken in de voor- en achterrem
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
DAU22421
Remblokken voorrem
Elk voorremblok heeft een eigen slijtage-in-
dicatorgroef, zodat het remblok kan wor-
den gecontroleerd zonder de rem te
demonteren. Let op de slijtage-indicator-
groef om de remblokslijtage te controleren.
Wanneer een remblok zover is afgesleten
dat de slijtage-indicatorgroef vrijwel is ver-
dwenen, vraag dan een Yamaha-dealer de
remblokken als set te vervangen.
DAU22501
Remblokken achterrem
Controleer elk achterremblok op schade en
meet de remvoeringsdikte. Als een remblok
beschadigd is of als de remvoeringsdikte
minder is dan 3.8 mm, vraag dan een
Yamaha dealer de remblokken als set te
vervangen.
1. Slijtage-indicatorgroef
1. Remvoeringdikte
1
ZAUM1253
U2BDD1D0.book Page 20 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM

Page 65 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-21
6
DAUM3570
Remvloeistofniveau controlerenControleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor mi-
nimumniveau staat. Meet het remvloeistof-
niveau en let erop dat de bovenzijde van
het reservoir horizontaal staat. Vul indien
nodig remvloeistof bij.
VoorremAchterrem (voor XT660Z)
Achterrem (voor XT660ZA)
OPMERKINGHet remvloeistofreservoir voor de achter-
rem bevindt zich onder het zadel. (Zie pagi-
na 3-15.)
WAARSCHUWING
DWA16011
Onjuist uitgevoerd onderhoud kan resul-
teren in verlies van remvermogen. Neem
de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht:
Bij een te laag remvloeistofniveau
kan lucht binnendringen in het rem-
systeem, waardoor de rempresta-
ties afnemen.
Reinig de reservoirdop alvorens
deze te verwijderen. Gebruik uit-
sluitend DOT 4 remvloeistof uit een
onaangebroken verpakking.
Gebruik uitsluitend de aanbevolen
remvloeistof, anders kunnen de
rubberafdichtingen beschadigd ra-
ken met lekkage tot gevolg.
Vul
bij met hetzelfde type remvloei-
stof. Toevoeging van een ander
type remvloeistof dan DOT 4 kan re-
sulteren in een schadelijke chemi-
sche reactie.
Pas op en zorg dat tijdens het bij-
vullen geen water of stof het rem-
vloeistofreservoir binnendringen.
Water zal het kookpunt van de rem-
vloeistof aanzienlijk verlagen zodat
1. Merkstreep minimumniveau
1. Merkstreep minimumniveau
1. Merkstreep minimumniveau
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4
U2BDD1D0.book Page 21 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM

Page 66 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-22
6
dampbelvorming kan optreden en
vuil de hydraulisch bediende klep-
pen van de ABS eenheid kan ver-
stoppen.
LET OP
DCA17641
Remvloeistof kan gelakte of kunststof
onderdelen beschadigen. Veeg gemors-
te remvloeistof steeds direct af.Naarmate de remblokken afslijten, zal het
remvloeistofniveau geleidelijk verder dalen.
Een laag remvloeistofniveau kan duiden op
versleten remblokken en/of lekkage in het
remsysteem. Controleer daarom de rem-
blokken op slijtage en het remsysteem op
lekkage. Vraag als het remvloeistofniveau
plotseling sterk is gedaald een Yamaha
dealer om een inspectie alvorens verder te
rijden.
DAU22733
Remvloeistof verversenVraag een Yamaha dealer de remvloeistof
te verversen volgens de intervalperioden
voorgeschreven in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema. Laat bovendien de
oliekeerringen van de hoofdremcilinders,
de remklauwen en de remslangen vervan-
gen volgens de intervalperioden of wan-
neer ze lek of beschadigd zijn.
Vloeistofafdichtingen: Vervang elke
twee jaar.
Remslangen: Vervang elke vier jaar.
DAU22762
Spanning aandrijfkettingDe spanning van de aandrijfketting moet
voorafgaand aan elke rit worden gecontro-
leerd en indien nodig worden bijgesteld.
DAU22786
Aandrijfketting controleren op spanning
1. Zet de motorfiets op de zijstandaard.OPMERKINGBij het controleren en instellen van de span-
ning van de aandrijfketting mag er geen ge-
wicht op de motorfiets rusten.2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand.
3. Meet de spanning van de aandrijfket-
ting zoals getoond.1. Spanning aandrijfketting
U2BDD1D0.book Page 22 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM

