YAMAHA XVS1100 2000 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2000, Model line: XVS1100, Model: YAMAHA XVS1100 2000Pages: 96, PDF Size: 13.13 MB
Page 51 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-6
6
DAU01673
BougiesVerwijderen
1. Verwijder de cilinderkopdeksels
rechtsachter en linksvoor door ze bui-
tenwaarts te trekken zoals aangege-
ven.
2. Verwijder de bougiedoppen.
3. Gebruik de bougiesleutel uit de ge-
reedschapsset om de bougies te ver-
wijderen zoals aangegeven.Inspecteren
De bougie is een belangrijk onderdeel van
de motor en is gemakkelijk te inspecteren.
De staat waarin de bougie verkeert vormt
een aanwijzing voor de algehele toestand
van de motor.
Normaal gesproken moeten alle witte por-
celeinen isolatoren rondom de midden-
elektrode van de bougies dezelfde kleur
hebben. De ideale kleur voor de bougies
van een motorfiets waar normaal mee
wordt gereden, is lichtbruin. Als er een bou-
gie een duidelijk afwijkende kleur vertoont,
kan dit betekenen dat er iets mis is met de
motor.
Probeer niet zelf een diagnose te maken
voor problemen met de bougies, maar
breng uw motorfiets naar een Yamaha
dealer. Wel dient u zelf de bougies regel-
matig te verwijderen en te inspecteren, aan-gezien de hitte en onvermijdelijke aanslag
de bougies langzaam aantasten. Als de
elektrodes te ver versleten zijn of als er te
veel koolaanslag en/of andere aanslag op
de bougies zit, vervang de bougies dan
door nieuwe, van het voorgeschreven type.1. Cilinderkopdeksel
1. Bougiesleutel
Voorgeschreven bougie:
BPR7ES (NGK) of
W22EPR-U (DENSO)
D_5el_Periodic.fm Page 6 Monday, May 1, 2000 11:15 AM
Page 52 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-7
6
Installeren
1. Meet de elektrodenafstand met be-
hulp van een voelermaatje. Stel zono-
dig de elektrodenafstand bij tot de
voorgeschreven afstand.
2. Maak het pakkingsraakvlak schoon.
Verwijder alle vuil en vet van de
schroefdraad.
3. Installeer de bougie en draai deze aan
met het voorgeschreven aantrekkop-
pel.
OPMERKING:@ Als er tijdens het installeren van de nieuwe
bougies geen momentsleutel voorhanden
is, kunt u het volgende als vuistregel aan-
houden: draai met uw vingers de bougie zo
strak mogelijk aan en draai deze hierna nog
1/4 à 1/2 slag aan met een bougiesleutel.
Laat echter wel zo snel mogelijk het aan-
trekkoppel controleren. @4. Breng de bougiedoppen en de cilin-
derkopdeksels weer aan.
DAU01712
MotorolieKontroleren van het oliepeil
1. Plaats de motorfiets op een vlakke on-
dergrond en zorg dat hij goed rechtop
blijft staan. Laat de motor enkele mi-
nuten warmdraaien.OPMERKING:@ Let op dat de motorfiets horizontaal staat
als u het oliepeil kontroleert. Als de motor-
fiets iets overhelt, kan dit leiden tot een ver-
keerde aflezing. @
a. Elektroden-afstandElektroden-afstand:
0,7 ~ 0,8 mm
Aantrekkoppel:
Bougie:
20 Nm (2,0 m·kg)
1. Oliepeil-controlevenster
2. Maximum-merkteken
3. Minimum-merkteken
D_5el_Periodic.fm Page 7 Monday, May 1, 2000 11:15 AM
Page 53 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-8
6
2. Stop de motor en kontroleer het olie-
peil door het kijkvenster, linksonder in
het carterdeksel.OPMERKING:@ Wacht, na het afzetten van de motor, enke-
le minuten met het kontroleren van het olie-
peil. @3. Het oliepeil dient zich tussen tussen
de minimum- en maximum-merkte-
kens te bevinden. Als er zich te weinig
olie in de motor bevindt, vul dan olie bij
tot aan het juiste nivo.Verversen van de motorolie
1. Start de motor en laat deze enkele mi-
nuten warmdraaien.
2. Stop de motor, plaats een opvang-
container onder het motorblok en ver-
wijder de olievuldop.
3. Verwijder de aftapbout en laat de olie
uit het motorblok lopen.
4. Breng de aftapbout weer aan en draai
deze vast met het voorgeschreven
aantrekkoppel.5. Vul het motorblok geheel met de aan-
bevolen motorolie. Plaats de olie-
vuldop weer en draai deze stevig aan.
DC000066
LET OP:@l
U mag geen chemische middelen
aan de motorolie toevoegen. De
motorolie dient tevens voor het
smeren van de koppeling en toege-
voegde middelen zouden de koppe-
ling kunnen doen slippen.
l
Let op dat er geen vreemde voor-
werpen in het carter terechtkomen.
