YAMAHA XVS1100 2000 Instructieboekje (in Dutch)

Page 11 of 96

2
BESCHRIJVING
Linker aanzicht ................................................................................... 2-1
Rechter aanzicht ................................................................................ 2-2
Bedieningselementen/instrumenten ................................................... 2-3
D_5el_DescriptionTOC.fm Page 1 Monday, May 1, 2000 11:11 AM

Page 12 of 96

2-1
2
DAU00026
2-BESCHRIJVINGLinker aanzicht1. Versnellingspedaal (blz. 3-6)
2. Benzinekraan (blz. 3-8)
3. Afstelring voor achterschokbreker-veervoorspanning (biz. 3-14)
4. Helmhouder (blz. 3-11)
5. Bagageruimte (blz. 3-11)
6. Gereedschapsset (blz. 6-1)
7. Zekeringen (blz. 6-25)
D_5el_Description.fm Page 1 Monday, May 1, 2000 11:11 AM

Page 13 of 96

BESCHRIJVING
2-2
2
Rechter aanzicht8. Oliefilter (blz. 6-9)
9. Accu (blz. 6-23)
10. Hoofdzekering (blz. 6-25)
11. Kontaktslot-schakelaar/Stuurslot (blz. 3-1)
12. Luchtfilter (blz. 6-10)
13. Achterrempedaal (blz. 3-6)
D_5el_Description.fm Page 2 Monday, May 1, 2000 11:11 AM

Page 14 of 96

BESCHRIJVING
2-3
2
Bedieningselementen/instrumenten1. Koppelingshendel (blz. 3-5)
2. Linker stuurschakelaars (blz. 3-4)
3. Chokeknop (starter) “ ” (blz. 3-9)
4. Snelheidsmeter (blz. 3-3)
5. Benzinetankdop (blz. 3-7)
6. Rechter stuurschakelaars (blz. 3-5)
7. Gashandvat (blz. 6-12)
8. Voorremhendel (blz. 3-6)
D_5el_Description.fm Page 3 Monday, May 1, 2000 11:11 AM

Page 15 of 96

3
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
Kontaktslot-schakelaar/Stuurslot ........................................................ 3-1
Kontrolelampjes.................................................................................. 3-2
Snelheidsmeter .................................................................................. 3-3
Anti-diefstal alarm (optioneel) ............................................................ 3-4
Stuurschakelaars ............................................................................... 3-4
Koppelingshendel ............................................................................... 3-5
Versnellingspedaal ............................................................................. 3-6
Voorremhendel ................................................................................... 3-6
Achterrempedaal ................................................................................ 3-6
Benzinetankdop ................................................................................. 3-7
Benzine .............................................................................................. 3-7
Benzinekraan ..................................................................................... 3-8
Chokeknop (starter) “ ” ................................................................... 3-9
Zadels .............................................................................................. 3-10
Helmhouder...................................................................................... 3-11
Bagageruimte ................................................................................... 3-11
Instellen van de achterschokbreker.................................................. 3-13
Snelbinderklemmen ......................................................................... 3-15
Zijstandaard ..................................................................................... 3-15
Kontrole van de zijstandaard/koppelings-onderbrekingsschakelaar ............................................................... 3-16
D_5el_FunctionsTOC.fm Page 1 Monday, May 1, 2000 11:12 AM