Page 67 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-23
6
4. Stel de spanning van de ketting als
volgt bij als deze niet correct is.OPMERKINGBij het controleren van de spanning van de
aandrijfketting mag de kettingspanner de
aandrijfketting niet raken.
DAU34318
Om de spanning van de aandrijfketting
af te stellen
Raadpleeg een Yamaha dealer voordat u
de spanning van de aandrijfketting afstelt.
1. Draai de wielasmoer los en draai dan
de borgmoeren los aan beide zijden
van de achterbrug.
2. Draai om de aandrijfketting strakker te
stellen de stelbout aan beide uiteinden
van de achterbrug in de richting (a).
Stel de ketting losser door de stelbout
aan beide uiteinden van de achterbrug
in de richting (b) te draaien en dan het
achterwiel naar voren te drukken. LET
OP: Een onjuiste kettingspanning
leidt tot overbelasting van de motor
en andere essentiële onderdelen
van de machine en kan resulteren in
overslaan of breken van de ketting.Houd om dit te voorkomen de ket-
tingspanning binnen de gespecifi-
ceerde waarden.
[DCA10572]
OPMERKINGGebruik voor een goede wieluitlijning de
uitlijnmerktekens aan beide zijden van de
achterbrug om zeker te zijn dat beide ket-
tingspanners dezelfde positie hebben.3. Trek de asmoer en daarna de borg-
moeren aan met de voorgeschreven
aanhaalmomenten.4. Zorg ervoor dat de kettingspanners in
dezelfde stand staan, dat de spanning
van de aandrijfketting correct is en dat
de aandrijfketting soepel beweegt. Spanning aandrijfketting:
50.0–60.0 mm (1.97–2.36 in)1. Wielasmoer
2. Stelbout spanning aandrijfketting
3. Borgmoer
4. Uitlijnmerktekens
Aanhaalmomenten:
Wielasmoer:
104 Nm
Borgmoer:
16 Nm
U2BDD1D0.book Page 23 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM

Page 68 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-24
6
DAU23026
Aandrijfketting reinigen en sme-
renDe aandrijfketting moet worden gereinigd
en gesmeerd volgens de intervalperioden
zoals voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema, anders zal
de ketting snel slijten, met name in vochtige
of stoffige gebieden. Onderhoud de ketting
als volgt.LET OP
DCA10584
De aandrijfketting moet worden ge-
smeerd nadat de motorfiets is gewassen
of ermee in de regen of in vochtige ge-
bieden is gereden.1. Reinig de aandrijfketting met petrole-
um en een zacht borsteltje. LET OP:
Reinig de aandrijfketting niet met
stoomreinigers, hogedrukreinigers
of ongeschikte oplosmiddelen om
schade aan de O-ringen te voorko-
men.
[DCA11122]
2. Wrijf de aandrijfketting droog.
3. Smeer de aandrijfketting grondig met
speciale smering voor o-ringkettin-
gen. LET OP: Breng geen motorolie
of andere smeermiddelen aan op deaandrijfketting, deze kunnen stof-
fen bevatten die de O-ringen kun-
nen beschadigen.
[DCA11112]DAU23098
Kabels controleren en smerenDe werking van alle bedieningskabels en
de conditie van alle kabels moet vooraf-
gaand aan elke rit worden gecontroleerd en
de kabel en kabeleinden moeten indien no-
dig worden gesmeerd. Vraag een Yamaha
dealer een kabel te controleren of te ver-
vangen wanneer deze is beschadigd of niet
soepel beweegt. WAARSCHUWING!
Schade aan de buitenbehuizing van ka-
bels kan leiden tot interne roestvorming
en storing veroorzaken met de bewe-
ging van kabels. Vervang beschadigde
kabels zo snel mogelijk om onveilige
omstandigheden te voorkomen.
[DWA10712]
Aanbevolen smeermiddel:
Yamaha-kabelsmeermiddel of een
ander geschikt kabelsmeermiddel
U2BDD1D0.book Page 24 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM

Page 69 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-25
6
DAU49921
Controleren en smeren van gas-
greep en gaskabelDe werking van de gasgreep hoort vooraf-
gaand aan elke rit te worden gecontroleerd.
Daarnaast moet de kabel door een Yamaha
dealer worden gesmeerd volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke on-
derhoudsschema.
DAU23144
Rem- en koppelingshendels con-
troleren en smerenDe werking van de rem- en de koppelings-
hendel moet voorafgaand aan elke rit wor-
den gecontroleerd en de
hendelscharnierpunten moeten indien no-
dig worden gesmeerd.
Remhendel
Koppelingshendel
Aanbevolen smeermiddelen:
Remhendel:
Siliconenvet
Koppelingshendel:
Lithiumvet
U2BDD1D0.book Page 25 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM

Page 70 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-26
6
DAU23185
Rempedaal controleren en sme-
renDe werking van het rempedaal moet voor-
afgaand aan elke rit worden gecontroleerd
en het pedaalscharnierpunt moet indien
nodig worden gesmeerd.
DAU23203
Zijstandaard controleren en
smerenDe werking van de zijstandaard moet voor-
afgaand aan elke rit worden gecontroleerd
en het scharnierpunt en de metaal-op-me-
taal contactvlakken moeten indien nodig
worden gesmeerd.
WAARSCHUWING
DWA10732
Als de zijstandaard niet soepel omhoog
en omlaag beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer deze te controleren of te
repareren. Een slecht functionerende
zijstandaard kan het wegdek raken en u
afleiden, waardoor u de controle over de
machine kunt verliezen.
DAU23252
Smeren van de achterwielophan-
gingDe scharnierpunten in de achterwielophan-
ging moeten worden gesmeerd door een
Yamaha dealer volgens de intervalperioden
voorgeschreven in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
U2BDD1D0.book Page 26 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 100 next >