@
1. Motorolie-vuldop
1. Motorolie-aftapboutAantrekkoppel:
Aftapbout:
43 Nm (4,3 m·kg)
Aanbevolen motorolie:
Zie blz. 8-1.
Hoeveelheid motorolie:
Totale hoeveelheid:
3,6 L
Periodieke verversing:
3,0 L
Verversing en vervanging van het
oliefilter:
3,1 L
D_5el_Periodic.fm Page 8 Monday, May 1, 2000 11:15 AM
Page 54 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-9
6
6. Start de motor en laat deze enkele mi-
nuten lang warmdraaien. Controleer in
de tussentijd het motorblok op olielek-
kage. Is er sprake van olielekkage, zet
de motor dan onmiddellijk af en pro-
beer de oorzaak van de lekkage te
achterhalen.OPMERKING:@ Na het starten van de motor moet het olie-
peil-controlelampje uitgaan als er olie is bij-
gevuld tot het voorgeschreven peil. @
DC000067
LET OP:@ Als het kontrolelampje knippert of blijft
oplichten, zet de motor dan onmiddelijk
af en raadpleeg een Yamaha dealer. @Vervangen van het motoroliefilter
Het is aanbevolen het oliefilter te laten ver-
vangen door een bevoegd Yamaha dealer,
omdat het nodig is een aantal onderdelen
te demonteren, hetgeen alleen beschreven
wordt in de werkplaatshandleiding.
DAU02943
Olie voor de eindoverbrenging
DW000066
WAARSCHUWING
@ Zorg dat er geen voorwerpen in de be-
huizing van de eindoverbrenging te-
rechtkomen. Let op dat er geen olie op
het wiel of op de band terechtkomt. @Kontroleren van het oliepeil
1. Plaats de motorfiets op de midden-
standaard en zorg dat deze recht
staat. De motor dient koud te zijn, op
omgevingstemperatuur.2. Verwijder de olievulbout en kontroleer
het oliepeil. De olie dient tot aan de
rand van de opening te komen. Vul, in-
dien nodig, olie bij.
Verversen van de olie
1. Plaats een opvangbak onder de eind-
overbrenging.
2. Verwijder de olievuldop van de eind-
overbrenging en verwijder de bout; tap
de olie af.
3. Draai de bout weer in de aftap-ope-
ning en draai deze vast met het voor-
geschreven aantrekkoppel.
4. Zorg dat de bak van de eindoverbren-
ging tot aan de rand is gevuld met het
aanbevolen type olie.1. Eindoverbrengingsolie-aftapbout
2. Eindoverbrengingsolie-vulbout
3. Juiste niveau
Aantrekkoppel:
Aftapbout:
23 Nm (2,3 m·kg)
D_5el_Periodic.fm Page 9 Monday, May 1, 2000 11:15 AM
Page 55 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-10
6
OPMERKING:@ “GL-4” is een aanduiding voor de kwaliteit
en voor de chemische samenstelling. U
kunt ook “GL-5” of “GL-6” hypoïde versnel-
lingsbak-olie gebruiken. @5. Breng de olievulbout weer aan en
draai deze vast met het voorgeschre-
ven aantrekkoppel.
6. Na het verversen van de eindover-
brengingsolie, dient u een kontrole op
lekkage uit te voeren.
DAU01677
LuchtfilterHet luchtfilter dient regelmatig schoonge-
maakt te worden, op de voorgeschreven
aangegeven tijdstippen. Als u veel op stoffi-
ge wegen of in regenachtige gebieden rijdt,
dient u het luchtfilter vaker schoon te ma-
ken.
1. Verwijder het deksel van de luchtfilter-
behuizing door de schroeven te ver-
wijderen.
2. Verwijder het luchtfilter.3. Klop het element zachtjes tegen een
hard oppervlak om er zoveel mogelijk
stof en vuil uit te verwijderen. Blaas
vervolgens het resterende stof uit het
element door er, zoals aangegeven,
perslucht door te blazen. Mocht het
luchtfilter beschadigd zijn, vervang het
dan. Capaciteit eindoverbrengingsbak:
0,2 L
Aanbevolen olie:
SAE 80 API GL-4 Hypoïde versnel-
lingsbak-olie Indien gewenst kunt u
onder alle omstandigheden SAE
80W90 hypoïde versnellingsbak-olie
gebruiken.
Aantrekkoppel:
Olievulbout:
23 Nm (2,3 m·kg)1. Luchtfilterhuisdeksel
2. Schroef (´ 3)
D_5el_Periodic.fm Page 10 Monday, May 1, 2000 11:15 AM
Page 56 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-11
6
4. Installeer het luchtfilter in de luchtfilter-
behuizing zoals aangegeven.