Page 16 of 96

3-1
3
DAU00027
3-FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
DAU00029
Kontaktslot-
schakelaar/StuurslotDe kontaktslot-schakelaar (hoofdschake-
laar) dient voor het in- en uitschakelen van
de ontsteking en van de verlichting. Hieron-
der volgt de beschrijving van de bediening.
DAU00036
ON
De elektrische circuits worden ingescha-
keld en de motor kan nu gestart worden.
Als de kontaktslot-schakelaar in deze stand
staat, kan de sleutel niet verwijderd worden.
DAU00038
OFF
Alle elektrische circuits zijn uitgeschakeld.
Als de kontaktslot-schakelaar in deze stand
staat, kan de sleutel verwijderd worden.
DAU00040
LOCK
Het stuur staat op slot en alle elektrische
circuits zijn uitgeschakeld. Als de kontakt-
slot-schakelaar in deze stand staat, kan de
sleutel verwijderd worden. Om het stuur te
vergrendelen, draait u het geheel naar
links. Terwijl u de sleutel dieper in de
kontaktslot-schakelaar drukt, draait u de
sleutel van “OFF” naar “LOCK” en verwij-
dert u de sleutel. Om het stuur te ontgren-
delen draait u de sleutel naar “OFF” terwijl u
erop drukt.
DW000016
WAARSCHUWING
@ Draai nooit het kontaktsleuteltje in de
“OFF” of “LOCK” stand terwijl de motor
nog rijdt. De elektrische circuits worden
dan uitgeschakeld zodat bepaalde be-
dieningsfunkties niet meer werken, het-
geen gevaar voor ongelukken kan
opleveren. Zorg dat de motorfiets geheel
tot stilstand is gekozen, vorrdat u het
kontaktsleuteltje naar “OFF” of “LOCK”
draait. @1. Indrukken
2. Praaien
D_5el_Functions.fm Page 1 Monday, May 1, 2000 11:12 AM

Page 17 of 96

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-2
3
DAU01590
(Parkeren)
Het stuur staat op slot en het achterlicht en
het voorste parkeerlicht staan aan maar
verder zijn alle elektrische circuits uitge-
schakeld. Als de kontaktslot-schakelaar in
deze stand staat, kan de sleutel verwijderd
worden.
Voor het gebruik van de parkeerstand ver-
grendelt u eerst het stuur en dan draait u de
sleutel naar “ ”.
Deze stand mag u niet te lang achtereen
gebruiken, anders kan de accu leegraken.
DAU00056
Kontrolelampjes
DAU01680*
1. Oliepeil-controlelampje “ ”
Dit controlelampje gaat branden wanneer
het oliepeil te laag wordt. Om te controleren
of het oliepeil-controlelampje naar behoren
werkt:
Zet de hoofdschakelaar op “ON”. Als het
oliepeil-controlelampje niet oplicht, verzoek
dan een Yamaha dealer om controle van
het elektrisch systeem.
OPMERKING:@ Ook al is er olie tot het voorgeschreven peil
bijgevuld, dan nog kan het oliepeil-controle-
lampje op een helling of tijdens plotseling
accelereren of remmen wel eens gaan flik-
keren, maar dit is een normaal verschijnsel. @
DAU00061
2. Vrijstand-kontrolelampje “ ”
Dit kontrolelampje licht op als de versnelling
in zijn vrij staat.
DAU00057
3. Richtingsaanwijzer-kontrolelampje
“”
Dit kontrolelampje knippert als de richtin-
gaanwijzer naar links of naar rechts wordt
gezet.
1. Oliepeil-controlelampje “ ”
2. Vrijstand-kontrolelampje “ ”
3. Richtingsaanwijzer-kontrolelampje “ ”
4. Motorstoring-controlelampje “ ”
5. Grootlicht-kontrolelampje “ ”
D_5el_Functions.fm Page 2 Monday, May 1, 2000 11:12 AM

Page 18 of 96

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-3
3
DAU01672*
4. Motorstoring-controlelampje “ ”
Dit controlelampje gaat branden of knippe-
ren als er ergens storing is in een controle-
circuit. In dat geval brengt u de motorfiets
naar een Yamaha dealer om de zelfdia-
gnose-circuits te laten controleren.
Om te controleren of het motorstoring-con-
trolelampje naar behoren werkt:
Zet de hoofdschakelaar op “ON”. Als het
motorstoring-controlelampje niet oplicht,
vraag dan uw Yamaha dealer om het elek-
trische circuit te inspecteren.
DAU00063
5. Grootlicht-kontrolelampje “ ”
Dit kontrolelampje licht op als het grootlicht
wordt ingeschakeld.
DAU01202
SnelheidsmeterDe snelheidsmeter is uitgerust met een kilo-
meterteller en een dagteller. Met een druk
op de “TRIP” toets kunt u overschakelen
tussen de beide aanduidingen. Stel in op
“ODO” om het totaal aantal verreden kilo-
meters van de motorfiets te zien. Stel in op
“TRIP” voor het aantal verreden kilometers
sinds de dagteller het laatst op nul was te-
ruggesteld. Gebruik deze dagteller om te
kijken hoeveel kilometer u met één volle
tank kunt afleggen. Als u dit enkele malen
doet, zult u in de toekomst beter kunnen
plannen waar en wanneer u moet stoppen
om te tanken.Om de dagteller op “0” terug te stellen,
drukt u op de “TRIP” toets tot er “TRIP”
wordt aangegeven en dan drukt u nog-
maals en houdt u de toets tenminste een
seconde lang ingedrukt.
OPMERKING:@ Deze motorfiets heeft geen toerenteller. Hij
is echter wel uitgerust met een motortoe-
rental-begrenzer, die zorgt dat het toerental
niet boven de 6.800 tpm komt en de rijsnel-
heid niet boven ongeveer 175 km/uur.@
1. “TRIP” toets
2. Kilometerteller/dagteller
D_5el_Functions.fm Page 3 Monday, May 1, 2000 11:12 AM

Page 19 of 96

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-4
3
DAU00109
Anti-diefstal alarm (optioneel)Deze motorfiets kan op aanvraag worden
uitgerust met een anti-diefstal alarm. Ver-
zoek uw Yamaha dealer om het alarm voor
u te bestellen en te installeren.
DAU00118
Stuurschakelaars
DAU00119
1. Inhaal-schakelaar “ ”
Druk op de schakelaar om het signaallicht
te bedienen.
DAU00121
2. Grootlicht/dimlicht-schakelaar
Draai de schakelaar naar “ ” voor groot-
licht en naar “ ” voor dimlicht.
DAU00129
3. Klaxon-schakelaar “ ”
Druk de schakelaar in om te klaxoneren.
DAU00127
4. Richtingaanwijzer-schakelaar
Om de rechter-richtingaanwijzer in te scha-
kelen, duwt u de schakelaar naar “ ”. Om
de linker-richtingaanwijzer in te schakelen,
duwt u de schakelaar naar “ ”. Als u de
schakelaar loslaat, keert deze terug naar de
middenpositie. Om de richtingaanwijzer
weer uit te zetten, drukt u de schakelaar in,
terwijl deze in de middenpositie staat.
1. Inhaal-schakelaar “ ”
2. Grootlicht/dimlicht-schakelaar
3. Klaxon-schakelaar “ ”
4. Richtingaanwijzer-schakelaar
D_5el_Functions.fm Page 4 Monday, May 1, 2000 11:12 AM

Page 20 of 96

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-5
3
DAU00138
1. Motorstop-schakelaar
De motorstop-schakelaar is een veilig-
heids-schakelaar voor gebruik onder
noodomstandigheden, zoals wanneer de
motorfiets is omgevallen of bij problemen
met de gasklep. Draai de schakelaar naar
“ ” als u de motor wilt starten. In noodge-
vallen draait u de schakelaar naar “ ”.
DAU00134
2. Lichtschakelaar
Door de lichtschakelaar naar “ ” te
draaien zal het dimlicht, de meterverlichting
en de achterverlichting ingeschakeld wor-
den. Door de lichtschakelaar naar “ ” te
draaien zal de koplamp ook ingeschakeld
worden.
DAU00143
3. Startschakelaar “ ”
Als u de startschakelaar indrukt zal de start-
motor de motor doen ronddraaien.
DC000005
LET OP:@ Zie, alvorens de motor te starten, de pa-
ragraaf met aanwijzingen over het star-
ten. @
DAU00152
KoppelingshendelDe koppelingshendel is bevestigd aan het
linkerhandvat van het stuur, en het ontste-
kingsblokkeersysteem is ingebouwd in het
koppelingshendel-handvat. Om te ontkop-
pelen, trekt u de koppelingshendel in. Om
de koppeling weer te laten opkomen laat u
de koppelingshendel weer langzaam van
het stuur weg gaan. Voor een soepele be-
diening is het het beste om de koppe-
lingshendel snel in te trekken en langzaam
te laten opkomen. (Zie de paragraaf met de
aanwijzingen over het starten, voor een be-
schrijving van het circuit van het ontste-
kingsblokkeersysteem).
1. Motorstop-schakelaar
2. Lichtschakelaar
3. Startschakelaar “ ”D_5el_Functions.fm Page 5 Monday, May 1, 2000 11:12 AM

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 ... 100 next >