5. Breng het luchtfilterdeksel op zijn
plaats.
DC000082
LET OP:@ l
Zorg dat het luchtfilter naar beho-
ren in de luchtfilter-behuizing zit.
l
Laat de motor nooit lopen zonder
dat het luchtfilter geïnstalleerd is.
Dit kan leiden tot bijzonder snelle
slijtage van cilinders en/of zuigers.
@
DAU00630
Afstelling van de carburateurDe carburateur is een bijzonder belangrijk
onderdeel van de motor. De afstelling ervan
dient bijzonder nauwkeurig te geschieden.
Het verdient aanbeveling om deze afstel-
ling over te laten aan uw Yamaha dealer die
de nodige kennis van zaken heeft en over
ruime ervaring beschikt. Het routine-onder-
houd, zoals het afstellen van het stationair-
toerental kunt u echter zelf uitvoeren.
DC000095
LET OP:@ De carburateur is na vele tests in de
Yamaha fabrieken afgesteld. Verande-
ren van de afstellingen kan leiden tot
slecht lopen van de motor en zelfs tot
beschadiging hiervan. @
DAU01168
Afstelling stationair toerentalOPMERKING:@ Voor deze procedure dient u een diagnose-
toerenteller te gebruiken. @1. Sluit de toerenteller aan. Start de mo-
tor en laat deze enkele minuten lang
warmdraaien met een toerental van
1.000 à 2.000 tpm. Laat de motor af
en toe met een wat hoger toerental lo-
pen 4.000 à 5.000 tpm. De motor is
warm als deze snel op de beweging
van de gasgreep reageert.
1. Luchtfilter
2. Uitsteeksel
3. GleufD_5el_Periodic.fm Page 11 Monday, May 1, 2000 11:15 AM
Page 57 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-12
6
2. Stel het stationair toerental nu op het
voorgeschreven toerental af, door de
gasklepstelschroef te verdraaien.
Draai de schroef in richting
a om het
toerental te verhogen en in richting
b
om het toerental te verlagen.OPMERKING:@ Als u het toerental niet op de voorgeschre-
ven waarde krijgt, raadpleeg dan een
Yamaha dealer. @
DAU00635
Kontroleren van de vrije speling
van de gaskabelDe gaskabel dient een voorgeschreven
vrije speling van 4 ~ 6 mm te hebben bij het
handvat. Als de vrije speling incorrect is,
laat de speling dan afstellen door een
Yamaha dealer.
DAU00637
Afstellen van de klepspelingDe juiste klepspeling verandert tijdens het
gebruik van de motorfiets, met als gevolg
een onjuiste invoer van het benzine-/lucht-
mengsel of meer lawaai. Om dit te vermij-
den, dienen de kleppen regelmatig
afgesteld te worden. Laat deze afstelling
echter aan een Yamaha dealer over.
1. Gasstopschroef
Standaard stationair toerental:
950 ~ 1.050 tpm
a. Vrije slag
D_5el_Periodic.fm Page 12 Monday, May 1, 2000 11:15 AM
Page 58 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-13
6
DAU00647*
BandenNeem de volgende punten in acht om een
optimale prestatie, lange levensduur en vei-
lig gebruik van de banden te waarborgen:
Bandenspanning
Kontroleer de bandenspanning en stel deze
af voordat u gaat rijden.
DW000082
WAARSCHUWING
@ De bandenspanning dient gemeten te
worden als de temperatuur van de ban-
den gelijk is aan de omgevingstempera-
tuur. De bandenspanning is afhankelijk
van het totale gewicht van de bagage, de
bestuurder, de medepassagier, overige
accessoires (stroomlijnkappen, zadel-
tassen, enz. - monteer nooit accessoires
die niet zijn goedgekeurd voor deze mo-
torfiets) en de snelheid van de motor-
fiets. @
CE-32DDW000083
WAARSCHUWING
@ Een juiste verdeling van het gewicht is
van groot belang voor een goede weg-
ligging, juist reageren op het remmen,
balans en veiligheid in het algemeen.
Zorg ervoor dat bagage die u vervoert,
goed vast zit zodat deze niet kan gaan
schuiven. Plaats de zwaarste voorwer-
pen in het midden van de motorfiets en
verdeel het gewicht gelijkmatig over
rechter- en linkerzijde. Stel de voorbe-
lasting van de schokbrekers in aan de
hand van het totale gewicht en breng de
bandenspanning ook op de juiste waar-
de. OVERLAAD UW MOTORFIETS
NOOIT. Overschrijdt nooit het totaal toe-
gestane gewicht van bagage, bestuur-
der, medepassagier, overige accessoi-
res (stroomlijnkappen, zadeltassen, enz.
- monteer nooit accessoires die niet zijn
goedgekeurd voor deze motorfiets). Een
te zwaar beladen motorfiets kan leiden
tot beschadiging van de banden, een on-
geluk en ernstige verwondingen. @
Maximale belasting*201 kg (behalve voor
G, A, SF)
200 kg (voor G, A, SF)
Bandenspanning bij
koude bandenVoor Achter
Belasting tot 90 kg*200 kPa
(2,00 kg/cm
2,
2,00 bar)225 kPa
(2,25 kg/cm
2,
2,25 bar)
90 kg ~
Maximale belasting*225 kPa
(2,25 kg/cm
2,
2,25 bar)250 kPa
(2,50 kg/cm
2,
2,50 bar)
* Belasting is het totale gewicht van bagage, bestuur-
der, mede-passagier en accessoires.
D_5el_Periodic.fm Page 13 Monday, May 1, 2000 11:15 AM
Page 59 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-14
6
Inspektie van de banden
Kontroleer de konditie van de banden voor-
dat u gaat rijden. Neem meteen kontakt op
met uw Yamaha dealer om de band te laten
vervangen als de profieldiepte in het mid-
den van de band de grenswaarde heeft be-
reikt (zie afbeelding), als er nagels of
stukjes glas in de band zijn of als er scheu-
ren in de zijwand van de band zijn.
CE-10D
CE-26DOPMERKING:@ De voorwaarden voor de minimale profiel-
diepte, kunnen van land tot land verschillen.
Houd u aan de plaatselijke regelingen, en
minimaal aan de voorwaarden van
Yamaha. @
DAU00681
WAARSCHUWING
@ l
Rijden met versleten banden is bij-
zonder gevaarlijk. Versleten ban-
den leiden tot moeilijker bediening
van de motorfiets en verlies aan
wegligging. Laat een versleten
band onmiddellijk vervangen door
een Yamaha dealer. Vervanging
van remmen, banden en andere on-
derdelen die met het wiel te maken
hebben dient u over te laten aan
een Yamaha dealer.
l
Het is niet raadzaam om een lekke
binnenband te plakken. Als het
door bepaalde omstandigheden
noodzakelijk is om een binnenband
te repareren, ga dan zeer zorgvul-
dig te werk en vervang de binnen-
band hierna zo snel mogelijk door
een nieuwe binnenband van een
goede kwaliteit.
@
1. Zijwand
a. Profieldiepte
VOOR
Bandenmerk Bandenmaat Type
Bridgestone 110/90-18 61S L309
Dunlop 110/90-18 61S K555F
ACHTER
Bandenmerk Bandenmaat Type
Bridgestone 170/80-15M/C 77S G546
Dunlop 170/80-15M/C 77S K555
Minimale profieldiepte
(voor en achter)1,6 mm
D_5el_Periodic.fm Page 14 Monday, May 1, 2000 11:15 AM
Page 60 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-15
6
DAU00685
WielenLet, voor goede rijprestaties, een lange le-
vensduur en veilig rijden, op de volgende
punten:l
Kontroleer de wielen altijd, voordat u
met de motorfiets wegrijdt. Kontroleer
de velgen op barsten, vervorming en
andere beschadigingen; kontroleer of
de spaken niet loszitten of verbogen
en/of beschadigd zijn. Als er iets mis is
met de wielen, vraag uw Yamaha
dealer dan om dit te inspekteren. Pro-
beer nooit zelf iets aan een wiel te re-
pareren, zelfs geen kleine reparaties.
Als een wiel vervormd is of barstjes
vertoont, laat het dan vervangen.
l
Banden en wielen dienen altijd uitge-
balanceerd te worden nadat deze
nieuw gemonteerd zijn. Als u dit niet
doet, kan dit leiden tot slechtere pres-
taties, een moeilijker bediening van de
motorfiets en een kortere levensduur
van de banden.
l
Als u een nieuwe band heeft gemon-
teerd, rijd dan in het begin voorzichtig,
zodat de band zich naar de velg kan
zetten en optimale prestaties kan leve-
ren.
DAU00692
Afstelling van de vrije slag van
de koppelingshendelDe vrije slag van de koppelingshendel dient
afgesteld te worden op 5 ~ 10 mm. Als de
vrije slag te groot of te klein is, stel deze dan
als volgt bij:
1. Draai de borgmoer los.
2. Draai de afstelbout van de koppe-
lingshendel naar
a om de vrije slag te
vergroten of naar
b om de vrije slag
te verkleinen.
3. Draai de borgmoer weer aan.
OPMERKING:@ Als u de juiste vrije slag niet verkrijgt of als
de koppeling niet goed funktioneert, raad-
pleeg dan uw Yamaha dealer voor inspek-
tie van het koppelingssysteem. @
1. Borgmoer
2. Afstelbout
c. Vrije slag
D_5el_Periodic.fm Page 15 Monday, May 1, 2000 11:15 AM